schutterij

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

schutterij [2016/07/18 17:35]
schutterij [2018/05/12 07:08]
Regel 1: Regel 1:
 ==== Schutterij ==== ==== Schutterij ====
-De plaatselijke schutterij van 1827 tot 1907, niet te verwarren met de [[exercitiegenootschappen|schutterijen]] van voor de [[franse|Franse Tijd]], die na de Franse bezetting ingelijfd werden in het landsleger. De schutterij had tot taak de orde en rust in de gemeente te handhaven en kon daarnaast dienen ter aanvulling van de krijgsmacht. In deze verschilde de schutterij van na de Franse Tijd nauwelijks met die daarvoor. Ook de recrutering was gelijk: de manschappen waren dienstplichtigen en de officieren waren vrijwilligers. In 1815 riep Koning Willem I de schutterijen in de noordelijke Nederlanden opnieuw in 1even. Doordat de taken de gezagsverhoudingen en uitrustingen niet waren omschreven, wordt de werkelijke heroprichting echter in 1827 geplaatst. In  dat jaar werd de Wet op de Schutterijen van kracht, met daarin onder meer de bepaling dat gemeenten met meer dan 2500 inwoners een staande schutterij moesten onderhouden, terwijl gemeenten met minder inwoners een schutterij in ruste moesten hebben+De plaatselijke schutterij van 1827 tot 1907, niet te verwarren met de [[exercitiegenootschappen|schutterijen]] van voor de [[franse|Franse Tijd]], die na de Franse bezetting ingelijfd werden in het landsleger. De schutterij had tot taak de orde en rust in de gemeente te handhaven en kon daarnaast dienen ter aanvulling van de krijgsmacht. In deze verschilde de schutterij van na de Franse Tijd nauwelijks met die daarvoor. Ook de recrutering was gelijk: de manschappen waren dienstplichtigen en de officieren waren vrijwilligers. 
  
-Dat betekende dat in de Zaanstreek alleen Zaandam een staande schutterij kreeg. De schutterij kon worden ingezet bij volksoproeren. stakingen, bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en bij het publiekelijk ten uitvoer brengen van lijfstraffenOok assisteerde zij bij ordehandhaving wanneer er brand uitgebroken was. De Zaandamse schutterij heeft echter tussen 1843 en 1847 geweigerd bij branden op te treden. De Zaanse elite had baat bij een sterke schutterij. Het was dan ook geen probleem officieren te vinden. Niet zelden zijn namen van handelaars en fabrikanten onder de officieren van de schutterij te vindenzoals (naast de al genoemde [[vis|Vis]]) Simonsz, Middelhoven, Van de Stadt en VerkadeDe officieren benoemden de onder-officieren. Manschappen konden alle mannen tussen 25 en 34 jaar zijndie door het lot werden aangewezen voor de dienst; vandaar hun naam `lote1ingen`. Lotelingen konden anderen inhuren als plaatsvervangers+In 1815 riep Koning Willem I de schutterijen in de noordelijke Nederlanden opnieuw in het levenDoordat de taken de gezagsverhoudingen en uitrustingen niet waren omschrevenwerd de werkelijke heroprichting echter in 1827 geplaatstIn dat jaar werd de Wet op de Schutterijen van kracht, met daarin onder meer de bepaling dat gemeenten met meer dan 2500 inwoners een staande schutterij moesten onderhoudenterwijl gemeenten met minder inwoners een schutterij in ruste moesten hebben
  
-De schutterij oefende iedere zondag; deelname aan de oefeningen was verplicht. Rond 1890 kreeg de schutterij een exercitie-lokaal in de Zeemansstraat (eigenlijk het Gemeentelijk Gymnastiek Lokaal, maar er kwamen een schietbaan, een arsenaal en een magazijn voor uitrustingsstukken in). Het oefenen op zondag stuitte op godsdienstige bezwaren. In 1879 liet de regering weten dat exerceren op zondag zo veel mogelijk vermeden moest worden. In Zaandam ging men op donderdag en later op woensdag exerceren. De bewapening van schutters bestond uit een geweer met bajonetTot 1854 waren officieren bewapend met een degen, daarna met een sabel. Zij kregen ook (later) een revolver. De bewapening van onder-officieren bestond uit: geweer met bajonet en sabel+Dat hield in dat in de Zaanstreek alleen Zaandam een staande schutterij kreeg. De schutterij kon worden ingezet bij volksoproeren, stakingen, bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en bij het publiekelijk ten uitvoer brengen van lijfstraffenOok assisteerde zij bij ordehandhaving wanneer er brand uitgebroken was. De Zaandamse schutterij heeft echter tussen 1843 en 1847 geweigerd bij branden op te treden
  
-Onmisbaar bij de schutterij waren de tamboers en hoornblazers ('pijpers')Zij begeleidden de schutters, door hun muziek liepen dezen in de maatTijdelijk is er soms zelfs een muziekkorps geweest. In Zaandam was er een korps tussen 1840 en 1847een paar jaar na 1867 en in het laatste decennium van het bestaan. De Zaanse schutterij is in de praktijk nauwelijks handelend opgetredenIn de jaren 1830-1834, de jaren van de Belgische Opstand, werden zowel de rustende als staande schutterij opgeroepen. Daardoor bestaat over die jaren ook inzicht in de omvang van de korpsen+De Zaanse elite had baat bij een sterke schutterij. Het was dan ook geen probleem officieren te vinden. Niet zelden zijn namen van handelaars en fabrikanten onder de officieren van de schutterij te vinden, zoals  [[vis|Vis]]) Simonsz, Middelhoven, Van de Stadt en VerkadeDe officieren benoemden de onderofficierenManschappen konden alle mannen tussen 25 en 34 jaar zijndie door het lot werden aangewezen voor de dienst; vandaar hun naam lote1ingenLotelingen konden anderen inhuren als plaatsvervangers
  
-Uit Zaandam vertrokken 173 mannenuit Assendelft 40uit Krommenie 30, uit Wormerveer 30, uit Westzaan 32, uit Koog 28, uit Zaandijk 18, uit Oostzaan 17, uit Wormer 10 en uit Jisp 4. In totaal waren dat 382 schutters (op een bevolking van ruim 25.000). De eerste groep (uit Zaandam) vertrok op 28 oktober 1830, op 11 december gevolgd door de rest. De Zaankanters waren deel van de tweede afdeling Mobiele NoordHollandsche Schutterij van de eerste divisieEr werd in twee slagen meegevochtcn: op 12 augustus 1831 bij Leuven en in de slag bij HouthalenIn de laatste slag zijn drie Zaankanters gewond geraakt. Een ander drietal streekgenoten kreeg de Militaire Willemsorde. Alle schutters kregen bij terugkeer een herdenkingsmedaille. De Zaandamse schutterij keerde overigens niet eerder terug dan 23 augustus 1834, die uit de andere dorpen op 30 september. Het grootste deel van de tijd hadden de troepen zich in kampementen in Noord-Brabant bevonden+De schutterij oefende iedere zondag; deelname aan de oefeningen was verplicht. Rond 1890 kreeg de schutterij een exercitie-lokaal in de Zeemansstraathet Gemeentelijk Gymnastiek Lokaal dat van een schietbaaneen arsenaal en een magazijn voor uitrustingsstukken werd voorzien. Oefenen op zondag stuitte op godsdienstige bezwaren. In 1879 liet de regering weten dat exerceren op zondag zo veel mogelijk vermeden moest wordenIn Zaandam exerceerde men op donderdag en later op woensdag. De bewapening van schutters bestond uit een geweer met bajonetTot 1854 waren officieren bewapend met een degen, daarna met een sabelLater kregen zij ook een revolver. De bewapening van onderofficieren bestond uit een geweer met bajonet en een sabel
  
-[{{ :schutterij_zaandam.jpg?direct|De schutterij van Zaandam bewaakte tijdens de spoorwegstaking van 1903 het station te Zaandam}}]In  1870 trad de Zaandamse schutterij op in de eigen stad. In verband met vrees voor een cholera-epidemie gelastte het gemeentebestuur de kermis af, hetgeen tot ongeregeldheden leidde. Deze liepen zo uit de hand, dat het nationale leger opgeroepen werd (Zie: [[oproeren]]. De laatste keer dat de staande schutterij daadwerkelijk optrad was tijdens de [[staking|Spoorwegstaking]] van 1903. Schutters moesten het station van Zaandam en de spoordijk bewaken, maar kregen niet te maken met opstandige spoor-arbeiders. In 1905 werd de staande schutterij omgezet in een schutterij in ruste. Twee jaar nadien, op 2 augustus 1907, werd aan alle officieren eervol ontslag verleend. De Zaandamse schutterij kreeg in 1988 onverwacht een opvolger: de Werkgroep Zaandamse Schutterij. +Onmisbaar bij de schutterij waren de tamboers en hoornblazers of pijpers. Zij begeleidden de schutters zodat dezen in de maat liepen. Tijdelijk was er sprake van een muziekkorps. Zaandam beschikte een korps tussen 1840 en 1847, een paar jaar na 1867 en in het laatste decennium van het bestaan. De Zaanse schutterij trad in de praktijk nauwelijks handelend op. In de jaren 1830-1834, de jaren van de Belgische Opstand, werden zowel de rustende als staande schutterij opgeroepen. Daardoor ontstond over die jaren inzicht in de omvang van de korpsen.  
 + 
 +Uit Zaandam vertrokken 173 mannen, uit Assendelft 40, uit Krommenie 30, uit Wormerveer 30, uit Westzaan 32, uit Koog 28, uit Zaandijk 18, uit Oostzaan 17, uit Wormer 10 en uit Jisp 4. In totaal waren dat 382 schutters op een bevolking van ruim 25.000. De eerste groep uit Zaandam vertrok op 28 oktober 1830, op 11 december gevolgd door de rest. De Zaankanters maakten deel uit van de tweede afdeling Mobiele NoordHollandsche Schutterij van de eerste divisie. Er werd in twee slagen meegevochten: op 12 augustus 1831 bij Leuven en in de slag bij Houthalen. In de laatste slag raakten drie Zaankanters gewond. Een ander drietal streekgenoten kreeg de Militaire Willemsorde. Alle schutters ontvingen bij terugkeer een herdenkingsmedaille. De Zaandamse schutterij keerde terug op 23 augustus 1834, schutters uit de andere dorpen op 30 september. Het grootste deel van de tijd bevonden de troepen zich in kampementen in Noord-Brabant.  
 + 
 +[{{ :schutterij_zaandam.jpg?direct|Tijdens de spoorwegstaking van 1903 bewaakte de schutterij het station van Zaandam}}]In 1870 trad de Zaandamse schutterij op in de eigen stad. In verband met vrees voor een cholera-epidemie gelastte het gemeentebestuur de kermis af, hetgeen tot ongeregeldheden leidde. Deze liepen zo uit de hand, dat het nationale leger werd opgeroepen. Zie: [[oproeren]].  
 + 
 +De laatste keer dat de staande schutterij daadwerkelijk optrad was tijdens de [[staking|Spoorwegstaking]] van 1903. Schutters bewaakten het station van Zaandam en de spoordijk, maar confrontaties met opstandige spoor-arbeiders bleven uit. In 1905 werd de staande schutterij omgezet in een schutterij in ruste. Twee jaar nadien, op 2 augustus 1907, werd aan alle officieren eervol ontslag verleend. De Zaandamse schutterij kreeg in 1988 onverwacht een opvolger: de Werkgroep Zaandamse Schutterij. 
  
 Literatuur Literatuur
-  *  De Zaanlander 22-11-1935 en 9-12-1935 (6 delen).  +  * De Zaanlander 22-11-1935 en 9-12-1935 (6 delen).  
-  * De Zaandamsche Schutterij van 1827 tot 1907. (Artikelen op grond van een geschiedenis van de Zaandamse schutterij door J. Lensselink);  +  * De Zaandamsche Schutterij van 1827 tot 1907. Artikelen op grond van een geschiedenis van de Zaandamse schutterij door J. Lensselink 
-  * J. Honig Jsz. jr.. Geschiedenis der Zaanlanden deel 2, Zaandijk 1849 +  * Jacob Honig Jsz. jr. Geschiedenis der Zaanlanden deel 2, Zaandijk 1849 
-  * P. Tjeertes. De schutterij, voorloper van de ME.In: De koppel (orgaan van de politie-sportvereniging Zaanstad). 15e jaargang, nr. 2.    +  * P. Tjeertes. De schutterij, voorloper van de Mobiele Eenheidin De koppelorgaan van de politie-sportvereniging Zaanstad15e jaargang, nr. 2.    
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/schutterij.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:06
  • (Externe bewerking)