Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
molenmakerij [2016/04/19 10:29] jan [Molenmakerij] |
molenmakerij [2020/09/07 18:26] (huidige) jan ↷ Links aangepast vanwege een verplaatsing |
||
---|---|---|---|
Regel 2: | Regel 2: | ||
Ambachtelijke bedrijfstak, | Ambachtelijke bedrijfstak, | ||
- | Over de Zaanse molenmakerij in het verleden is weinig bekend. Er is ook nauwelijks over gepubliceerd. Toch ligt de conclusie voor de hand dat er ettelijke bedrijven en een groot aantal vaklieden bij betrokken moeten zijn geweest. De grote concentratie van industriemolens in de Zaanstreek | + | Over de Zaanse molenmakerij in het verleden is weinig bekend. Er is ook nauwelijks over gepubliceerd. Toch ligt de conclusie voor de hand dat er ettelijke bedrijven en een groot aantal vaklieden bij betrokken moeten zijn geweest. De grote concentratie van industriemolens in de Zaanstreek is immers vrijwel binnen honderd jaar in de 17e eeuw tot stand gekomen. Zo werden er tussen 1650 en 1700 gemiddeld zeven tot acht nieuwe molens per jaar gebouwd. |
- | Daarbij dient te worden beseft dat alle onderdelen van het vaak ingewikkelde gaande werk (het molenmechaniek) met de hand vervaardigd werden. Dit vereiste een grote mate van vakmanschap en was bijzonder arbeidsintensief. Verondersteld mag worden dat bij de vroegere molenmakerswerven talrijke timmerlieden betrokken waren. Aan het eind van de 19e eeuw werden tenminste nog twaalf van die werven geteld, terwijl het aantal molens toen toch al sterk was teruggelopen. | + | Daarbij dient te worden beseft dat alle onderdelen van het vaak ingewikkelde gaande werk, het molenmechaniek, met de hand vervaardigd werden. Dit vereiste een grote mate van vakmanschap en was bijzonder arbeidsintensief. Verondersteld mag worden dat bij de vroegere molenmakerswerven talrijke timmerlieden betrokken waren. Aan het eind van de 19e eeuw werden tenminste nog twaalf van die werven geteld, terwijl het aantal molens toen toch al sterk was teruggelopen. |
- | De grootste | + | De grootste, De Vries, Zaandam en Koog, werkte met meer dan honderd personeelsleden. In 1849 werden door [[honig_jacob_janszoon_jr|Jacob Honig Jansz. Jr.]] vijftien molenmakerijen genoemd. In de 17e en 18e eeuw zal dit aantal zeker meer zijn geweest. Volgens G. Husslage in ' |
- | Het is in verband met de instandhouding van de nog maalvaardige molens in de Zaanstreek noodzakelijk dat het nog aanwezige vakmanschap niet verloren gaat en aan volgende generaties wordt doorgegeven. In de streek | + | Het is in verband met de instandhouding van de nog maalvaardige molens in de Zaanstreek noodzakelijk dat het nog aanwezige vakmanschap niet verloren gaat en aan volgende generaties wordt doorgegeven. In de streek |
== In den vreemde == | == In den vreemde == | ||
- | Ongetwijfeld zijn er veel meer molens door Zaankanters | + | Ongetwijfeld zijn er veel meer molens door Zaankanters in den vreemde gebouwd dan de hierna genoemde projecten. |
1649: Jan Gerritsz en Jan Albertsz, beiden molenmakers te Zaandam, bouwden een oliemolen in Hamburg; | 1649: Jan Gerritsz en Jan Albertsz, beiden molenmakers te Zaandam, bouwden een oliemolen in Hamburg; | ||
Regel 38: | Regel 38: | ||
== Bekende molenmakerij == | == Bekende molenmakerij == | ||
- | Een zeer bekende molenmakerij was die van de broers Vredenduin in Zaandijk. De geschiedenis van dit bedrijf werd door G. Husslage uitgezocht en reikte terug tot 1582. Een andere bekende zaak was de al genoemde van De Vries (twee werven). In de tweede helft van de 19e eeuw bezat Jan Gras eveneens twee werven. In Zaandam waren toen ook de molenmakerijen van Ulle en Jut gevestigd. In Wormerveer was Gebr. Gorter een zeer bekende werf en in Koog Jan Otter. Kleinere werven waren die van Leguit in Krommenie, Jan Groot in Wormer, Jan Husslage in Jisp en Jan Havik in Westzaan. | + | Een zeer bekende molenmakerij was die van de broers Vredenduin in Zaandijk. De geschiedenis van dit bedrijf werd door G. Husslage uitgezocht en reikte terug tot 1582. Een andere bekende zaak was de al genoemde van De Vries (twee werven). In de tweede helft van de 19e eeuw bezat Jan Gras eveneens twee werven. In Zaandam waren toen ook de molenmakerijen van Ulle en Jut gevestigd. In Wormerveer was Gebroeders |
- | Eind 19e eeuw gingen de molenmakerijen voor een deel over op fabrieksbouw. Zo was De Vries specialist in de bouw van zagerijen en pellerijen, terwijl | + | Eind 19e eeuw gingen de molenmakerijen voor een deel over op fabrieksbouw. Zo was De Vries specialist in de bouw van zagerijen en pellerijen, terwijl |
- | Aan het eind van de 18e eeuw en in het eerste kwart van de 19e eeuw was Jacob Hoorn een der voornaamste molenmakersbazen in Westzaandam. Hij had twee werven. De ene op het einde van het Schiermonnikoog, | + | Aan het eind van de 18e eeuw en in het eerste kwart van de 19e eeuw was Jacob Hoorn een der voornaamste molenmakersbazen in Westzaandam. Hij had twee werven. De ene op het einde van het Schiermonnikoog, |