Op 18 augustus 1897 's avonds om acht uur begon, als afsluiting van het Czaar Peterfeestplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigCzaar Peterfeesten 1897

Een droevige morgen geeft wel eens een blijde dag. Dat bleek op 18 augustus 1897 tijdens het Czaar-Peterfeest, begonnen onder ongunstigste omstandigheden, liep de dag uitstekend van stapel. En toch, 's morgens waren duizenden teleurgesteld, leden van de verschillende commissies die met reden vreesden dat al hun onvermoeide zorgen voor het welslagen van hun taak vergeefs zouden wezen. De duizenden kinderen, die zich al dagen lang verblijdden voor het grote feest en al eve…
, de voorstelling van Pieter Michaeloff, de dramatische schets, voor deze gelegenheid geschreven door Gerrit Jan Honigplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHonig, Gerrit Jan

Zaandijk 24 november 1864 - Zaandijk 22 augustus 1955

Zaans historicus. Gerrit Jan Honig, zoon van Jacob Jansz Honig Jr en Neeltje Mulder, moet als kind al belangstelling voor de geschiedenis van de Zaanstreek hebben gekregen. Hij werd directeur van een boekhandel en drukkerij
. Het spektakelstuk werd bijgewoond door hoge gasten, die door de voorzitter van 'Vondel' ontvangen en naar de voor hen gereserveerde plaatsen werden geleid. Bij hun binnenkomen speelde de Dilettanten Club het Russische Volkslied en het Oude Wilhelmus, die staande werden aangehoord. Onmiddellijk daarop ging het scherm op en de voorstelling begon.

Een verdienstelijk werk, dat een heldere en juiste blik geeft in het maatschappelijk en huiselijk leven van onze voorvaderen van voor twee eeuwen niet alleen, maar ook een blik werpt in het karakter van de grote Vorst, die hier eenmaal als Pieter-baas werkzaam was. Het voorspel stelt het leven voor op de Voorzaan op de winter-achtermiddag van 8 februari.

Grote lof verdient de Vereniging voor de keurige wijze, waarop dit toneel is voorzien. Een marketenter staat er in zijn stalletje zijn, 'heet, heet mellekie heet!' uit te roepen; een jongen daarnaast laat zich onder 't genot van een kopje melk, de geschiedenis van de man onder de beer vertellen; schaatsenrijders komen af en aan, vrachtsleden trekken over de brug voorbij. Terwijl dit alles geschiedt komen de hoofdpersonen ten tonele en geven door hun gesprekken de toeschouwer een inzicht in de familieverhouding van de verschillende rollen. Een sneeuwbui verdrijft allen van het ijs, de koopman verlaat zijn tent en het gordijn valt.

Het eerste bedrijf brengt ons in het huisje van de Czaar, als hij zich daar pas heeft gevestigd met behulp van Gerrit Kist, eertijds in Rusland werkzaam als smid; hij maakt in dat bedrijf kennis met Aeghje Lijns Rogge, die bij meer dan één gelegenheid zo'n grote invloed op de vorst had en met Cornelis Michielszoon Calff, koopman te Sardam en vermaner bij de doopsgezinden te West-Sardam, Nieuwe huis. De laatste weet op een handige manier gebruik te maken van zijn wetenschap, dat Pieter Michaeloff niemand minder is dan de Grootvorst van Moscoviën en bereidt handelsrelaties met de Russische vorst voor; tenminste de Czaar aanvaardt zijn hulp en bijstand.

Het tweede bedrijf speelt op de werf van Lijns Teewisz Rogge. Ook dit toneel gaf een keurig beeld van een deel van de werf; een onafgewerkt schip gaf blijk van de zorg, besteed aan het decoratief. Hier is het dat Peter, vervolgd en geplaagd door de baldadige jeugd deze in toom verjaagt, wat later aanleiding gaf tot de bekende publicatie van Burgemeesteren, die op de werf ook wordt omgeroepen.

De derde en vierde acte spelen beiden ten huize van koopman Calff; de eerste, speelt in de morgen, de laatste in de avond van 24 augustus. In deze laatste acte herkent de Grootvorst in Feodor, de Strelitz, de aanvaller op zijn leven en ontsteekt in hevige toorn; hij verklaart de ongelukkige voor dood, al weet hij, dat dezelfde Feodor hem de zelfde middag het leven redde bij het omslaan van zijn boeier op de Zaan. 't Is weer Aeghje Rogge, die zijn toorn weet te bedwingen, wat aan de goede woorden van koopman Calff niet mocht gelukken. Feodor, de Strelitz krijgt genade.

Het laatste bedrijf geeft een alleraardigst huiselijk tafereel, waarin de vereniging van Pieter Jansen Ghijsen en Aeghje Rogge, wordt gevierd alsmede het van stapel lopen van twee schepen. De grootvorst neemt levendig deel aan deze feestviering en zegt aan Pieter Ghijsen een zilveren beker toe ter gedachtenis aan hun samenzijn op de werf. „Ja, mijn vrienden altesaam, uw dorp zal steeds bij mij in goede heugenis en gezegend aandenken blijven, want van al mijn dagen heb ik geen dorp gezien als Sardam, zo groot en volkrijk, en waar zo zoveel negotie en koopmanschappen gedreven worden. Ik wenste wel enige zodanige dorpen in mijn land te hebben. Ik breng een dronk aan het kooprijk Sardam en wens het een voortdurende welvaart en bloei“. Zo zegt de Czaar en koopman Calff stelt eveneens een heildronk in op Peter Alexowitz, de Czaar van Rusland.

Bron: Zaanlandsche Courant, 1897-08-21

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/opvoering_pieter_michaeloff.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:05
  • (Externe bewerking)