Hoewel de hieronder opgesomde spelen en spelletjes lang niet alle specifiek Zaans waren. wordt een aantal bijzondere vormen van vermaak - vroeger door volwassenen en/of kinderen bedreven - vermeld. Door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. waaronder bijvoorbeeld ook de toename van (dikwijls meer prestatiegeriehte) sportbeoefening. ging de belangstelling voor eerdere spelen verloren; ze raakten in het vergeetboek. Dat is voldoende reden voor een kort overzicht van in het verleden min of meer populaire spelen.

In de 17e eeuw werd gespeeld met de truktafel of trok. die later (nog tot in de 19e eeuw) bekend bleef als 'boerenbiljart`. Het was een rechthoekige tafel van ongeveer 3 x 1.5 meter met opstaande rand. Aan een der korte zijden stond in het midden een ijzeren poortje. Met behulp van een stok met gebogen uiteinde (een 'kolf'. later een keu) moest een bal in een aantal beurten door dit poortje worden gedreven. Er werd om geld gespeeld, in de herbergen vaak om grote bedragen. 0m die reden is de trok meermalen verboden (ondermeer bij keur van schouten schepenen van Westzaan. 1693). De truktafel is in de 19e eeuw verfijnd (er werd met meer ballen en meer poortjes gespeeld) en kan als voorloper worden gezien van het 'snooker-biljart'.

Eveneens 17e-eeuws waren de klosbanen (ook: schuif- heul- of klotsbanen genoemd) bij de herbergen. Er werd een al in de middeleeuwen bekend spel op gespeeld. De banen waren lang en smal, aanvankelijk in de open lucht, later in schuren en dergelijke. Er moest met een zware houten bal op een poortje aan het einde van de baan worden gemikt. De klosbanen veroorzaakten veel luidruchtigheid en werden om die reden meermalen geweerd en verboden. Het spel werd ook op het ijs gespeeld. Dit laatste gold ook, getuige vroegere afbeeldingen, voor het lange tijd zeker ook in de Zaanstreek veel beoefende kolfen. Zelfs nu zijn er nog een paar kolfbanen in de streek. zie: Kolvenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKolven

In de Zaanstreek, nu nog op slechts twee banen (in Wormer en Krommenie) beoefend spel, dat uit de 13e eeuw dateert. Kolven wordt sinds het begin van de 18e eeuw op overdekte banen gespeeld. Daarvan zijn er nu nog een klein aantal in Nederland aanwezig.

Kreaturen kneppelen was een wat gewichtige verzamelnaam voor wrede vermaken zoals katknuppelen, ganstrekken en vogelsnijden. Het katknuppelen kwam in de Zaanstreek tot in de 19e eeuw voor, meestal tijdens kermissen en dan georganiseerd door plaatselijke herbergiers. Een kat werd daarbij opgesloten in een ton; de deelnemers gooiden met knuppels, ook nadat de duigen van de ton waren bezweken, tenslotte met de bedoeling de kat te raken. Dergelijke spelen waren bij keur verboden (onder meer Westzaan 1713) waarschijnlijk meer omdat ook deelnemers door knuppels werden getroffen, dan uit dierenliefde.

Keuren zijn ook meermalen uitgevaardigd tegen de dobbelspelen in de herbergen. Bij het dobbelen, in verschillende vormen, werd soms om grof geld gespeeld. Een Zaanse variant was het zogenaamde botten, waarbij men met munten naar een op de vloer getrokken lijn gooide.

Het smakken kwam er op neer dat met stenen werd gegooid naar een eerst geworpen 'moedersteen'; dit is enigszins vergelijkbaar met Petanqueplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPetanque

Franse sport, sinds 1977 in de Zaanstreek in clubverband beoefend.

Petanque is een vorm van Jeu de boules en wordt meestal in de buitenlucht gespeeld. Bedoeling van het spel is grotere metalen ballen zo dicht mogelijk te werpen bij een weggeworpen klein houten balletje. In 1977 werd door vijf 'francofielen' de Premier Club de Petanque opgericht, de eerste vereniging in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Twee jaar later werd
(jeu des boules) en met het incidenteel ook nu nog wel door oudere mannen beoefende 'stenengooien`, waartoe (althans tot voor kort) zelfs enkele clubs werden opgericht. De naam 'smakken' werd ook voor andere werpspelen gebruikt. De hier beschreven vorm werd blijkbaar bij voorkeur op het kerkhof, tegen de torendeur of zelfs in de kerk bedreven, hetgeen bij keur werd verboden (onder meer Krommenie 1686). In deze Krommenieër keur, maar ook in een keur van Westzaan uit ongeveer dezelfde tijd werd ook het koek/rakker: verboden. De reden was dat dit (tot na de Tweede Wereldoorlog nog wel op Zaanse kermissen beoefende spel) een gokelement bevatte.

Koektippen was een spel waarbij een stuk koek op het eind van een buigzame lat werd gelegd. De spelers sloegen om beurten met een stok tegen deze lat met de bedoeling de koek zo ver mogelijk te doen wegvliegen. Een bekend werpspel was het zogenoemde koten. De koten waren gewrichtsbeenderen uit de poten van vee met gespleten hoeven. Soms werd er met deze koten in combinatie met knikkers geworpen. Het spel was toegestaan zolang het niet op de kerkhoven werd bedreven. Dit kwam nog al eens voor, maar was bij keur verboden.

In vele plaatsen was ook het klootschieten verboden, omdat het gevaar opleverde voor omstanders of voorbijgangers. Het werd gespeeld met een zware bal of schijf, de kloot, vaak met lood verzwaard. Deze werd met kracht over de grond gerold of geworpen, waarbij het de kunst was om in zo weinig mogelijk beurten een afstand af te leggen. Die afstand was in de steden soms bepaald door de stadsmuren; men speelde de bal of schijf dan rond de hele stad.

Knikkeren. oorspronkelijk ook door mannen beoefend, kende vele varianten. Genoemd wordt hier alleen de negenkuil (ook: 'negenpetten' waarbij negen kuiltjes, elk met een verschillende puntenwaarde, in de grond waren gegraven. In 'De Zaanse volkstaal'. door dr. G.J. Boekenoogen, Gerrit Jacobplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoekenoogen, Gerrit Jacob

Wormerveer 18 april 1868 - Leiden 26 augustus 1930

Taalkundige, vooral bekend geworden door zijn academische proefschrift 'De Zaanse Volkstaal', waarop hij in 1896 in Leiden cum laude promoveerde. De hoofdinhoud van dit in 1897 uitgegeven lijvige werk wordt gevormd door het Idioticon, waarvan is getuigd dat het buiten kijf het meest volledige en best bewerkte woordenboek van enige Nederlandse streektaal is.
. is een ruim aantal Zaanse knikkerspelletjes vermeld; ze droegen plaatselijk verschillende namen. zoals 'goffen' en 'potjepik`. Minder bekend is dat zelfs het knikkeren vroeger wel eens bij keur werd verboden omdat er vroeger nogal eens om geld werd gespeeld.

Nethoutje was een soort kaatsspel, maar kan ook worden gezien als een volkse voorloper van tennis en badminton, omdat er een soort primitief racket (het nethoutje) bij werd gebruikt en de bal soms was voorzien van een of meer veren.

Dat er vele kaartspelen waren. zal geen verwondering wekken. Zodra er bij het kaarten gedobbeld werd, was het in openbare gelegenheden, zoals de herbergen, bij keur verboden. Een specifiek Zaans te achten kaartspel was het Koopmannenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKoopmannen

Kaartspel van onbekende herkomst en ouderdom, vroeger in de Zaanstreek dikwijls gespeeld en vermoedelijk elders onbekend. Omdat dit spel inmiddels nagenoeg is vergeten, zijn de spelregels in 1980 schriftelijk vastgelegd.

'Koopmannen' wordt bij ons weten nu alleen nog gespeeld tijdens bijeenkomsten van de
. Op bruiloften en andere feestelijke samenkomsten bevatten de dansen en liederen vaak een spelelement. Verwezen kan worden naar het door G.J. Honigplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHonig, Gerrit Jan

Zaandijk 24 november 1864 - Zaandijk 22 augustus 1955

Zaans historicus. Gerrit Jan Honig, zoon van Jacob Jansz Honig Jr en Neeltje Mulder, moet als kind al belangstelling voor de geschiedenis van de Zaanstreek hebben gekregen. Hij werd directeur van een boekhandel en drukkerij
geschreven toneelspel 'De Bloem van Zaandijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBloem van Zaandijk, De

Toneelspel geschreven door Gerrit Jan Honig en C. van der Zeyde ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van Zaandijk in 1894. Het spel is in dat jaar vijf maal opgevoerd door de toenmalige toneelvereniging Bogaers. Ruim vijftig jaar later, namelijk in 1946, volgden ter herdenking van de bevrijding nog enkele opvoeringen door een gelegenheids-ensemble van het lange naspel.
. waaraan de verbeelding van een Zaanse bruiloft is toegevoegd. Daarbij moet wel worden beseft dat zulke omvangrijke feesten alleen door de welgestelden konden worden gehouden.

Bij de vroegere bruiloften was het zogenaamde Fijntje' (ook de 'Govert' genoemd) bijvoorbeeld een kringdans rond een bij een stoel geplaatst meisje. Er werd vooral veel bij gezoend. Ook in `Sara Burgerhart' (de vroege roman van Betje Wolff en Aagje Deken, 1782) wordt de 'Govert' genoemd. Volgens Boekenoogen, Gerrit Jacobplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoekenoogen, Gerrit Jacob

Wormerveer 18 april 1868 - Leiden 26 augustus 1930

Taalkundige, vooral bekend geworden door zijn academische proefschrift 'De Zaanse Volkstaal', waarop hij in 1896 in Leiden cum laude promoveerde. De hoofdinhoud van dit in 1897 uitgegeven lijvige werk wordt gevormd door het Idioticon, waarvan is getuigd dat het buiten kijf het meest volledige en best bewerkte woordenboek van enige Nederlandse streektaal is.
kwam deze speldans nog tot na 1900 op bruiloften voor.

Het aantal kinderspelen was vroeger zeker zeer veel uitgebreider dan nu het geval is. Hier wordt alleen volstaan meteen verre van complete opsomming: knikkeren, tollen, hoepelen. bikkelen, 'touwtje springen', hinkelen, diabolo, 'bokkie springen', allerlei balspelen, 'Schipper mag ik overvaren', 'opskoilders', 'takkie-de-man' (krijgertje) enzovoort. Waarschijnlijk hadden al deze spelletjes in de verschillende Zaanse dorpen plaatselijke varianten, zeker is dat de namen van plaats tot plaats verschilden.

Bij veel groeps-kinderspelen werden liedjes gezongen of versjes opgezegd; juist de (alweer van plaats tot plaats verschillende) teksten waren specifiek Zaans. Doordat ze zelden zijn opgeschreven, zijn deze versjes - zoals de vele tientallen 'omtelraimpies' - grotendeels verloren gegaan. Dr. G.J. Boekenoogenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoekenoogen, Gerrit Jacob

Wormerveer 18 april 1868 - Leiden 26 augustus 1930

Taalkundige, vooral bekend geworden door zijn academische proefschrift 'De Zaanse Volkstaal', waarop hij in 1896 in Leiden cum laude promoveerde. De hoofdinhoud van dit in 1897 uitgegeven lijvige werk wordt gevormd door het Idioticon, waarvan is getuigd dat het buiten kijf het meest volledige en best bewerkte woordenboek van enige Nederlandse streektaal is.
verzamelde aan het begin van de 20e eeuw een aantal Zaanse speelliedjes, die berusten bij het Meertens-instituut (afd. Volkskunde') in Amsterdam. In De Speelwagenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSpeelwagen, de

Van 1946 t/m 1955 (laargangen) verschenen “Populair maandblad. gewijd aan de historische schoonheid. folklore en geschiedenis in Hollands Noorderkwartier`. Het tijdschrift. uitgegeven door Meijers Boek- en Handelsdrukkerij te Wormerveer. stond onder redactie van Th. P.H. Wortel en G. Kühne. Het bevatte voor namelijk bijdragen over West-Friesland. incidenteel ook over de Zaanstreek en geeft nog steeds een goed inzicht van vooral de folkloristische bijzonderheden van NoordHolland b…
en De Zaendeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaende, De

Maandblad, gewijd aan de historie, folklore en genealogie van de Zaanstreek, verschenen in zes jaargangen, van 1946 tot en met 1951. Het tijdschrift werd fraai uitgegeven door Meijer's Boek- en Handelsdrukkerij in Wormerveer en stond aanvankelijk onder redactie van mr. Johan Willem Groesbeek, Gerrit Jan Honig, Frans Mars,
' heeft M. Zwaagdijk verschillende vroegere kinderliedjes gepubliceerd. Voorts bezit het Gemeente-archief van Zaanstadplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGemeentearchief Zaanstad

De term archief kan drie betekenissen hebben:

* het archiefmateriaal; * het archiefgebouw, de bewaarplaats, * de archiefdienst, de instelling.

Door de eeuwen heen zijn er wat betreft de archieven, in alle drie de betekenissen, veranderingen geweest. In dit artikel wordt, na een algemeen-historisch overzicht, het Gemeentearchief van Zaanstad behandeld. De overige voor de Zaanstreek van belang zijnde archieven zijn summier behandeld onder Archief.
een verzameling speelliedjes als onderdeel van een grotere collectie. Tenslotte kan nog worden gewezen op enkele bijzondere, Zaanse, spellen, zoals het Koekoekspelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKoekoekspel

Oud spel, dat tot ver in de 19e eeuw in de Zaanse familiekring werd gespeeld. De ouderdom van het spel is onbekend. Ook mag niet worden beweerd dat het alleen in de Zaanstreek voorkwam.

Het was mogelijk van Italiaanse afkomst en in Zeeland (Domburg, Westkappel) is een sterk gelijkend spel bekend onder de naam Slabber Janspel, waarvan ook versies in Noorse en Duitse musea schijnen voor te komen. In de Zaanstreek zijn, vooral door speurwerk van
en het Stoombootspelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigStoombootspel

Zaanse variatie van het bekende ganzenbord. in de vorm van een reis met de stoomboot [['Mercurius van Amsterdam naar Zaandam met het Czaar Peterhuisje als eindpunt. Het spel was door het plaatselijke karakter populair in de 19e-eeuwse Zaanstreek; het is in 1840 door de Arnhemse uitgever P.A. de Jong in de handel gebracht.
.

Bron o.m.: WJ. Gorter, Zaanse keuren, in De Zaende. 6e jaargang. Wormerveer 1951.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/spelen.txt
  • Laatst gewijzigd: 2023/03/11 14:14
  • (Externe bewerking)