onderwijs:algemeen_vormend

2.3.1. Algemeen Vormend Onderwijs

Een commissie van voorbereiding bestaande uit burgemeester H.J. Smit, dhr. Brinkhorst, Corn. Korff, J. Dozy, A. van de Boom en N.A. Charante bereidde de start voor van de hbs. De school werd 10 april 1866 geopend en startte met 41 leerlingen. Er werd een nieuw gebouw betrokken aan de Westzijde op de plaats van de oude korenmolen De Ruyter. Dit gebouw was ontworpen door de stadsarchitect L.J. Imminkplugin-autotooltip__default. De kosten inclusief meubilair bedroegen f 32.300,-. De eerste directeur was A. Pelt. De rector van de Frans-Latijnse school A.P. Fortanier werd benoemd als leraar Nederlands, Aardrijkskunde en Geschiedenis. Bovendien kreeg hij een aanstelling aan de Burgeravondschool. Voor deze functies ontving hij een salaris van resp. f 1300 en f 200 per jaar.

In 1876 werden drie meisjes als leerlingen toegelaten. De directeur zei hierover in zijn jaarverslag: 'het gedrag, de ijver en de vorderingen dezer leerlingen is over het geheel uitmuntend; tot dusverre heeft hare tegenwoordigheid tot generlei klachten van welke zijde dan ook aanleiding gegeven.' In 1881 werd het onderwijs in de oude talen aan de hbs stopgezet. Volgens de op dat moment ingevoerde nieuwe MO-wet konden alleen nog gymnasia studenten aan de universiteit afleveren. De hbs in Zaandam kreeg in 1903 naast de 3-jarige ook een 5-jarige cursus. Bij de viering van het 50-jarig bestaan in 1916 werd op initiatief van de leraren een sportfonds tot stand gebracht.

In 1920 werd de hbs omgevormd tot een lyceum met een gemeenschappelijke eerste klas. Na deze onderbouw moest gekozen worden tussen de klassieke en de natuur-wetenschappelijke opleiding. Bij de gymnasium-afdeling kon men dan na 3 jaar kiezen tussen de alpha- en beta-afdeling. De hbs gaf na twee jaar keus a of b. De naam werd Zaanlands Lyceumplugin-autotooltip__default. In 1961 werd de school betrokken bij het brugklas-project dat door de vier pedagogische centra was opgezet. De brugklas zou bij de invoering van de mammoetwet in 1968 een belangrijke rol gaan spelen. Daarop vooruitlopend vond op een viertal scholen een experiment plaats. Bij besluit van 5 maart 1962 werd aan het Zaanlands Lyceum een afdeling verbonden bestaande uit vier leerjaren die tezamen met de onderbouw een mms vormde. In het daarop volgende jaar werd aan de gemeenteraad voorgesteld de handelsdagschool als zelfstandige school op te heffen en deze als afdeling aan het Lyceum te verbinden. De leiding van de afdeling Handelsdagschool werd aan een aparte conrector opgedragen.

Het nieuwe gebouw aan de Vincent van Goghweg werd in 1963 betrokken. De school telde toen 590 leerlingen. Het experiment 'brugklas' werd afgesloten. Voor het eerst werden geen toelatingsexamens voor Aardrijkskunde en Geschiedenis meer afgenomen. In samenwerking met het Zaans Instituut voor School- en Beroepskeuze (ZISB) werd met een onderzoek in de eerste klassen begonnen, als steun bij het adviseren van ouders bij de richtingkeuze na de onderbouw. In 1967 kreeg de school als experiment een havo-afdeling toegewezen. Drs. J.H. Bos werd conrector van de dependance te Krommenie en rector bij het zelfstandig worden van deze dependance in 1971. De naam werd s.g. Bertrand Russell. In 1970 werd de aula van de school als aparte schouwburg/concertzaal in gebruik genomen.

In de eerste honderd jaar van haar bestaan kende de school slechts drie rectoren:

  • A. Pelt (1866),
  • dr. C.L. van de Broek (1910) en
  • dr. J. Oosterhuis (1938).

Daarna kwamen achtereenvolgens:

  • drs. N.J. Heijkoop (1966).
  • J. Boersma (1969),
  • drs. J. te Voortwis (waarnemend rector, 1977),
  • D.C. Iest (1978) en
  • drs. Fred J. Hoogsteder (1985).

De heren Heijkoop, Boersma en Hoogsteder zijn ook als leraar en conrector aan de school verbonden geweest. In 1976 werd aan de Fortuinweg in Zaandijk een dependance van het Zaanlands Lyceum gesticht met zes lokalen en vijf klassen. Conrector werd A.H. Hoogland. In de zomer van 1977 besloot de gemeenteraad van Zaanstad er een zelfstandige school van te maken. Hoogland werd rector en er werden 23 leraren benoemd. Op 22 september 1977 werd deze openbare scholengemeenschap 'Rooswijk' officieel geopend. De school telde op dat moment 229 leerlingen. Op 1 augustus 1990 fuseerde de school met mavo Zaandijk tot het 'Saenredam College'. De zo gewenste nieuwbouw laat op zich wachten.

In 1965 startte de bouw van de ulo school te Wormer. In september 1966 werden de eerste lessen gegeven aan twee eerste klassen. Aanvankelijk heette de school Openbare ulo Wormer, vanaf augustus 1968 Openbare mavo Wormer (invoering Mammoetwet) en vanaf 2 juli 1973 openbare mavo Maerten Donck, naar Martinus Duncanusplugin-autotooltip__default, die in 1541 een Latijnse school te Wormer stichtte (zie ook bij onderwijs 1.2.1.. 1.2.8.. en 2.3.).

De officiële opening verrichtte de toenmalige burgemeester van Wormer A. Loggers op 4 januari 1967. De school groeide flink. In 1982 werd een maximum van 408 leerlingen behaald. Jaarlijks kwamen er twee klassen bij. Het aantal noodlokalen nam toe. Na drie jaar was het hoofdgebouw te klein. Vanaf 1971 werd via het ministerie geprobeerd een definitieve uitbreiding te verkrijgen. Met deze uitbreiding werd in 1977 gestart. Vanaf augustus 1978 vonden alle lessen plaats in het met twee vleugels uitgebreide hoofdgebouw. Directeuren van de school waren vanaf 1966 tot 1984: J.U. Jongejans en vanaf 1984 : R.A. Ketelaars. De nieuwe aula van de school raakte bekend als 'Dorpstheater Wormer'. Hier worden ook de raadsvergaderingen van de gemeente Wormer gehouden.

Mavo Zaandijk dateert uit 1865 als afdeling ulo van het lager onderwijs. In 1840 kocht de gemeente Zaandijk een pand tegenover het Guispad voor een Jongeherenschool, een Franse school. Rond 25 leerlingen uit de gegoede stand volgden les bij J.K.B. Anemaet uit Amsterdam. Deze zou later worden ontslagen ingevolge 'te vriendelijke omgang met enige jongeheren' waardoor de hbs aan Zaandijk voorbij ging. In 1865 werd voor f 13.400 de Guispadschool gebouwd. Meester Frederik Theodoor Smith werd hoofd van de lagere school en Hajo de Beer runde de ulo-afdeling. Vanaf 1920 konden ulo-scholen zelfstandig worden en dat gebeurde ook met deze school. G. Meuleman uit Westzaan werd het eerste hoofd van deze zelfstandige ulo. Hij had vanaf 1914 les gegeven en droeg de bijnaam Bill, hij was een kleine gezette man. Later werd hij leraar aan de Zaandamse kweekschool. De zelfstandige ulo startte met 33 jongens en 24 meisjes.

In 1956 werd voor f 388.828,- een nieuwe school aan de Willem Dreeslaan gebouwd. Het oude pand was voor onderwijs afgekeurd. In acht lokalen volgden 385 leerlingen onderwijs. In 1968 volgde omvorming tot mavo-school. In 1979 werd de school uitgebreid met noodlokalen. Een bekende directeur was P.L. Roth die vanaf 1879 tot 1911 directeur is geweest. Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan in 1990 is een historisch overzichtsboekje door de school uitgegeven. Per 1 augustus 1990 is Mavo-Zaandijk gefuseerd met scholengemeenschap Rooswijk voor havo/vwo en het Saenredam College voor mavo/havo/vwo. De vanaf 1971 bij Mavo-Zaandijk als directeur functionerende Bart van Driel werd van deze nieuwe school plaatsvervangend rector.

Ouders die hun kinderen katholiek middelbaar onderwijs wilden laten volgen waren aangewezen op scholen in Alkmaar, Amsterdam of Haarlem. Op 22 juni 1954 werd het initiatief tot oprichting van een rk-middelbare school genomen op een vergadering van KVP-gemeenteraadsleden. De officiële stichtingsakte werd gepasseerd op 24 augustus 1955. Na talloze besprekingen kon het bestuur medio 1956 overgaan tot de benoeming van een directeur. In september werd de nieuwe rk hbs-b St. Michaël geopend aan het Schoolpad te Zaandijk. De school begon met 72 leerlingen en 9 docenten. In 1959 werd een hbs-a-afdeling toegevoegd en in september 1960 volgde een gymnasium-afdeling. De schoo In aam werd gewijzigd in rk-lyceum St. Michaël. Rectoren waren achtereenvolgens M.A. Brinkman (1956), Ph. W. Scheen (1961 ), drs. J.A.M. Diederenplugin-autotooltip__default (1966) en J.M. van der Mark (1981). Het verkrijgen van een eigen schoolgebouw vroeg veel inspanning van het bestuur en overige betrokkenen. Men had aanvankelijk met veel verzet van milieugroeperingen en historische verenigingen tegen de bouw van een school in het landelijke gebied van de Kalverpolderplugin-autotooltip__default te maken. Dit verzet had in zoverre succes dat een geplande woonwijk niet doorging, waardoor de school op een 'eiland' is komen te staan. In 1963 ging uiteindelijk de eerste paal de grond in en de nieuwe school kon in 1965 in gebruik worden genomen. De naam werd gewijzigd in St. Michaël College, in 1968 uitgebreid tot RK scholengemeenschap St. Michael College voor havo en vwo. De school telde in 1991 750 leerlingen.

Het bestuur van de vereniging voor Christelijk Middelbaar en Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Zaanstreek heeft zich zeer ingespannen om een Christelijke HBS van de grond te krijgen. Op 2 september 1957 kregen 46 leerlingen verdeeld over twee eerste klassen les aan de Christelijke HBS te Zaandam. Dr. C. Visser was de eerste directeur en gaf leiding aan negen docenten.

De school was gehuisvest in twee lokalen aan de Czarinastraat en groeide snel. De huisvesting werd een probleem. Eerst werden ook lokalen van de christelijke lagere school in de Ooievaarstraat gebruikt en later noodlokalen aan de Parkstraat waar in 1960 een hele noodschool in gebruik werd genomen.

In 1965 begon de bouw van een nieuwe school in de Blaise Pascalstraat, die in 1967 in gebruik werd genomen. De naam van de school werd van Christelijke HBS gewijzigd in Reformatorisch College Blaise Pascal. H. Sijbrand, conrector, volgde in 1970 de heer Visser op. Hij vervulde het rectorschap tot 1987 en werd in dat jaar opgevolgd door J.A. Meijwes.

De Kost- en Dagschool voor meisjes ofwel Jongejuffrouwenschool werd in 1839 gesticht. De gemeente kocht voor deze school een huis aan het Vinkenpad. In de beginperiode was Mw A.W. Arendsen Hein kostschoolhouderes. Het reglement bevatte een aantal bepalingen waaronder: 'In de school zal een geregeld en doelmatig onderwijs worden gegeven in de Hollandsche, Fransche, Engelsche en Hoogduitsche talen, alsmede in de Aardrijkskunde, Algemeene en Vaderlandsche Geschiedenis, verdere ontwikkeling van verstand en zedelijke vorming van het hart der jeugd. Aan het laatstgenoemde worde haar onderwijs bijzonder dienstbaar gemaakt. Op haar rust verder de taak om geregeld onderwijs te geven in vrouwelijke handwerken'.

De kosten voor een leerling per jaar bedroegen f 34 tot 10 jaar, f 45 boven 10 jaar en f 400 met volledige kost. Gedurende bijna 40 jaar (1839-1877) heeft de school, geleid door bekwame onderwijzeressen, het middelbaar onderwijs voor de vrouwelijke jeugd uit wat men toen de beschaafde stand noemde, verzorgd aan gemiddeld 50 à 60 leerlingen per jaar afkomstig uit Zaandam en de omringende dorpen. In 1870 werd nog buiten de gewone schooluren aan meisjes die dit wensten les in natuurkunde en meetkunde gegeven. In 1872 werden lessen in huishoudelijke zaken en gymnastiek toegevoegd. De school bleek met dit programma zelfs na de oprichting van de HBS nog voldoende aantrekkingskracht te bezitten, mede door de uitnemende leiding van schoolhoofd mej. Kosters. Na het vertrek van mej. Kosters in 1877 besloot de gemeenteraad de school, die nog door 50 meisjes werd bezocht, geen subsidie meer te verlenen. Zonder subsidie bleef de school tot 1884 voortbestaan, waarna omzetting volgde in een openbare meisjesschool voor mulo, als dependance van de muloschool aan de Westzijde.

Toen de wet van 1857 voorschreef om voor voldoende mulo-onderwijs te zorgen, waren te Zaandam twee inrichtingen daartoe gesticht, namelijk één aan de Gedempte Gracht, met als hoofd Ch. Eijkmanplugin-autotooltip__default (zie ook 1.2.8.), die de school tot grote bloei bracht, en één in de Oostzijde onder leiding van P. Kat. Deze school bleef niet lang bestaan; na verloop van negen jaar werd zij samengevoegd met die in de Westzijde en telde toen gezamenlijk 140 leerlingen en zes leerkrachten. Niet iedereen was het hier mee eens. De bekende Zaandammer Jacob Middelhoven verzamelde 62 handtekeningen tegen de samenvoeging. De dependance aan de Westzijde van de voormalige Jongejuffrouwenschool bleef alleen toegankelijk voor meisjes. In 1887 deed het Zaandamse raadslid W.J. Pekelharing het voorstel om de meisjes-mulo op te heffen. De toenmalige inspecteur verzette zich tegen deze sluiting. 'Op pedagogische gronden achtte hij het voor de vorming van het karakter onzer Nederlandse vrouwen wenselijk dat onze meisjes boven de 13-jarige leeftijd een andere leiding en ten dele ook een ander onderwijs genieten dan onze knapen. Te meer zijn deze redenen klemmend omdat dit onderwijs te Zaandam bestaat'. Het voorstel Pekelharing werd verworpen.

In 1902 werd het openbare mulo-onderwijs gereorganiseerd. De afzonderlijke meisjesschool werd in 1904 opgeheven. Zeer lang was S. Roosma hoofd van de ulo, in 1945 opgevolgd door D.C. van der Waal. Deze nam afscheid in 1959 en is opgevolgd door G. de Bruyn. De school startte in datzelfde jaar twee determineerklassen. Dit waren klassen waarin werd beoordeeld of de leerling goed gekozen had. Het ZISB verleende hierbij de nodige ondersteuning. De school maakte een flinke groei door en in 1960 werd geklaagd over ruimtegebrek, waardoor aan klassen van 36 leerlingen les gegeven moest worden. G.D. Bannink werd in 1965 tot hoofd benoemd. De mammoet-wet bood ruimte voor differentiatie en in 1966 startte men met een 3-jarige ulo-opleiding om de grote afstroom van leerlingen tegen te kunnen gaan. In februari 1960 meende het gemeentebestuur van Zaandam dat ter ontlasting van de eerste openbare ulo-school tot de oprichting van een tweede moest worden overgegaan. Deze school werd voorlopig gehuisvest in het gebouw van de Feniksschool. Hoofd werd H. Klomp. In 1963 werd een gebouw aan de Bloemgracht in gebruik genomen, terwijl op 6 januari 1964 een geheel nieuwe school 't Fregat aan de Gouw kon worden betrokken. De stichting Christelijke ULO onder leiding van ds. W. Breukelaar heeft hard gewerkt om de diverse gereformeerde richtingen tot eensgezindheid te brengen. De motivatie werd versterkt door het openbaar onderwijs dat in de ogen van de christelijken 'hoe langer hoe meer op socialistische leest geschoeid werd en dat geheel bekostigd werd door de openbare kassen'. (Uitspraak van vóór de financiële gelijkschakeling van het openbaar en bijzonder onderwijs in 1920).

In 1904 legde Zr. Huygens de eerste steen voor de school aan de Ooievaarstraat. De school werd op 31 augustus 1904 geopend. Hoofd werd C. Berkhouwer. Ondanks financiële zorgen, alle kosten inclusief de salarissen moesten uit eigen middelen worden betaald, werd de school in 1907 uitgebreid met twee lokalen en in 1917 met nog eens vier lokalen. Tot 1 februari 1946 vormden de lagere school en de ulo-school één organisatie met één hoofd. In 1954 werd het nieuwe gebouw aan de Provinciale weg betrokken en werd de naam Groen van Prinsterer, christelijke school voor (m)ulo, later mavo. De directie bestond in de loop der jaren uit de heren C. Berkhouwer (1904), H. Korfker (1918), Arie van Os (1940), Jan Kouwenhoven (1964), Willem Laanstra (1976), H.A. Schnaar (1987).

In 1958 besloten twee verenigingen voor christelijk onderwijs te Zaandam om elk een ulo-school te stichten in het zuid-oostelijk deel van Zaandam. Mede op aandrang van het gemeentebestuur werd uiteindelijk één ulo-school gesticht uitgaande van de Stichting van Verenigingen voor Christelijk onderwijs te Zaandam; de Christelijke mavo Zaandam-Zuid. Sinds 1966 berust het bestuur bij de Vereniging voor Christelijk Onderwijs Zaanstad. Op 1 september 1958 werd begonnen in twee lokalen aan de Hogendijk. In januari 1960 werd een noodgebouw aan de Meidoornstraat in gebruik genomen. Daarna volgde een uitbreiding aan de Zuidervaart en aan het Pauwenven.

Het huidige schoolgebouw aan het Pauwenven werd in 1975 betrokken. De directie bestond achtereenvolgens uit D. Kiburg (1958) en Eduard A. Morris (1979). De school kwam in 1978 in grote problemen doordat een deel van het lerarencorps de Christelijke identiteit niet meer kon onderschrijven. Dit leidde tot ontslag van een aantal leraren in een periode vlak voor de examentijd. Als gevolg hiervan daalde het leerlingenaantal binnen een paar jaar op dramatische wijze van zo'n 430 tot 200.

In 1922 werd de RK mulo opgericht als streekschool voor de gehele Zaanstreek. De school was gehuisvest aan de Bloemgracht. Later werd de naam gewijzigd in Kardinaal de Jongschool voor ulo en gevestigd aan het L.T. Roggeplein. Hoofden van de school waren onder meer A.N.J. Staats (1956) en A.C. de Mooij (1966). In Krommenie kwam in 1962 de rooms katholieke ulo Dr. Ariëns tot stand, gevestigd aan het Vlietsend. Met de invoering van de Mammoetwet werd deze naam gewijzigd in Dr. Ariëns mavo. Later verhuisde de school in twee etappes naar een nieuw gebouw in de Popelstraat. Directeuren waren achtereenvolgens: M.G. van Hoogstraten en vanaf 1983 F.H.M. van Rooij. Op 22 juni 1955 werd de Stichting tot Oprichting en Instandhouding van Christelijke scholen te Wormerveer opgericht, mede op initiatief van H. Vos. De christelijke mavo Zaanstreek-Noord werd in 1957 1957 aanvankelijk als (m)ulo geopend. Het eerste onderkomen was aan de Marktstraat in een afgekeurd schoolgebouw. Er waren 75 leerlingen en drie leerkrachten. In 1958 kon een nieuw schoolgebouw aan de Noorderstraat betrokken worden. Het eerste hoofd was M. Dijkstra. Deze werd opgevolgd door D. Louwerse (1960), W.H. Arends (1967) en C. Janssen (1984). Per l januari 1988 ging bovengenoemde stichting op in de Vereniging voor Christelijk Middelbaar en Voortgezet Hoger Onderwijs in de Zaanstreek. Het voortgezet lager onderwijs (vglo) in Zaandam was geen schakelschool maar gaf eindonderwijs. Een bepaalde categorie leerlingen kwam daardoor niet aan haar trekken. Individueel en maatschappelijk was dat een onbevredigende toestand. Vandaar dat het gemeentebestuur de vglo in augustus 1958 omzette in een openbare school voor Individueel Voortgezet Onderwijs (ivo) De Werf gehuisvest in de school aan het Kattegat. Hoofd werd K. Moedt. De officiële opening vond plaats op 7 november 1958. Goede leerlingen konden het ivo-a of ivo-b diploma halen. Qua niveau staat het ivo-b ongeveer gelijk aan het ulo-a diploma. Bij de start waren er elf leerlingen. De school groeide aanvankelijk snel tot ruim 200 leerlingen maar ten gevolge van een sterkere selectie trad er in 1966 een flinke teruggang op. De school werd later een gewone mavo-school en verhuisde naar het huidige gebouw aan de Zuiderzee te Zaandam. Directeur was R.H.G. Vet.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/onderwijs/algemeen_vormend.txt
  • Laatst gewijzigd: 2024/05/29 05:43
  • door zaanlander