Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie | Vorige revisie | ||
oostknollendam [2019/05/10 22:27] |
oostknollendam [2024/03/28 21:42] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
==== Oostknollendam ==== | ==== Oostknollendam ==== | ||
- | Buurtschap of klein dorp, behorend tot de gemeente Wormer, vanaf 1991 gemeente Wormerland, vroeger behorend tot de [[banne|Banne]] van Wormer; tweelingdorp met Westknollendam, | ||
- | Voor het onderlinge verkeer was men aangewezen op een veer. Deze met een roeiboot onderhouden veerdienst bracht weinig op, de pacht heeft daardoor nooit meer dan enkele guldens per jaar bedragen. Waren er vroeger nog wel enkele winkels, door de toegenomen mobiliteit zijn de inwoners zich voor hun inkopen op Wormer en de Zaangemeenten gaan oriënteren. Doordat Oostknollendam geen zelfstandige gemeente was en is, is de omvang niet nauwkeurig aan te geven vanwege het ontbreken van gemeentegrenzen. Dit betreft vooral de oostelijke begrenzing. De [[schaalsmeer|Schaalsmeer]], | + | Buurtschap, klein dorp, behorend tot de gemeente Wormer, vanaf 1991 gemeente Wormerland, vroeger behorend tot de [[banne|Banne]] van Wormer; tweelingdorp met Westknollendam, |
+ | |||
+ | Er heeft nooit een aparte gemeente Knollendam of Oostknollendam bestaan. Over Oostknollendam is weinig gepubliceerd; | ||
+ | |||
+ | De tweelingdorpen waren tot de Tweede Wereldoorlog meer dan nu op elkaar aangewezen. De kerk stond aanvankelijk in Westknollendam, | ||
+ | |||
+ | Voor het onderlinge verkeer was men aangewezen op een veer. Deze met een roeiboot onderhouden veerdienst bracht weinig op, de pacht heeft daardoor nooit meer dan enkele guldens per jaar bedragen. Waren er vroeger nog wel enkele winkels, door de toegenomen mobiliteit zijn de inwoners zich voor hun inkopen op Wormer en de Zaangemeenten gaan oriënteren. | ||
+ | |||
+ | Doordat Oostknollendam geen zelfstandige gemeente was en is, is de omvang niet nauwkeurig aan te geven vanwege het ontbreken van gemeentegrenzen. Dit betreft vooral de oostelijke begrenzing. De [[schaalsmeer|Schaalsmeer]], | ||
+ | |||
+ | De [[knollendammervaart|Knollendammervaart]] wordt voor ongeveer de helft tot Oostknollendam gerekend. Dat geldt niet voor het deel van de Markerpolder ten westen van deze vaart, dat tot de gemeente Wormer behoort. | ||
Cijfers over het aantal inwoners zijn schaars, doordat een afzonderlijke gemeentelijke administratie ontbreekt. Tot 1796 zijn slechts gegevens van Oost- en Westknollendam gezamenlijk bekend. In 1543 woonden er niet meer dan 18 personen in beide gehuchten tezamen, maar in 1635 waren dat er 220, terwijl dit aantal in 1796 waarschijnlijk verdubbeld was, er werden toen namelijk 250 inwoners in Oostknollendam alleen geregistreerd. In 1845 was het aantal Oostknollendammers tot 180 afgenomen. In 1989 woonden er 680 personen in de buurtschap. Ook van de vroegere kerkelijke gezindheid is geen duidelijk beeld te geven. Vermeld is dat er in 1796 250 inwoners woonden, 70 gereformeerden en 26 doopsgezinden waren, maar daaronder waren de kinderen waarschijnlijk niet inbegrepen. | Cijfers over het aantal inwoners zijn schaars, doordat een afzonderlijke gemeentelijke administratie ontbreekt. Tot 1796 zijn slechts gegevens van Oost- en Westknollendam gezamenlijk bekend. In 1543 woonden er niet meer dan 18 personen in beide gehuchten tezamen, maar in 1635 waren dat er 220, terwijl dit aantal in 1796 waarschijnlijk verdubbeld was, er werden toen namelijk 250 inwoners in Oostknollendam alleen geregistreerd. In 1845 was het aantal Oostknollendammers tot 180 afgenomen. In 1989 woonden er 680 personen in de buurtschap. Ook van de vroegere kerkelijke gezindheid is geen duidelijk beeld te geven. Vermeld is dat er in 1796 250 inwoners woonden, 70 gereformeerden en 26 doopsgezinden waren, maar daaronder waren de kinderen waarschijnlijk niet inbegrepen. | ||
- | Volgens de 19e-eeuwse auteur en letterkundige [[aj_van_der_aa|Abraham Jacob van der Aa]] gaf voor het jaar 1845 enkele cijfers voor Oost- en Westknollendam gezamenlijk: | + | Volgens de 19e-eeuwse auteur en letterkundige [[aj_van_der_aa|Abraham Jacob van der Aa]] gaf voor het jaar 1845 enkele cijfers voor Oost- en Westknollendam gezamenlijk: |
+ | |||
+ | Hoewel Van der Aa ook katholieken noemde, vermeldde hij geen aantal. Het lijkt aannemelijk dat zich direct na de aanleg van de Knollendam enige bewoning aan de oost- en westkant van de Zaan heeft gevestigd. Toen deze dam in 1374 werd doorsluist, was dit een gunstig punt voor een herberg. Hoe logisch deze veronderstelling ook lijkt, toch waren er in 1543 slechts drie ' | ||
+ | |||
+ | Even opmerkelijk is dat zich in Oostknollendam, | ||
+ | |||
+ | Historica [[verkade2|Dr. Margaretha Adriana Verkade]] veronderstelde dat de weinige bewoners zich rond het midden van de 16e eeuw vooral op de binnenvisserij hadden toegelegd. Deze is tot ver in de 19e eeuw van belang gebleven. | ||
+ | |||
+ | Aan het einde van de 17e eeuw heeft de walvisvaart een aantal inwoners werk verschaft. In 1702 werden drie walvisvaarders uitgereed, die in dat jaar niet minder dan 38 walvissen aanvoerden. In een koopakte uit 1686 worden een traankokerij en een pakhuis in Oostknollendam genoemd. Toen de walvisvaart in de 18e eeuw geleidelijk terugliep, is men zich blijkbaar steeds meer op de veeteelt gaan toeleggen. | ||
+ | |||
+ | Oost- en Westknollendam tezamen had halverwege die eeuw zelfs de grootste veestapel van de Zaanstreek. De melk werd in 1796 niet uitgevent, maar vooral tot kaas verwerkt. De watersnood van 1717, de veepest van 1744 en een volgende epidemie onder het vee in de jaren 1769-1772 zullen grote zorgen met zich hebben meegebracht, | ||
- | Even opmerkelijk | + | Mogelijk |
- | Aan het einde van de 17e eeuw heeft de walvisvaart een aantal inwoners werk verschaft. In 1702 werden drie walvisvaarders uitgereed, die in dat jaar niet minder dan 38 walvissen aanvoerden. | + | Pas aan het eind van de 19e eeuw ontstond er enige industrialisatie in de buurtschap. In 1913 werd de kaasfabriek 'Nooit Gedacht' |
- | Oost- en Westknollendam tezamen had halverwege die eeuw zelfs de grootste veestapel van de Zaanstreek. De melk werd in 1796 niet uitgevent, maar vooral tot kaas verwerkt. De watersnood van 1717, de veepest van 1744 en een volgende epidemie onder het vee in de jaren 1769-1772 zullen grote zorgen met zich hebben meegebracht, | + | Over de huidige beroepsbevolking is weinig meer bekend dan dat deze grotendeels in de Zaanse bedrijven en elders werkt. De middenstand heeft zich geleidelijk uit het dorp teruggetrokken. |
- | Pas aan het eind van de 19e eeuw ontstond er enige industrialisatie in de buurtschap. In 1913 werd de kaasfabriek 'Nooit Gedacht' | + | Tussen 1952 en 1977 vertrokken er drie kruideniers, |
Literatuur: | Literatuur: | ||
* Zes eeuwen Oostknollendam. Uitgave Contactcommissie Oostknollendam 1977; | * Zes eeuwen Oostknollendam. Uitgave Contactcommissie Oostknollendam 1977; | ||
- | * L. van Ollefen, Stads- en Dorpsbeschrijver van Kennemerland, | + | * Lieve van Ollefen, Stads- en Dorpsbeschrijver van Kennemerland, |
* Dr. M.A. Verkade, Den derden dach, Alkmaar 1982; | * Dr. M.A. Verkade, Den derden dach, Alkmaar 1982; | ||
* A. Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche Dorpen, Haarlem 1796; | * A. Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche Dorpen, Haarlem 1796; | ||
* C. Mol, Uit de geschiedenis van Wormer, Amsterdam 1966; | * C. Mol, Uit de geschiedenis van Wormer, Amsterdam 1966; | ||
* A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, | * A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, |