onderwijs:vandalisme

1.2.4. Vandalisme

Aan het eind van de 18e eeuw traden grote armoede en geestelijk verval op. Dit had onder meer verstoringen van de rust en de openbare orde tot gevolg. Vandalisme is overigens blijkbaar een steeds terugkerend maatschappelijk probleem. In de jaren 80 van de 20e eeuw kennen we in het onderwijs de zogenaamde vandalismeprojecten. Deze hebben tot doel het jeugdvandalisme terug te dringen.

In 1644 leidde de losbandigheid van de Oostzaanse jeugd ook al tot opmerkelijke maatregelen van de kant van de gemeente. Schout en Schepenen van Oostzaan constateerden 'groote rebelligheyt en vele vernielingen. Dagelycks wordt gesneden ende derselver glasen worden ingegoyt met stenen, kluyten of anders'. Om deze losbandigheid van de jeugd in te dammen, verleenden de Schout en Schepenen van Oostzaan in 1644 aan bepaalde ingezetenen, waaronder de schoolmeester en de plaatselijke marskramer, de bevoegdheid om boeten aan de jeugd uit te delen. Om één en ander aan te moedigen werd verder bepaald dat de helft van deze bekeuringen behouden mocht blijven. Een dergelijke manier van handelen was in die tijd vrij algemeen.

In Oost-Zaandam kreeg de dorpsbode Teewis Duyvis in 1679 de opdracht van de plaatselijke overheid om alle geraas en schreeuwen van jongens in en om de kerk te weren. In 1693 kregen twee mannen, eveneens in Oost-Zaandam, de opdracht om de wacht te houden bij het Nieuwe Huys tijdens de preek. In 1799 klaagde meester Teunis Warnaar bij het gemeentebestuur van Koog aan de Zaan over met name genoemde jongens, die een plan hadden gesmeed om de ondermeester uit het gestoelte te halen.

Uit de 18e en 19e eeuw zijn meer beschrijvingen van bandeloosheid en vandalisme-gedrag bekend. In 1856 werd een 13-jarig meisje in Zaandijk op de Lagedijk nabij de Tuinpadbrug door grote lummels geschopt en geslagen. Uit datzelfde jaar dateerde een klacht over herhaaldelijke diefstal uit alleenstaande molens door kinderen.

Ook op het zedelijke vlak was er in die tijd al van alles aan de hand. In 1861 werd Jan Karel Baltus Anemaet, hoofdonderwijzer van de Franse Jongensschool te Zaandijk, beschuldigd van onzedelijke handelingen met zijn leerlingen. De burgemeester stelde persoonlijk een onderzoek in. Hieruit bleek dat de meester al die jaren ongestraft met zijn schoolkinderen had kunnen sollen, omdat niemand de moed had gehad er thuis over te spreken.

De seksuele ethiek in het onderwijs staat in de warme belangstelling van velen. Zo werd in 1988 in het gemeentehuis van Zaanstad te Zaandijk een symposium georganiseerd voor onderwijsgevenden en andere betrokkenen over het thema signaleren en reageren bij seksueel misbruik van kinderen. Ook werden er in dat jaar landelijke onderwijsinspecteurs aangesteld, belast met de bestrijding van ongewenste intimiteiten op het werk.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/onderwijs/vandalisme.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/21 22:48
  • door jan