Dit is een oude revisie van het document!


Krommenie, 12 maart 1939

Beeldend kunstenaar, naamvariant Rie de Boer,sedert 1960 te Amsterdam. Beeldhouwer, graficus en grafiek. Werkt met kleinplastiek, gouaches, keramiek en houtsneden.

Als dank aan de scheidend burgemeester Provily waaraan zwembad De Crommenije zijn ontstaan dankt, wordt in een gang van het zwembad op 7 april 1965 een gedenksteen geplaatst, ontworpen door Rie de Boer. ,,U gaat ons in september verlaten en wij als Stichtingsbestuur meenden, dat wij op deze wijze uw naam voor het nageslacht moesten bewaren“ gaf wethouder Gordijn te kennen. De steen kreeg een plaats in de gang tussen wisselcabines en de toegang naar de garderobe. De steen werd uit Travertin gehakt, de naam van burgemeester Provily is in de steen uitgehakt. De burgemeester gebruikte een troffel voor het leggen van de eerste steen, deze mocht hij na afloop mee naar huis nemen.

Rie de Boer neemt in op 20 oktober 1962 voor de tweede maal deel aan het Waarheidsfestival in de Amsterdamse RAI. „Ik vind 't ook van belang aan de expositie deel te nemen omdat daar door zo vele beeldende kunstenaars aan wordt deelgenomen. Ik ben niet voor geweldige grote exposities van een enkele kunstenaar. Het punt van de verkoop vind ik ook belangrijk. Sympathiek is dat er voor deelname aan de expositie weinig geselecteerd wordt.”

Grimmige sprookjes

Rie de Boer benut in haar houtsneden verschillende mogelijkheden, die niet direct met de techniek van het houtsnijden te maken hebben. Ze verwerkt onder andere vitrage en kant of slaat kleine of grotere gaatjes met een spijker in het hout. De vitrage en het kant geven een mooie tussentoon. Deze toepassing is terug te vinden in het werk: „Wat doen we met die meloenen?“ en ook in: „Toch heb ik je niets te zeggen”.

Haar titels zijn bedoeld als een kritische kanttekening, bijvoorbeeld tegen de milieuvervuiling o.a. bij: „Ziezo dat was dan de laatste vogel“, een houtsnede, waar ook het houtblok van te zien is. Haar gouaches hebben vaak dezelfde kritische teksten, maar doen toch sprookjesachtig aan. Zo'n stukje kritiek speelt zich af binnen een appel.

Haar keramiek is het meest suggestief. „Al 't geschreeuw wordt niet gehoord”, is een parodie op een mariabeeldje. De figuurtjes bevinden zich op schreeuwende kinderhoofdjes.

Tot 15 maart 1977 was dit te zien bij Galerie ,,De Stadhouder“, Stadhouderskade 134 Amsterdam. Bron: De Waarheid

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/boer10.1497983735.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:23
  • (Externe bewerking)