rogge

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie Beide kanten volgende revisie
rogge [2016/10/02 21:27]
wies
rogge [2018/06/17 15:36]
zaanlander
Regel 1: Regel 1:
 ==== Rogge ==== ==== Rogge ====
-Ondernemersgeslacht (vooral in de [[scheepsbouw|scheepsbouw]]) in de 17e en 18e eeuw. Jan Jansz Rogh (1602- 1676), gehuwd met Mary Jans, vestigde zich omstreeks 1630 in Sardam als Meester Scheepmaker. Hij had twee zoons, Jan en Tewis, die beiden in het vak van hun vader werden opgeleid. Jan Jansz Rogh (1637-1696), ook wel Jan Rogge de Jonge genoemd, huwde tweemaal. Van zijn eerste vrouw weten we niets, zijn tweede vrouw heette Dieuwertje IJsbrants. Hij had twee dochters, Guurtje (†1717) en Immitie (†1682) uit zijn eerste huwelijk, en twee dochters, Maritje en Magdaleentje († 1713) en twee zoons IJsbrant en Gerrit uit zijn tweede huwelijk. Met zijn comparanten Jan Jansz Sem, Pieter Heyndricsz en Comelis Pietersz had hij in 1681 al meer dan 200 zeeschepen gebouwd 'soo ter oorlogh als ter coopvaardy gedistineerd'+Ondernemersgeslachtvooral in de [[scheepsbouw|scheepsbouw]]) in de 17e en 18e eeuw. Jan Jansz Rogh (1602- 1676), gehuwd met Mary Jans, vestigde zich omstreeks 1630 in Sardam als Meester Scheepmaker. Hij had twee zoons, Jan en Tewis, die beiden in het vak van hun vader werden opgeleid. Jan Jansz Rogh (1637-1696), ook wel Jan Rogge de Jonge genoemd, huwde tweemaal. Van zijn eerste vrouw weten we niets, zijn tweede vrouw heette Dieuwertje IJsbrants. Hij had twee dochters, Guurtje (†1717) en Immitie (†1682) uit zijn eerste huwelijk, en twee dochters, Maritje en Magdaleentje († 1713) en twee zoons IJsbrant en Gerrit uit zijn tweede huwelijk. Met zijn comparanten Jan Jansz Sem, Pieter Heyndricsz en Comelis Pietersz had hij in 1681 al meer dan 200 zeeschepen gebouwd 'soo ter oorlogh als ter coopvaardy gedistineerd'
  
-De zaken gingen heel goed in de economische expansie van de gouden eeuw en door de vraag naar oorlogsschepen voor de Engelse Oorlogen. Jan Rogge bezat een eigen scheepswerf en houthandel, had parten in een timmerwerf en [[partenrederij|rederijen]] en dreef zaken in onroerend goed. Zijn eerste zoon, IJsbrant Rogge (†1694), schijnt wat heetgebakerd te zijn geweest. Op 20-jarige leeftijd kreeg hij zo'n ruzie met een Franse schipper, dat deze IJsbrant in het ruim van zijn pinas((een 16e-eeuws type zeil- en oorlogsschip)) smeet en ook op hem probeerde te schieten. Het liep goed af, maar vader Jan besloot toch maar dat IJsbrant beter maar niet op de familiewerf moest blijven. Hij liet voor hem een scheepswerf aanleggen op het Bickerseiland te Amsterdam, waarover IJsbrants zwager Cornelis Jalisz Pekelharing, getrouwd met zijn zus Guurtje, voorlopig de scepter zwaaide. +De zaken gingen heel goed in de economische expansie van de gouden eeuw en door de vraag naar oorlogsschepen voor de Engelse Oorlogen. Jan Rogge bezat een eigen scheepswerf en houthandel, had parten in een timmerwerf en [[partenrederij|rederijen]] en dreef zaken in onroerend goed. Zijn eerste zoon, IJsbrant Rogge (†1694), schijnt wat heetgebakerd te zijn geweest. Op 20-jarige leeftijd kreeg hij zo'n ruzie met een Franse schipper, dat deze IJsbrant hem in het ruim van zijn pinaseen 16e-eeuws type zeil- en oorlogsschipsmeet en ook op hem probeerde te schieten. Het liep goed af, maar vader Jan besloot toch maar dat IJsbrant beter maar niet op de familiewerf moest blijven. Hij liet voor hem een scheepswerf aanleggen op het Bickerseiland te Amsterdam, waarover IJsbrants zwager Cornelis Jalisz Pekelharing, getrouwd met zijn zus Guurtje, voorlopig de scepter zwaaide. 
  
-Het is merkwaardig te zien hoe de kinderen van deze Cornelis en Guurtje verschillende achternamen aannamen: Jalis Cornelisz Pekelharing, Aris Cornelisz Haring en Jan Cornelisz Rogge. De laatste werd oppertimmerman bij de Kamer Amsterdam van de Oost Indische Compagnie. Ook de nakomelingen van IJsbrant uit ziin huwelijk met Trijntje Cornelis Nen zouden generaties lang scheepsbouwers zijn op het Bickerseiland. De tweede zoon, Gerrit Jansz Rogge (1676-1733), huwde driemaal, eerst met Aagje Pieters Louwen, uit welk huwelijk een zoon, Jan, daarna met Grietje Jans Bleeker (†1713) waarvan geen kinderen, en tenslotte met Maritje Dircks Ouwejan, waarvan drie dochters, Dieuwertje, Maritje en Aagje. Naast het beroep van zijn vader oefende Gerrit ook de [[walvisvaart|walvisrederij]] uit, zowel naar Groenland als naar Straat Davis. +Het is merkwaardig te zien hoe de kinderen van deze Cornelis en Guurtje verschillende achternamen aannamen: Jalis Cornelisz Pekelharing, Aris Cornelisz Haring en Jan Cornelisz Rogge. De laatste werd oppertimmerman bij de Kamer Amsterdam van de Oost Indische Compagnie. Ook de nakomelingen van IJsbrant uit zijn huwelijk met Trijntje Cornelis Nen zouden generaties lang scheepsbouwers zijn op het Bickerseiland. De tweede zoon, Gerrit Jansz Rogge (1676-1733), huwde driemaal, eerst met Aagje Pieters Louwen, uit welk huwelijk een zoon, Jan, daarna met Grietje Jans Bleeker (†1713) waarvan geen kinderen, en tenslotte met Maritje Dircks Ouwejan, waarvan drie dochters, Dieuwertje, Maritje en Aagje. Naast het beroep van zijn vader oefende Gerrit ook de [[walvisvaart|walvisrederij]] uit, zowel naar Groenland als naar Straat Davis. 
  
 Zijn zoon, Jan Gerrit Jansz (1695-1731) was ook scheepsbouwer, walvisreder en koopman. Hij huwde tweemaal, de laatste keer met Catharijntje Teeuwis († 1763) en had drie dochters uit zijn eerste huwelijk, Guurtje, Maritje en Dieuwertje, en nog een dochter, Eefje, uit het tweede huwelijk. De dochters van Gerrit Jansz Rogge vermeden als goede [[doopsgezinden|mennonisten]] de 'buyten-trouw' en huwden doopsgezinde Zaankanters. Dieuwertje huwde Jacob van Bentem, Maritje trouwde [[mats|Jacob Dirks Mats]] (hun zoon Gerrit Jacobs Mats trouwde Trijntje Hendriks Valk en diens dochter Aagje Mats trouwde de papiermaker Hendrik van [[Gelder]]; Aagjes portret hangt in de [[zaanlandsche4|Zaanse Oudheidkamer]]). De laatste dochter, Aagje Jans Rogge, huwde de rijke Dirk Arisz Visser. Zij lieten een glazen tentjachtje bouwen, dat nog is te zien in het Scheepvaart Museum te Amsterdam.  Zijn zoon, Jan Gerrit Jansz (1695-1731) was ook scheepsbouwer, walvisreder en koopman. Hij huwde tweemaal, de laatste keer met Catharijntje Teeuwis († 1763) en had drie dochters uit zijn eerste huwelijk, Guurtje, Maritje en Dieuwertje, en nog een dochter, Eefje, uit het tweede huwelijk. De dochters van Gerrit Jansz Rogge vermeden als goede [[doopsgezinden|mennonisten]] de 'buyten-trouw' en huwden doopsgezinde Zaankanters. Dieuwertje huwde Jacob van Bentem, Maritje trouwde [[mats|Jacob Dirks Mats]] (hun zoon Gerrit Jacobs Mats trouwde Trijntje Hendriks Valk en diens dochter Aagje Mats trouwde de papiermaker Hendrik van [[Gelder]]; Aagjes portret hangt in de [[zaanlandsche4|Zaanse Oudheidkamer]]). De laatste dochter, Aagje Jans Rogge, huwde de rijke Dirk Arisz Visser. Zij lieten een glazen tentjachtje bouwen, dat nog is te zien in het Scheepvaart Museum te Amsterdam. 
  
-De tweede zoon, Tewis Jansz Rogge (†1686), van de stamvader Jan Jansz Rogh (1602- 1676) was ook scheepsbouwer en stond bekend als een rustig, nijver en spaarzaam ondernemer. Hij huwde tweemaal, eerst met Haesje Lijnses en daarna met Aeltje Claes Ris. Van de familie van zijn eerste vrouw komt de naam 'Lijnsof 'Lijnst`, die generaties lang in de familie Rogge voor zou komen. Zijn zoon Lijns(t) Tewisz Rogge (1664-1741), gehuwd met Trijntje Jans Reijers (1673-1728), was ook al weer scheepsbouwer en reder ter walvisvaart. Het was zijn scheepswerf die (naar verluidt) [[czaar|Czaar Peter]] in 1697 bij zijn verblijf in Zaandam bezocht. Lijnst en Trijntje hadden vier zoons: Tewis, Jan, Pieter en Dirk. Zijn zoon, Tewis Lijnstz Rogge († 1772), gehuwd met Hillegonda Dirks Krayer, was ook scheepsbouwer, maar ondervond samen met zijn zoon Lijnst Tewisz Rogge (1733-1776) veel tegenslag en moest tenslotte zijn werf laten veilen. +De tweede zoon, Tewis Jansz Rogge (†1686), van de stamvader Jan Jansz Rogh (1602- 1676) was ook scheepsbouwer en stond bekend als een rustig, nijver en spaarzaam ondernemer. Hij huwde tweemaal, eerst met Haesje Lijnses en daarna met Aeltje Claes Ris. Van de familie van zijn eerste vrouw komt de naam Lijns of Lijnst, die generaties lang in de familie Rogge voor zou komen. Zijn zoon Lijns(t) Tewisz Rogge (1664-1741), gehuwd met Trijntje Jans Reijers (1673-1728), was ook al weer scheepsbouwer en reder ter walvisvaart. Het was zijn scheepswerf die (naar verluidt) [[czaar|Czaar Peter]] in 1697 bij zijn verblijf in Zaandam bezocht. Lijnst en Trijntje hadden vier zoons: Tewis, Jan, Pieter en Dirk. Zijn zoon, Tewis Lijnstz Rogge († 1772), gehuwd met Hillegonda Dirks Krayer, was ook scheepsbouwer, maar ondervond samen met zijn zoon Lijnst Tewisz Rogge (1733-1776) veel tegenslag en moest tenslotte zijn werf laten veilen. 
  
-De tweede zoon van Lijnst Tewisz Rogge en Trijntje Reijers, Jan Lijnstz Rogge (1703-1759) was leraar in het Fries doopsgezinde 'Oude Huys' en daarnaast directeur van de lijnbaan 'De Witte Olyphant', bezat een traankokerij en enige pakhuizen en dreef een handel in hout en andere koopmansgoederen, sloot assurantiën af en trad op als 'renthaler'. Hij was dus een echt voorbeeld van een Zaanse ondernemer en koopman, die risico's spreidde. Hij trouwde eerst Engeltje Adriaansdr. van Wimmenum en daarna Maritje Wouters Corver. Uit het eerste huwelijk had hij vier zoons: Adriaan, Tewis, Lijnst en Cornelis. [[rogge1|Adriaan Jansz Rogge]] was een zeer voornaam man in Zaandam. Naast touwslager en reder was hij ook papiermaker. Toen de doopsgezinde dominee Hendrik van Gelder zijn zoon [[gelder_van_ondernemersgeslacht|Pieter Smidt van Gelder]] in de leer wilde doen voor het papiermakersvak, benaderde hij Adriaan Rogge. Maar Adriaan beval hem aan dit te doen bij de jongere 'self-made man' Maarten Schouten, en aldus geschiedde+De tweede zoon van Lijnst Tewisz Rogge en Trijntje Reijers, Jan Lijnstz Rogge (1703-1759) was leraar in het Fries doopsgezinde 'Oude Huys' en daarnaast directeur van de lijnbaan De Witte Olyphant, bezat een traankokerij en enige pakhuizen en dreef een handel in hout en andere koopmansgoederen, sloot assurantiën af en trad op als renthaler. Hij was dus een echt voorbeeld van een Zaanse ondernemer en koopman, die risico's spreidde. Hij trouwde eerst Engeltje Adriaansdr. van Wimmenum en daarna Maritje Wouters Corver. Uit het eerste huwelijk had hij vier zoons: Adriaan, Tewis, Lijnst en Cornelis. 
  
-Adriaan Rogge trouwde Aaltje Kaard Kuyper en hun enig kind, Grietje, trouwde met Gerrit Gijzen, wiens houthandel als een der weinige ook in de [[franse|Franse tijd]] nog een redelijk bestaan opleverde. Zij hadden geen kinderen. Tewis Jansz Rogge (1735-1803), gehuwd met Grietje Out (†1770), werd koopman te [[Oostzaandam]], had belangen ter walvisvaart en in de lijnbaan met haar rederijen. Reeds vroeg toonde hij een hang naar kansspelen. Op 15-jarige leeftijd richtte hij voor zijn vriendjes al een 'Compagnie voor het kopen en beheren van loten' op. Deze hang naar speculatie zou hem ook later parten spelen en zijn bankroet veroorzaken. +[[rogge1|Adriaan Jansz Rogge]] was een zeer voornaam man in Zaandam. Naast touwslager en reder was hij ook papiermaker. Toen de doopsgezinde dominee Hendrik van Gelder zijn zoon [[gelder_van_ondernemersgeslacht|Pieter Smidt van Gelder]] in de leer wilde doen voor het papiermakersvak, benaderde hij Adriaan Rogge. Maar Adriaan beval hem aan dit te doen bij de jongere self-made man Maarten Schouten, en aldus geschiedde.  
 + 
 +Adriaan Rogge trouwde Aaltje Kaard Kuyper en hun enig kind, Grietje, trouwde met Gerrit Gijzen, wiens houthandel als een der weinige ook in de [[franse|Franse tijd]] nog een redelijk bestaan opleverde. Zij hadden geen kinderen. Tewis Jansz Rogge (1735-1803), gehuwd met Grietje Out (†1770), werd koopman te [[Oostzaandam]], had belangen in de walvisvaart en in de lijnbaan met haar rederijen. Reeds vroeg toonde hij een hang naar kansspelen. Op 15-jarige leeftijd richtte hij voor zijn vriendjes al een 'Compagnie voor het kopen en beheren van loten' op. Deze hang naar speculatie zou hem ook later parten spelen en zijn bankroet veroorzaken. 
  
 De derde en vierde zoon van Lijnst Tewis Rogge en Trijntje Reijers, Pieter Lijnstz Rogge (†1783), gehuwd met Aeltje Claesd Kat, en Dirk Lijnstz Rogge (†1759), gehuwd met Sijntje Comelisdr Out, waren ook weer scheepsbouwers. Van de 266 schepen die tussen 1720 en 1745 te Zaandam zijn gebouwd, waren er 14 van Tewis Lijnstz Rogge, 24 van Pieter Lijnstz Rogge en 12 van Dirk Lijnstz Rogge. Dirk was bovendien geïnteresseerd in de walvisvaart. Pieter en Dirk hadden geen zoons om hun scheepswerven en rederijbelangen aan over te doen.     De derde en vierde zoon van Lijnst Tewis Rogge en Trijntje Reijers, Pieter Lijnstz Rogge (†1783), gehuwd met Aeltje Claesd Kat, en Dirk Lijnstz Rogge (†1759), gehuwd met Sijntje Comelisdr Out, waren ook weer scheepsbouwers. Van de 266 schepen die tussen 1720 en 1745 te Zaandam zijn gebouwd, waren er 14 van Tewis Lijnstz Rogge, 24 van Pieter Lijnstz Rogge en 12 van Dirk Lijnstz Rogge. Dirk was bovendien geïnteresseerd in de walvisvaart. Pieter en Dirk hadden geen zoons om hun scheepswerven en rederijbelangen aan over te doen.    
  
  
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/rogge.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/10 10:03
  • door jan