==== Het Witte Kruis ==== Als één van de eerste [[kruisverenigingen]] in het land werd in 1875 te Hilversum //de Noord-Hollandse Vereniging tot afwering van epidemische ziekten en tot hulpbetoon tijdens epidemieën Het Witte Kruis// gesticht door geneeskundig inspecteur [[https://www.canonsociaalwerk.eu/nl/details.php?canon_id=47|Jacobus Penn]] van de Geneeskundige raad van Noord-Holland. Er was sprake was van epidemieën en lage levensverwachting. In 1866 brak een grote cholera-epidemie in Nederland uit. De meest gevreesde volksziekte tuberculose en malaria eisten eveneens hun tol. In 1872 werd de Besmettelijke Ziektenwet aangenomen waarbij gemeenten de ziekten moesten bestrijden, echter zonder over de juiste middelen te beschikken. Penn besloot een organisatie op te bouwen als tegenhanger van het Rode Kruis, dat op het bloedig oorlogsveld hulp bood. Het Witte Kruis, kenteken van de [[http://www.noorderwind.org/Artikel%3AHospitaalridders|hospitaalridders]] van St. Jan van Jeruzalem, had als taak ook de ellende des levens in vredestijd te lenigen. Doordat ziekenhuizen in de regio ontbraken, werd het initiatief genomen de thuisverpleging door deskundige verpleegsters te laten begeleiden. Snel werd met de professionalisering van het verpleegkundig beroep via een eigen opleiding begonnen. In 1879 ontvingen de eerste drie studenten een diploma, waaronder [[https://www.fni.nl/anna-reynvaan-1844-1920|Anna Reynvaan]], sindsdien het boegbeeld van de Nederlandse verpleegkunde. Op 15 september 1876 volgde de oprichting van een onderafdeling te Zaandijk dankzij de bemoeienissen van Dr. [[mulder|Jan Mulder]], [[vis4|Jacob Vis Pz.]] en [[donker1|Mr. Meindert Donker]]. In 1878 gevolgd door afdelingen van Het Witte Kruis in Koog aan de Zaan, Wormerveer (1880), Koog aan de Zaan (1882), Krommenie (1886) en Zaandam [[http://resources.huygens.knaw.nl/erkendeverenigingen/gids/vereniging/1769563830?highlight=Zaandam|op 19 maart 1890]], Westzaan (1891), Oostzaan (1892), Assendelft (1895) en Wormer (1898). In 1901 telde Noord-Holland 73 afdelingen. ===Duinwaterleiding=== Op verschillende wijzen droegen de afdelingen in 1882 bij tot bevordering van de volksgezondheid. Wormerveer, Koog aan de Zaan en Zaandijk stelden veel in het werk om de aanvraag tot concessie voor een duinwaterleiding aan Castricum langs de Zaanstreek te ondersteunen. Koog aan de Zaan zorgde voor dreggen. Burgemeester [[ferf_petrus|Petrus Ferf]] van Koog aan de Zaan maakte deel uit van het [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010254182:mpeg21:a0008|hoofdbestuur]]. Statistieken bewezen in 1894 dat vooral in de Zaanstreek de [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010091533:mpeg21:a0109|sterfteverhouding gunstig]] was in gemeenten, waar afdelingen van Het Witte Kruis gevestigd waren. Door afdelingen van het Witte Kruis werd er in 1900 bij het college Uitwaterende Sluizen op aangedrongen het waterpeil te verlagen. Verschillende inwoners, wonende aan de buitenkant van de kade, kregen in de winter het boezemwater in hun woningen. Te Ilpendam, Purmerend en de Zaanstreek ondervond men dikwijls grote overlast van hoge waterstanden. ===Het Groene Kruis=== In 1901 werd voor de provincie Zuid-Holland Het Groene Kruis opgericht door [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000144085:mpeg21:a0037|Dr Wilhelm Poolman]] (1866-1935) dat op een soortgelijke leest was geschoeid als het Noord-Hollandse Witte Kruis. Pogingen om andere provincies tot het oprichten van een gelijksoortige inrichting te bewegen en om van het Witte Kruis een Nederlandse vereniging te maken, bleken op dat moment vruchteloos. Het Groene Kruis ontwikkelde zich enkele jaren later van provinciale tot een meer landelijke organisatie. In 1923 telde Nederland 762 rijksverplegingen waarvan er 400 waren opgericht door het Groene Kruis, en 40 door het Witte Kruis. In 1902 deden zich gevallen voor van [[vlektyphus]] in de Zaanstreek. Het witte kruis speelde een rol in de behandeling van 34 patiënten. In Zaandam ontstond een afdeling van de rooms-katholieke vereniging Het Wit-Gele Kruis, die zich na een aantal jaren ook met gespecialiseerde kraamzorg en de opleiding, in een internaat, van kraamverzorgsters ging bezighouden. Alle kruisverenigingen stichtten eigen wijkgebouwen. Zij konden zich handhaven door het heffen van contributie, vrijwel de gehele plaatselijke bevolking was lid, en met behulp van door de overheid verleende subsidies. Deze situatie van elf afzonderlijke kruisverenigingen in de Zaanstreek bleef tot 1967 gehandhaafd. Het Witte Kruis was inmiddels herdoopt in Het Groene Kruis. {{tag>tuberculose malaria cholera wijkverpleging gezinszorg}}