lassie

Dit is een oude revisie van het document!


Rijstfabriek te Wormer, producent van 'Lassie Toverrijst`. De Lassie-fabriek is voortgekomen uit de firma Gebroeders Laan. De twee broers Albert en Jacob Adriaan Laanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLaan

Ondernemersgeslacht, met grote economische en maatschappelijke invloed in Wormerveer in de 18e, vooral de 19e, en het begin van de 20e eeuw. De familie Laan behoort niet tot de oudste Zaanse families, die vanaf de 17e eeuw deelnamen aan het industriële leven. Het is een oorspronkelijk agrarisch geslacht, dat nog altijd in Waterland en West-Friesland is vertegenwoordigd.
gingen in 1893 een vennootschap aan. Hun (overleden) vader Jan Jacob Laan was firmant geweest van Wessanen en Laan. Het plan van Albert en Ko Laan om met stoom gort te gaan pellen vond aanvankelijk weinig bijval, ook niet bij hun familieleden, die toch al verscheidene stoomfabrieken bezaten. Gort werd tot dan toe nog altijd met behulp van windmolens gepeld. Bovendien was gort slechts eenvoudig volksvoedsel; betwijfeld werd dat de pellerij ooit winstgevend kon worden. De Gebroeders Laan zetten hun plan echter door. Zij kochten enige percelen grond aan de Wormerdijk (waarop reeds het pakhuis “'Koningsbergen' stond) en op 19 mei 1893 werd de eerste paal voor de gortfabriek geslagen; op 6 december van dat jaar werd de fabriek (gedreven door een lage-druk stoommachine van 150 PK) in bedrijf gesteld. Al snel bleek het gelijk van de Gebroeders Laan. De binnenlandse markt werd kwalitatief en kwantitatief veroverd met de zogenoemde '“1ange gort'. Doordat het bedrijf werkte met Duitse machines konden bovendien zogenoemde “'ronde gort' en “'parelgort' worden geëxporteerd. De winsten werden grotendeels in het bedrijf geïnvesteerd. In 1894 werd het pakhuis “'Donau' gebouwd; in 1897 het pakhuis 'Koningsbergen' (herbouw); in 1900 een nieuwe gortfabriek, met ketelhuis en een stoomachine van 650 PK; in 1905 een silo met lostoren; in 1906 een afdeling gerstreiniging; in 1907 een timmerschuur en smederij. In 1899 ontvingen de Gebrs Laan het predikaat 'Koninklijke'.

In 1910 werd een reeds lang overwogen plan van de firmanten werkelijkheid. Begonnen werd met de bouw van de Stoomhavermoutfabriek Mercurius, die in augustus 1911 in bedrijf kwam. In 1913 werd de firma omgezet in “'NV Koninklijke Pellerij Mercurius, voorheen Gebroeders Laan'. De uitbreidingen van het bedrijf liepen gelijk op met de groei van de omzet. In 1894 werd er 2800 ton gerst verwerkt; in 1900 reeds 10900 ton; in 1905 25475 ton. De havermoutfabriek werd gebouwd voor een capaciteit van 5000 ton, maar kon na een aantal jaren reeds 15000 ton verwerken. De Eerste Wereldoorlog en vooral de jaren daarna vormden een minder florissante periode voor het bedrijf. De Duitse gort- en havermoutindustrie ontving via een subsidie-systeem steun bij export. De produkten werden voor zeer lage prijzen op de wereldmarkt 'gedumpt'. Door de wereldcrisis van de jaren '30 verslechterde de situatie verder. In 1925 brak een staking bij Mercurius uit die negen weken zou duren. In 1934 dreigde, in verband met loonsverlaging, opnieuw een staking, die echter vermeden werd. Opmerkelijk was dat in 1923 - tegen de trend in - een kleinschalige rijstfabriek werd geopend. In de jaren `30 ging het bedrijf- tot dan toe vooral een bulk-bedrijf - zich al specialiseren als producent van merkartikelen.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam een nieuwe opleving van het bedrijf. In 1947 werd de firma Leupen te Haarlem overgenomen (merk: Allson's) en in 1951 volgde de overname van de gortpellerij van Zwaardemaker Mengvoeders nvplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZwaardemaker Mengvoeders nv

Aanvankelijk gortpellerij, later mengvoederfabriek aan de Oostzijde in Zaandam. Gesloten in 1967.

Het ondernemersgeslacht Zwaardemaker bezat aan het einde van de 19e eeuw drie pelmolens in Oostzaandam: De Koning David, verplaatst in 1904,
te Zaandam. In datzelfde jaar werd een nieuw gebouwd kantoor aan de Nieuweweg in gebruik genomen. In 1955 kocht het bedrijf de laatste Zaanse windpelmolen aan, Het Prinsenhof te Westzaan, die in 1960 aan Vereniging De Zaansche Molen werd geschonken.

In 1954 werd het handelsmerk Lassie ingeschreven. In 1957 werd de naam “'Lassie' op de betonnen silo geschilderd. De introductie van Lassie Toverrijst volgde in 1959. In 1962 werd de naam van het bedrijf gewijzigd in “'Koninklijke Lassiefabrieken N.V.'. In 1963 werd Lassie overgenomen door De Erven de Weduwe J. van Nelle nv te Rotterdam; de naam van het bedrijf werd Van Nelle-Lassie. Bij het bedrijf werkten toen 300 personen. Aan grondstof werd jaarlijks verwerkt circa 19.000 ton ruwe haver, 23.000 ton ruwe gerst, 750 ton mais- en rijstgrits, 6000 ton gepelde rijst en 650 ton maizena. Begin jaren '70 werden de gortpellerij en de rijstpellerij uitgebreid en gemoderniseerd. Vooral de vraag naar 'vlug-klaar-produkten` (toverrijst, vluggort en instanthavermout) was gestegen. Bij Lassie werkten in Wormer toen nog circa 130 mensen. De afname van het personeelsbestand was voor een groot deel het gevolg van de verplaatsing van het kantoor naar Rotterdam. Het personeelsbestand bleef nadien krimpen. In 1979, toen er nog 80 personen in Wormer werkten, werd het ontslag van 29 personeelsleden aangekondigd. Met name de afdelingen haver en gort waren verliesgevend, en zouden worden gesloten. In het herstructureringsplan werd uitgegaan van een stijging van de hoeveelheid te verwerken rijst tot ruim 15.000 ton. Na deze sanering ging het gaandeweg weer beter met Van Nelle-Lassie. In 1987 werden investeringen van f 15 mln. in het bedrijf aangekondigd. Eind jaren '80 werd gewerkt aan de verbouwing van de bedrijfspanden aan de Veerdijk (volgens planning in 1992 gereed); produktieomzet en personeelsbestand waren gelijk gebleven.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/lassie.1599473269.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:07
  • door 127.0.0.1