krommenie

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Vorige revisie
krommenie [2015/11/03 23:12]
krommenie [2024/03/28 08:43] (huidige)
zaanlander
Regel 1: Regel 1:
 ==== Krommenie ==== ==== Krommenie ====
-Voormalige zelfstandige gemeente in het noorden van de Zaanstreekper 1 januari 1974 opgegaan in Zaanstad. Na Zaandam in omvang de tweede gemeente van de streek. De [[samenvoeging]] tot Zaanstad leidde in Krommenie tot veel protesten. Krommenie wenste deze niet en bepleitte (Samen met Assendelfteen gemeente Krommenie-Assendelft. De rijksoverheid besliste evenwel anders. Krommenie zelf is feitelijk ook een samenvoeging van een aantal woonkernen. Naast Krommenie behoren ook het (tot 1816 zelfstandige[[Krommeniedijk]] en een deel van de buurtschap [[Busch]] en Dam tot het dorp. Krommeniedijk (waar de buurtschap [[Krommeniehorn]] deel van uitmaaktwas tot 1816 zelfstandig. Vanaf 1729 was die zelfstandigheid overigens beperkt. In dat jaar werd de banne van Krommenie een ambachtsheerl ijkheid en door Krommenie gekocht. Krommeniedijk wenste niet bij te dragen aan de koopsom van 25.000en was sedertdien feitelijk al ondergeschikt aan Krommenie. Naam De naam Krommenie komt voor het eerst voor aan het einde van de 13e eeuw. Toen werd evenwel niet over het dorp gesprokenmaar over het water [[Crommenije]] dat een verbinding vormde tussen het Wijkermeer en het Langmeer. De plaatsnaam Krommenie komt voor het eerst voor in het laatste kwart van de 14e eeuw. De naam is in de loop van de eeuwen op verschillende wijzen gespeld: CrommenyeCrommeneCrommenneeCrummene. De huidige spelling stamt uit de 19e eeuw. Wapen Zoals de andere dorpen die (oorspronkelijkdeel uitmaakten van de banne van Westzaanheeft Krommenie een wapen dat sterk lijkt op dat van de banne. Het bestaat uit vier zilveren leeuwen die op een veld van rood of zwart zijn geplaatst (de eerste en de vierde leeuw op een rood veld, de tweede en derde op een zwart). De vier leeuwen staan alle naar links gewend. Het dorpswapen is gelijk aan het wapen van de voormalige banne van Krommenie. Bijnamen Destijds gebruikelijke bijnamen voor Krommenieërs waren koeketers en guiten. De bij(of scheld-)naam guiten werd alleen door Assendelvers gebruikt. Dat deze naamzoals wel is verondersteld, afstamt van een oudere bijnaam 'geuzen(Assendelvers werden Spanjolen of Spanjaarden genoemd). is twijfelachtig. Omvang, oppervlakte Krommenie ligt in het noordwesten van de Zaanstreek en grenst in het westen en het noorden aan Uitgeest (dat deels achter de Noorder- en Zuiderham ligt). in het oosten aan Wormerveer (achter de Nauemase Vaarten in het zuiden aan Assendelft (achter spoorlijn en Provincialeweg). Krommeniedijk ligt noordelijk van Krommenie; Krommeniehorn verbindt Krommenie en Krommeniedijk. Naast de reeds genoemde uitbreiding van Krommenie met Krommeniedijk in 1816.  kende Krommenie in 1965 een grenswijziging. Bij de aanleg van de spoorlijn in 1869 was de noordelijke kop van Assendelft van deze gemeente afgesneden. Krommenie meende dat zij dit gedeelte (Weiver en Spoorbuurtbeter kon beheren dan Assendelft. ln 1894 werd deze gedachte door Gedeputeerde Staten overgenomeneen wetsvoorstel (minister Van Houten1895werd echter ingetrokken. ln 191019171925 en 1936 beijverde Krommenie zich opnieuw voor de grenswijzigingde laatste maal meende men extra sterk te staandoordat het gebied waar het om ging door de aanleg van de Provincialeweg nog meer een enclave was geworden. Uiteindelijk lukte het Krommenieondanks tegenstribbelen van Assendelft in 1965'per 1 juli van datjaar werd het gebied ten noorden van de spoorlijn overgeheveld naar Krommenie. Door deze uitbreiding met een kleine 14 hectare kreeg Krommenie de huidige omvang van 426 hectare. Bevolking Krommeniedijk/Krommeniehorn was aanvankelijk als bewoningskern belangrijker dan Krommenie. Deze opmerking is echter niet met cijfers te staven. De eerste afzonderlijke bewoningscijfers van Krommeniedijk en Krommiehorn dateren uit de 18e eeuw. ln 1739 telde Krommeniehorn 384 inwoners, in 1743 Krommeniedijk 492 inwoners. Navolgende tabel geeft de cijfers van Krommenie inclusief Krommeniedijk en Krommeniehomjaar aantal jaar aantal 1477 600 1899 3098 1622 1947 1930 5372 1742 2873 1940 5905 1795 2164 1950 7020 1815 1809 1960 9280 1840 2581 1970 13534 1869 2829 1988 17005 Het verloop van de bevolkingsomvang van Krommenie wijkt niet af van dat van de meeste Zaanse gemeenten: groei in de 16e, 17e en het begin van de 18e eeuwteruggang in de tweede helft van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw (Franse tijd)daarna weer groei. De groei met ruim 4000 personen tussen 1960 en 1970 wordt niet alleen verklaard door de toevoeging van het noordelijk deel van Assendelft aan Krommenie; er werden in deze periode ook veel nieuwe woningen in de gemeente gebouwd. Kerkelijke gezindheid Over de kerkelijke gezindheid en verhoudingen in Krommenie zijn we bijzonder uitgebreid en betrouwbaar geïnformeerd. Dat is met name te danken aan het werk van dr. S. [[Hart]] (zie ook de literatuuropgave). die hierover acht statistieken publiceerde. De gegevens in de tabel over 1845 zijn ontleend aan het Aardrijkskundi g Woordenboek van Van der Aa. Voorts zijn de gegevens over 1960 aan de statistieken van Hart toegevoegd. De aan de voet van deze bladzijde geplaatste tabel geeft de percentuele verhoudingen. In deze tabel zijn de oud-katholiekendie in Krommenie een eigen kerk bezittenniet apart opgenomen. Zij zijn ondergebracht bij de rooms-katholieken en vanaf 1889 bij de overige kerkgenootschappen. In 181 1 was drie procent van de Krommenieërs oud-katholiekin 1889 twee procent en in 1947 ongeveer nog een half procent. Opmerkelijk is het grote aandeel dat de rooms-katholieken in Krommenie innamen. Ondanks de ontkerkelijking nam hun aantal juist vanaf het einde van de 19e eeuw toe (in absolute zin tussen 1947 en 1960 van 1921 naar 2938). Het getal der doopsgezinden nam steeds afin 1960 was hun aantal zo gering dat zij bij de overige kerkgenootschappen werden opgenomen. De cijfers over 1845 (afkomstig van Van der Aamoeten met enige scepsis worden bezien'deze wijken ver af van de percentages over de andere jaren. Bevolking naar politieke gezindheid Vóór de invoering van het algemeen kiesrecht (1917had Krommenie de naam de meest links-radicale gemeente in de Zaanstreek te zijn. [[Domela]] Nieuwenhuis kreeg er een grote aanhang, die hij ook geruime tijd hield. Pas toen de SDAP in de andere Zaanse dorpen vaste voet aan de grond had gekregenkreeg de sociaal-democratie in Krommenie aanhang. In de tabeldie in 1923 begintkomt dit niet tot uiting. De vrije socialisten namen slechts ée'keer deel aan de verkiezingen (1935en behaalden toen geen raadszetel. De communistische partij was wél vanaf 1927 in de raad vertegenwoordigden kreeg bij de eerste na-oorlogse verkiezingen verreweg de grootste raadsfractie (zie de tabel op blz. 420). De vrijzinnigen waren links-liberaalde PCG is de Protestants Christelijke Groepering (ARP en CHU samen). PCG en KVP hadden reeds in 1970 een gezamenlijke lijst; dat is lang voordat er landelijk één confessionele partij ontstond. Uit de tabel blijkt dat de politieke verhoudingen in Krommenie in de loop derjaren weinig veranderingen ondergingen. De socialisten en de rooms-katholieken waren steeds het sterkst vertegenwoordigdterwijl na de oorlog de CPN een grote raadsfractie kreeg.   Bij de verkiezingen van 1990 behaalde de PvdA 22.5 % der stemmenCDA 20.3 %D66 18.2 %Groen Links 14,5 Wc. VVD 14 Vr. ZOG 8.4 C7e. GPV/RPF 1.3 “7e en Overige 0.7 “7m   De raad van Krommenie bestond tot de oorlog uit elf ledendaarna uit dertien leden. In 1966 konden de Krommenieers vijftien vertegenwoordigers kiezen.  Burgemeesters  Krommenie kreeg pas in 1825 een echte burgemeester. Dat was notaris Jacobus Albertizoon van een hervormd predikant te Zaandijk. Alberti was in 1795 al schout van de banne geworden en was van 181 1 tot 1814  maire van Krommenie. Hij zou schouten burgemeester blijven tot zijn dood in 1836. Zijn opvolger werd zijn schoonzoon Dirk van der Warteveneens notarisdie veertien jaar eerste burger zou blijven. ln 1850 werd Dirk van Leyden tot burgemeester benoemd; hij overleed echter nog in datzelfde jaar. De volgende werd de rolreder en eerdere wethouder Dirk [[Schaap]] Hij liet een aantal publikaties over zijn gemeente het licht zien. Schaap werd in 1856 op eigen verzoek vervangen door Cornelis Walignotaris van beroep. De volgende burgemeesters waren: van Eden (1866-1884). A.F.C.G.H. van den Steen van Ommeren (1884-1890voor Krommenie de eerste burgemeester van buiten de Zaanstreek). D. Koeleman (1891-1893) en .lan Walig (1894-1896). Walig was zoon van de eerdere burgemeester Cornelis Waligen vertrok toen hij notaris te Zaandijk werd. Ook zijn opvolger M.J. Chevalier bleef slechts kort. hij vertrok toen hij in 1898 werd benoemd tot burgemeester van Valburg. Na hem kwam J.C.P. Mosseldie tot 1909 in Krommenie bleef. Na hem volgden P. Lammerschaag (1909-1915). H. Klerk Jz. (19161938) en J. Kalff. Kalff moest in 1942 wijken voor de NSB-burgemeester A.G. Jongsma. Na de oorlog kwam hij slechts kort terugin 1947 werd hij benoemd tot burgemeester van Heiloo. Zijn opvolger Jan Cornelis Adriaan [[Provily]] werd een bijzonder populaire burgemeester'hij vertrok in 1965. Zijn opvolger F. [[Tjaberings]] was een opvallende verschijning. Hij mat ruim twee meter en was daarmee de langste burgemeester van Nederland. Toen Tjaberings in 1971 werd benoemd tot burgemeester van Hoom werd hij opgevolgd door Gosse [[Oosterbaam]] die tot dan toe burgemeester van Zaandijk was. Oosterbaan beijverde zich er als burgemeester voor om Krommenie buiten de samenvoeging tot Zaanstad te houden. Hij zou echter de laatste burgemeester van Krommenie zijn. Bewoningsgeschiedenís Krommenie is een der oudste Zaanse dorpen. Daarbij wordt de bewoning rond het begin van de jaartelling nog buiten beschouwing gelaten. Op verschillende plaatsen tussen de Noorder- en Zuiderhoofdstraat en de Ham en in de polder het [[Woud]] werden scherven van Romeins aardewerk gevonden (zie: [[Archeologie]] 2.1. tot2.5.). De eerste schriftelijke vermeldingen \an het huidige Krommenie dateren uit de tweede helft van de 13e eeuwmaar aangenomen wordt dat er al vanaf circa het jaar 1000 duurzame bewoning was. Deze eerste bewoners moeten permanent de dreiging van het omringende water hebben ervaren. Nabij Krommenie lag het [[Crommenije]] dat de verbinding vormde tussen de grote Noordhollandse meren en het lJ. Mogelijk vestigden de eerste bevv oners zich wat verder landinw aarts (Krommenie). mogelijk ook wierpen zij een primitieve dijk op (Krommeniedijk). In 1357 werd het Crommenije (het Kromme Ydoor de [[Nieuwendam]] bij [[Busch]] en Dam afgesloten. Daarvóór was de Hoge [[Dam]] in Zaandam al aangelegd, terwijl tezelfdertijd de [[Knollendam]] werd aangelegd: de Zaanstreek was daarmee redelijk beschermd. Daarna kon de gestage groei van Krommenie en Krommeniedijk beginnen (zie voorts het bij `Bevolking` geplaatste overzicht)Midde/en van bestaan De eerste bewoners van Krommenie zullen (evenals de bewoners rond het begin van de jaartellingvermoedelijk vooral hebben geleefd van de visvangst en de jacht op vogels. Vanaf vermoedelijk de 15e eeuw was er ook sprake van enige agrarische activiteiten. In 1494 werd gesproken over het houden van koeien in het dorpterwijl in 1514 akkerbouw in verband met Krommenie werd gebracht. Deze moet zeer kleinschalig van karakter zijn geweest en plaats gehad hebben op met bagger opgehoogde wallen langs sloten. Eveneens in 1514 werd geschreven over veebezit in de banne van Westzaan en Krommenie. De formulering 'dat zij hem generen een luttel mit koyen' geeft aan dat de veehouderij van geringe omvang was. Het Crommenije was een visrijk water. Omstreeks 1300 werd er zalm en steur gevangen. Toen in 1357 de Nieuwendam werd aangelegdwerd daar een opening van 16 voeten in uitgespaard ten behoeve van de visserij. Deze bleef lange tijd gehandhaafd. Later werd de haringvisserij van belang. In 1514 voeren 200 man uit de Banne van Westzaan en Krommenie op de buizen mee. Zij waren overigens slechts bemanningsledende schepen waren van stedelijke reders. Krommenie heeft dus niet gedeeld in de opbrengsten van de haringvangst. Anders lag dat met de [[palinghandel]] op bijvoorbeeld Engeland. In deze handelstak nam de Zaanstreek een dominante positie inKrommenie zal daarvan mee geprofiteerd hebben. In de loop van de 17e eeuw nam de betekenis van de palinghandel afen tenslotte speelde deze nog maar een zeer geringe rol. Een andere vroege bestaansbron was de schipperij.Het merendeel van de in Krommenie (en Krommeniedijkgeregistreerde schippers zal binnenschipper zijn geweest. Maar ook de 7[[<Oostzeevaart speelde een rol. Tussen 1617 en 1628 werden in de Sont 86 doorvaarten van schippers uit Krommenie of Krommeniedijk genoteerd (dit betreft dus het aantal doorvaartenniet het aantal schippers)ln 1795 werden er 15 schippers in Krommenie getelden in 1811 12: onder hen bevonden zich volgens Van der Woude geen zeelieden. Bij de opschrijving van weerbare mannen in 1747 waren er geen inwoners van Krommenie of Krommeniedijk `uitlandig`. De conclusie dat de Krommenieërs zich vooral met binnenvaart bezig hielden lijkt dus gerechtvaardigd. Dat hiervoor Krommenie en Krommeniedijk in één adem genoemd werdengeeft nogmaals aan dat de bestaansbronnen van beide dorpen niet onafhankelijk van elkaar behandeld kunnen worden. De meeste statistische gegevens slaan op beide kernenalsmede op Krommeniehom en Busch en Dam. Daarbij moet aangetekend worden dat Krommeniedijk. Krommeniehom en Busch en Dam langere tijd agrarisch bleven. Ten dele bestaat die situatie ook nu nog. Over Krommeniedijk en Krommeniehom zijn nog enige afzonderlijke opmerkingen te maken. Het is bekend dat “in de Horneen [[bierbrouwerij]] heeft gestaan. De drie herbergen in Krommeniehorn werden tot in de 19e eeuw door deze brouwerij bevoorraad. De naam “Taandijk', die loopt van Krommeniedijk naar de Nauemase Vaart, doet vermoeden dat daar in ieder geval één taanderij heeft gestaan. Van zeer groot belang voor Krommenie werd de [[zeildoekweverij]], meestal 'rolrederijgenoemd. Deze economische activiteit werd zo omvangrijk dat ook Assendelft er wat de werkgelegenheid betreft voor een ?ink deel afhankelijk van werd. De zeildoekweverij werd volgens sommigen omstreeks 1600 door doopsgezinde vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden en/of Frankrijk in de Zaanstreek geïntroduceerd. Vooral in de eerste helft van de 18e eeuw was de produktie enorm hoog, daarna volgde teruggang. Het dieptepunt kwam in de jaren 1810-1814gevolgd door een sterk herstel. De zeildoekweverij werkte vooral voor de scheepsbouw en -vaart. en ook voor de molenindustrie (zie de tabel op blz. 97). Toen het zeilschip steeds meer plaats moest maken voor het stoomschip en ook molens uit de tijd raakten, liep de zeildoekweverij opnieuw sterk terug. De tweede helft van de 19e eeuw kenmerkte zich voor de zeildoekweverij door bedrijfsconcentratie. Aan het einde van die eeuw was het gehele produktieproces gemechaniseerd. Ter bevoorrading van de zeildoekweverij ontstonden voorts de [[garenspinnerij]] en de [[hennepklopperij]] (zie hierachter). Zowel het spinnen als ook het weven vonden voornamelijk in thuisarbeid plaats. De rolreders verkochten de rollen geweven zeildoek aan de zeilmakers. De thuiswevers verkeerden in een volledig afhankelijke positie van de rolreders. Uit de zeildoekweverij kwam de linoleumindustrie voort (zie: >“Forbo Krommeniethans gevestigd te Assendelft), en voorts brandslangen-fabricage (door Tufton, zie supplement 2). Beide activiteiten werden ter hand genomen door de familie [[Kaars]] Sijpesteijn. Zie voorts: [[Economische]] geschiedenis 2.5.2. en 3.5.1. Uit vergelijking van tellingen uit 1742, 1797 en 1811 blijkt dat in de periode dat het de zeildoekweverij slecht ging, het [[boerenbedrijf]] meer mensen werk verschafte. Uit de [[personele]] quotisatie van 1742 blijkt dat de weverij toen verreweg de belangrijkste activiteit in het dorp was. Van de 91 aangeslagenen waren er 42 rolreder. Van de 366 niet-aangeslagenen oefenden er 101 het beroep van wever uit. Daarnaast voerden 57 personen een beroep uit dat direct samenhing met de weverij (personeel hennepkloppers en spinners). Voorts waren er 26 boeren, 13 bakkers, 13 personen met kleine winkels, 12 dagloners, timmerlieden, 7 timmerrnansknechten en schoenmakers. ln 1811 was dat beeld ingrijpend gewijzigd.  De mannelijke beroepsbevolking (van 21 jaar en ouderbestond toen uit 543 personen. De belangrijkste sectoren en beroepsgroepen waren: textiel (76 personen), bouwbedrijven (53), handel (47), landbouw (45), voedingsmiddelen (26), scheepsbouw/wagenmakerij (19), leerbewerking (16), verkeer(16_), kleding/reiniging (11). arbeiders 124 (overige: 1 10). De molen-industrie, de hennepklopperij uitgezonderdheeft voor Krommenie nooit een belang gehad zoals in de meeste andere Zaanse dorpen. ln de banne van Krommenie hebben in totaal 32 molens gedraaid. Twaalf daarvan waren hennepklopper. De eerste kwam reeds in het begin van de 17e eeuw in gebruikde laatste verdwenen in de eerste decennia van de 20e eeuw. Dankzij publikaties van prof. dr. J. [[Goudsblom]] is over een groot aantal jaren het exacte aantal molens bekend (tabel onder). Van der Aa kwam bij een telling in 1845 tot afwijkende cijfers. Hij telde slechts één hennepklopper en vermeldde een niet door Goudsblom genoemde potasmolen. Deze laatste wordt ook niet door [[Boorsma]] genoemd, die echter wél twee biksteenmolens noemde. Van der Aa gaf ook het aantal zeildoekweverijen ( 12. waarvan e'én op stoomen leerlooierijen . Door de mechanisering en de terugval van de zeildoekweverij in de tweede helft van de 19e eeuw raakten veel thuiswevers hun werk kwijt. Zij zochten werk als arbeider. Er kwamen aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw enkele nieuwe industriële sectoren op. Daarvan worden genoemd de [[sigarenmakerij]], de [[blikindustrie]] en de linoleumfabricage (zie: [[Forbo]] Krommenie). De sigarenmakerij ontstond reeds vroeg; omstreeks de jaren '60 van de 19e eeuw waren de eerste sigarenmakerijen reeds in Krommenie gevestigd. Als economische sector was de si garenmakerij niet buitengewoon belangrijk, maar het produkt was wel zeer arbeidsintensief. In 1891 waren er zes sigarenmakerijen in Krommenie gevestigd met 70 man personeel. In 1916 was het aantal bedrijven gehalveerd, maar het personeelsbestand verdubbeld. Uiteindelijk kon de si garenmakerij echter niet overleven. De opkomst van de sigaret en concurrentie uit gebieden met lagere lonen zorgden voor beëindiging van de sector. Van groot belang werd de blikindustrie. Het oudste Zaanse blikbedrijf was [[Verwen]] dat in 1885 te Krommenie werd opgericht. Het tweede bedrijf was [[Woud]] en Schaapopgericht in 1888 te Zaandijk en in 1889 verplaatst naar Krommenie. Later ontstond te Krommenie [[Zaanlandia]] blik, terwijl Verwer en Woud en Schaap fuseerden tot De Verenigde B1ikfabrieken([[Verblifa]]). In 1916 werkten in Krommenie een kleine 450 personen in de blikindustrie. De Verblifa werd in 1964 overgenomen door Thomassen & Drijver te Deventer en in 1969 werd de produktie beëindigd. Zaanlandia bleef wel in Krommenie produceren. De linoleumfabricage begon in 1899 in een fabriek aan de Padlaanmet toen 23 werknemers. De industrie werd opgezet door de familie Kaars Sijpesteijndie zo trachtte de teruglopende inkomsten uit zeildoekweverij en lijnoliefabricage te compenseren. In 1923 kon een tweede fabriek in gebruik worden genomeneveneens in Krommenieaan de _ Nauemase Vaart. Hierna werd een volgende fabriek gebouwdnu te Assendelft. De produktie in Krommenie werd nadien beëindigd. Ook het te Krommenie gevestigde Tufton (zie supplement 2) kwam voort uit de activiteiten van de familie Kaars Sijpesteijn. De werkgelegenheid in Krommenie veranderde door de hiervoor geschetste ontwikkelingen zeer ingrijpend. Bij de volkstelling van 1930 bleek de gemeente de meest van industrie afhankelijke gemeente van de Zaanstreek. Nadien was er een verschuiving naar de dienstverlenende sector. Bij tellingen in 1973 bleek Krommenie inmiddels een van de minst van industrie afhankelijke Zaanse gemeenten te zijn geworden. De verschuiving naar de dienstverlening zette zich nadien verder voort. De tabel over 1930 geeft aan in welke economische sectoren de inwoners van Krommenie hun broodwinning vonden. Aangenomen mag worden dat het grootste deel van de bevolking toen werkte in de eigen gemeente. Waarschijnlijk zullen daarnaast vooral [[Wessanen]] te Wormerveer en de linoleumfabriek te Assendelft Krommenie'ers werk hebben geboden. De tabellen over 1973 en 1987 geven het aantal beschikbare arbeidsplaatsen te Krommenie aanonderverdeeld naar sector. Opvallend is dat in deze periode van 14 jaar het aantal beschikbare banen in Krommenie sterk afnam (van 3039 naar 2405). Deze daling is vrijwel geheel toe te schrijven aan het inkrimpen van de nijverheid; de dienstverlening werd belangrijker. Andere (voormalige) bedrijven te Krommenie die in deze encyclopedie zijn opgenomen zijn: De [[Acht]][[Ado]]-Scholtz[[Atlantic]]. J. [[Baars]] en Zoon[[Chromos]] [[Hondema]][[Knijnenberg]] [[LBLL]] [[Reyne]]. P. [[Vlaar]] en Zonen.   Literatuur.' AJ. van der Aa. Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden deel 6. Gorinchem 1845; A.M. van der Woude. Het NoorderkwartierUtrecht 1983; J. Goudsblom. De molens van Krommeniein: De Zaende 1951 ; J. Goudsblom. De hennepkloppers van Krommeniein: De Zaende 1949; S. Hart. De personele quotisatie te Krommenie en Krommeniedijk zoals die in 1742 is vastgesteld. in: De Zaende 1950; G.J. HonigDe Zaanse burgemeesters sedert 1814. in: De Zaende 1951; P. Boorsma, Duizend Zaanse molens, Wormerveer 1950; K. Woudt. De geschiedenis van een Zaanse familie-onderneming. Krommenie 1987; G. Visser. Krommenie. Krommenie 1960; G. Visser. Zeven eeuwen Krommeniedijk. Krommenie 1980; G.J. Boekenoogen. De Zaanse Volkstaal. Zaandijk 1971; G.J. HonigZaanlandsche gemeentewapens. Zaandijk 1887; M.A. Verkade, Den derden dach. Alkmaar 1982; A. van Braam e.a., Historische Atlas van de Zaanlanden. Zaandam 1970; HN. ter Veen e.a.Problemen der samenvoeging van Zaangemeenten. Haarlem 1941; Zaanstreek in cijfers 1974. Zaandam 1975; Zaanstad in cijfers 1987. Zaandam 1988.    +Voormalige zelfstandige gemeente in het noorden van de Zaanstreekper 1 januari 1974 opgegaan in Zaanstad. Na Zaandam in omvang de tweede gemeente van de streek. De [[samenvoeging|samenvoeging]] tot Zaanstad leidde in Krommenie tot veel protesten. Krommenie wenste deze niet en bepleitte samen met Assendelft een gemeente Krommenie-Assendelft. De rijksoverheid besliste evenwel anders. Krommenie zelf is feitelijk ook een samenvoeging van een aantal woonkernen. Naast Krommenie behoren ook het tot 1816 zelfstandige [[Krommeniedijk]] en een deel van de buurtschap [[busch_en_dam|Busch en Dam]] tot het dorp. Krommeniedijkwaar de buurtschap [[Krommeniehorn]] deel van uitmaaktwas tot 1816 zelfstandig. Vanaf 1729 was die zelfstandigheid overigens beperkt. In dat jaar werd de banne van Krommenie een [[ambachtsheerlijkheid|ambachtsheerlijkheid]] en door Krommenie gekocht. Krommeniedijk wenste niet bij te dragen aan de koopsom van fl. 25.000,- en was sedertdien feitelijk al ondergeschikt aan Krommenie.  
 + 
 +=== Naam === 
 + 
 +De naam Krommenie komt voor het eerst voor aan het einde van de 13e eeuw. Toen werd evenwel niet over het dorp gesprokenmaar over het water [[Crommenije]] dat een verbinding vormde tussen het [[Wijkermeer]] en het Langmeer. De plaatsnaam Krommenie komt voor het eerst voor in het laatste kwart van de 14e eeuw. De naam is in de loop van de eeuwen op verschillende wijzen gespeld: Crommenye,  CrommeneCrommenneeCrummene. De huidige spelling stamt uit de 19e eeuw.  
 + 
 +=== Wapen === 
 +[{{ :gemeentewapen_van_krommenie.jpg?nolink&200|Gemeentewapen Krommenie. Bron Wikipedia}}]Zoals de andere dorpen die oorspronkelijk deel uitmaakten van de banne van Westzaanheeft Krommenie een wapen dat sterk lijkt op dat van de [[banne|banne]]. Het bestaat uit vier zilveren leeuwen die op een veld van rood of zwart zijn geplaatstde eerste en de vierde leeuw op een rood veld, de tweede en derde op een zwart. De vier leeuwen staan allen naar links gewend. Het dorpswapen is gelijk aan het wapen van de voormalige banne van Krommenie.  
 + 
 +=== Bijnamen === 
 + Destijds gebruikelijke bijnamen voor Krommenieërs waren koekvreters en guiten. De bijof scheldnaam guiten werd alleen door Assendelvers gebruikt. Dat deze naamzoals wel is verondersteld, afstamt van een oudere bijnaam 'Geuzenis twijfelachtig. Assendelvers werden Spanjolen of Spanjaarden genoemd. 
 + 
 +=== Omvang, oppervlakte === 
 + 
 +Krommenie ligt in het noordwesten van de Zaanstreek en grenst in het westen en het noorden aan Uitgeestdat deels achter de Noorder- en [[zuiderham|Zuiderham]] ligtin het oosten aan Wormerveer achter de [[nauernasche_vaart|Nauernasche Vaart]] en in het zuiden aan Assendelftachter spoorlijn en [[provincialeweg|Provincialeweg]]. Krommeniedijk ligt noordelijk van Krommenie; Krommeniehorn verbindt Krommenie en Krommeniedijk. Naast de reeds genoemde uitbreiding van Krommenie met Krommeniedijk in 1816kende Krommenie in 1965 een grenswijziging. Bij de aanleg van de spoorlijn in 1869 was de noordelijke kop van Assendelft van deze gemeente afgesneden. Krommenie meende dat zij dit gedeelteWeiver en Spoorbuurtbeter kon beheren dan Assendelft. In 1894 werd deze gedachte door Gedeputeerde Staten overgenomeneen wetsvoorstel van minister Van Houten uit 1895 werd echter ingetrokken. In 191019171925 en 1936 beijverde Krommenie zich opnieuw voor de grenswijzigingde laatste maal meende men extra sterk te staandoordat het gebied waar het om ging door de aanleg van de Provincialeweg nog meer een enclave was geworden.  
 + 
 +Uiteindelijk lukte het Krommenieondanks tegenstribbelen van Assendelft in 1965per 1 juli van dat jaar werd het gebied ten noorden van de spoorlijn overgeheveld naar Krommenie. Door deze uitbreiding met een kleine 14 hectare kreeg Krommenie de huidige omvang van 426 hectare.  
 + 
 +=== Bevolking === 
 +  
 +<WRAP right round box 30%> 
 +<csv > 
 +jaar,aantal 
 + 
 +1477,600 
 +1622,1947 
 +1742,2873 
 +1795,2164 
 +1815,1809 
 +1840,2581 
 +1869,2829 
 +1899,3098 
 +1930,5372 
 +1940,5905 
 +1950,7020 
 +1960,9280 
 +1970,13534 
 +1988,17005 
 + 
 +</csv> 
 + 
 +</WRAP> 
 +Krommeniedijk/Krommeniehorn was aanvankelijk als bewoningskern belangrijker dan Krommenie. Deze opmerking is echter niet met cijfers te staven. De eerste afzonderlijke inwonersaantallen van Krommeniedijk en Krommiehorn dateren uit de 18e eeuw. In 1739 telde Krommeniehorn 384 inwoners, in 1743 Krommeniedijk 492 inwoners. De tabel geeft de cijfers van Krommenie inclusief Krommeniedijk en Krommeniehorn 
 + 
 + 
 +Het verloop van de bevolkingsomvang van Krommenie wijkt niet af van dat van de meeste Zaanse gemeenten: groei in de 16e, 17e en het begin van de 18e eeuwteruggang in de tweede helft van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw in de [[franse_tijd|Franse tijd]])daarna weer groei. De groei met ruim 4000 personen tussen 1960 en 1970 wordt niet alleen verklaard door de toevoeging van het noordelijk deel van Assendelft aan Krommenie. Er werden in deze periode ook veel nieuwe woningen in de gemeente gebouwd.  
 + 
 +=== Kerkelijke gezindheid === 
 + Over de kerkelijke gezindheid en verhoudingen in Krommenie is bijzonder uitgebreid en betrouwbaar geïnformeerd. Dat is met name te danken aan het werk van [[hart_dr_simon|dr. Simon Hart]]zie ook de literatuuropgavedie hierover acht statistieken publiceerde. De gegevens in tabel over 1845 zijn ontleend aan het Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa. Voorts zijn de gegevens over 1960 aan de statistieken van Hart toegevoegd. Tabel 3 geeft de percentuele verhoudingen. In deze tabel zijn de [[oud_katholieken|oud-katholieken]], die in Krommenie een eigen kerk bezittenniet apart opgenomen. Zij zijn ondergebracht bij de rooms-katholieken en vanaf 1889 bij de overige kerkgenootschappen. In 1811 was drie procent van de Krommenieërs oud-katholiekin 1889 twee procent en in 1947 ongeveer nog een half procent.  
 + 
 +Opmerkelijk is het grote aandeel dat de [[katholieken|rooms-katholieken]] in Krommenie innamen. Ondanks de [[onkerkelijken|ontkerkelijking]] nam hun aantal juist vanaf het einde van de 19e eeuw toein absolute zin tussen 1947 en 1960 van 1921 naar 2938. Het getal der [[doopsgezinden|doopsgezinden]] nam steeds afin 1960 was hun aantal zo gering dat zij bij de overige kerkgenootschappen werden opgenomen. De cijfers over 1845afkomstig van Van der Aamoeten met enige scepsis worden beziendeze wijken ver af van de percentages over de andere jaren.  
 + 
 +=== Bevolking naar politieke gezindheid === 
 +  
 + 
 +{{ :krommenie.png|}} Vóór de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 had Krommenie de naam de meest links-radicale gemeente in de Zaanstreek te zijn. [[domela|Domela Nieuwenhuis]] kreeg er een grote aanhang, die hij ook geruime tijd hield. Pas toen de SDAP in de andere Zaanse dorpen vaste voet aan de grond had gekregenkreeg de sociaal-democratie in Krommenie aanhang. In de tabeldie in 1923 begintkomt dit niet tot uiting. De vrije socialisten namen slechts één keer deel aan de verkiezingen in 1935 en behaalden toen geen raadszetel. 
 + 
 +De communistische partij was wél vanaf 1927 in de raad vertegenwoordigden kreeg bij de eerste na-oorlogse verkiezingen verreweg de grootste raadsfractie. De vrijzinnigen waren links-liberaalde PCG was de Protestants Christelijke Groepering, de ARP en CHU samen. PCG en KVP hadden reeds in 1970 een gezamenlijke lijst; dat is lang voordat er landelijk één confessionele partij ontstond. Uit de tabel blijkt dat de politieke verhoudingen in Krommenie in de loop der jaren weinig veranderingen ondergingen. De socialisten en de rooms-katholieken waren steeds het sterkst vertegenwoordigdterwijl na de oorlog de CPN een grote raadsfractie kreeg.   
 + 
 + 
 +Bij de verkiezingen van 1990 behaalde de PvdA 22.5 % der stemmenCDA 20.3 %D66 18.2 %Groen Links 14,5 %, VVD 14 %, ZOG 8.4 %, GPV/RPF 1.3 en Overige 0.7 %.    
 + 
 +De raad van Krommenie bestond tot de oorlog uit elf ledendaarna uit dertien leden. In 1966 konden de Krommenieërs vijftien vertegenwoordigers kiezen. 
 + 
 +=== Burgemeesters === 
 +Krommenie kreeg pas in 1825 een echte burgemeester. Dat was notaris Jacobus Albertizoon van een hervormd predikant uit Zaandijk. Alberti was in 1795 al schout van de banne geworden en was van 1811 tot 1814 maire van Krommenie. Hij zou schout- en burgemeester blijven tot zijn dood in 1836. Zijn opvolger werd zijn schoonzoon Dirk van der Warteveneens notarisdie veertien jaar eerste burger zou blijven. In 1850 werd Dirk van Leyden tot burgemeester benoemd. Hij overleed echter nog in datzelfde jaar. De volgende werd de rolreder en eerdere wethouder Dirk SchaapHij liet een aantal publicaties over zijn gemeente het licht zien. Schaap werd in 1856op eigen verzoekvervangen door Cornelis Walignotaris van beroep. De volgende burgemeesters waren: Klaas van Eden (1866-1884). Arend van den Steen van Ommeren (1884-1890), voor Krommenie de eerste burgemeester van buiten de Zaanstreek, Dirk Koeleman (1891-1893) en Jan Walig (1894-1896).  
 + 
 +Walig was zoon van de eerdere burgemeester Cornelis Waligen vertrok toen hij notaris in Zaandijk werd. Ook zijn opvolger Mathile Chevalier bleef slechts kort. Hij vertrok toen hij in 1898 werd benoemd tot burgemeester van Valburg. Na hem kwam Jacob Mosseldie tot 1909 in Krommenie bleef. Na hem volgden Pieter Lammerschaag (1909-1915), Hendrik Klerk Jz. (1916-1938) en Jan Kalff. Kalff moest in 1942 wijken voor de NSB-burgemeester Anton Jongsma. Na de oorlog kwam hij slechts kort terugin 1947 werd hij benoemd tot burgemeester van Heiloo. 
 + 
 +Zijn opvolger [[provily|Jan Provily]] werd een bijzonder populaire burgemeester. Hij vertrok in 1965. Zijn opvolger [[tjaberings|Freerk Tjaberings]] was een opvallende verschijning. Hij mat ruim twee meter en was daarmee de langste burgemeester van Nederland. Toen Tjaberings in 1971 werd benoemd tot burgemeester van Hoorn werd hij opgevolgd door [[oosterbaan|Gosse Oosterbaan]] die tot dan toe burgemeester van Zaandijk was. Oosterbaan beijverde zich er als burgemeester voor om Krommenie buiten de samenvoeging tot Zaanstad te houden. Hij zou echter de laatste burgemeester van Krommenie zijn.  
 + 
 +<WRAP right round box 40%> 
 +{{section>burgemeesters#krommenie&nofooter&noeditbutton}} 
 +</WRAP> 
 + 
 +=== Bewoningsgeschiedenis === 
 +  
 + 
 +Krommenie is een van de oudste Zaanse dorpen. Daarbij wordt de bewoning rond het begin van de jaartelling nog buiten beschouwing gelaten. Op verschillende plaatsen tussen de [[noorderhoofdstraat|Noorder-]] en [[zuiderhoofdstraat|Zuiderhoofdstraat]] en [[ham|de Ham]] en in de [[woud1|polder het Woud]] werden scherven van Romeins aardewerk gevonden (zie: [[Archeologie]] 2.1. tot 2.5.). De eerste schriftelijke vermeldingen van het huidige Krommenie dateren uit de tweede helft van de 13e eeuwmaar aangenomen wordt dat er al vanaf circa het jaar 1000 duurzame bewoning was. 
 + 
 +Deze eerste bewoners moeten permanent de dreiging van het omringende water hebben ervaren. Nabij Krommenie lag het [[Crommenije]] dat de verbinding vormde tussen de grote Noord-Hollandse meren en [[ij|het IJ]]. Mogelijk vestigden de eerste bewoners zich wat verder landinwaarts in Krommeniemogelijk ook wierpen zij een primitieve dijk op, de KrommeniedijkIn 1357 werd het Crommenijehet Kromme Ydoor de [[Nieuwedam]] bij [[busch_en_dam|Busch en Dam]] afgesloten. Daarvóór was de [[hoge|Hoge Dam]] in Zaandam al aangelegd, terwijl tezelfdertijd de [[Knollendam]] werd aangelegd. De Zaanstreek was daarmee redelijk beschermd. Daarna kon de gestage groei van Krommenie en Krommeniedijk beginnen.  
 + 
 +=== Middelen van bestaan === 
 +De eerste bewoners van Krommenie zullenevenals de bewoners rond het begin van de jaartellingvermoedelijk vooral hebben geleefd van de visvangst en de jacht op vogels. Vanaf vermoedelijk de 15e eeuw was er ook sprake van enige agrarische activiteiten. In 1494 werd gesproken over het houden van koeien in het dorpterwijl in 1514 akkerbouw in verband met Krommenie werd gebracht. Deze moet zeer kleinschalig van karakter zijn geweest en plaats gehad hebben op met bagger opgehoogde wallen langs sloten. Eveneens in 1514 werd geschreven over veebezit in de banne van Westzaan en Krommenie. De formulering 'dat zij hem generen een luttel mit koyen' geeft aan dat de veehouderij van geringe omvang was.  
 + 
 +Het Crommenije was een visrijk water. Omstreeks 1300 werd er zalm en steur gevangen. Toen in 1357 de Nieuwendam werd aangelegdwerd daar een opening van 16 voeten in uitgespaard ten behoeve van de visserij. Deze bleef lange tijd gehandhaafd. Later werd de [[haringvisserij|haringvisserij]] van belang. In 1514 voeren 200 man uit de Banne van Westzaan en Krommenie op de buizen mee. Zij waren overigens slechts bemanningsledende schepen waren van stedelijke reders. Krommenie heeft dus niet gedeeld in de opbrengsten van de haringvangst. Anders lag dat met de palinghandel op bijvoorbeeld Engeland. In deze handelstak nam de Zaanstreek een dominante positie inKrommenie zal daarvan mee geprofiteerd hebben. In de loop van de 17e eeuw nam de betekenis van de palinghandel afen tenslotte speelde deze nog maar een zeer geringe rol.  
 + 
 +Een andere vroege bron van bestaan was de schipperij. Het merendeel van de in Krommenie en Krommeniedijk geregistreerde schippers zal binnenschipper zijn geweest. Maar ook de [[oostzeevaart|Oostzeevaart]] speelde een rol. Tussen 1617 en 1628 werden in de Sont 86 doorvaarten van schippers uit Krommenie of Krommeniedijk genoteerddit betreft dus het aantal doorvaartenniet het aantal schippers. In 1795 werden er 15 schippers in Krommenie getelden in 1811 12: onder hen bevonden zich volgens Van der Woude geen zeelieden. Bij de opschrijving van weerbare mannen in 1747 waren er geen inwoners van Krommenie of Krommeniedijk 'uitlandig'. De conclusie dat de Krommenieërs zich vooral met binnenvaart bezig hielden lijkt dus gerechtvaardigd. Dat hiervoor Krommenie en Krommeniedijk in één adem werden genoemd, geeft nogmaals aan dat de bestaansbronnen van beide dorpen niet onafhankelijk van elkaar behandeld kunnen worden. De meeste statistische gegevens slaan op beide kernenalsmede op Krommeniehorn en Busch en Dam. Daarbij moet aangetekend worden dat Krommeniedijk, Krommeniehorn en Busch en Dam langere tijd agrarisch bleven. Ten dele bestaat die situatie ook nu nog.  
 +== Bierbrouwerij en drie herbergen == 
 + 
 +Over Krommeniedijk en Krommeniehorn zijn nog enige afzonderlijke opmerkingen te maken. Het is bekend dat 'in de Horneen [[bierbrouwerij]] heeft gestaan. De drie [[herbergen|herbergen]] in Krommeniehorn werden tot in de 19e eeuw door deze brouwerij bevoorraad. De naam 'Taandijk', die loopt van Krommeniedijk naar de Nauernasche Vaart, doet vermoeden dat daar in ieder geval één taanderij heeft gestaan. Van zeer groot belang voor Krommenie werd de [[zeildoekweverij]], meestal 'rolrederijgenoemd. Deze economische activiteit werd zo omvangrijk dat ook Assendelft er wat de werkgelegenheid betreft voor een flink deel afhankelijk van werd. 
 + 
 +De zeildoekweverij werd volgens sommigen omstreeks 1600 door [[doopsgezinden|doopsgezinde]] vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden en/of Frankrijk in de Zaanstreek geïntroduceerd. Vooral in de eerste helft van de 18e eeuw was de productie enorm hoog, daarna volgde teruggang. Het dieptepunt kwam in de jaren 1810-1814gevolgd door een sterk herstel. De zeildoekweverij werkte vooral voor de scheepsbouw en -vaart als ook voor de molenindustrie. Toen het zeilschip steeds meer plaats moest maken voor het stoomschip en ook molens uit de tijd raakten, liep de zeildoekweverij opnieuw sterk terug.  
 + 
 +De tweede helft van de 19e eeuw kenmerkte zich voor de zeildoekweverij door bedrijfsconcentratie. Aan het einde van die eeuw was het gehele productieproces gemechaniseerd. Ter bevoorrading van de zeildoekweverij ontstonden voorts de [[garenspinnerij]] en de [[hennepklopperij]]. Zowel het spinnen als ook het weven vonden voornamelijk thuis plaats. De rolreders verkochten de rollen geweven zeildoek aan de zeilmakers. De thuiswevers verkeerden in een volledig afhankelijke positie van de rolreders. Uit de zeildoekweverij kwam de linoleumindustrie [[forbo|Forbo Krommenie]] voort, tegenwoordig gevestigd te Assendelft, en voorts brandslangen-fabricage door [[tufton|Tufton]]. Beide activiteiten werden ter hand genomen door de familie  [[kaars|Kaars Sijpesteijn]]. Zie voorts: [[Economische]] geschiedenis 2.5.2. en 3.5.1.  
 + 
 +Uit vergelijking van tellingen uit 1742, 1797 en 1811 blijkt dat in de periode dat het de zeildoekweverij slecht ging, het [[boerenbedrijf]] meer mensen werk verschafte. Uit de [[personele|personele quotisatie]] van 1742 blijkt dat de weverij toen verreweg de belangrijkste activiteit in het dorp was. Van de 91 aangeslagenen waren er 42 rolreder. Van de 366 niet-aangeslagenen oefenden er 101 het beroep van wever uit. Daarnaast voerden 57 personen een beroep uit dat direct samenhing met de weverijhennepkloppers en spinners. Voorts waren er 26 boeren, 13 bakkers, 13 personen met kleine winkels, 12 dagloners, acht timmerlieden, zeven timmermansknechten en zes schoenmakers. 
 + 
 +In 1811 was dat beeld ingrijpend gewijzigd. De mannelijke beroepsbevolking van 21 jaar en ouder bestond toen uit 543 personen. De belangrijkste sectoren en beroepsgroepen waren: textiel 76 personen, bouwbedrijven 53, handel 47, landbouw 45, voedingsmiddelen 26, scheepsbouw/wagenmakerij 19, leerbewerking 16, verkeer 16, kleding/reiniging 11arbeiders 124overige 110 
 +== Molenindustrie == 
 +De molenindustrie, de hennepklopperij uitgezonderdheeft voor Krommenie nooit een belang gehad zoals in de meeste andere Zaanse dorpen. In de banne van Krommenie hebben in totaal 32 molens gedraaid. Twaalf daarvan waren hennepklopper. De eerste kwam reeds in het begin van de 17e eeuw in gebruikde laatste verdwenen in de eerste decennia van de 20e eeuw. Dankzij publicaties van [[goudsblom|prof. dr. Joop Goudsblom]] is over een groot aantal jaren het exacte aantal molens bekend. Van der Aa kwam bij een telling in 1845 tot afwijkende cijfers. Hij telde slechts één hennepklopper en vermeldde een niet door Goudsblom genoemde potasmolen. Deze laatste wordt ook niet door [[boorsma|Pieter Boorsma]] genoemd, die echter wél twee biksteenmolens noemde. Van der Aa gaf ook het aantal van twaalf zeildoekweverijen waarvan één op stoom en leerlooierijen.  
 + 
 +{{ :krommenie2.png|}}Door de mechanisering en de terugval van de zeildoekweverij in de tweede helft van de 19e eeuw raakten veel thuiswevers hun werk kwijt. Zij zochten werk als arbeider. Er kwamen aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw enkele nieuwe industriële sectoren op. Daarvan worden genoemd de [[sigarenmakerij]], de [[blikindustrie]] en de [[forbo|linoleumfabricage]]. 
 + 
 +De sigarenmakerij ontstond reeds vroeg. Omstreeks de jaren zestig van de 19e eeuw waren de eerste sigarenmakerijen reeds in Krommenie gevestigd. Als economische sector was de sigarenmakerij niet buitengewoon belangrijk, maar het product was wel zeer arbeidsintensief. In 1891 waren er zes sigarenmakerijen in Krommenie gevestigd met 70 man personeel. In 1916 was het aantal bedrijven gehalveerd, maar het personeelsbestand verdubbeld. Uiteindelijk kon de sigarenmakerij niet overleven. De opkomst van de sigaret en concurrentie uit gebieden met lagere lonen zorgden voor beëindiging van de sector. 
 + 
 +Van groot belang werd de blikindustrie. Het oudste Zaanse blikbedrijf was [[Verwer]]dat in 1885 te Krommenie werd opgericht. Het tweede bedrijf was [[Woud|Woud en Schaap]], opgericht in 1888 te Zaandijk en in 1889 verplaatst naar Krommenie. Later ontstond te Krommenie [[zaanlandia1|Zaanlandia blik]], terwijl Verwer en Woud en Schaap fuseerden tot [[verblifa|De Verenigde Blikfabrieken Verblifa]]. In 1916 werkten in Krommenie een kleine 450 personen in de blikindustrie. De Verblifa werd in 1964 overgenomen door Thomassen & Drijver in Deventer en in 1969 werd de productie beëindigd. Zaanlandia bleef wel in Krommenie produceren.  
 + 
 +De linoleumfabricage begon in 1899 in een fabriek aan de Padlaanmet toen 23 werknemers. De industrie werd opgezet door de familie Kaars Sijpesteijndie zo trachtte de teruglopende inkomsten uit de zeildoekweverij en lijnoliefabricage te compenseren. In 1923 kon een tweede fabriek in gebruik worden genomeneveneens in Krommenieaan de [[nauernasche_vaart|Nauernasche Vaart]]. Hierna werd een volgende fabriek gebouwdnu in Assendelft. De productie in Krommenie werd nadien beëindigd. Ook het in Krommenie gevestigde Tufton kwam voort uit de activiteiten van de familie Kaars Sijpesteijn. De werkgelegenheid in Krommenie veranderde door de hiervoor geschetste ontwikkelingen zeer ingrijpend. Bij de volkstelling van 1930 bleek de gemeente de meest van industrie afhankelijke gemeente van de Zaanstreek.  
 + 
 +Nadien was er een verschuiving naar de dienstverlenende sector. Bij tellingen in 1973 bleek Krommenie inmiddels een van de minst van industrie afhankelijke Zaanse gemeenten te zijn geworden. De verschuiving naar de dienstverlening zette zich nadien verder voort. De tabel over 1930 geeft aan in welke economische sectoren de inwoners van Krommenie hun broodwinning vonden. Aangenomen mag worden dat het grootste deel van de bevolking toen werkte in de eigen gemeente. Waarschijnlijk zullen daarnaast vooral [[Wessanen|Koninklijke Wessanen nv]] in Wormerveer en de linoleumfabriek in Assendelft Krommenieërs werk hebben geboden. De tabellen over 1973 en 1987 geven het aantal beschikbare arbeidsplaatsen in Krommenie aanonderverdeeld naar sector. Opvallend is dat in deze periode van 14 jaar het aantal beschikbare banen in Krommenie sterk afnam van 3039 naar 2405. Deze daling is vrijwel geheel toe te schrijven aan het inkrimpen van de nijverheid. De dienstverlening werd belangrijker.  
 + 
 +Andere (voormalige) bedrijven in Krommenie die in deze encyclopedie zijn opgenomen zijn: [[acht_bv|De Acht]][[ado_scholtz|Ado-Scholtz]], [[Atlantic]][[baars|J. Baars en Zoon]], [[Chromos]][[Hondema]][[Knijnenberg]][[LBU]][[Reyne]]. [[vlaar|P. Vlaar en Zonen]].    
 + 
 + 
 +== Literatuur == 
 + 
 + 
 +  * [[aj_van_der_aa|Abraham Jacob van der Aa]]. Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden deel 6. Gorinchem 1845;  
 +  * [[woude|Adrianus Maria 'Ad' van der Woude]]. Het NoorderkwartierUtrecht 1983;  
 +  * [[goudsblom|profdr. Joop Goudsblom]]. De molens van Krommeniein: De Zaende 1951 ;  
 +  * Joop Goudsblom. De hennepkloppers van Krommeniein: De Zaende 1949;  
 +  * [[hart_dr_simon|dr Simon Hart]]. De personele quotisatie te Krommenie en Krommeniedijk zoals die in 1742 is vastgesteld. in: De Zaende 1950;  
 +  * [[Honig, Gerrit Jan|Gerrit Jan Honig]] De Zaanse burgemeesters sedert 1814. in: De Zaende 1951;  
 +  * [[Boorsma|Pieter Boorsma]], Duizend Zaanse molens, Wormerveer 1950;  
 +  * [[woudt_klaas|Klaas Woudt]]. De geschiedenis van een Zaanse familie-onderneming. Krommenie 1987;  
 +  * [[visser_gerrit|Gerrit Visser]]. Krommenie. Krommenie 1960;  
 +  * Gerrit Visser. Zeven eeuwen Krommeniedijk. Krommenie 1980;  
 +  * [[boekenoogen|Gerrit Jacob Boekenoogen]]. De Zaanse Volkstaal. Zaandijk 1971;  
 +  * [[Honig, Gerrit Jan|Gerrit Jan Honig]] Zaanlandsche gemeentewapens. Zaandijk 1887;  
 +  * [[verkade2|drMargaretha Adriana Verkade]], Den derden dach. Alkmaar 1982;  
 +  * [[braam|Profdr. Aris van Braam]] e.a., Historische Atlas van de Zaanlanden. Zaandam 1970;  
 +  * [[veen3|Profdr Henri Nicolaas ter Veen]] e.a.Problemen der samenvoeging van Zaangemeenten. Haarlem 1941;  
 +  * Zaanstreek in cijfers 1974. Zaandam 1975;  
 +  * Zaanstad in cijfers 1987. Zaandam 1988.     
 + 
 +<wrap tabs> 
 +  * [[Assendelft]] 
 +  * [[Jisp]] 
 +  * [[Knollendam]] 
 +  * [[Koog]] 
 +  * [[Krommenie]] 
 +  * [[Krommeniedijk]] 
 +  * [[Westzaan]] 
 +  * [[Wormer]] 
 +  * [[Wormerveer]] 
 +  * [[Oostzaan]] 
 +  * [[Zaandam]] 
 +  * [[Zaandijk]] 
 +</wrap> 
 + 
 + 
 +{{tag>economie}} 
 + 
 + 
 + 
 +{{tag>actualiseren}} 
 + 
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/krommenie.1446588756.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:59
  • (Externe bewerking)