Dit is een oude revisie van het document!


Verpakkingsdrukkerij te Wormer, indirect voortgekomen uit papierwarenfabriek P. *Dekker J zn te Wormerveer. P. Dekker Jzn begon in 1850 in Wormerveer met de produktie van papieren zakken. Van eenmanszaak groeide dit bedrijf uit tot een nv met aan het begin van de jaren `30 circa 50 werknemers. De crisisjaren maakten een einde aan de bloeiperiode. Na een staking werd het bedrijf in 1938 geliquideerd en kwamen de toen nog 40 werknemers op straat te staan Op de puinhopen van het oude bedrijf richtte Adriaan Dekker Pzn vlak voor de Tweede Wereldoorlog een nieuwe onderneming op. die zich richtte op taxatie en makelaardij in papier- en grafische machines. Al spoedig begon het bedrijf ook met de produktie van papieren zakken, en voorts kreeg Dekker het agentschap van een aantal papierfabrieken.

Na de oorlog groeide het bedrijf snel. In 1958 was de bedrijfsomschrijving van Adriaan Dekker: “fabrikant van paraffine-, olieen waspapier, blanco en bedrukt; papierveredeling, fabrikant van buitenmodelzakken. alsmede zakken voor vaten, kisten en balen, caseliners; bedrukte rollen en vellen alsmede papierhandel; beedigd taxateur papier- en grafische machines., Het bedrijf exporteerde onder andere naar het Midden-Oosten, Noord-Afrika en het Caraibisch gebied. In verband hiermee werd contact gezocht met export-specialisten. hetgeen eindjaren '60 resulteerde in aandelenverkoop aan de Haridelsmaatschappij Firgos te Amsterdam. De grootste bloei voor Adriaan Dekker kwam in de jaren '70, in 1975 werd een omzet bereikt van f 25 mln. In datzelfde jaar werd Firgos overgenomen door de Britse multinational Reed.

Reed had grootse plannen met het papierbedrijf. Adriaan Dekker werd een aparte dochter binnen de Reed-groep. In Wormer werd voor f 3,5 mln. een nieuw pand gebouwd, waarin ook Intergum (een plakbandfabriek uit oorspronkelijk Naarden, waar Dekker de aandelen van had gekocht) een onderkomen vond. In 1977 werd evenwel verlies geleden Na onenigheid met andere directieleden en met de Engelse eigenaar, trad AW. Dekker uit de directie. Met de al eerder door hem aangekochte Zwitserse onderneming Sintraco AG (Swiss International Trading Company), die zich eveneens op de papierindustrie richtte, begon hij aan de Houthavenkade te Zaandam.

In 1981 nam Sintraco Adriaan Dekker bv over van Reed. Reorganisatie volgde. In 1986 werden 19 personeelsleden ontslagen, waardoor het aantal werknemers op 45 weer gunstig. In 1990 bedroeg de omzet f 1 1 mln.

Reed had grootse plannen met het papierbedrijf. Adriaan Dekker werd een aparte dochter binnen de Reed-groep. In Wormer werd voor f 3,5 mln. een nieuw pand gebouwd, waarin ook Intergum (een plakbandfabriek uit oorspronkelijk Naarden, waar Dekker de aandelen van had gekocht) een onderkomen vond. In 1977 werd evenwel verlies geleden Na onenigheid met andere directieleden en met de Engelse eigenaar, trad AW. Dekker uit de directie. Met de al eerder door hem aangekochte Zwitserse onderneming Sintraco AG (Swiss International Trading Company), die zich eveneens op de papierindustrie richtte, begon hij aan de Houthavenkade te Zaandam. In 1981 nam Sintraco Adriaan Dekker bv over van Reed. Reorganisatie volgde. In 1986 werden 19 personeelsleden ontslagen, waardoor het aantal werknemers op 45 weer gunstig. ln 1990 bedroeg de omzet f 1 1 mln. De zoon, Jan Dekker Janszoon (1831-1887,), gehuwd met Aaltje Spekham Duyvis ( dochter van Jan Spekham Duyvis en Maartje Honig), deed toen al wat houtzaken samen met P. Donker Dz. uit Zaandijk. In 1855 ging hij geheel voor eigen rekening zagen, zij het met geleend geld. Toch kon hij in 1856 Het Witte Schaap van zijn vader overnemen en kocht hij in 1870 De Tas, deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigTas, de

oliemolen molen
, die hij van het Noordeinde van Westzaan naar het Zuideinde, vlak naast Het Witte Schaap, liet overbrengen. De molen werd omgedoopt in Het Klaverblad, Hetplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKlaverblad, Het

Houtzaagmolen in Westzaan, bovenkruier. De balkenzager werd gebouwd in 1861 aan de Korte Reef, ter vervanging van Besjes Tas.

In 1870 werd hij afgebroken en herbouwd aan het Zuideinde. Na enige jaren elektrisch te zijn aangedreven en enige jaren stilstand werd hij in 1942 gesloopt.
Voor zijn houttransport uit Finland kocht hij in 1872 de driemastbark Marie Catherina en later nog de Jacob Roggeveen. Zijn neven Albert en Meindert Honig kochten voor hem in Finland het hout in. Door de algemene malaise begin jaren 80 werd het steeds moeilijker de rederij rendabel te houden, en bij het overlijden van Jan Dekker Jz werd deze bedrijfstak geliquideerd. Een broer van Jan, Gerbrand Dekker J z (1824-1879), begon in 1880 eveneens een houtzagerij met De Primus te Westzaan, geholpen met een hypotheek van zijn tante, mevr. van Wessem-Corver. Ook hij had veel tegenslag. zo waaide in 1881 de schoorsteen om; in 1885 gaf hij het op en vertrok hij naar Amerika. Zijn broer Jan kocht de molen op de veiling en sedert 1886 werd deze in compagnieschap met zijn neven J .A. van de Nolle en J.C. en A.J. van Wessem geexploiteerd. Jan`s zuster Lijsbeth (18231845) trouwde Adrianus van Wessem (18231858) en zij hadden een dochter Agatha die met J .A. van de Nolle trouwde en twee zoons kreeg, J an Carel en Adrianus Johannes van Wessem. Jan had twee zoons. Jan Adrianus Dekker (1860- 1941 ) en Everard Christiaan Cornelis Dekker (1863-1931 i. gehuwd met Geertruida Petronella Leonarda Duyvis, dochter van Jacob Duyvis en Petronella Leonarda Verkade. Jan en Everard werden jong naar Finland gestuurd om het vak te leren. Zij richtten in 1887 de firma Jan Dekker Jz op die tot 1921 stand heeft gehouden. De zaken gingen wat beter en in 1888 konden zij hun neven uitkopen. Dit was in de tijd dat bedrijven in de Zaanstreek overschakelden op stoomkracht. Voor de firma Jan Dekker deed die gelegenheid zich voor toen in 1895 de stoomhoutzagerij De Nieuwe Jager van Cornelis Corver van Wessem te koop kwam. Een jaar daarna overleed Cornelis Mats en konden de broers de goed geoutilleerde stoomhoutzageri j Veldlust met alle toebehoren van de Wed. A. Mats-van de Stadt ovememen. Men beschikte nu over twee goede bedrijven naast elkaar in Zaandam en in september 1897 werd de firma daarheen verhuisd en werden de Westzaner zaken afgesloten. Tenslotte werd in 1903 de stoomhoutzagerij De Kruiskerk met de aangrenzende windmolen De Liefde, Deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLiefde, De

Liefde, De
( gesloopt in 1904). die al lang stil stonden, gekocht van N. Francken Az. De bijbehorende houtloodsen vormden een welkome uitbreiding van de opslagruimte. De oorlogsjaren waren uitermate moeilijk. maar men kwam er weer bovenop. ln 1921 werd de firma in de nv Dekker`s Houthandel omgezet, met als directeuren D. Hoorn, J .D. de Vriesch Lentsch en P. Engel, terwijl Everard Dekker gedelegeerd commissaris werd. In 1955 werd het honderdjarig bestaan gevierd, maar in september 1956 werd tot liquidatie overgegaan van het op dat moment 140 werkkrachten tellende bedrijf. Voor velen was deze bedrijfsbeeindiging een donderslag bij heldere hemel. 'Dekkers Hout` was een begrip in de Zaanstreek. De liquidatie van dit familiebedrijf zou de komende decennia door een aantal andere worden gevolgd. Ir. E.B. van Gelder

Na de dood van Gerbrand in 1813 werd zijn broer Cornelis Dekker Jansz (1786-1863) eigenaar door de zaken van zijn schoonzuster Aafje Boon over te nemen. Hij ging een moeilijke tijd tegemoet. Op zijn veertigste (in 1830) besloot hij echter al te gaan rentenieren, en liet hij de zaken over aan zijn zoon Jan Dekker Cornelisz (1805-1891), gehuwd met Wilhelmina van Ree, die zijn vader dus nog jaren moest onderhouden. Jan Dekker Cz beschikte gelukkig over veel energie en begaf zich in nieuwe zaken met stijfsel, blauwsel en soda, naast de potas, weedas en tras. De handel nam niet zoveel van zijn tijd. Hij was jarenlang burgemeester van Wormerveer en hield zich literair bezig, speciaal met toneelstukken. In 1867 deed hij de zaken weer over aan zijn zoon Jan Alexander Dekker (184?-1901), gehuwd met Maria Cornelia Kaars Sijpesteijn (1844-1925), die toen reeds een tiental jaren in de zaak werkzaam was. Deze gaf opnieuw belangrijke uitbreiding aan de handelszaken, naar aanleiding van de opkomende vraag naar allerlei chemicaliën. Zo werden alkali, chloor, hars, soda en china clay aan het assortiment toegevoegd, naast Amerikaanse stijfsel. In 1878 besloot men een stoommachine in de Rietvink te plaatsen. De produktie ging daarna veel sneller, maar door het aanbod van Portland cement steeg de vraag naar tras niet evenredig, zodat de fabriek vaak stilstond. Hij besefte dat deze zaken voor zijn drie zonen Johan, Willem en Pieter niet voldoende emplooi konden bieden. Daarom besloot hij een nieuwe tak van industrie, de zeepfabricage, aan zijn handel toe te voegen. In 1885 bouwde hij daartoe een heel simpele zeepziederij, waaruit later de zeepziederij de Adelaar zou groeien. Eerst maakte men zachte zeep, hetgeen vaak niet lukte en dan stond er 10.000 kilo bedorven groene zeep in het pakhuis. Langzaam werd echter de benodigde kennis verkregen. Men maakte zachte groene zeep, Dekkers Zeep en Delta Zeep, een duurdere kwaliteit. Een export van hardere en zachtere zeep werd opgebouwd. In 1895 werd ook met de levering van de bij de zeepfabricage vrijkomende glycerine begonnen, hetgeen in 1908 werd geperfectioneerd door chemisch zuivere glycerine te leveren. Jan Alexander Dekker had de firma tot aanzienlijke bloei gebracht en de eerste schreden op weg naar een chemisch bedrijf gezet. In 1901 vormden de zonen Johan Willem Dekker (gest. 1949), gehuwd met Anne Honig, Willem Alexander Dekker (geb. 1870), gehuwd met Laurentine Laan (geb. 1874), en Hendrik Pieter Dekker, gehuwd met Anne Hildens, de handelsvennootschap onder firma Jan Dekker. Zij namen in 1903 de firma Storm van Bentem & Kluyver over. Een dochter van Jan Dekker Cz. en Wilhelmina van Ree, Neeltje Dekker (1831-1909), was getrouwd met Albert Kluyver Albertsz Jr., koopman en verffabrikant, deelgenoot in Storm van Bentem & Kluyver met zijn neef Pieter Kluyver Pietersz (gest. 1879) en diens zoon Huibert (gest. 1879). Deze firma werkte met de molens Het Gekroonde Zeepaard, Het Gekroondeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZeepaard, Het Gekroonde

Verf- en loodwitmolen in Koog aan de Zaan, ook De Mok genoemd. De eerste vermelding dateert uit mei 1694. De molen was toen eigendom van Pieter Claasz. Mock. Hij heeft gestaan ten zuiden van de Weelsloot, tussen de tegenwoordige spoorlijn en de Watering. De molen werd gesloopt in 1886.
, De Boot, Teunisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoot, Teunis

(Wormerveer 1859 - Koog 1939)

Volksdichter. Teun Boot werd geboren in een arm gezin in Wormerveer-Noord en moest op zijn 9e jaar al van school. Hij ontwikkelde zich als autodidact, vertaalde gedichten en een roman ('En zij komt toch') uit het Duits en kreeg vooral bekendheid door zijn wekelijkse gedichten over wel en wee in de Zaanstreek, geplaatst in '
(die in 1886 werd verkocht aan M.K. Honig en werd gebruikt als maiskoekenfabriek, maar datzelfde jaar verbrandde), De Storm, deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigStorm, de

Mosterdmolen te Assendelft. ook Het Rode Hert genoemd. Het molentje werd in 1808 aan de Nauemase Vaart in Assendelft neergezet. eerder stond het in Krommenie. Verdere gegevens ontbreken.
, De Sluiswachter, deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSluiswachter, de

Verfmolen. oorspronkelijk ook tabaksstamper, te Oostzaandam. De Windbrief werd gegeven in mei 1696. ln december 1737 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Noordervaldeursloot, niet ver van de huizen, en werd gesloopt in mei 1897.
, De Grauwe Hengst. Het bedrijf Jan Dekker breidde zich allengs uit met een vethardingsfabriek (1914), een nieuw kantoor (1916), een chloorfabriek (1918), die in 1926 werd vernieuwd, en de aanleg van een kabelbaaninrichting voor de kristalsodafabriek. Inmiddels was de zesde generatie volwassen geworden en traden de zonen van Willem Alexander, ir. Adriaan Dekker (geb. 1899) en Johan Adriaan Dekker (geb. 1902) met de zonen van Johan Willem, Jan Alexander Dekker (geb. 1895) en Robbert Ernst Dekker (geb. 1902) tot de vennootschap toe. Waarschijnlijk had de toen heersende crisis veroorzaakt dat een deel van deze zonen elders geen emplooi kon vinden, met als gevolg dat in deze jaren maar liefst zeven Dekkers het bestuur vormden. Dit leidde tot onderlinge onenigheid, die echter zolang Johan Willem leefde door hem als bindende figuur naar buiten kon worden verhuld. Na het overlijden van Johan Willem (1949) stapelden de moeilijkheden zich verder op toen in 1954 Hendrik Pieter en Willem Alexander zich uit de zaak terugtrokken. Ondanks grote investeringen in vetsplitsings- en destillatie-apparatuur raakte het bedrijf economisch en technisch achterop. Hierdoor zag de toenmalige Amsterdamse Bank zich genoodzaakt de heer Havinga als beheerder aan te stellen en te gaan zoeken naar een fusiepartner, wat in 1957 leidde tot overname door Chemische Fabriek Naarden. Alle Dekkers traden daarop terug met uitzondering van een zoon van Jan Alexander, Johan Willem Dekker (1928-1960), die in het bedrijf werkzaam bleef. Naarden besloot in 1958 tot stopzetting van alle fabricage in Wormerveer van vetzuren, glycerine, zeep, soda en andere reinigingsmiddelen, zoutzuur en kaliloog, waardoor driekwart van het personeel moest afvloeien. Gezocht werd naar nieuwe agenturen (reeds in 1923 was een agentschap van Wacker te München verkregen) en de handel in nieuwe produkten werd ter hand genomen. Leegstaande gebouwen en tanks werden opgelapt en aan derden verhuurd. Ook in 1958 besloot Naarden de produktie van ruwe theobromine van Naarden te verplaatsen naar Wormerveer; in 1960 volgde de glycerine-produktie en werd in Wormerveer weer nieuw personeel aangetrokken. Door samenwerking met een Amerikaans en een Fins bedrijf, kwam op het terrein van Dekker in 1961 een installatie ter fractionering van ruwe tall-olie en tall-olievetzuren, tall-hars en tall-oliespek. Jan Dekker kreeg de alleenverkoop. In de periode hierna besloot Naarden zich te specialiseren in reuk- en smaakstoffen. Bij Jan Dekker werd de theobromine-fabricage stilgelegd, en het tall-oliebedrijf werd in 1966 verkocht aan een Frans bedrijf, dat het op haar beurt overdeed aan Unilever. Vrijwel gelijktijdig verkocht Naarden de glycerinefabricage, ook aan Unilever. Daarentegen werden alle handelsactiviteiten van Naarden aan Jan Dekker toegevoegd. Vanuit het kantoorpand aan Plein 13 en vanuit de oude zeepziederij De Adelaar zette de handel in moderne chemische produkten zich in stijgende lijn voort, terwijl ook nieuwe agentschappen werden verworven. ln 1977 was Jan Dekker een van de belangrijkste werkmaatschappijen van Naarden geworden. Nadien is het bedrijf weer verzelfstandigd. In 1990 waren er bij Jan Dekker 23 personen in dienst en bedroeg de omzet f 25 mln. Ir.E.B . van Gelder

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/dekker1.1445169935.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:23
  • (Externe bewerking)