oostknollendam

Dit is een oude revisie van het document!


Buurtschap of klein dorp, behorend tot de gemeente Wormer, vanaf 1991 gemeente Wormerland, vroeger behorend tot de Banneplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBanne

Zie: Ban (banne) en Bestuur en rechtspraak 1.2.4.
van Wormer; tweelingdorp met Westknollendam, waarvan het door het meest noordelijke deel van de Zaan is gescheiden. Er heeft nooit een aparte gemeente Knollendam of Oostknollendam bestaan. Over Oostknollendam is weinig gepubliceerd; de schaarse gegevens zijn alleen verspreid te vinden. Cees Molplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMol, Kees

Wijdenes, 10 november 1894 - Purmerend, 1971

Cornelis (Kees) Mol, bijna 30 jaar gemeente-secretaris van Wormer, auteur van 'Uit de geschiedenis van Wormer' (Amsterdam 1966 en 1980), kwam in de zomer van 1911 als volontair uit Amsterdam naar Wormer. Per 1 oktober 1913 kreeg hij een vaste aanstelling, per 1 mei 1930 werd hij benoemd tot gemeente-secretaris. Dat bleef hij tot zijn pensionering per 1 december 1959. Tijdens zijn werk in Wormer gaf Mol blijk van grote interesse in de plaat…
, die de geschiedenis van Wormer beschreef, wijdde slechts enkele pagina's aan de buurtschap. Zijn aandacht ging vooral uit naar de vroegere dam in de Zaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKnollendam

Voormalige dam aan de noordkant van de Zaan, die voorkwam dat vloedwater uit de Schermer vanuit het noorden de Zaan instroomde. De dorpen Oost- en West-Knollendam zijn naar deze Dam genoemd.

Het is niet precies bekend wanneer de Knollendam werd aangelegd. Zeker is dat dit in de 14e eeuw gebeurde, volgens
, waaraan het dorp zijn naam te danken heeft. De tweelingdorpen waren tot de Tweede Wereldoorlog meer dan nu op elkaar aangewezen. De kerk stond aanvankelijk in Westknollendam, de pastorie aan de oostkant van de Zaan. Ooit hadden beide buurtschappen een eigen school, maar sinds het begin van de 19e eeuw werd het onderwijs alleen in 'oost' gegeven.

Voor het onderlinge verkeer was men aangewezen op een veer. Deze met een roeiboot onderhouden veerdienst bracht weinig op, de pacht heeft daardoor nooit meer dan enkele guldens per jaar bedragen. Waren er vroeger nog wel enkele winkels, door de toegenomen mobiliteit zijn de inwoners zich voor hun inkopen op Wormer en de Zaangemeenten gaan oriënteren. Doordat Oostknollendam geen zelfstandige gemeente was en is, is de omvang niet nauwkeurig aan te geven vanwege het ontbreken van gemeentegrenzen. Dit betreft vooral de oostelijke begrenzing. De Schaalsmeerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSchaalsmeer

Polder in de Polder Wormer, Jisp en Neck. Toen het nog een meer was, werd het ook wel Schaalsmeer genoemd, nu heet het ook wel Schaalsmeerpolder. In 1631 gingen de bestuurders van Wormer, onder aanvoering van burgemeester Gerrit Lams “de Oude' tot droogmaking over. Zie ook
, drooggelegd in 1634, hoort bij de buurtschap. De ringsloot hiervan gaat op de noordoosthoek over in een naar het noorden lopende sloot. Deze 'grenssloot' loopt tot de grens met Jisp, iets ten zuiden van de boerderij 'Elfenrune'. De Knollendammervaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKnollendammervaart

Ringvaart van het Starnmeer, die tussen 1639 en 1643, bij de droogmaking van het meer, tot stand kwam.
wordt voor ongeveer de helft tot Oostknollendam gerekend. Dat geldt niet voor het deel van de Markerpolder ten westen van deze vaart, dat tot de gemeente Wormer behoort.

Cijfers over het aantal inwoners zijn schaars, doordat een afzonderlijke gemeentelijke administratie ontbreekt. Tot 1796 zijn slechts gegevens van Oost- en Westknollendam gezamenlijk bekend. In 1543 woonden er niet meer dan 18 personen in beide gehuchten tezamen, maar in 1635 waren dat er 220, terwijl dit aantal in 1796 waarschijnlijk verdubbeld was, er werden toen namelijk 250 inwoners in Oostknollendam alleen geregistreerd. In 1845 was het aantal Oostknollendammers tot 180 afgenomen. In 1989 woonden er 680 personen in de buurtschap. Ook van de vroegere kerkelijke gezindheid is geen duidelijk beeld te geven. Vermeld is dat er in 1796 250 inwoners woonden, 70 gereformeerden en 26 doopsgezinden waren, maar daaronder waren de kinderen waarschijnlijk niet inbegrepen.

Volgens de 19e-eeuwse auteur en letterkundige Abraham Jacob van der Aaplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAa, Abraham Jacob van der

Amsterdam, 6 december 1792 - Gorinchem, 21 maart 1857 Abraham Jacob van der Aa 1792-1857 Abraham Jacob van der Aa, 19e-eeuwse auteur en letterkundige, vooral bekend vanwege zijn twee grote woordenboeken: 'Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden' dat tussen 1836 en 1854 in 14 delen verscheen en het twaalfdelige 'Biografisch Woordenboek der Nederlanden (12 delen 1852). Hij gaf zeer veel geschriften uit zoals het Aardrijkskundig Woordenboek van Noord-Brabant, de Gesch…
gaf voor het jaar 1845 enkele cijfers voor Oost- en Westknollendam gezamenlijk: 200 gereformeerden/hervormden en 30 doopsgezinden. De hervormden deelden hun kerk met 100 inwoners van Markenbinnen. Hoewel Van der Aa ook katholieken noemde, vermeldde hij geen aantal. Het lijkt aannemelijk dat zich direct na de aanleg van de Knollendam enige bewoning aan de oost- en westkant van de Zaan heeft gevestigd. Toen deze dam in 1374 werd doorsluisd, was dit een gunstig punt voor een herberg. Hoe logisch deze veronderstelling ook lijkt, toch waren er in 1543 slechts drie 'haardsteden aan de oostkant' van de dam.

Even opmerkelijk is dat zich in Oostknollendam, dat toch aan een drukbevaren scheepvaartroute lag, in de 17e eeuw nauwelijks industrie ontwikkelde. Er heeft geen enkele molen gestaan, in tegenstelling tot Westknollendam dat enkele oliemolens telde. Was de oostoever van de Zaan ongunstig voor de zeilvaart als 'lage wal'? Historica Dr. Margaretha Adriana Verkadeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerkade, dr. Margaretha Adriana

Zaandam, 16 augustus 1908 - Koog aan de Zaan, 1986

Historica, schrijfster van enkele belangrijke publicaties over de Zaanstreek.

Margaretha Verkade begon op latere leeftijd met een studie sociale geografie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam. De Tweede Wereldoorlog dwong haar deze studie geheel zelfstandig te voltooien. Zij promoveerde in 1952 aan de Rijksuniversiteit van Groningen bij de hoogleraar B. Slicher van Bath op het proefschrift 'De opkomst van…
veronderstelde dat de weinige bewoners zich rond het midden van de 16e eeuw vooral op de binnenvisserij hadden toegelegd. Deze is tot ver in de 19e eeuw van belang gebleven.

Aan het einde van de 17e eeuw heeft de walvisvaart een aantal inwoners werk verschaft. In 1702 werden drie walvisvaarders uitgereed, die in dat jaar niet minder dan 38 walvissen aanvoerden. In een koopakte uit 1686 worden een traankokerij en een pakhuis in Oostknollendam genoemd. Toen de walvisvaart in de 18e eeuw geleidelijk terugliep, is men zich blijkbaar steeds meer op de veeteelt gaan toeleggen.

Oost- en Westknollendam tezamen had halverwege die eeuw zelfs de grootste veestapel van de Zaanstreek. De melk werd in 1796 niet uitgevent, maar vooral tot kaas verwerkt. De watersnood van 1717, de veepest van 1744 en een volgende epidemie onder het vee in de jaren 1769-1772 zullen grote zorgen met zich hebben meegebracht, hoewel Oostknollendam minder in verval raakte dan Wormerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWormer Sluis

Voormalig sluisje in de Dam te Zaandam, ook wel Kleine Sluis genoemd. De Wormer Sluis was de eerste sluis in de Dam, waarschijnlijk aangelegd begin 15e eeuw, en was aangelegd op kosten van de bannen van Wormer en Jisp. Deze hadden belang bij ongehinderde doorvaart en daarenboven bij goede afwatering. De sluis had het karakter van een duikersluis; hij was overkapt en te klein om schepen van enig formaat te kunnen schutten.
en Jispplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJisp

Tot 1991 zelfstandige gemeente, ten oosten van de Zaan, op de grens van Zaanstreek en Waterland. Het dorp is, gezien zijn verleden, te beschouwen als behorend bij de Zaanstreek. Jisp is met nog geen duizend inwoners verreweg het kleinste dorp binnen deze Zaanstreek. De buurtschap Spijkerboor behoorde bij de gemeente Jisp. Vóór 1940 was een groot deel van de inwoners voor wat hun inkopen betreft op Purmerend aangewezen. Dit kwam vooral door het ontbreken van voorzieningen in de eigen plaats…
. Mogelijk is door de Oostknollendammers geprofiteerd van de toen opkomende graanhandel als venthandel: met hun schuiten konden zij heel Holland bereiken.

Pas aan het eind van de 19e eeuw ontstond er enige industrialisatie in de buurtschap. In 1913 werd de kaasfabriek 'Nooit Gedacht' gebouwd en in de jaren daarna kwam er een meubelfabriek, die aan 30 mensen werk verschafte maar in de crisis werd gesloten. Over de huidige beroepsbevolking is weinig meer bekend dan dat deze grotendeels in de Zaanse bedrijven en elders werkt. De middenstand heeft zich geleidelijk uit het dorp teruggetrokken. Tussen 1952 en 1977 vertrokken er drie kruideniers, twee bakkers, een manufacturier, een slager, een groenteman en twee andere winkeliers. De bevolking, toegenomen doordat inmiddels nieuwbouw plaats had, men kwam van elders omdat wonen op het platteland aantrekkelijk werd gevonden, is overwegend op Wormer en de overige Zaangemeenten aangewezen.

Literatuur:

  • Zes eeuwen Oostknollendam. Uitgave Contactcommissie Oostknollendam 1977;
  • L. van Ollefen, Stads- en Dorpsbeschrijver van Kennemerland, Amsterdam 1796;
  • Dr. M.A. Verkade, Den derden dach, Alkmaar 1982;
  • A. Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche Dorpen, Haarlem 1796;
  • C. Mol, Uit de geschiedenis van Wormer, Amsterdam 1966;
  • A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 6, Gorinchem 1845.
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/oostknollendam.1599473234.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:07
  • door 127.0.0.1