Brandweer Koog aan de Zaan
Het oudst bekende reglement met betrekking tot de brandweer uit het gebied, dateert uit 1698 en wel voor de brandweer in Zaandijk. De reglementen, ook wel keuren genoemd, werden opgemaakt door het Bannebestuur dat zijn zetel had in het Rechthuis te Westzaan. Binnen de Banne Westzanenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzaan, Banne
(ook: Banne Westzanen, Banne Westzaanden enz)
Rechtsgebied ten westen van de Zaan, waarvan Westzaan het hoofddorp was en waarin ook de (later ontstane) dorpen Westzaandam, Koog, Zaandijk en Wormerveer waren gelegen. Aangezien deze laatste dorpen in de 17e eeuw Westzaan overvleugelden, ondervonden zij het als onredelijk dat de bestuursmacht nog overwegend in het moederdorp Westzaan berustte. Dit heeft tot strubbelingen geleid, die feitelijk tot 1811 voortduurden. met als hoofddorp Westzaan, vielen de gemeenten Westzaandam, Koog, Zaandijk en Wormerveer.
Voor de gemeente Koog aan de Zaan zullen ongetwijfeld in deze tijd ook al brandweer reglementen zijn opgemaakt. Hierin kwam pas na de Franse tijd in 1813 verandering toen de afzonderlijke Zaangemeenten zelf keuren en verordeningen gingen uitvaardigen.
De brandbestrijding geschiedde zoals overal, middels emmers water en het beschermen van bebouwing, door het op daken leggen van natte dekzeilen met gebruikmaking van ladders en vanaf eind 1600, toen de slangenbrandspuit zijn intrede deed, tot ongeveer 1930 met deze handbrandspuiten.
Plichtbrandweer
Eén van de zaken, beschreven in bovengenoemde reglementen, waren de artikelen over de dienstplicht bij brand of wel de plichtbrandweerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPlichtbrandweer
Alle mannelijke bewoners, tussen bepaalde leeftijden (bv 18 en 40 jaar), waren in de Zaan-gemeenten onderworpen aan een dienstplicht bij brand. Zeker in de 2e helft van de 17 eeuw wanneer de slangenbrandspuiten in de gemeenten hun intrede deden was dit een algemene regel.. In Koog aan de Zaan werd ook op 30 september 1856 dit nog eens duidelijk verordineerd. Leden van de gemeenteraad, dienaren van de godsdienst en onderwijzers, waren vrijgesteld. De jongens van de schutterij en mensen met een lichamelijk gebrek waren ook vrijgesteld. Evenals in andere dorpen kon iemand zich voor 10 gulden per jaar vrijkopen van deze verplichting.
Als verzorgingsgebied gold de Zuidkant beginnend bij het Breedweer/Mallegatsloot en aan de Noordkant de Guisweg, aan de Westkant begrensd door de Provincialeweg Zaandam-Castricum.
Spuithuizen en materieel
- Spuit No.1 of de Zuiderspuit, stond aan de Raadhuisstraat ter hoogte van vroeger Bonda, het voddenpakhuis, later puddingfabriek de Bij.
- Spuit No.2 of Spuit midden, stond stond aan de Raadhuisstraat tegenover de Julianastraat.
- Spuit No.3 of de Noorderspuit, stond aan de Lagedijk tegenover de Boschjesstraat, de latere fietsenstalling van het laboratorium van Duyvis.
In deze spuithuizen stonden handbrandspuiten en overig materiaal als ladders, lantaarns en brandzeilen etc. Brandweerkleding met onderscheidingstekens bestond in de tijd van de plichtbrandweer nog niet. De commandant en ondercommandant en bevelvoerders evenals de kwartiermeesters waren te herkennen aan een brandweerstaf.
Een brandweerstaf was een stok van ongeveer twee meter met daarop een fraaie kop met hierop het gemeentewapen. De mooiste was van de commandant. De overige manschappen bezaten een penning, een spuitlood, dat tijdens brand moest worden ingeleverd en waardoor werd aangegeven dat zij aanwezig waren bij de brand. Na afloop kreeg men de penning weer terug.
De Vereniging Vrijwillige Brandweer (VVB) Koog aan de Zaan werd opgericht in 1917. Als eerste werd gelijk met de oprichting van de vereniging een motorspuit aangeschaft. Dit werd een door de fa. J. & H.W. van der Ploeg uit Grouw gebouwde motorspuit. De capaciteit van de pomp was 400 liter/min. Deze pomp moest door de manschappen zelf naar de brand getrokken worden.
- Literatuur: Spuitgasten, uitgever: de Historische Vereniging Koog-Zaandijk, Zaandijk 2012