1.3.2. Schoolgeld
In het begin van de 20e eeuw was het lager onderwijs nog niet kosteloos. Ondanks de invoering van de Leerplicht in 1900 werd er nog steeds schoolgeld geheven. Pas in 1948 vervielen de bepalingen betreffende het heffen van schoolgeld uit de Lager-onderwijswet van 1920.
Tot 1920 bepaalden de gemeenten zelf voor een belangrijk deel hoe de schoolgeldinning geregeld was. Zo deelde de gemeentelijke verordening op de heffing van schoolgeld van Zaandijk in 1900 de hoogte van het schoolgeld in 14 categorieën in op basis van het inkomen:
- De laagste categorie, f 2,40 per leerling per jaar gold bij een jaarinkomen van f 500,- of minder.
- De hoogste categorie, f 18,- per leerling per jaar gold bij een jaarinkomen van f 7.000,- of meer.
Als er meer dan twee kinderen uit een gezin naar school gingen, werd per kind minder schoolgeld geheven. Andere gemeenten hadden soortgelijke regelingen. De verschillen tussen de gemeenten lagen vooral in de categorie-indelingen en de daaraan gekoppelde tarieven.
Voor leerlingen van zeer arme ouders werd veelal helemaal geen schoolgeld betaald. Het ging dan relatief om veel leerlingen. Zo werd in Zaandijk in 1900 voor 244 leerlingen wel schoolgeld geïnd en voor 249 niet. Voor het toen blijkbaar meer welvarende Koog waren deze getallen respectievelijk 517 en 214.