graanmalerij

Ook koren- of meelmalerij. de oudste tak van de molenindustrie. Het malen van granen door middel van ros-, scheprad-, water- of windmolens dateert wat ons land betreft uit de middeleeuwen. De Egyptenaren gebruikten echter al waterkracht om meel te malen in de 3e eeuw voor Christus en van de Grieken is eveneens bekend dat zij al voor het begin van onze jaartelling maalwerktuigen gebruikten. Bij Arles (Zuid-Frankrijk} zijn in 1936 de fundamenten van een watermolen uit de Romeinse tijd blootgelegd, waaruit men kon afleiden dat deze een maalcapaciteit van ongeveer 150 kg meel per uur kan hebben gehad.

Ook de windmolens werden in eerste instantie ontwikkeld om graan te malen. Verondersteld wordt dat de eerste windkorenmolen in de 9e eeuw in Engeland is ontwikkeld. In Nederland is naar wordt aangenomen voor het eerst in de 12e eeuw van windkracht gebruik gemaakt om een maalwerk aan te drijven. Voor die tijd zijn mogelijk al rosmolens (door paarden aangedreven) en scheprad-watermolens voor dat doel aangewend. De eerste meelmolen in de Zaanstreek stond in Jisp. Het oprichtingsjaar ligt voor 1321, toen deze molen gedeeltelijk in bezit overging van Jan van Zaendenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanden, Jan van

Zie: Bestuur en rechtspraak 1.2.1.
. In 1456 woei de Jisper molen (ongetwijfeld een open standerdmolenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigStanderdmolen

Type windmolen, in Nederland het oudste type, dat mogelijk al vanaf de 12e eeuw als korenmolen in bedrijf is geweest. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de `open` en de gesloten' standerdmolen (ook: standaardmolen); gesloten standerdmolens hebben voor zover bekend niet in de Zaanstreek gestaan.
) om, op de fundamenten is daarna een nieuwe molen gebouwd, mogelijk al van een ander type.

In 1439 was toen inmiddels aan de Zaan in het nog uiterst dunbevolkte Westzaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzaandam

Vroegere naam voor het ten westen van de Zaan gelegen deel van Zaandam, dat deel uitmaakte van de Banne van Westzanen. Het dorp is, in tegenstelling tot Oostzaandam, nooit zelfstandig geweest - en dat terwijl het in de loop der geschiedenis in economisch opzicht en wat betreft het aantal inwoners belangrijker werd dan zijn 'overbuur`. De oorzaak van de aanvankelijke, tot 1811 in stand gebleven scheiding tussen West- en Oostzaandam was eenvoudigweg dat de dorpen in verschillende rec…
de korenmolen De Ruyterplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRuiter, De

Meelmolen in Westzaandam. In Westzaandam is gelijktijdig nooit meer dan één meelmolen in bedrijf geweest. De eerste werd in 1439 gebouwd, op de plaats waar later De Ruiter zou verrijzen. Dit was waarschijnlijk een open standaardmolen, die vermoedelijk is verbrand in 1572, toen op last van Bossu de Westzijde werd platgebrand.
verrezen. De Westzijde werd naar deze molen lang de Molenbuurtplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolenbuurt

Vroegere naam voor een deel van de Westzijde in Zaandam.

De Molenbuurt liep van de Dam tot de Papenpadsluis en dankte zijn naam aan korenmolen De Ruiter. In 'Blees aan de Westzijde' (Zaandam 1983) is door K. Woudt en J.L. Zonjee uitgebreid ingegaan op de geschiedenis van dit gedeelte van de Westzijde, aan de hand van de bijna 10 meter lange 'Westzijde-rol'.
genoemd; tot op heden herinnert de naam Ruyterveerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRuiterveer

Straat en voormalig veer te Zaandam (west), in het verlengde van de Botenmakersstraat, maar dan ten oosten van de Westzijde. Het Ruiterveer is genoemd naar korenmolen De Ruiter. Het voetveer was een van de vele veren dat voer tussen de West- naar de Oostzijde. Aan het pad werd na de sloop van de molen in 1865 de Hoogere Burgerschool gebouwd.
, het pad waaraan deze molen (aan de Zaanoever) heeft gestaan, nog aan De Ruyter. De molen, die verschillende keren werd herbouwd, werd in de jaren '60 van de vorige eeuw gesloopt voor de bouw van de Hogere Burger School.

Interieur van een korenmolen naar de bekende schoolplaat van Cornells Jetses (1873-1955) met als onderschrift 'Een septemberkoeltje benut '

In totaal zijn er in de Zaanstreek 23 graanmolens geweest, te weten: 8 in Wormer, 4 in Jisp, 2 in Oostzaandam, 2 in Wormerveer en voorts steeds een in de dorpen Oostzaandam, Westzaan, Oostzaan, Koog, Zaandijk, Krommenie en Assendelft. Dat elke gemeente, hoe klein dikwijls ook, een eigen meelmolen bezat, hing samen met de plaatselijke afname door bakkers en met de vroeger gebruikelijke plaatselijke belastingheffing op het 'gemaal' dat van elders werd aangevoerd. Verwonderlijk is dat De Ruyter, zojuist al genoemd. al zo vroeg in Westzaandam werd gebouwd, terwijl zich aan de Zaanoevers nog nauwelijks bewoners hadden gevestigd. Aangenomen wordt dat dit samenhangt met het feit dat het graan in die tijd al voor het grootste deel van buiten de Zaanstreek moest worden aangevoerd (daarvoor was op het oorspronkelijke hoogveen tarwe verbouwd; door inklinking en erosie tengevolge van de ontwatering was de Zaanse bodem ongeschikt voor het verbouwen van graan geworden).

De plaatsing van De Ruyter aan de Zaan was waarschijnlijk weloverwogen: de kosten van aanvoer en verder transport waren hierdoor het laagst. Het zal verder ook duidelijk zijn dat het grote aantal meelmolens in Wormer (8) en Jisp (4) verband hield met de omvangrijke Beschuitbakkerijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeschuitbakkerij

Zie: Beschuit. Op deze plaats wordt uitsluitend de beschuitnijverheid te Wormer en Jisp behandeld, die gedurende de hele 17e eeuw, maar, zij het in mindere mate daarvóór, en daarna van aanzienlijke omvang was. Bij deze samenvatting van door anderen, maar voornamelijk door
ter plaatse. De malerijen in deze dorpen verdwenen na de teloorgang van de (scheeps)beschuitfabricage; in 1735 telde Wormer nog 3 graanmolens en Jisp 1, 60 jaar later resteerde slechts een meelmolen in Wormer.

Ook voor de Zaanse stijfselindustrieplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigStijfselfabricage

Belangrijke bedrijfstak in de Zaanse economie, reeds aan het einde van de 16e eeuw aanwezig; vanaf de tweede helft van de 19e eeuw ook in (stoom)fabrieken, waarvan Zetmeelbedrijven De Bijenkorf (ZBB) als belangrijke producent is overgebleven. De stijfselfabricage bestaat uit het produceren van zetmeel en de daarvan afgeleide producten (modificaties) voor het stijven van textiel uit zetmeelhoudende producten, als aardappelen, mais, rijst en tarwe. Stijfsel is de algemene benami…
zal in een aantal Zaanse molens tarwe vermalen zijn. Het merendeel van de Zaanse korenmolens is gebouwd in de laatste decennia van de 16e eeuw en vooral in de 17e eeuw; de Koog kreeg pas in 1847 als laatste Zaandorp een windkorenmolen (De Haan]plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaan, de

Meelmolen en later doppenmolen te Koog, zie ook: De Koekoek, De Hij werd in 1627 gebouwd als oliemolen De Koekoek, De Hij heeft gestaan nabij de tegenwoordige kruising van de Breestraat en de Krokusstraat. In 1847 werd hij vertimmerd tot meelmolen en veranderde ook zijn naam. Na 1903 werd hij gebruikt als fouragemaler en nog later voor het malen van zaagsel. In februari 1921 ging hij geheel door brand verloren.
. Een meelmolen werkt volgens een eenvoudig principe. Het met de hand gezuiverde graan (gerst, tarwe of rogge) wordt door middel van stenen gemalen. Daarbij draait de 'loper'steen over de horizontaal geplaatste 'legger'steen. Beide stenen zijn 'gebild', dat wil zeggen van inkervingen voorzien om een zo fijn mogelijke verwrijving te bereiken, bovendien wordt het gekneusde en fijngemalen graan via dit bilsel naar de buitenrand van de legger gedreven. Daar wordt het opgevangen en opgezakt. Het bevat dan nog zemelen. die er al of niet door middel van 'builen' (schudden en zeven) uit verwijderd worden. In het gaandewerk van de molen is een voorziening aangebracht waardoor de aanvoer van het meel en het schudden van de schuingeplaatste zeef in de zogenaamde builkast zijn gemechaniseerd.

Na de komst van de stoommachine en later de krachtstroom verloor de kleinschalige graanmalerij met behulp van windmolens gaandeweg haar betekenis. De meelproductie werd meer en meer geconcentreerd in grote fabrieken met moderne installaties en productiemogelijkheden. Koninklijke Wessanen nv, Koninklijkeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWessanen nv, Koninklijke

Houdstermaatschappij met groot aantal werkmaatschappijen in binnen- en buitenland. Door middel van de werkmaatschappijen produceert en verhandelt Wessanen voedingsmiddelen. Het hoofdkantoor van het oorspronkelijk volledig Zaanse bedrijf is gevestigd in Amstelveen; in Wormerveer is een vestiging. Wessanen is een der grootste ondernemingen in Nederland.
te Wormerveer is een van de zeer grote meelproducenten in ons land. In de Zaanstreek bevinden zich nu nog twee windkorenmolens. De Koker, Deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKoker, De

Meelmolen in Wormer, ook De Zwarte Hengst genoemd.

De windbrief werd gegeven tussen 1584 en 1601. In augustus 1840 werd hij door brand verwoest, waarna een nieuwe wipmolen op zijn plaats werd gezet. Deze werd in juli 1866 door brand verwoest, waarna een in Graft afgebroken bovenkruier (de vroegere papiermolen De
in Wormer en De (Bleeke) Dood, Jan Jansz. deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDood, Jan Jansz. de

In de 17e eeuw een smid te Jisp die vermaardheid kreeg door zichzelf operatief van een niersteen te bevrijden. Zowel Van Ollefen (“De Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver', 1696) als J an Wagenaar ( “Beschrijving van Amsterdam', 1760- l 768) achtten dit zo bijzonder dat ze het in hun geschiedschrijving venneldden. Wagenaar's tekst luidt: “Jan Jansz. de Dood was sedert geruime tijd deerlijk door den steen gekweld. Op den 7 april 1651 nam hij het besluit zich zelven te redd…
in Zaandijk.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/graanmalerij.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:05
  • (Externe bewerking)