Heiersliedjes
Bij het met de hand heien, dat in de Zaanstreek tot niet lang geleden zeer regelmatig voor kwam, werd het heiblok door twee tot vier personen gehanteerd. Dat vereiste afspraken over het arbeidsritme. Eén van de heiers gaf dat aan door luidkeels te tellen dan wel een heiersliedje op te zeggen. Deze gesproken tekst was sterk metrisch en rijmend. Er zijn vele heiersliedjes bekend gebleven, een aantal ervan had een nogal agressieve en vaak op de geslachtsdaad betrekking hebbende tekst. Dit hield ongetwijfeld verband met de aard van het werk, het inrammen van een paal. Wanneer de heibaas of een van de andere heiers een rust wenste riep hij 'hoed', waarna het heien meteen werd gestaakt. Soms werden dertig klappen met de hei achtereen gegeven, de liedjes hebben dan ook dikwijls dertig beklemtoonde lettergrepen. In andere gevallen luidde de afspraak dat tien klappen zou worden geheid, het tien met een hoed.