brandweer_krommenie

No renderer 'pdf' found for mode 'pdf'

Op 14 januari 1914 werd een eerste vergadering gehouden om een vrijwillige brandweer op te richten en werd er een bestuur gekozen, bestaande uit de initiatiefnemers. M.J. Teer, G. Schut en DP.J. Krook.

De onmiddellijke aanleiding tot de oprichting van de vereniging was een besluit van de gemeenteraad tot aanschaffing van een motorspuit. Tot dan toe placht men voor het blussen van brand gebruik te maken van brandkranen, voor het afleggen op de waterleidingen had men een speciaal brandkranenwagentje, dat was voorzien van slangen, een standpijp en twee straalpijpen. Daarnaast had men de beschikking over enkele handspuiten. De laatste heeft nog dienst gedaan in Krommeniedijk tot 1940.

1e motorspuit Krommenie 1914

10 juni 1914 arriveerde de eerste motorspuit, vervaardigd door de firma Bikkers.

De eerste jaarvergadering werd gehouden op 28 december 1914. In een spoedeisende vergadering van 21 januari 1916 werd met algemene stemmen besloten om hulp te verlenen in de meest uitgebreide zin van het woord. Dit naar aanleiding van de watersnoodplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWatersnood

Door overstroming veroorzaakte noodtoestand. Ook nadat de Zaanstreek sinds de 13e eeuw beschermd was door een dijkenstelsel dat in toenemende mate veiligheid bood, is het gebied in de loop der volgende eeuwen door een reeks overstromingen getroffen. De oorzaak daarvan was vooral gelegen in het feit dat het Flevomeer of Almere aan het einde van de 12e eeuw zó sterk was uitgebreid dat het in open verbinding met de Noordzee kwam. Dit had ernstige gevolgen voor onder meer het Noorderkwar…
van 13 januari 1916, waarbij een groot gedeelte van Noord-Holland onder water kwam te staan. Krommenie bleef voor deze overstroming gespaard.

Niettemin bleek hieruit, dat de vrijwillige brandweer, een uitbreiding van haar brandweertaak niet schuwde. Het doet echter toch wel enigszins vreemd aan, dat men een jaar later het verzoek van B & W, om de gehele brandweer in te richten op basis van vrijwilligheid, met algemene stemmen verwierp. Als reden gaf men op: het personeel wordt te groot, er is niet genoeg ambitie voor brandwacht, de zorg voor zeilen, ladders en haken weegt te zwaar enz.

Door de afwijzende houding bleef de aangewezen brandweer naast de vrijwillige brandweer bestaan. Voor een goed begrip van een en ander moet men weten, dat de organisatie van de brandweer was geregeld in een verordening van 28 april 1914.

Krachtens artikel 1 van die verordening waren alle mannelijke ingezetenen van 21 tot 50 jaar dienstplichtig, d.w.z. zij moesten als zij daarvoor door B & W waren aangewezen, persoonlijk dienst doen bij brand en oefeningen. Deze dienstplicht kon afgekocht worden tegen een som van fl 25,- per jaar. Voor de bewoners van de buurtschap Krommeniedijk ving de dienstplichtige leeftijd aan met 16 en eindigde met 60 jaar.

Voor de vereniging was artikel 9 van belang, dat luide: Aan particulieren, welke als zodanig vormende gemeentelijke vrijwillige brandweer, kan de bediening van bepaalde spuiten der gemeentelijke brandweer worden opgedragen, op grond van artikel 6 was de gemeente opzichter onder het oppertoezicht van B & W echter belast met het dagelijks toezicht over alle brandblusmiddelen, deze ietwat zonderlinge constructie zou gemakkelijk tot competentieverschillen aanleiding hebben kunnen geven, toch kwam dit blijkbaar weinig voor.

De bovengenoemde organisatiestructuur bleef bestaan tot 1 januari 1925. Eerst toen werd de VB met de zorg voor al het brandweermaterieel belast. In Krommeniedijk werd de aangewezen brandweer nog gehandhaafd tot 1940. De oefeningen werden als regel bijgewoond door de burgemeester en de gemeente opzichter.

Keren we nu nog even terug naar 1917. Hoewel er in de eerste jaren van het bestaan van de VB geen branden waren geweest, meende B & W reeds toen tot aankoop van een tweede motorspuit te moeten overgaan. Zij vroegen onze vereniging om advies. Naar aanleiding hiervan deelde het bestuur op 26 juni mede ,,dat Uw voorstel onze volle sympathie heeft. Het is ons inziens van veel belang, dat hier nog een motorspuit bijkomt, met het oog op de door onze vereniging meermalen geconstateerde gevaarlijke situaties bij brand, waardoor bij onvoldoende blusmaterieel grootte rampen zouden kunnen voorkomen“.

Men adviseerde om een spuit van dezelfde constructie, zij met enkele wijzigingen, aan te schaffen. Opmerkelijk was, dat het initiatief tot aankoop van de nieuwe spuit niet uit ging van de VB maar van B & W Deze tweede motorspuit arriveerde op 15 december van dat zelfde jaar. Als gevolg daarvan werd de sterkte van het korps opgevoerd naar 35 man. De tweede motorspuit, aangekocht in november 1917, deed dienst tot 1940 in Krommenie, daarna tot 1955 in Krommeniedijk.

Branden bleven echter uit. Om het moreel op peil te houden ging men op 11 oktober 1919 op initiatief van voorzitter Stuurman, met de motorspuit, getrokken door een vrachtauto van de Verenigde Blikfabrieken een reisje maken naar Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk en Assendelft, teneinde de burgemeester te laten zien, dat wij bij brand in bovengenoemde gemeenten ten spoedigste assistentie kunnen verlenen. Deze tocht is zeer zeker voor de VB een succes geweest, gelet op het grote enthousiasme in de verschillende gemeenten.

Het korps moest er nodig wat netter uitzien. Weliswaar hadden de meeste manschappen inmiddels wel de beschikking gekregen over een paar laarzen, maar de kleding liet nog veel te wensen over. Daarom besloot men in 1923 tot aankoop van lederen jekkers en petten over te gaan. De gemeente had voor de jaren 23, 24 en 25 drie maal fl 800,- subsidie toegekend, dus men durfde het nu wel te wagen. Om alles tegelijk te kunnen aanschaffen had men echter fl 2300,- nodig. Men besloot een lening aan te gaan bij de gemeente Warder, van fl 1300,- en daarmee was dan ook dit probleem weer opgelost.

In de jaren 1924 en 1925 waren grote branden aan de orde, brand bij de Verenigde Blikfabrieken, Fa. P.H. Kaars Sijpesteijn, de Nederlandse Linoleumfabriek en Grootse te Westzaan. De belangstelling voor de brandweer groeide.

Klokluiden

Met ingang van 1 januari 1925 werd door het gemeentebestuur het gehele brandwezen aan de VB opgedragen. Hierdoor kreeg de VB ook de bediening van de brandkranen, ladders en zeilen. Het klokluiden bij brand werd afgeschaft. Het aantal wekkers werd daarom van twee op vier gebracht.

De gemeenteraad besloot het spuithuis in het Kerkpad te vergroten teneinde al het brandweermateriaal hier onder te brengen. In augustus 1926 kon de nieuwe brandweercentrale in gebruik worden genomen waarin later een warmwaterinstallatie, die met gas gestookt werd, is geplaatst. Dit was met het oog op de regelmatige verwarming van de spuiten een belangrijke verbetering. Zeer tot vreugde van de manschappen. Toevallig gebeurde dit in het jubileumjaar.

Op 22 februari 1930, bood de Vb het gemeentebestuur een nieuwe automobielspuit aan. De vereniging was hiertoe in staat gesteld door giften van fabrikanten, winkeliers, particulieren en brandassurantiemaatschappijen, terwijl er bijna fl 1000,- uit de verenigingskas werd bijbetaald. De spuit, gebouwd door Bikkers, kostte fl 4700,-, was gebouwd op een Ford-chassis en had een capaciteit van 1200L/minuut. Het was ook niet verwonderlijk dat de Commissaris der Koningin zich bij zijn bezoek over de hoedanigheid van het blusmateriaal uitsprak.

De nieuwe spuit kreeg op 9 maart 1930 letterlijk en figuurlijk de vuurdoop te doorstaan bij een enorme brand van de chocoladefabriek Erven H. de Jong te Wormerveer. In dat jaar werd over drie spuiten beschikt. Eén van de motorspuiten kon door de nieuwe autospuit worden getrokken en de ander kon door de Jumbo van de Ver. Blikfabrieken, hier was de Stuurman Directeur van, naar een eventuele onheilsplaats worden gesleept. Teven was de uitrusting in orde en had men de beschikking over een goede brandweercentrale.

Jubileum

Zaterdag 14 januari 1939 was het 25 jaar geleden, dat de Vrijwillige Brandweer werd opgericht. In totaal is de brandweer in dit tijdperk 81 maal uitgerukt, waarbij inbegrepen hulpverlening bij zware fabrieksbranden in de Zaanstreek. De belangrijkste branden op een rijtje:

  • 2 januari 1915. Brand in het oxidatiegebouw van de Nederlandse Linoleum-Fabrieken.
  • 10 augustus 1917. Uitslaande brand in de oliefabriek De Liefde te Wormerveer.
  • 10 mei 1920. Woon- en winkelhuis met bakkerij van Jb. Bakker, Heiligeweg verbrand.
  • 19 mei 1922. Uitslaande brand in het woon- en winkelhuis met werkplaats van H. P. de Clercq, Vlietsend.
  • 15 augustus 1922. Oliekokerij van de Nederlandse Linoleum-Fabrieken uitgebrand.
  • 23 februari 1924. Woonhuis en smederij van de fa. Gorter afgebrand.
  • 29 september 1924. Zware uitslaande fabrieksbrand in de drukkerij en lithografie van de Verenigde Blikfabrieken.
  • 23 oktober 1924. Uitslaande brand in de ververij en impregneerderij van de firma P. H. Kaars— Sijpesteijn.
  • 3 januari 1925. Zware brand in de kurkmakerij van de Nederlandse Linoleum-Fabrieken. Hier werd gedurende negen uren met al het materieel gespoten.
  • 29 oktober 1927. Zware brand in de fabrieken en pakhuizen van de firma Crok en Laan te Wormerveer.
  • 27 februari 1928. Uitslaande brand in de werkplaats van Jb. de Jong aan de Noorderhoofdstraat.
  • 11 februari 1929. Bij 16 graden vorst brandde het woonhuis van J. Kraayer in de Vlusch geheel af. Het aangrenzende woon- en winkelhuis annex smederij ging ook in vlammen op.
  • 9 maart 1930. Grote fabrieksbrand bij Erven H. de Jong te Wormerveer.
  • 2 augustus 1931. Pastorie van de Ned. Herv. kerk te Krommeniedijk brandde geheel af.
  • 28 juni 1932. Uitslaande brand in het woon- en winkelhuis van H.O. Kroonstuiver.
  • 12 december 1933. Zware brand in Boon's cacaofabrieken te Wormerveer.
  • 13 oktober 1934. Binnenbrand in droogkamer van Nederlandse Linoleum-Fabrieken
  • 8 maart 1935. Pakhuis Haarlem van de fa. J. Koome brandde geheel af.
  • 7 januari 1936. Felle uitslaande brand in café Central aan de Zuiderhoofdstraat.
  • 5 juli 1936. De koek- en banketbakkerij met woon- en winkelhuis brandde geheel af.
  • 24 september 1937. Binnenbrand in droogkamer van Nederlandse Linoleum-Fabrieken
  • 16 februari 1938. Het café-restaurant Ons Genoegen wordt geheel door brand verwoest.
  • 26 december 1938. Uitslaande brand in de boerenplaats van G. v. Dijk aan het Weiver.
Drie grote branden

Op 4 januari 1982 deed zich in het centrum van Krommenie een spectaculaire brand voor, die een groot aantal panden in de as legde. In luttele uren verdween een flink deel van het historische hart van het dorp, bestaande uit de vroegere sigarenfabriekplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSigarenmakerij

Nijverheid, in de Zaanstreek tussen 1880 en 1940 bedreven. De sigarenmakerij in de Zaanstreek was voornamelijk in Krommenie geconcentreerd. In dat dorp woonden veel ongeschoolde arbeidskrachten, en het handmatig maken van een sigaar vereiste wel enige vakkundigheid maar deze was snel op te doen. Daarnaast waren er ook sigarenmakers in Zaandam. Daar werkten de eersten in de huisindustrie.
van Baarsplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaars en Zoon, J

Sigarenmakerij/sigarenfabriek te Krommenie, opgericht in 1867, geliquideerd in 1935 maar elders voortgezet. Van een eenmansbedrijf in een houten huis aan de Padlaan, groeide het bedrijf in vijftig jaar uit tot werkgever van 450 arbeiders. In het jaar 1917 werden 580.000 sigaren per week gemaakt door 220 sigarenmakers, 83 bosjesmakers en 149 sigarensorteerders, plakkers, strippers en vochters. Tussen 1903 en 1913 ontstonden nevenvestigingen in Cuijk, Roosendaal, Heerlen, Wagenin…
en een aantal houten pakhuizen.

Lange tijd was vliegvuur, stukken brandend materiaal die gedragen door de wind tientallen, soms honderden meters worden verplaatst, een bedreiging geweest voor panden elders in de Noorderhoofdstraatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoorderhoofdstraat

Deel van de dorpsstraat te Krommenie, tussen de Zuiderhoofdstraat en De Vlusch. De Noorderhoofdstraat behoort tot het oudste deel van het dorp. Aangenomen mag worden dat de eerste bebouwing aan de straat (aanvankelijk een pad) in de late middeleeuwen tot stand kwam. Aan de straat staan enkele karakteristieke Zaanse panden, waaronder de
en het gebied ten noordoosten daarvan: het kloosterland, de Kruisstraat en de Noordervaartdijk.

De vuurzee riep herinneringen op aan de grote brand van 22 juli 1702. Toen werd niet alleen een groot aantal schuren en pakhuizen in de as gelegd, maar ook 67 woningen die onderdak hadden geboden aan 106 gezinnen. Ook die brand, ontstaan door hooibroei in de boerderij van de familie Gorter, speelde zich af in de Noorderhoofdstraat. Net als in 1982 was sprake van een harde zuidwesten wind, waardoor het vuur zich makkelijk verspreidde. Panden aan het Kruispad, nu Kruisstraat, en de sluiswachterswoning aan de Noordervaartdijk brandden af. Die ramp maakte toen een zo diepe indruk op de Krommenieër bevolking, dat de gebeurtenis honderd jaar lang in de hervormde kerk werd herdacht.

Dat de omvang van de brand in 1982 relatief beperkt bleef, was goeddeels te danken aan de vooruitgang die de brandbestrijding in de tussenliggende 280 jaar had gemaakt. De brandweerlieden van 1982 hadden ladderwagens en waterkanonnen tot hun beschikking, waar de burgers uit 1702 het moesten doen met emmers en gieters, en water uit de sloot. De helft van de getroffen panden behoorden tot de doopsgezindeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDoopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten)

Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit.
gemeente. Niet alleen de Vermaning verbrandde maar ook de huizen van twee godsdienstleraren en drie diakenen. De Vermaning werd herbouwd en binnen een jaar weer in gebruik genomen.

Heerenlogement

Het blusmateriaal was al heel wat verbeterd toen op de late avond van 18 april 1910 brand uitbrak in het Heerenlogement Waagmeester aan de Zuiderhoofdstraat, tegenover de hervormde kerk. De brandweer, bestaande uit een aantal door het gemeentebestuur aangewezen mannen, (plichtbrandweer)plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPlichtbrandweer

Alle mannelijke bewoners, tussen bepaalde leeftijden (bv 18 en 40 jaar), waren in de Zaan-gemeenten onderworpen aan een dienstplicht bij brand. Zeker in de 2e helft van de 17 eeuw wanneer de slangenbrandspuiten in de gemeenten hun intrede deden was dit een algemene regel.
, was redelijk snel ter plaatse, maar de brand was zo fel, dat niet alleen het Heerenlogement tot de grond toe afbrandde, maar ook twee naastgelegen panden, te weten de winkel van Brakenhoff en het herenhuis van J. Schots.

Ook deze brand maakte veel indruk in Krommenie. Zoveel, dat het gemeentebestuur zich afvroeg of de manier waarop branden bestreden werden geen verbetering behoefde.

Bron: Brandweer Krommenie

Brandweer Krommenie had twee uitrukposten te weten:

  • Krommenie dorpplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBrandweer Krommenie (dorp)

    1e motorspuit Krommenie 1914andbrandspuit Krommenie 1890. Bron Brandweer KrommenieSpuithuis Noorderhoofdstraat 110

    Reeds voor het jaar 1910 was dit spuithuis, -naast de kerk-, aan de Noorderhoofdstraat 110 al in gebruik voor de huisvesting van de door de
  • Krommenie Krommeniedijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBrandweer Krommeniedijk

    Handbrandspuit Krommeniedijk nr. 6. 28 juni 1876 omstreeks een 's nacht ontstond door een ongeluk met een petroleumlamp, brand in een arbeiderswoning te Krommeniedijk, die zo snel toenam, dat de bewoners bijna niets van hun goederen, die niet te brandschade verzekerd waren, konden redden. ln weinig tijds was het perceel geheel afgebrand doch het gelukte de brandweer verdere verspreiding te voorkomen en het onmiddellijk daaraan grenzende woonhuis, ofschoon reeds door de vl…
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/brandweer_krommenie.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:06
  • (Externe bewerking)