Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
familiebedrijven [2016/10/14 13:15] |
familiebedrijven [2016/12/14 16:44] |
||
---|---|---|---|
Regel 2: | Regel 2: | ||
[{{ : | [{{ : | ||
- | Toen na de 'Spaanse troebelen` in deze streken eind 16e eeuw de handel zich wat herstelde, kwam met de komst van de industriemolen een snelle groei van allerhande productiebedrijfjes op gang. Maar de Zaanse ondernemer bleef lang voor alles koopman en handelaar en vaak was het productiebedrijf voor het zakendoen van minder betekenis. | + | Toen na de Spaanse troebelen in deze streken eind 16e eeuw de handel zich wat herstelde, kwam met de komst van de industriemolen een snelle groei van allerhande productiebedrijfjes op gang. Maar de Zaanse ondernemer bleef lang voor alles koopman en handelaar en vaak was het productiebedrijf voor het zakendoen van minder betekenis. |
- | | + | |
Ambachtelijke gildestructuren ontbraken, waardoor ieder naar hartelust kon experimenteren of zich allengs specialiseren. Bepaalde families legden zich op een bezigheid toe, zoals vele generaties scheepsbouwers in de familie Rogge, verfhoutmalers van de familie [[vis2|Heyme Vis]] en papiermakers bij de vele takken van de familie [[honigh|Honig(h)]]. Soms ontwikkelde een latere hoofdactiviteit zich aanvankelijk als nevenactiviteit. De vroegste leden van de familie Van de Stadt waren ' | Ambachtelijke gildestructuren ontbraken, waardoor ieder naar hartelust kon experimenteren of zich allengs specialiseren. Bepaalde families legden zich op een bezigheid toe, zoals vele generaties scheepsbouwers in de familie Rogge, verfhoutmalers van de familie [[vis2|Heyme Vis]] en papiermakers bij de vele takken van de familie [[honigh|Honig(h)]]. Soms ontwikkelde een latere hoofdactiviteit zich aanvankelijk als nevenactiviteit. De vroegste leden van de familie Van de Stadt waren ' | ||
Regel 53: | Regel 53: | ||
</ | </ | ||
- | </ | + | </ |
- | zoon van een bakker in de [[dubbele_buurt|Dubbele Buurt]] te Wormerveer, met de rijke erfdochter Trijntje Oot ( 1775-1852) die van haar moeder een fortuin erfde van de familie Vas, waarmee Cornelis zijn olieslagerij De Liefde kon beginnen, die zou uitgroeien tot een der grootste oliefabrieken van West-Europa. | + | |
- | Hendrik Sijpesteijn (1773-1835) huwde Bregje Kaars(1775-1863), | + | Hendrik Sijpesteijn (1773-1835) huwde Bregje Kaars(1775-1863), |
- | Een enkele keer werd het bedrijf in vrouwelijke lijn voortgezet, die dan weer de naam van de mannelijke lijn aannam. Een voorbeeld is het verfbedrijf Schoen. Toen Pieter Simonsz Vrouwes, zoon van Aafje Jansz Schoen (1720-1758) en Symon Claasz Vrouwes, de zaken van zijn oom Jan Claasz Schoen (1718-1777) erfde, ging hij zichzelf maar Pieter Simonsz Schoen (1745-1807) noemen en ook al zijn nakomelingen noemden zich Schoen. Een ander voorbeeld is het ontstaan van de olie-activiteiten in de papiermakersfamilie Honig(h), waarbij Gerrit zoon van Stijntje Caescoper(1683-1722) en Cornelis Jacobsz Honig (1683-1755), | + | Een enkele keer werd het bedrijf in vrouwelijke lijn voortgezet, die dan weer de naam van de mannelijke lijn aannam. Een voorbeeld is het verfbedrijf Schoen. Toen Pieter Simonsz Vrouwes, zoon van Aafje Jansz Schoen (1720-1758) en Symon Claasz Vrouwes, de zaken van zijn oom Jan Claasz Schoen (1718-1777) erfde, ging hij zichzelf maar Pieter Simonsz Schoen (1745-1807) noemen en ook al zijn nakomelingen noemden zich Schoen. Een ander voorbeeld is het ontstaan van de olie-activiteiten in de papiermakersfamilie Honig(h), waarbij Gerrit zoon van Stijntje Caescoper(1683-1722) en Cornelis Jacobsz Honig (1683-1755), |
- | in de zaken van zijn ongetrouwde oom Gerrit Claes [[caescoper|Caescoper]] (1685-1749) werd opgenomen, die hij later tot grote bloei bracht, zich noemende Gerrit Caescoper Honigzoon. Zijn nakomelingen noemden zich echter weer Honig. | + | |
De Zaanse ondernemers hadden de naam sober en zuinig te zijn, vaak tweedehands machinerieën te kopen, weinig aan de weg te timmeren en bijvoorbeeld slechts met tegenzin in kantoorruimte te investeren. Wellicht had deze geaardheid te maken met de [[doopsgezinden|Doopsgezinde levenshouding]] waartoe velen zich aangetrokken voelden. Om als goede mennonieten ' | De Zaanse ondernemers hadden de naam sober en zuinig te zijn, vaak tweedehands machinerieën te kopen, weinig aan de weg te timmeren en bijvoorbeeld slechts met tegenzin in kantoorruimte te investeren. Wellicht had deze geaardheid te maken met de [[doopsgezinden|Doopsgezinde levenshouding]] waartoe velen zich aangetrokken voelden. Om als goede mennonieten ' | ||
Ettelijke familiebedrijven hielden op te bestaan bij gebrek aan opvolgers in de familie. | Ettelijke familiebedrijven hielden op te bestaan bij gebrek aan opvolgers in de familie. | ||
- | Zo stierf het bloeiende houtbedrijf Mats uit met de laatste firmant Cornelis Mats ( 1853-1896). Het bekende papierbedrijf van de familie Van der Ley werd tenslotte door de aangetrouwde neef Jan van Vleuten voortgezet, die op zijn beurt moest liquideren bij gebrek aan opvolgers. Nog een voorbeeld is dat van [[blaauw|Dirk Blaauw]] ( 1701-1782), stichter van het bekende | + | Zo stierf het bloeiende houtbedrijf Mats uit met de laatste firmant Cornelis Mats (1853-1896). Het bekende papierbedrijf van de familie Van der Ley werd tenslotte door de aangetrouwde neef Jan van Vleuten voortgezet, die op zijn beurt moest liquideren bij gebrek aan opvolgers. Nog een voorbeeld is dat van [[blaauw|Dirk Blaauw]] (1701-1782), |
- | Andersom dreigden er ook problemen als er teveel zoons aanspraken lieten gelden. Zo hadden de zeer vermogende Jacob Vis ( 1748-1828) en Aaltje van Bergen (1782-1830) maar liefst tien volwassen kinderen, waarvan acht zonen. Ook Cornelis van de Stadt (1773-1857) had bijvoorbeeld acht zonen. In beide gevallen werd het familiebedrijf versnipperd, | + | Andersom dreigden er ook problemen als er teveel zoons aanspraken lieten gelden. Zo hadden de zeer vermogende Jacob Vis (1748-1828) en Aaltje van Bergen (1782-1830) maar liefst tien volwassen kinderen, waarvan acht zonen. Ook Cornelis van de Stadt (1773-1857) had bijvoorbeeld acht zonen. In beide gevallen werd het familiebedrijf versnipperd, |
- | Het werd in bepaalde families gewoonte om niet alle zonen in het familiebedrijf op te nemen. Zo volgde bij de familie Duyvis, Teewis Duvvis Jansz ( 1825-1875) zijn vader Jan Spekham Duyvis (1800-1862) op, terwijl de tweede zoon Jacob Duyvis (geb. 1832) peller werd en stijfselfabrikant. Teewis werd weer alleen door zijn zoon Ericus Gerardus opgevolgd, terwijl de andere zonen spoorwegingenieur, | + | Het werd in bepaalde families gewoonte om niet alle zonen in het familiebedrijf op te nemen. Zo volgde bij de familie Duyvis, Teewis Duvvis Jansz (1825-1875) zijn vader Jan Spekham Duyvis (1800-1862) op, terwijl de tweede zoon Jacob Duyvis (geb. 1832) peller werd en stijfselfabrikant. Teewis werd weer alleen door zijn zoon Ericus Gerardus opgevolgd, terwijl de andere zonen spoorwegingenieur, |
- | Lang niet altijd konden broers die in een familiebedrijf werden opgenomen het zakelijk goed met elkaar vinden, en moest men besluiten uit elkaar te gaan. Zo besloten Bregtus Kaars Sijpesteijn (1827-1870) en Pieter Hendrik Kaars Sijpesteijn (1834-1903) in 1861 hun firma-contract te beëindigen. Zelfs als de zaken goed gingen werd het bedrijf wel gesplitst, zoals bij de familie Van de Stadt, toen in 1828 na het overlijden van hun moeder Huybert van de Stadt (1786-18-14) en Cornelis van de Stadt (1793-1857) besloten werd ieder zijns weegs te gaan. | + | Lang niet altijd konden broers die in een familiebedrijf werden opgenomen het zakelijk goed met elkaar vinden, en moest men besluiten uit elkaar te gaan. Zo besloten Bregtus Kaars Sijpesteijn (1827-1870) en Pieter Hendrik Kaars Sijpesteijn (1834-1903) in 1861 hun firma-contract te beëindigen. Zelfs als de zaken goed gingen werd het bedrijf wel gesplitst, zoals bij de familie Van de Stadt, toen in 1828 na het overlijden van hun moeder Huybert van de Stadt (1786-1814) en Cornelis van de Stadt (1793-1857) besloten werd ieder zijns weegs te gaan. |
- | Maar vaker had het beëindigen van het bedrijf een economische reden, zoals na de Eerste Wereldoorlog bij de rijstpellerijen van de families Kamphuys, [[blans|Blans]] en Vis. Een enkele maal kon een teruggang worden omgezet in een alternatieve activiteit, zoals de stichting van de Nederlandse Linoleum Fabriek, toen de lijnoliezaken van de familie Kaars Sijpesteijn slecht gingen (zie: [[forbo|Forbo Krommenie]]). Ook bij het ontstaan van de grote werkloosheid door het wegvallen van de vraag naar zeildoek ten gevolge van de opkomst van de stoomvaart, is door de Krommenieer | + | Maar vaker had het beëindigen van het bedrijf een economische reden, zoals na de Eerste Wereldoorlog bij de rijstpellerijen van de families Kamphuys, [[blans|Blans]] en Vis. Een enkele maal kon een teruggang worden omgezet in een alternatieve activiteit, zoals de stichting van de Nederlandse Linoleum Fabriek, toen de lijnoliezaken van de familie Kaars Sijpesteijn slecht gingen (zie: [[forbo|Forbo Krommenie]]). Ook bij het ontstaan van de grote werkloosheid door het wegvallen van de vraag naar zeildoek ten gevolge van de opkomst van de stoomvaart, is door de Krommenieër |
- | Waren de bedrijven echter echt succesvol dan verloren ze op den duur hun besloten familiekarakter doordat men een beroep op de kapitaalmarkt moest doen voor de financiering van de groei. Zo werden [[Wessanen]] | + | Waren de bedrijven echter echt succesvol dan verloren ze op den duur hun besloten familiekarakter doordat men een beroep op de kapitaalmarkt moest doen voor de financiering van de groei. Zo werden [[Wessanen|Wessanen & Laan]], [[ahold|Albert Heijn]], [[Gelder|Van Gelder en Zonen]] en [[verkade|Verkade]] open vennootschappen, |
Ir. E.B. van Gelder | Ir. E.B. van Gelder |