Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
amsterdam [2019/07/06 11:11] jan |
amsterdam [2020/09/07 12:06] (huidige) |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Amsterdam ==== | ||
+ | Buurgemeente van de Zaanstreek, reeds vroeg van grote betekenis voor met name de economische ontwikkeling van de streek, | ||
+ | <WRAP right round box 40%> | ||
+ | **Voor meer informatie zie de volgende hoofdstukken van het onderdeel [[eco: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | * [[eco: | ||
+ | * [[eco: | ||
+ | * [[eco: | ||
+ | * [[eco: | ||
+ | * [[eco: | ||
+ | * [[eco: | ||
+ | |||
+ | </ | ||
+ | |||
+ | Voorts was en is Amsterdam ook in sociaal en cultureel opzicht van grote invloed in de Zaanstreek. Hoewel het te ver gaat om de nabijheid van Amsterdam als enige oorzaak van de groei en bloei van de Zaanstreek te noemen, is deze nabijheid zonder twijfel van bijzonder grote betekenis (geweest). Al vóór de 17e eeuw, dus vóór de spectaculaire industriële opkomst van de Zaandorpen, was de bevolking in verschillende opzichten afhankelijk van het welvarende Amsterdam. Dat wil zeggen dat de producten van door Zaankanters beoefende landbouw, veeteelt, visserij en jacht in Amsterdam werden afgezet. Bovendien was er daardoor een vervoersnoodzaak: | ||
+ | |||
+ | De industriële groei van de Zaanstreek hangt evenzeer ten nauwste samen met de nabijheid van Amsterdam. Opmerkelijk is dat het aanvankelijk vooral negatieve beslissingen van de stedelijke overheid zijn geweest waardoor de Zaanse industrie zich kon ontwikkelen. | ||
+ | |||
+ | Als meest bekende voorbeeld mag worden aangehaald dat het Amsterdamse stadsbestuur enige tijd de bouw van zaagmolens op Amsterdams gebied tegenhield. Dit gebeurde onder druk van de gilden, waarvan het houtzagersgilde deel uitmaakte. Doordat de gilde-invloed niet tot het platteland reikte, kon de Zaanse (met name de Zaandamse) mechanische zagerij in zeer korte tijd de Amsterdamse houtzagerij overvleugelen, | ||
+ | |||
+ | Dat langs de Zaan een omvangrijke scheepsnijverheid (een aantal werven en toeleveringsbedrijven, | ||
+ | |||
+ | In de keten van snelle Zaanse ontwikkelingen volgde de rederij voor de Groenlandvaart; | ||
+ | |||
+ | Anderzijds was en bleef de Zaanse industrie in hoge mate afhankelijk van Amsterdam als handelscentrum en stapelmarkt. Met deze laatste (dikwijls gebruikte) term wordt het complex van functies aangeduid, die de hoofdstad uitoefende in verband met invoer, doorvoer, opslag en uitvoer van goederen. De stedelijke overheid beschikte daarbij over mogelijkheden om de eigen industrie en/of handel te beschermen tegen concurrentie van buiten. Als voorbeeld mag gelden dat de omvangrijke beschuitindustrie in Wormer en Jisp, waarbij niet minder dan 150 kleine bakkerijen betrokken waren, feitelijk teloor ging doordat de Amsterdamse markt nagenoeg voor aanvoer van buiten werd gesloten. Onder meer door de heffing van stedelijke [[accijns]], | ||
+ | |||
+ | Daardoor ontstond een afhankelijkheid die tot zelfs halverwege de 19e eeuw in stand bleef. Een situatie die met enige overdrijving kan worden gekarakteriseerd als een ' | ||
+ | |||
+ | Ook in allerlei ander opzicht domineerde de stad. Zo kon zich in de Zaanstreek eigenlijk | ||
+ | |||
+ | Ook op onderwijsgebied is er - getuige een vrijwel uitsluitend eenzijdige trek van scholieren en studenten naar Amsterdamse instellingen - sprake van een relatieve Zaanse achterstand als gevolg van het gedifferentieerde onderwijsaanbod in de nabijgelegen stad. In al deze opzichten vervulde - en vervult Amsterdam een centrumfunctie die de Zaanstreek ontbeerde. | ||
+ | |||
+ | Mede daardoor beschouwen velen de gezamenlijke Zaangemeenten als voorstad van Amsterdam. Met het openbaar vervoer (en onder ideale omstandigheden ook per auto) kan men vanuit de Zaanstreek het stadscentrum soms sneller bereiken dan de bewoners van de Amsterdamse buitenwijken. De opvatting over de voorstadfunctie is versterkt doordat zich in de Zaanse nieuwbouwwijken inmiddels vele Amsterdammers vestigden. Ook het feit dat Zaanstad in de vorm van een [[jumelage]] contacten onderhoudt met voorsteden van Europese hoofdsteden versterkt deze opvatting. De vroegere economische afhankelijkheid is niet verdwenen, maar wel verminderd. Door allerlei oorzaken en ontwikkelingen nam de functie van Amsterdam als stapelmarkt af. Het zakelijk verkeer is door het gebruik van snelle communicatiemiddelen in verschillende opzichten minder dan voorheen gebonden aan de vestigingsplaats. Het transport over de weg Zaanstreek-Amsterdam (en verdere bestemmingen) leidt door het sterk toegenomen verkeer dikwijls tot oponthoud en ergernis. | ||
+ | |||
+ | De havenfunctie van Amsterdam is voor een deel der Zaanse industrie van belang gebleven. Uiteraard is dit belang wederzijds. In dit opzicht kan gewezen worden op de overslag van voor de Zaanse fabrieken bestemde cacaobonen in de Amsterdamse haven, die hierdoor internationaal gezien tot de belangrijkste aanvoerhaven van deze grondstof uitgroeide. Een ander aspect van wederzijds belang was en is de pendel van werkkrachten (het woonwerkverkeer). Velen uit de Zaanstreek zijn in Amsterdamse bedrijven werkzaam. In een recent verleden speelde daarbij ook de werkgelegenheid van inmiddels verdwenen industrieën een rol, zoals de scheepswerven in Amsterdam-Noord en de Fordfabriek, | ||
+ | |||
+ | In zekere zin legendarisch zijn de vroegere ' | ||
+ | |||
+ | De politiek-bestuurlijke dominantie van de hoofdstad uitte zich niet alleen in de reeds genoemde handelspolitieke maatregelen tegen of ter regulering van de aanvoer van Zaanse producten. Eerder al, in het begin van de [[spaanse|Tachtigjarige Oorlog]] was een tegenstelling ontstaan doordat Amsterdam (tot 1578) de zijde der Spanjaarden bleef kiezen, die in de Zaanstreek juist bestreden werden. Lange tijd daarna werd in de Zaanstreek voor Amsterdam nog de onvriendelijke bijnaam ' | ||
+ | |||
+ | Een bekend voorbeeld is het graven van eerst het Groot Noordhollands Kanaal (gegraven in de jaren 1818 tot 1824) en vervolgens het [[noordzeekanaal|Noordzeekanaal]] (1865-1876) ten behoeve van de Amsterdamse havenbelangen. Hoewel de Zaanstreek in niet geringe mate van het laatste profiteerde, | ||
+ | |||
+ | Los daarvan zal het duidelijk zijn dat van de Zaanstreek uit soms met een scheef oog wordt gekeken naar de aandacht die in verschillend opzicht (bijvoorbeeld bij de toewijzing van de contingenten voor de woningbouw) door de hogere overheden aan Amsterdamse problemen werd en wordt gegeven. Daarnaast leiden in Amsterdam genomen beslissingen tot onvoorziene gevolgen voor de Zaanstreek. Zo hadden de pogingen om de drugshandel in de Amsterdamse binnenstad te bestrijden tot gevolg dat deze ten dele naar omringende gemeenten uitweek! | ||
+ | |||
+ | K. Woudt |