Zaandam, 15 augustus 1845 - Amsterdam, 17 september 1893

Tijs Terwey ontving zijn opleiding tot onderwijzer in Zaandam, bleef daar ook enige tijd werkzaam bij het onderwijs en werd in 1876 tot leraar Nederlands aan de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers te Amsterdam benoemd. IJverig en bekwaam voorstander van het openbaar lager onderwijs, was hij sinds 1887 lid van het hoofdbestuur van 't Nederlands Onderwijs Genootschap, waarvan hij de laatste jaren van zijn bestaan het voorzitterschap bekleedde.

Terwey heeft zich vooral bekend gemaakt door zijn Nederlandse spraakkunsten, die vele malen herdrukt zijn en bij het onderwijs zeer in trek waren. Zijn 'bestaanszinnen' hebben een aantal tijdschriften voor examen-opleiding een tijdlang stof verschaft. Voorts heeft hij enige treurspelen van Vondel, met aantekeningen en inleiding voorzien, in het licht gegeven.

Terwey schreef belangrijke studieboeken voor de Nederlandse taal- en letterkunde, o.a.:

  • Nederlandse Spraakkunst ten behoeve van inrichtingen van M.O en tot opleiding van onderwijzers (1878; 12de druk herzien door M. Mieras 1899);
  • Korte Nederlandse spraakkunst (1882; 15de druk herzien door Mieras 1907); Dit werkje werd geschreven voor de lagere klasse van de hogere burgerscholen, kweek- en normaalscholen. De schrijver zegt, dat in hoofdzaak het plan van zijn grotere spraakkunst gevolgd is.
  • Beginselen der Nederlandse spraakkunst (1888; 9de druk herzien door Mieras 1906);
  • Bibliotheek van Nederlandse Letterkunde. Dicht- en prozawerken der voornaamste schrijvers van de 17de tot de 19de eeuw. Voorzien van inleiding en aantekeningen (1889 e.v.; na zijn dood voortgezet door J. Koopmans en C.G.N. de Vooys.
  • Met R.A. Kollewijn, F. Buitenrust Hettema, Ger. Keller e.a. schreef hij: Voorstellen tot vereenvoudiging van onze spelling en verbuiging (1893).
  • Verder vertaalde hij o.a. uit het Noorsch: De jonggehuwden van B. Björnson (1872) en Noorsche Volksvertellingen van P. Chr. Asbjörnsen (1875).
Nederlandse Spraakkunst

Omtrent de uitgave de Nederlandse Spraakkunst van Terwey zegt een deskundige in 1880:

,,Dit werk ten behoeve van inrichtingen voor middelbaar onderwijs en tot opleiding van onderwijzers door T. Terwey, leraar aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Amsterdam, wijkt geheel af van de vroegere methode om eerst de woordvorming en daarna de woordvoeging te behandelen. De schrijver begint met de logische ontleding van de enkelvoudige en samengestelde zin en behandelt vervolgens de betekenis en het gebruik van de soorten van woorden, de woordvoeging, de letters, enz.

Juist de omgekeerde volgorde van vroeger en voor het juist begrip van de waarde en de betekenis van de woorden waarschijnlijk een veel betere, vooral met het oog op het gehalte van de leerlingen waarvoor het werk bestemd is, die namelijk reeds een vrij ver gevorderd onderwijs in de taal hebben genoten en eigenlijk nog slechts de laatste hand aan hun taalstudie hebben te leggen. De spoedige verschijning van een tweede druk, na twee jaren, is wel een bewijs voor de doelmatigheid van de arbeid van Tijs Terwey.“

De Amsterdamse raad benoemde Tijs Terwey, met ingang van februari 1871, 1e hulponderwijzer aan de Coornhertschool, tot hoofdonderwijzer aan de openbare tussenscholen.

Op 29 december 1880 hield Tijs Terwey een voordracht en behandelde vervolgens het onderwijs in vrouwelijke handwerken naar aanleiding van de reeds veel besproken brochure van Mevrouw Van Eyk-Hardeman. Bij de meerdere belangstelling, die tegenwoordig aan dit vak wordt geschonken, maakten veel onderwijzers en onderwijzeressen gebruik van de aangeboden gelegenheid om deze vergadering bij te wonen.

Weinig geslaagde kandidaten

Een belangrijke vraag werd op 12 november 1886 in de te Amsterdam gehouden plaatselijke afdeling van het Nederlands Onderwijzers-genootschap behandeld: „in hoeverre zijn de klachten, die in de laatste tijd tegen het taalonderwijs in de lagere school geuit zijn, gegrond?” Die vraag werd ingeleid door A.S. Schoevers, nadat de voorzitter, Tijs Terwey, er op had gewezen hoezeer deze vraag thans aan de orde van de dag was, voornamelijk door de bekende brochure over deze zaak van Taco H. De Beer. „Waarom slagen er zo weinig kandidaten voor de hoofd- en hulponderwijzers-acte?“

Schoevers schetste in de aanvang van zijn inleiding de bestaande toestand van het taalonderwijs, waarbij hij twee vragen stelde: 1. Welk doel stelt men zich voor ogen bij het onderwijs in de moedertaal? 2. Op welke wijze tracht men dit doel te bereiken?

Schoevers eindigde met deze conclusie dat er in de laatste tijd een ernstig streven naar verbetering valt op te merken, een streven, dat waardering verdient, en dat de kritiek, waaraan ons taal-onderwijs heeft blootgestaan, voorkomt uit onvoldoende bekendheid met de ware toestand.

Vereenvoudiging van de spelling

In 1892 oppert dr. Kollewijn het denkbeeld, weer eens aan de Nederlandse spelling te gaan tornen, om haar tot de eenvoudigste vorm terug te brengen. Een commissie, bestaande uit P. Buitenrust Hettema, H. J. Emous, P. de Geus, Gerard Keller, R. A. Kollewijn en Tijs Terwey, heeft een brochure met voorstellen tot vereenvoudiging van het stelsel van de Vries en te Winkel nader toegelicht.

Om de nieuwe schrijfwijze te verwezenlijken, nodigt de commissie eenieder uit te willen meedelen, of hij met de voorstellen kan meegaan of niet. De commissie vestigt er de aandacht op, dat zij door vereenvoudiging van de spelregels de spelling regelt naar de beschaafde uitspraak.

Op 17 september 1893 overleed de Tijs Terwey, leraar in het Nederlands aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, ook zeer bekend door zijn Nederlandse spraakkunst. Tijs Terwey bereikte de leeftijd van 48 jaar. Ofschoon hij aan een slepende borstziekte leed en langzaam in krachten afnam, was een zo spoedige beslissing toch niet te verwachten. De Kweekschool lijdt door zijn heengaan een zeer groot verlies.

Tijs Terwey werd in 1892 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Zie ook Enkele bekende onderwijsgevendenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOnderwijs

Het systematisch, volgens aangenomen beginselen, georganiseerd overbrengen van elementaire en meer uitgebreide kennis door daartoe aangestelde bevoegde leerkrachten, in het bijzonder het onderricht dat op scholen wordt gegeven. In navolgend artikel is de ontwikkeling van het onderwijs in de Zaanstreek geschetst.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/terwey.txt
  • Laatst gewijzigd: 2024/03/24 15:14
  • door zaanlander