topografie

Dit is een oude revisie van het document!


Letterlijk: “plaatsbeschrijving`_ Onder topografie wordt de nauwkeurige voorstelling van een landstreek, een plaats. een terrein e.d. verstaan. De topografie kan zijn vastgelegd in geschriften, in schilder- en prentkunst. in fotografie enzovoort. Dit artikel behandelt niet alleen de topografie, maar eerst de cartografie (de tot de wiskundige geografie behorende, zo getrouw mogelijke weergave van het aardoppervlak of gedeelten daarvan). Voor een overzicht van de behandelde stof wordt verwezen naar de hierboven geplaatste inhoudsopgave.

1. Cartografie Oudheid.

Uit de prehistorie is geen cartograf'ie bekend. De grottekeningen in bijvoorbeeld Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje laten voorstellingen van de jacht zien; zou daarbij hetjachtterrein zijn aangeduid, dan zou men dit kunnen beschouwen als primitieve topografie. De behoefte bijzonderheden van een bepaald gebied af te beelden ontstond zodra de mens zich ging verplaatsen, al was het maar om de weg terug te vinden. Een andere aanleiding was de wens om grondbezit vast te leggen. Door een en ander zijn wellicht de eerste, nog uiterst eenvoudige, geografische afbeeldingen ontstaan, die misschien bestonden uiteen in steen of bot gekraste tekening. De oude wereld. De oudste cartografie is voorzover bekend aangebracht op kleitabletten en bevat enkele van de voornaamste steden van Mesopotamië. Zo stelt een kleitablet uit omstreeks 3800 v. Chr. het noorden van Mesopotamië voor.

Doordat de Egyptenaren en later ook de Grieken gebruik maakten van het vergankelijke papyrus, bleven uit hun culturen nauwelijks cartografische tekeningen bewaard. Van de Egyptenaren is alleen een plattegrond van een N ubische goudmijn bewaard gebleven, van de Grieken zijn slechts kaarten bekend uit latere bewerkingen en uit de beschrijvingen van Herodotus en Strabo. Ondanks dit zeer beperkte materiaal heeft men kunnen concluderen dat wiskundige kennis de basis vormde van deze vroege cartografie. Een zeer oude, alleen uit beschrijvingen bekende kaart wordt toegeschreven aan de Griek Anaximander van Milete (6e eeuw v. Chr). Andere Grieken ontwierpen een zogenoemde `planisfeer', waarbij de ligging van de verschillende geografische eenheden werd bepaald door hun afstand tot een denkbeeldige lijn. De planisfeer van Erathostenes van Cyrene (275-194 v. Chr.) toonde al verrassend nauwkeurig de omtrekken van de oude wereld. De Griekse cartografie vond haar hoogtepunt in het werk van Claudius Ptolemaeus van Alexandrië (90- 168 n. Chr. ). Hij maakte voor het eerst gebruik van eenvoudige kegelprojectie. De wereldkaart van Ptolemaeus bestond uit 26 regionale kaarten. Nog in de 15e en 16e eeuw bouwden de cartografen voort op de kennis van Ptolemaeus.

De Romeinen waren minder geinteresseerd in wetenschappelijke geografie dan in praktisch bruikbare kaarten voor hun bestuurders. Hun kaarten beperkten zich tot militaire verbindingswegen (heerbanen), noodzakelijk ten gevolge van de grote uitgestrektheid van het Rijk. Zij gaven de voorkeur aan directe waarnemingen in het veld, uitgevoerd door een gespecialiseerde eenheid van landmeters (gromatici). Hierdoor ontstonden kaarten die enigszins doen denken aan die in de tegenwoordige reisgidsen. Overigens is de enige nog bekende kaart van dit type (de 'Tabula Peutingeriana) een 13-eeuwse kopie. Deze kaart bestaat uit 1 1 bladen, die te zamen een wegenkaart van ongeveer 6,75 m. lengte vormen. Het gehele Romeinse imperium is er op afgebeeld, er komen ook Nederlandse plaatsnamen op voor (zie 1.1.).

De Middeleeuwen.

Kenmerkend voor deze tijd was, ook op het gebied van de geo- en cartografie, het gebrek aan kennis. De in de Oudheid verworven wetenschappelijke inzichten (bijvoorbeeld met betrekking tot de bolvorm van de aarde) waren vervangen door theorieën die gebaseerd waren op de bijbel. Daardoor bleef de middeleeuwse cartografie onbeholpen, schematisch en primitief. De wereldkaarten beperkten zich nog tot Europa, Afrika en Azië, enkele voorbeelden zijn: de wereldkaart van Edrisi (of al-Indrisië, (1099-1 164); de Ebstorfer wereldkaart van omstreeks 1240; de Hereford wereldkaart van omstreeks 1290; de Psalterkaart, vermoedelijk getekend omstreeks 1275 en de wereldkaart van Pomponius Mela, 1417.

Verdere ontwikkeling van de cartografie in de Nederlanden.

In de 16e eeuw en de eerste helft van de 17e eeuw kwam de cartografie tot grote bloei. De uitvinding van de boekdrukkunst (15e eeuw) maakte snelle verspreiding van het werk van Ptolemaeus mogelijk. Deze kaarten bleken al spoedig ontoereikend voor de geografen en reizigers uit de Renaissance. De kennis van de aarde nam geleidelijk toe en de grondslagen werden gelegd voor nieuwe theorieën over geografische projecties. Van de 16e-eeuwse cartografen dienen vooral te worden genoemd de Vlamingen Gerard Kremer (Mercator, 1512-1594, verbreider van de isogone kegelprojectie en auteur van een wereldkaart in 18 delen) en Abraham Ortelius (1527-1598, auteur van het “Theatrum Orbis Terrarum` en een atlas met 70 bladen). Aan hen beiden was Jacob van Deventer ( 1515-1574) voorafgegaan; deze legde de grondslag voor de Nederlandse cartografie. In navolging van Van Deventer, Mercator en Ortelius verwierven de cartografen uit de lage landen overal ter wereld grote faam. Aanvankelijk geschiedde dit vanuit Antwerpen, later vanuit Amsterdam.

Het hoogtepunt van de Nederlandse cartografie was het werk van Willem Jansz. Blaeu (1571-1638) en zijn zoon Joan Blaeu (1596 697 1673); beider atlassen zijn van grote accuratesse. Na hen volgden vele anderen (zie ook 1.1.). Ludovici Guicciardini (1523-1589), een Nederlandse historicus van Italiaanse afkomst, gaf in 1567 zijn beroemde beschrijving van de Nederlanden uit, met vele kaarten en stadsplattegronden. Verder zijn bekend: Frans Hogenberg (overl. 1590) als tekenaar van stadskaarten; Judocus Hondius (1563-1612, kaarten- en globemaker) en Nicolaas Visscher (1587- 1660), leerling van Hondius. Ook gedurende de tweede helft van de 17e eeuw bloeide de Hollandse cartografie. Een voorbeeld hiervan vormt het atlaswerk van Cornelis Danckerts (1603-1656). Vervolgens zette de ontwikkeling van de cartografie zich voort met de uitvinding en toepassing van waarnemingssystemen, gebaseerd op astronomische en landmeetkundi ge beginselen. ln de vorige eeuw begonnen de ontwikkelde landen met de systematische opmeting van het eigen grondgebied en de samenstelling van topografische kaarten of van kaarten op een grote schaal.

l. 1. Vroege en latere kaarten van Nederland

Op de hiervoor genoemde Romeinse `Tabula Peutingeriana' lopen door het land van de Bataven twee wegen (een noordelijke en een zuidelijke), waarbij een aantal plaatsnamen is opgenomen zoals Lugduno (=Katwijk). Albanianus (=Alphen aan den Rijn), Lauri (=Woerden), Ni gropullo (=Zwammerdam) en Noviomagum (=Nijmegen). De Oude Rijn is opgenomen onder de naam Fluvius Rhenus en de Maas heet Fluvius Batavus. Het duurde zeer lang voor de lage landen opnieuw in kaart werden gebracht. De vroegste kaarten. althans de oudste die bekend zijn. dateren uit het begin van de 16e eeuw. Aangenomen wordt dat middeleeuwse handschriften wel kaarten hebben bevat. maar die zijn verloren gegaan.

Door grondig onderzoek van bodemgesteldheid en landschap konden historisch geografen in de 20e eeuw reconstrueren hoe de denkbeeldige kaart van ons gebied er in de prehistorie en de Middeleeuwen heeft uitgezien. De zogenoemde Catalaanse Wereldkaart van Abraham Cresques (1375) toont ook de Noordzee en vermeldt de namen van enkele daaraan liggende plaatsen. Ook op de handschriftkaait van Petrus Roselli (Mallorca, 1462) komen plaatsnamen langs de Nederlandse kust voor. Bijzonder is dat op deze kaart al drie meren in Noord-Holland zijn te onderscheiden, namelijk Haarlemmermeer, Beemster en Schermer. Bekend is ook de “Cusanus-kaarf, een kopergravure van Nicolaas van Cusa, gedrukt in Eichstadt. 1491. Op deze kaart is voor het eerst een aantal Nederlandse plaatsnamen in gedrukte vorm weergegeven. In verband met de viering van het Heilig Jaar in Rome, 1500. trokken pelgrims uit het noorden naar de heilige stad. Zij konden gebruik maken van de zogenoemde “Romweg-kaart'. een houtsnede van voor 1500, waarop onder meer de aanduidingen “Amsterdal en “Alcmaef voorkomen. Het hier genoemde. schaarse kaartmateriaal was nog primitief, maar daarin zou in de 16e eeuw verandering komen.

1.1.1. Kaarten van Noord-Holland en Kennemerland

Wie de huidige satellietfoto's van NoordHolland vergelijkt met de 16e- eeuwse kaarten van Christiaan sGrooten (omstreeks 1530- 1603) en Joost Jansz. Beeldsnijder, Joost Janszplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeeldsnijder, Joost Jansz

Zie: Topografie. Beeldsnijder tekende in 1575 in opdracht van de hertog van Alva en ten behoeve van de Spaanse legerleiding, een kaart van een deel van Noord-Holland. waarop in het bijzonder de waterstaatkundige toestand van de Zaanstreek met voor die tijd grote nauwkeurigheid is weergegeven. Deze vroegste (dat wil zeggen: niet later gereconstrueerde) kaart is in publikaties over de streek vele malen gereproduceerd.
of Bilhamer (omstreeks 1540- 1590), constateert met bewondering dat deze vroege cartografen ondanks al hun beperkingen een beeld schiepen van onze provincie aan het einde van de 16e eeuw. Het waren duidelijke overzichtskaarten, op kleine schaal en (vooral sGrooten) nog verre van perfect. Beeldsnijder verschafte meer topografische gegevens. Volgens Pontanus gaf Alva omstreeks 1571 hem (Beeldsnijder) opdracht deze kaart te maken ten behoeve van de Spaanse oorlogsvoering. Hoewel dit aannemelijk wordt geacht is hiervan geen nader bewijs gevonden. Verscheidene latere auteurs hebben zich op de kaart van Beeldsnijder gebaseerd of lieten hem nagenoeg ongewijzigd reproduceren (J. Honig Jsz. Jr. in 'Geschiedenis der Zaanlanden`. 1849: J. Vredenduin Pz. in `Geschiedenis van de Banne Westzaanen 1903).

Ook Le Francq van Berkhey gebruikte voor zijn zesdelige studie van de natuurlijke historie van Holland (1769-1779) de kaart van Beeldsnijder als voorbeeld. In 1578 verscheen op verzoek van de steden Dordrecht. Haarlem en Gouda een kaart van Holland. getekend door Hans Liefrinck. ln 1621 volgde een wandkaart van Holland en Utrecht op 22 bladen door Balthasar Florisz. van Berckenrode. uitgegeven door Willem Jansz. Blaeu. een van de grootste cartografische prestaties van de 17e eeuw. In 1680 bracht Jan Jansz. Dou het gebied van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen van Kennemerland en West-Friesland in kaart. nadat hij daartoe al in 1660 de opdracht had gekregen. Het werden 16 platen. die te zamen een kaart van 2.2 x 1.7 m van hoge kwaliteit vormden.

Er volgden enkele clandestiene plagiaat-drukkken. Ook de kaart van het Baljuwschapplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaljuw

Sinds de 13e eeuw gebruikte naam voor een vertegenwoordiger (= afzetbare ambtenaar) van de graven van Holland. De baljuwen werden ingesteld als tegenwicht tegen de machtsaanmatiging van de leenmannen, die zich veelal het erfelijk bezit der lagere grafelijke ambten hadden verworven. De baljuw kreeg in het hem toevertrouwde gebied (het baljuwschap) in de eerste en voornaamste plaats de zorg voor de rechtspraak. De Zaanstreek maakte in de grafelijke tijd deel uit van het Baljuwschap van Ken…
van Kennemerland door Gerrit Drogenham (1718-1726) komt wat de Zaanstreek betreft overeen met die van Jan Jansz. Dou. In de loop der eeuwen werden veel kaarten van Noord-Holland of gedeelten ervan vervaardigd. Zo bleek aan het eind van de 18e eeuw de behoefte aan een kaart van de Bataafse Republiek. Men constateerde toen dat de regionale kaarten op zeer verschillende manier tot stand waren gekomen en zag in dat goede cartografie een en dezelfde grondslag vereiste. Besloten werd tot één systeem van landelijke driehoeksmeting; de opdracht daartoe werd in 1778 gegeven aan baron C.R.T. Krayenhoff. Het laatste blad van zijn 'Chow-topografische kaart der Noordelijke provincien' verscheen in 1823: in 1829 volgde een gewijzigde herdruk. In 1825 was toen al een nieuwe kaart van het Hoogheemraadschap verschenen. van de hand van de land meter en architect C. M. Klijn. Een moderne gedetailleerde kaart van de provincie bestond toen nog niet. Pas in 1853, is op last van de toenmalige Provinciale Staten van NoordHolland een provinciekaart vervaardigd door Cornelius Groll. ingenieur-verificateur van het kadaster. Deze kaart ontmoette overigens veel kritiek.

Het duurde tot 1875 alvorens een nieuwe grote kaart van de provincie verscheen. vervaardigd door HF. Puls. Inmiddels was toen ook de Gemeente-Atlas van Nederland verschenen. naar officiële bronnen bewerkt door Hugo Suringar. ln het vierde deel werd Noord-Holland behandeld in 139 kaarten. waaronder die van alle Zaangemeenten. Dit kaartboek is in 1971 in facsimile heruitgegeven in Zaltbommel. Bijzondere vermelding verdient de kaart die mr. G. de Vries Az. in 1864 na bestudering van oude oorkonden reconstrueerde van Hollands Noorderkwartier in 1288. De hiervoor genoemde kaart van Beeldsnijder uit 1575 diende De Vries als uitgangspunt; uitvoerig verklaarde hij echter de door hem aangebrachte wijzigingen.

Voorts bestaat er nog een kaart van het Hollands Noorderkwartier in 1300. door A. A. Beekman (blad 1 uit de Geschiedkundige Atlas van Nederland. 1916). Evenals op de kaart van De Vries zijn de Zaanlanden duidelijk weergegeven. beide kaarten geven een reconstructie van het dijkenstelsel in midden-Noord-Holland. ln opdracht van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier is de kaart van Beekman recentelijk met nieuw ontdekte gegevens aangevuld en heruitgegeven. Ter begeleiding verscheen van de hand van Herman Lambooij het boek 'Getekend land' (Wormerveer 1987).

1.1.2. Kaarten van de Zaanstreek

Tot halverwege de 16e eeuw zijn geen authentieke kaarten van de Zaanstreek bekend. De middeleeuwse ontginningen van het veengebied. sinds de 10e en 11e eeuw uitgevoerd. vertonen een regelmatige structuur van evenwijdige kavelsloten. Enige landmeetkundi ge bedrevenheid moet vereist zijn geweest om die ontginning zo systematisch tot stand te brengen. De opzichters (waarschijnlijk de geestelijkheid) zullen. naar wordt aangenomen. wel schetsplannen hebben gemaakt. hoe eenvoudig ook. Helaas zijn deze verloren gegaan. Verwezen wordt naar specialistische literatuur over dit onder werp door prof. dr. G. Borger. dr. J.K. de Cock en dr. M.A. Verkadeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerkade

Ondernemersgeslacht in Zaandam in de 19e en 20e eeuw.

De stichter van het familiebedrijf van Koninklijke Verkade NV Ericus Gerhardus Verkade (1835-1907) werd in Vlaardingen geboren als jongste in een gezin met vier kinderen van de notaris Ericus Gerhardus Verkade (1801-1835) en de Zaanse Geertruida van Gelder (1799-1851). Een maand voor zijn geboorte was zijn vader overleden. Zijn moeder Geertruida verhuisde in 1812 naar haar geboortestreek, waar ze in 1845 hertrouwde met Jan Keg (1798…
Zie ook de trefwoorden Archeologieplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigArcheologie

Bestudering en reconstructie van de bewoningsgeschiedenis in de ruimste zin, aan de hand van in de bodem aangetroffen sporen van menselijke activiteiten. In de Zaanstreek heeft de archeologie door opgravingen bij Assendelft en door de bestudering van het daar gevonden materiaal aangetoond dat het gebied reeds 600 jaar voor Christus bewoond was.
Landschapplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLandschap

Een landschap is het totaalbeeld van aan het aardoppervlak waarneembare verschijnselen, dat zich als een zelfstandig geheel onderscheidt.

In veel publicaties wordt, afhankelijk van de specialisatie van de auteur, slechts een beperkt aantal van deze verschijnselen behandeld, zoals reliëf, begroeiing, bebouwing, enzovoort. De kenmerken van het landschap zijn onder meer het gevolg van aan en boven het aardoppervlak opgetreden en (nog) optredende natuurlijke processen, daarnaast werden …
en Ontginningplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOntginning

Het huidige laagveengebied in de Zaanstreek ontstond als gevolg van laatmiddeleeuwse ontginning. Het bestond voordien uit een hoogveenpakket dat zich in de loop van vele eeuwen had gevormd. Dit hoogveen had het karakter van een met regenwater verzadigd, uitgestrekt en ondoor- dringbaar moeras, van waaruit het water naar de laagste delen wegstroomde, om via veenstroompjes naar het onbedijkte IJ te worden afgevoerd. De Zaan stond nog in open verbinding met de zee en de oevers waren hie…

De oudste specifieke kaart van ons gebied is de 'Caerte van Lande tot Assendelft' door Symon Meeussz. van Edam uit 1554. zie 1.1.4. Op de al genoemde kaart van Beeldsnijder (zie 1 . l . l _) zijn behalve wat plaatsnamen alleen de dijken. voornaamste wegen en wateren aangegeven. Het buitendijkse land is wel duidelijk waarneembaar. De verkaveling is grof weergegeven. maar lang niet overal. Vergelijking met moderne kaarten brengt vele - aan de toenmalige nog primitieve methoden van landmeting te wijten - onjuistheden en onnauwkeurigheden aan het licht. Op de ingekleurde kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen uit 1682 komt de Zaanstreek duidelijk tot zijn recht. met aanduiding van de belangrijkste wateren en wegen. Vooral de enorme omvang van het IJ en het Wijkermeer en de weergave van de eilanden De Hoorn. De Waard en Ruigoord vallen op. evenals de grootte van het buitendijkse land. zoals De Kaag. Buitenhuizen. De Hem en de (latere) Achtersluispolder. De Bannen en droogmakerijen zijn in verschillende kleuren weergegeven.

Een latere uitgave (het kaartboek van 1750) bevat 16 kaarten. niet in kleur. met o.a. een overzichtskaart van de Zaanstreek. Bijzonder interessant is de overzichtskaart van het Baljuwschap van Kennemerland met onder andere de Bannen Westzanen en Assendelft, “met groote naauwkeurigheid getekend en uitgegeven door de weduwe van Nicolaas Visscher (…)` in 1717. Op deze kaart zijn wegen, voetpaden, waterwegen en praktisch alle sluizen duidelijk aangegeven, ook voor wat betreft de Zaanstreek ten opzichte van Kennemerland. Bekend is ook de kaart van de Zaanstroom en de omliggende dorpen, die werd getekend door Klaas Sem en gegraveerd door C. van Baarsel in 1794. Deze kaart is opgenomen in Adriaan Loosjes, Adriaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLoosjes, Adriaan

Westzaandam 15 april 1689 - 20 maart 1767

Adriaan Adriaanszoon Loosjes, houtkoper, predikant aan de Fries Doopsgezinde gemeente te Westzaandam, vooral bekend geworden als auteur van Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Oostzaan, Oostzaandam, Westzaan, Westzaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westknollendam en Nauerna, uitgegeven Haarlem 1794; heruitgave 's-Gravenhage 1968.
` “Beschrijving van de Zaanlandsche Dorpen', welk boek ook de prachtige tekeningen van Bulthuis bevat. Deze kaart is vooral uniek omdat een vroeg totaalbeeld wordt gegeven. T. Monsieur Mz. carteerde en tekende in 1819 een kaart van de Zaan en een gedeelte van het IJ , met de stad Amsterdam, Zaandam, Oost- en Westzaan en de andere Zaandorpen, met de voornaamste straten, grachten, buurten en gebouwen, alsook met vermelding van de soorten en namen der molens. Volgens deze kaart waren er toen (in 1819 dus) aan de Zaan nog 358 molens. Van de latere kaarten dienen eerst de overzichtskaarten van de Topografische Dienst te worden genoemd, zie 1.3.

In 1930 verscheen een kaart van de Zaanstreek met zijn fabrieken en overgebleven molens als uitgave van de VVV. In 1967 tekende F. Michels een gekleurde panoramische kaart van de Zaanstreek, met daarop de aanduiding van alle belangrijke gebouwen. De Coentunnelweg is er nog in aanleg op aangegeven, evenals de nieuwe wijken van Zaandam, zoals Peldersveld, Hoornseveld en Kogerveld. Deze kaart werd uitgegeven door Honig nv te Koog, in verband met het 100-jarig bestaan. Aan het begin van de jaren 80 verscheen de eerste Falkplan-Suurland kaart van Zaanstad, in samenwerking met de VVV. De zevende druk verscheen in 1989; in elke druk werden steeds de stadsuitbreidingen en andere wijzigingen aangebracht.

1.l.3. Kaarten van de Zaan en de Zaanerven

Uit de 16e eeuw zijn geen specifieke kaarten van alleen de Zaan bekend. De oudste kaart waarop de bebouwing langs de Zaan is weergegeven werd gemeten en getekend door de landmeter Dirck Gerritsz. Langedijck in 1626-`27 (handschrift in kleur, 166 x 434 cm). In een aparte legenda wordt uitleg gegeven over de bebouwing, in het kaartbeeld zijn de eigenaars vermeld. Wellicht diende een en ander als bewijsmateriaal bij processen. Alle molens langs de Zaan (opvallend veel op buitendijks land) zijn op de kaart ingetekend. Het verkavelingspatroon is niet weergegeven; afgezien van het nauwkeurige beeld van de Zaanoevers komt de rest wat primitief over. Van grote historische waarde is het “Caitboek van de Lengte en Breete der erven, werven en landen, liggende aan de westzijde van de Zaen°, in 1635 getekend door Jan Jansz. Backer en Dirck Taemisz. Verdoes, gemeten op last van de Raden van de Hoge Raad in Holland en vanwege de dijkgraaf en de hoogheemraden van de Uitwaterende sluizen. In 1662 werd het geheel gekopieerd door de landmeter Jan van Heymenberg.

Het kaartboek bevat 62 met de hand ingekleurde terreinkaarten in Westzaandam, Koog. Zaandijk, Wormerveer en Knollendam. De namen van de eigenaars zijn vermeld en de molens zijn ingetekend. De meelmolens De Ruiter te Westzaandam en De Zwarte Vlinder te Wormerveer zijn als wipmolen afgebeeld, De Witte Vlinder in Wormerveer als standerdmolen. Op kaart 26 staat de kalkoven tegenover het Guispad te Zaandijk, die kort na 1635 gesloopt moet zijn. Er zijn 9 sluizen afgebeeld. Het boek diende als bewijsstuk bij processen, dikwijls om aan te tonen dat de eigenaars van Zaanerven neigden tot vergroting daarvan ten koste van Zaanwater. In 1649 kwam een kaart tot stand, getekend door Jan Jansz. Backer. Het is een handschrift in kleur, 40 cm hoog en 187 cm lang. Van de erven worden de eigenaren vermeld. Deze kaarten zijn van belang voor de bewoningsgeschiedenis van de Zaanerven: de namen van de eigenaren kunnen vergeleken worden met die in maatboeken en belastingkohieren. Het fraaie kaartboek uit 1684 van alle landen langs de Zaan, liggend van de duikersluis te Zaandam tot de Bartelsluis te Wormer, is een copie van de kaarten die in 1670 zijn getekend door de landmeters J an van Heymenberg en Olfert Jansz. de Groot. Het bevat 26 kaarten van de oostkant van de Zaan en werd samengesteld in opdracht van het Hoogheemraadschap en de burgemeesters van Oostzaan en Oostzaandam. Allerlei interessante details zijn weergegeven, zoals het oostelijke Damcomplex in vogelvlucht, Oostzijderkerk, weeshuis, herbergen enz. Ook is er een duidelijk beeld van het verloop van de dijksloot. In 1851 verscheen de kaart van de verbinding van het Groot-Noordhollands kanaal met de Zaan door de Kalverpolder gegraveerd door D. Heijse.

In 1946 is door ir. J. P. Smits een kaart samengesteld van de fabrieken en ondememingen langs de Zaan. Opdrachtgever was de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Voor- en Achterzaan zijn nauwkeurig 9 s „Il-lia weergegeven. De industrieën zijn door consequente kleuraanduidingen goed naar hun verschillende aard onderscheiden. Wat betreft de Voorzaan bevindt zich in het Gemeente-archief van Amsterdam een kaartboek met 30 kaarten, daterend uit 15921666. Ze hebben verschillende makers, o.a. Pieter Bruins, Adriaan Ockerse en Jacob Bos, en geven een voorstelling van de landen met wateren om en bij het klooster van de Carthuysers. Op kaart 27 bijvoorbeeld de Zaander Hem als karteli g, onbedijkt schiereiland. Ook is een deel van het Oostzanerveld te zien, met de aanduiding van de kavels die eigendom waren van het Karthuizer klooster (in Amsterdam). Aardig is op de kaarten te zien dat bij de aanleg van de hoge zeedijk de oeverlijn niet is gevolgd. Dat was omslachtig, tijdrovend en te kostbaar, zodat veel land buitendijks bleef.

Jacob Oostwoud, Jacobplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostwoud, Jacob

Hem 1714 - Zaandam 9 april 1784

Schoolmeester in de reken-, meet- en stelkunde, algebra, in Oostzaandam, vooral bekend geworden als landmeter en cartograaf. Hij beschouwde dit als weinig meer dan de praktische uitoefening van wat hij in theorie nastreefde: het verbreiden van wiskundige kennis.
maakte de kaart “Afbeelding der zeedijken van Oosten Westzaandam met derzelver gaten en beschadigingen door den vloed op den 15 November 1775'. De kaart geeft een duidelijk beeld van Wester- en Oosterhem (later “het Eiland'), omringd door Timmerrak, Kerkerak en Voorzaan. De vaargeul naar de sluizen is aangegeven met de diepte. Verder kunnen worden genoemd: de kaart van het Noordzeekanaal en de verkaveling van het voormalige IJ en Wijkermeer in 1875, bewerkt door G. van der Stok; een kaart van het kanaal door “Holland op z'n smalst' uit dezelfde tijd, litho van Tesling & Co., waarop het IJ is weergegeven met daarin het nieuwe Noordzeekanaal geprojecteerd; de bekende vogelvluchtkaart van P.J. Otten uit 1866. waarop de Zaan zeer overzichtelijk voorkomt; een kaart van de situatie van alle paal-rijswerken in Voorzaan en IJ , benevens van de oeverwerken van het eiland Hoorn en Westzaner Buiten (copie van een tekening van C.J. Meuts, 1815, vervaardigd door Blom in 1882); een tekening van de lengteprofielen betreffende verbindingskanaal en zijkanaal tussen Voorzaan en Noordzeekanaal (ing. Wartrium, 1872; de kadastrale tekening van terreinen, benodigd voor de aanleg van het kanaal ter verbinding van Voorzaan en Noordzeekanaal (J. Th. Hosong, 1883).

1.1.4. Kaarten van dorpen en bannen

De oudste specifieke kaart van Assendelft (maar ook van de Zaanstreek) is de “Caerte van Lande tot Assendelft', een handschriftkaart in kleur door Symon Meessz. van Edam, 1554. Deze kaart is dus 21 jaar ouder dan die van Beeldsnijder en bevat unieke gegevens. Behalve kerk en korenmolen zijn alle huizen aan de Dorpsstraat getekend, ongeveer 140 in getal. Ook in de omgeving zijn nog ruim 30 huizen aangegeven. In 1595 tekende Adriaen Anthonisz. een kaart van Assendelft, met in het midden de kerk aan de De (Wijde) Wormer en de Enge Wormer, in open verbinding met elkaar en met de Zaan.

Detail van een kaart door Gerrit Dircksz. Langedijck en Dirck Gerritsz. Langedijck, 1623. Kaart van de Wijde Wormer in de vorm van een vogel. door N. Klaesius. 1624. topografie/cartografie 1.1.4. - 1.1.7. Dorpsstraat. Geheel links het Twiske, met daarachter Westzaan; links en rechtsboven het IJ . rechts het Wijkermeer en onder Krommenie. Er zijn 20 sluizen op aangegeven.

Het prachtige gekleurde kaartboek van Bartelemeus Simonsz. uit 1590 geeft kaarten van Waterland. Op ée'n ervan de Banne van Oostzaan. waarop resten van het voormalige pad dat van Oostzaan naar `t Kalf liep en dat voor de oorlog met Spanje nog in gebruik was. Misschien is dit de enige kaart waarop de Zaanse Schans duidelijk is aangegeven. Het Haaldersbroek wordt ”t Weiver genoemd. Lucas Jansz. Sinck tekende een overzichtskaart van de bannen Wormer en Jisp kort na 1612, met aanduiding van de bebouwing en wateren, ook die te Wormerveer. De Wormer Schans is als een soort ster aangegeven. Op de kaart van Schermer, Stermeer. Purmer en Wormer, handschrift van Gerrit Dircksz. en Dirck Gerritsz. Langedijck, 1623. komt de Banne van Oostzaan goed tot zijn recht. Ook hierop nog de resten van het kerkepad naar 't Kalf.

De sloten die op de Wormer uitkomen, zijn met name genoemd. Het kaartboek van Joannes Leupenius, landmeter, gemeten en gecarteerd in 1969, bevat 28 gekleurde kaarten en is een van de fraaiste uit de Zaanse collectie. De werkschetsen zijn bovendien bewaard gebleven. Het bevat een kaart van de gehele banne Oostzaan en vele deelkaarten. bijvoorbeeld van de Oostzaner Overtoom af tot de kerk van Oostzaandam en de Dam met de Buitenzaan. de Binnenzaan aan de Oostzijde, de Kuil en de Poel en de banscheiding van Oostzaandam en Wormer. Alle molens zijn met hun namen aangegeven, getekend naar hun toenmalige uiterlijk. voorts traankokerijen, scheepstimmerwerven en stijfselhuizen. Op een afbeelding van Jisp komt het hele dorp voor. Op 25 december 1717 waren er zware overstromingen. De Zaanstreek en vooral Assendelft hadden het zwaar te verduren. Een “Accurate kaart van Assendelft, 'daarin men sien kan waar de dijken syn ingebroken door het hoge water` werd getekend door de landmeter Tijs Claasz. De voornaamste wegen en waterwegen zijn aangegeven, de gaten in de dijken worden met lengte en diepte in voeten vermeld.

Zeer gedetailleerd is de kaart van Oostzaandam, op last van de “'Ed.Achtb. Heren Regenten' vervaardigd door Jacob Oostwoud en Jan van Heteren en voltooid in 1794. Alle stukjes land zijn getekend op deze kaart. die in 7 kavelingen is verdeeld. Er komen 1244 genummerde percelen op voor. de eigenaren ervan worden in twee registers genoemd. Alle namen van sloten en andere wateren, alsmede die van sluizen en molens (circa 125) worden genoemd. J .van der Meer Jzn. tekende de kaart van Zaandijk, gecopieerd door T. Monsieur Mz. in 1824, waarop alle landerijen, fabrieken, woningen en andere gebouwen. In 1871 verscheen de Gemeente-Atlas van Nederland door J. Kuijper, met in het vierde deel Noord-Holland. Hierin staan de plattegronden van de Zaanse gemeenten afgedrukt, met het beeld van de bebouwing en het slotenpatroon. Voorts het verloop van de spoorlijn en het geprojecteerde Noordzeekanaal. Oppervlakten en aantallen bewoners worden per gemeente vermeld. Verder worden nog genoemd: de plattegrond van Zaandam, 1903; idem 1935, doorJ. A. Gruijs; kaart van Krommenie door H.J.M. Schoo, arts, 1910. Zie verder de kadastrale kaarten. 1.4.

1.1.5. Kaarten van het eiland De Hoorn, de Dam, polders en droogmakerijen

Dat er in het IJ eilanden lagen, schijnt nu te zijn vergeten. De grootste waren De Hoorn en Ruigoord. In 1506 woonden er 11 huisgezinnen op De Hoorn en stond er een kapel op. In de tweede helft van de 17e eeuw is het eiland getekend door Balthasar Floris van Berckenrode en Johan Leupenius (kaart 35 van hun uit 73 kaarten bestaande kaartenboek). Op De Hoorn kwamen toen nog vijf huizen voor en ongeveer 40 perceeltjes land. De eigenaren zijn in een aparte legenda vermeld.

De Wijde Wormer, in 1626 drooggemalen, is een jaar later in een kopergravure van LW. Teijlingen in kaart gebracht en in 1658 “geamplieeit en gecorrigeert` door A. Deur. Er zijn ongekleurde en gekleurde exemplaren van bekend. Er bestaat ook een kaart van deze droogmakerij door N. Klaesius. De polder is voorgesteld in de vorm van een eend, met de Enge Wormer als kop, de Zaan als snavel, de Wijde Wormer als lijf en Twiske en Grote Sloot als poten (1624. dus vóór de droogmaking). De Enge Wormer. drooggelegd in 1638, is gecarteerd door Jan Jansz. Backer; zie de afbeelding op blz. 232. De “Caerte van de Starnmeer met d`omleg gende dorpen en huijsen` door dc landmeter Nicolaas Stierp dateert van 1643. Links op deze kaart de Woude. Stierop en Markenbinnen. onder zijn Oost- en Westknollendain en het begin van de Nauernase Vaart getekend. Claes Vastertsz. Stierp tekende in 1648 de fraai ingekleurde `Caerte vanden Dam tot Saerdam`. Er staan ongeveer 50 huizen op. Grote en Kleine Sluis zijn nog overkapt en ook de Overtoom is duidelijk aangegeven. Op de kaart van de Kalverpolder. na metingen vervaardigd door T. Monsieur Mz. in 1817 (uitgegeven in 1823) is ieder stukje land getekend.

Het Haaldersbroekplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaaldersbroek

Chris Krijt Buurtschap en straat aan de zuidkant van de Kalverpolder, waar de Poel overgaat in de Braaksloot, tegenover 't Kalf. De buurt was mogelijk reeds in de 13e eeuw bewoond. Van oorsprong maakte Haaldersbroek deel uit van de banne van Oostzanen, na 1795 hoorde de buurtschap bij
staat er in z`n geheel op en alle molens aan de Kalverringdijk zijn met name genoemd. CK. Klots tekende naar opmeting van E. de Waart in 1850 een kaart van de Veenpolder te Assendelft. De polder van 308 bunders was drie jaar eerder drooggemaakt. Zie verder topografische kaarten, 1.3. en kadastrale kaarten l .4.

1.1.6. Plattegronden van straten. paden, vaarten en sloten

De hier bedoelde plattegronden zijn meestal onderdelen van de kadastrale kaarten. zie 1.4. In de kaartverzameling van het Gemeente-archief zijn voorts talrijke kaarten aanwezi g. afkomstig van secretarieën en bedrijven van de eerdere Zaanse gemeenten. Verder berusten kaarten van bepaalde onderwerpen (zoals riolering, demping van sloten enz.) in object-dossiers. Van Zaandam komen veel straatplattegronden voor in het archief “Straten, grachten, paden. havens, vaarten en sloten` (1819- 1973) in het Gemeente-archief. D. Kerssens, Dickplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKerssens, Dick

Wormerveer 2 januari 1937

Archiefambtenaar, geschiedschrijver, genealoog, auteur van jongensboeken.

Kerssens, oorspronkelijk typograaf, kwam in 1976, na avondstudie, als archiefambtenaar te werken bij de semi-statische archieven van Zaanstad. Hij had toen al regelmatig historische artikelen gepubliceerd in het dagblad De Typhoon. In 1982 publiceerde hij 'Beurt om beurt', de geschiedenis/genealogie van de familie Smit, een Zaans geslacht van beurtvaarders en expediteurs.
verzorgde in 1980 een alfabetische inventaris met naamsverklaringen.

1.1.7. Plattegronden van kerken. kerkhoven. gebouwen en huizen

Olfert Jansz. de Groot tekende in 1678 een plattegrond van de Oostzijderkerk in Zaandam. met het kerkhof en de omliggende huizen. Doordat zowel in de kerken als op de kerkhoven begraven werd en men registratie van de graven wenste. waren plattegronden van deze aard niet ongebruikelijk. De begrafeniswet van 1869 maakte begraven in de kerk onmogelijk. De grafstenen in de Zaanse kerken zijn in 1931 beschreven door mr. P.C. Bloys van Treslong Prins en mr. J. Belonje ( “Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland). In 1887 had G.J. Boekenoogen, Gerrit Jacobplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoekenoogen, Gerrit Jacob

Wormerveer 18 april 1868 - Leiden 26 augustus 1930

Taalkundige, vooral bekend geworden door zijn academische proefschrift 'De Zaanse Volkstaal', waarop hij in 1896 in Leiden cum laude promoveerde. De hoofdinhoud van dit in 1897 uitgegeven lijvige werk wordt gevormd door het Idioticon, waarvan is getuigd dat het buiten kijf het meest volledige en best bewerkte woordenboek van enige Nederlandse streektaal is.
de opschriften van grafzerken in Zaanse kerken al geregistreerd. Van de volgende kerken en/of kerkhoven zijn plattegronden bekend: Oostzijderkerk Zaandam. 1755; Westzijderkerk Zaandam. 1664, 1754; hervormde kerk Koog. 1824; idem Zaandijk. o.m. 1800; idem Wormerveer, o.m. 1784; kerkhof `t Kalf (AC. Bleys. z.j.);

Haalders_ -.._-…_ topografie/cartografie l .2. - 1.3.2. uur-p-whït llvuuvu vsK'uH?nlmgunßn HK Kulkslmmlil Hammink.. 1.1 t 11 [landt Zul?l V M _ ` n tlliltl. BME ..'_, r [rw-…9.1 broek. zj.. vlak voor 1887.

St. Odulphuskerk Assendelft. 1888.

Plattegronden zijn meestal onderdeel van een heel pakket bouwtekeningen. Ze zijn bewaard gebleven van bijvoorbeeld gemeentehuizen en NS-stations. ln het `Pakhuisboek van de Zaanstreek' ( 1910) zijn plattegronden en 14 kaarten afgedrukt. Voor plattegronden van fabrieken. kantoren. winkels en huizen wordt verwezen naar de dossiers van de bouwaanvragen of -vergunningen. aan- en verkoopdossiers. verhuur-. huur- en pachtdossiers van gemeentegrond en erfpachtdossiers (alle in het Gemeente-archief Zaanstad). l .

1.2. Landmeetkunde

De westerse landmeetkunde berustte aanvankelijk op geschriften van Romeinse `agrimensores` en van Arabische wiskundigen die aan Moorse universiteiten verbonden waren. De Franse monnik Gerben (de latere paus Silvester) introduceerde deze kennis in zijn `Geometria'. geschreven in 882. In de middeleeuwen waren slechts weinig monniken geïnteresseerd in deze wetenschap. Toch zijn Plattegrond ian het tilt'.

kerkhofaan 't Kalf. getekend door de bouwmeester AG. Bleis. naarschijnlijk 1883. Rechts: verticale luchtfoto i'aii een deel van de streek met de Zaan en de Julianabrug. 1961. Onder.' detail van een topografische kaart uit 'De Grote Provincie-atlas '. uitgave 1988. schaal 1:25 .000. pvc- = , f [[l- “”-`\ah ._l, “' f ' ' r r l i V l; i '

er sinds de 14e eeuw landmeters beedigd en aangesteld. Zij hadden een vertrouwenspositie. vergelijkbaar met die van notarissen en werkten ten dienste van bijvoorbeeld baljuwschappen, hoogheemraadschappen en provinciale hoven. De driehoeksmeting in het horizontale vlak (trigonometrie) bleef tot in de 15e eeuw onbekend. Met behulp van een aaneenschakeling van op een terrein uitgezette driehoeken (een driehoeksnet) werd een opmeting gemaakt. die leidde tot het in kaart brengen van het desbetreffende terrein. Het oudste gedrukte leerboek van de landmeetkunde was in 1513 het in Brussel uitgegeven 'Die warachti ge const der geometryen. leerende hoe men allerhande breydden. lengten. dieten en hoochen der velden. beemden. bossche. berge mete sal'. Het was echter de Fries Gemma Frisius (Jemme Reinerz.) die door een publikatie in 1533 bekend raakte als 'uitvinder' van de driehoeksmeting. Dankzij zijn theorie inzake het driehoeksnet kreeg de cartografie een meetkundige grondslag. Wellicht hebben sGrooten en Beeldsnijder (zie 1.1.1.) zijn methode al toegepast.

1.3. De topografie als uitvloeisel van de werkzaamheden van de Topografische Dienst

Topografische bureaus zijn altijd militaire instellingen geweest. De huidige dienst ressorteert onder het ministerie van Defensie en is eigenlijk ontstaan in 1815 als Dienst Militaire Verkenningen. Deze organisatie groeide uit tot een volwassen karteringsdienst. Recentelijk (eind jaren `80) verhuisde de Topografische Dienst van Delft naar Emmen. Hij heeft tot taak de vervaardiging van zo gedetailleerd mogelijke kaarten waarin de bebouwing en alle landschappelijke elementen zijn aangegeven. De kaarten die sinds 1850 door deze dienst zijn uitgegeven (ook `stafkaarten' genoemd) mogen als de meest nauwkeurige van ons land worden beschouwd. Op de kaart uit 1854 de Zaanstreek. met het IJ voor de inpoldering. Het is de eerste kaart waarop de streek zo exact wordt weergegeven. met bijvoorbeeld een zeer duidelijk verkavelingspatroon. Op de kaart van 1878 is het U ingepolderd en ziet men de eilanden De Hoorn en Ruigoord opgeslokt in het nieuwe land. Deze kaart is in 1973 in facsimile heruitgegeven (62 kaartbladen op formaat 92 x 64 cm met begeleidend boek. kaartblad 25 is van de Zaanstreek).

De bibliotheek van de Topografische Dienst in Emmen is voor het publiek toegankelijk en beschikt over meer dan 200.000 oude en recente topografische kaarten die geraadpleegd en eventueel gefotokopieerd kunnen worden. Van 1865 af verscheen de “Chrome-topografische kaart des Rijks` op schaal 1:25.000. Interessant is de vergelijking van de kaartdelen in de verschil:jaarlijks delen worden vernieuwd.

De opna- men zijn gratis ter inzage in de fototheek van de Topografische Dienst te Emmen. De oud- ste verticale opnamen van de Zaanstreek da- teren uit 1937 en geven een goed overzicht van de vooroorlogse bebouwing. Bewaard gebleven zijn ook opnamen van de geallieer- de luchtmacht uit 1944. Verder zijn er van de Zaanstreek opnamen uit 1958. 1961. 1964. 1971 en later. In de handel is de Foto-atlas van Noord-Hol- land (Den l 1990). met verticaal gemaakte foto`s van ongeveer 3800 m hoogte. waarbij een reeks duidelijke zwartwit-fotos van de Zaanstreek. 1.3.2. Satellietfotograñe Als verworvenheid van de ruimtevaart kan de aarde worden gefotografeerd als planeet. Voor het eerst in 1969 werd door het Russi- sche ruimtestation Sonde-7 een opname ge- maakt van een groot deel van het aardopper- vlak op 70.000 km afstand. Daarmee kwam een proces op gang waarmee de aarde in zijn

geheel fotografisch kon worden vastgelegd. De Apollo 11 fotografeerde onze planeet op 150.000 km afstand. de observatie en tech- nologie-Satelliet ERTS-l verzamelde sinds 1972 gegevens betreffende het aardopper- vlak. Op 23 maart 1973 werden opnamen ge- maakt van Nederland. ook van Noord-Hol- land. De Zaanstreek is goed te herkennen. Op de ERTS-l foto`s hebben de kleinste nog herkenbare elementen een lengte van onge- veer 200 m. Satellietfoto's worden door de firma Robas in Den Ilp in de handel gebracht. 1.4. Kadaster In feite is het huidige kadaster door een de- creet van Napoleon tot stand gekomen. Doel was een rechtvaardiger grondbelasting en meer rechtszekerheid betreffende de eigen- dommen. Na opmetingen en vervaardiging van kaarten (sinds 1817) is het kadaster in 1832 van praktische betekenis geworden. De grondslagen van de kadastrale administratie zijn de zogenaamde “minuutplans' en de oorspronkelijk aanwijzende tafels`. Minuut- plans zijn de oudste getekende kaarten van het kadaster. waarop alle gronden met wo- ningen. erven, wegen en wateren zijn ingete- kend, meestal 1:2500 of 111250. De percelen hebben een eigen nummer. Het aantal plans varieert per gemeente. De oorspronkelijk aanwijzende tafels zijn registers bij de mi- nuutplans. Er staan zaken in vermeld zoals naam. beroep en woonplaats van eigenaren of vruchtgebruikers. soort bebouwing en de oppervlakte daarvan. de klassering en de be- lastbare opbrengst. Zo ontstond sinds 1817 een steeds vollediger wordende betrouwbare administratie van al het onroerend goed. In het Gemeente-archief bevinden zich tal van kadastrale kaarten en gegevens van alle Zaanse gemeenten. De waarde ervan is van groot belang voor historisch onderzoek. om- datde situatie is weergegeven vóór de radica- le ruimtelijke veranderingen die na om- streeks 1850 hun beslag kregen. Evenals in andere provincies is in Noord- Holland een Stichting Kadastrale Atlas opge- richt. met als doelstelling de publikatie per gemeente van de kadastrale minuutplans en de bijbehorende lijsten van percelen en eige- naren. De Zaanstreek komt in het begin van de jaren `90 aan bod.

H. \'I, 1.1' .H

ne. (Wy.

l .5. Kaartgebruik met betrekking tot de Ruimtelijke Ordening “Ruimtelijke ordening` is een overheidstaak met betrekking tot de structurering en be- stemming van de bodem en de coördinatie van het gebruik ervan; anders gezegd: de or- ganisatie van de ruimte waarin wij leven. De ruimtelijke ordening is een studie-object van de planologie en leidde tot planologische re- gelingen. lokale structuur- en bestemmings- regelingen (o.m. structuurplannen en be- stemmingsplannen) en regionale plannen (om. streekplannen). Bij deze regelingen en plannen behoort dikwijls uitgebreid kaartma- teriaal dat zowel cartografisch als topogra- fisch veel informatie biedt. Zo zijn bijvoor- beeld de tekeningen van bestemmingsplan- nen (vroeger: uitbreidingsplannen) getekend en ingekleurd op een kadastrale ondergrond. zodat men de oude en de toekomstige situatie goed kan vergelijken. De oudste uitbreidingsplannen dateren al van vóór de Eerste Wereldoorlog. de meeste zijn van veel recenter datum. Structuur-. bestem- mings- en streekplannen uit het verleden zijn in het Gemeente-archief Zaanstad te raadple- gen. 2. Het topografisch aspect van de beeldende kunst 2.1. Inleiding Uit de teken- en schilderkunst en uit de grafi- sche kunst zijn tot ver in de 17e eeuw slechts zeer weinig topografische afbeeldingen van de Zaanstreek bekend. Aan weerszijden van een portret van Martinus Duncanus (zie: Maarten *Donk) uit 1541 komt een dorpsge- zicht van Wormer voor. waarin de middel- eeuwse kerk domineert. Het is een van de weinige afbeeldingen van een kerk van vóór de Reformatie. Bekend is ook de gravure waarmee Jan *Saenredam in 1596 een tafe- reel rond de kerk van Assendelft vastlegde (zie de afbeelding van een detail op blz. 618). Zijn zoon. Pieter Saenredam. tekende in 1633 eveneens de St. Odulphuskerk en de achterkant van de huizen aan de zuidzijde van het dorpsplein. Dit zijn de vroegste. nog bekende. beelden die van de streek zijn over- geleverd. Dat er niet meer materiaal voorhanden is. zou mede het gevolg kunnen zijn van de ver- woestingen in de *Spaanse tijd. van 1572 tot

„gt [Hifi

1574. Alle sporen van het katholicisme. ook de kunst. zijn voorts in de beginjaren van de Hervorming uitgewist. Een andere verklaring kan gezocht worden bij de mentaliteit van de Zaanse doopsgezinden. die eenvoud na- streefden en alle opsmuk vermeden. De 17e- eeuwse Hollandse schilders. zoals Vermeer. Van Goyen, Haverkamp en vele anderen. legden allerlei topografische beelden vast. maar de (hoewel toch al rijke) Zaanstreek was niet bij hen in trek. Misschien hing dit ook samen met zuinigheid en gebrek aan tra- ditie van de Zaanse kooplieden: zij hebben geen opdrachten verstrekt. 2.2. 18e-eeuwse dorpsgezichten, straten en gebouwen Gelukkig is de Zaanstreek in de 18e eeuw door vele kunstenaars vastgelegd. vooral in prenten. Hierdoor kan men zich een beeld vormen van de historisch-topografi sche as- pecten van ons gebied. Onder anderen J. de Beijer. J. Bulthuis. S. Fokke. H. de Leth. L. Oomhein. C. Pronk. J. Stellingwerf. H. Ta- venier en H. de Winter zijn van belang. Hun werk. alsook dat van verscheidene anonieme kunstenaars. bevindt zich in het Gemeente- archief Zaanstad. Van Bulthuis zijn 17 teke- ningen in de collectie opgenomen. waarvan sommige door bekende graveurs op de plaat zijn gezet. Acht gravures naar zijn tekenin- gen zijn als illustraties gebruikt in Adriaan *Loosjes` “Geschiedenis van de Zaanland- sche Dorpen`. Een dezer afbeeldingen (De overtoom in Zaandam) is gebaseerd op een olieverf-schilderij van J. Keyser dat zich in de Zaanlandsche *Oudheidkamer bevindt. De Beijer`s tekeningen in oostindische inkt zijn gedateerd 1751 en betreffen alleen Zaan- dam. De Leth werd bekend door zijn gravu- res van Zaanse kerken. begin 18e eeuw en Fokke door een gravure van ijsvermaak op de Zaan. die werd opgenomen in Le Francq van Berkhey`s Natuurlijke Historie van Holland. Van Pronk zijn in de verzameling in het Gemeente-archief 12 tekeningen opge- nomen. de meeste uit 1728. Stellingwerf maakte o.a. dorpsgezichten van Zaandam. Wormerveer. Assendelft. Wormer. Jisp en Oostzaan. De tekeningen van Tavenier be- treffen o.a. de Oostzijderkerk in Zaandam. de hervormde kerk van Zaandijk (beide 1785) en de *Beschuittoren in Wormer. De

Lourens Oomhein schilderde in 1756 dit gezicht op de Zaan, met links de molen De Ooievaar en midden molen De Wachter aan de (druk bevaren) Zaan.

topografie/cartografie 2.2.-2.4.l. Winter tekende onder meer de hervormde kerken van Krommenie, Krommeniedijk (1745), Assendelft, Knollendam, Westzaan en Oostzaan. Van Oomhein zijn drie fraaie olieverfschilderijen op paneel bekend, een nauwkeurig beeld van de feesten te Zaandam t.g.v. de Vrede van Aken (1749), een Zaan- gezicht met de molens De Ooievaar en De Wachter (1756) en een gezicht op Wormer- veer; het laatste bevindt zich in het Molen- museum in Koog. Een aantal van de hier vermelde prenten en tekeningen is afgebeeld in “Oud-Zaens kaik- boek`. door K. Woudt en J .J . Zonjee (Zaan- dijk 1973). Een uniek document is de zoge- noemde Westzijderol omschreven als “De huizen van Westzaandam, langs de Zaan, vanaf het Blauwe Pad tot aan het Vinkenpad, op kleine schaal geteekend en gekleurd door een onbekende'. Voor de topografische ken- nis van oud-Zaandam is deze bijna tien meter lange tekening van grote betekenis. Er staan ongeveer 150 huizen op, 5 pakhuizen. 6 loodsen, 2 molens, een sluis, alsmede tuinen en erven met afzettingen. Een groot gedeelte van de rol is op ware grootte afgebeeld in het gedenkboek “Blees aan de Westzijde` door K. Woudt en .1.1. Zonjee (Zaandam 1983). Zonjee leverde een lofwaardi ge bewonings- geschiedenis van de afgebeelde panden. Bijzonder boeiend zijn de afbeeldingen van historische optoehten. Er bestaan twee ver- schillende ingekleurde gravures van zulke optochten in Jisp, namelijk uit 1697 en 1766. De eerste ( “Vreugde tooneel opgerecht en vertoond tot J isp ( . . .) over de gesloote Vree- de tot Rijswijk” enz.) is gegraveerd door L. Scherm, van de tweede is de maker onbe- kend. Deze tweede prent stelt een optocht voor ter gelegenheid van de installatie van prins Willem V. De prenten zijn. evenals de volgende, zeker ook van topografisch be- lang. In 1788 werd in Krommenie een op- tocht ter gelegenheid van de 40e verjaardag van Willem V gehouden. Een zeer gedetail- leerde prent herinnert daaraan. Naast de op- tocht is er een panoramisch beeld van het dorp op zichtbaar, waarin 70 gebouwen zijn te onderscheiden. In het onderste deel van de prent worden gegevens (namen en beroepen) vermeld over de personen die in de stoet meeliepen. 2.3. Topografie van de Zaanstreek in de kunst van de 19e en 20e eeuw Het aantal schilders en tekenaars dat na de 18e eeuw het landschap en de gebouwde om- geving in de Zaanstreek heeft vastgelegd is zó uitgebreid, dat het ondoenlijk is een over- zicht te geven. In tegenstelling tot bij de hier- voor behandelde l8e-eeuwse prenten is ook geen gericht verzamelbeleid gevolgd, zodat het in topografisch opzicht interessante werk zeer verspreid is geraakt. Na de eerste helft van de 19e eeuw is bovendien de fotografie van belang geworden, met als gevolg dat schilder- en prentkunst voor de vastlegging van topografische bijzonderheden feitelijk minder betekenis kregen. Het is niet toevallig dat juist sinds die tijd, te beginnen met het impressionisme, allerlei stromingen zijn ont- staan waarin de waarneembare werkelijkheid zoal geen geweld werd aangedaan, dan toch vertekend werd weergegeven. Niettemin is

door een aantal kunstenaars de Zaanstreek zeer getrouw in beeld gebracht. De hier vol- gende opsomming van enkele namen is wil- lekeuri g en geeft slechts een beperkt beeld van degenen die ook topografisch werk le- verden: Jan *Kruijver. Freek *Enge1, Cees *Bolding, Remmet *Ouwejan, Willem *Jansen, Frans *Mars, Gerrit *Woudt, Gerrit de *Jong Ties *Stuurman en Jan *Groen- hart. Van de buitenlandse schilders die de Zaanstreek vastlegden worden *Monet, Lalanne. Anderson Milner en *Guillaumin genoemd. Niet onvermeld mag blijven dat vooral in de laatste decennia vele amateur- schilders, -aquarellisten en -tekenaars hun naaste omgeving nauwkeurig vastlegden. Het door Frans *Mars in 1947 voltooide *molendiorama, thans in het Molenmuseum in Koog. geeft een zowel doordacht als artis- tiek topografisch beeld van de nijverheid op een deel van de oostelijke Zaanoever in Zaandam omstreeks 1800. Hoewel van heel andere aard dringt de vergelijking met de hiervoor genoemde Westzijde-rol zich op. Door Remmet *Ouwejan is in de jaren `30 een reeks van honderden nauwkeurige pente- keningen van vooral Zaanse woningen bij- eengebracht in de tweedelige uitgave “Zaans Schoon`, fraai uitgegeven door drukkerij Meijer te Wormerveer. De boekjes “Wandeling door Oost- en West- Zaandam` (Zaandam 1963) en “Wandeling door Koog aan de Zaan en Zaandijk' (Zaan- dam 1964) bevatten stads- en dorpsgezichten van het begin der 20e eeuw, getekend en van beschrijvende tekst voorzien door T. Woudt. 2.4. Andere topografische afbeeldingen. zoals op prentbriefkaarten en reclame-mate- riaal De prentbriefkaart ('ansicht') is voortgeko- men uit de gewone briefkaart. die in 1871 in Nederland door wijziging van de postwet is ingevoerd. Algemeen wordt aangenomen dat de Duitser Schwarz de geïllustreerde brief- kaart heeft uitgevonden. In Nederland ont- stond de prentbriefkaart in 1883. Naast kaar- ten met bloemdessins zijn in dat jaar kaarten met afbeeldingen van de Wereldtentoonstel- ling in Amsterdam uitgegeven. In 1892 kon-

1

II 1:;z kt-

*_QZE..

703

den door een nieuwe wijziging van de post- wet ook particulieren prentbriefkaarten uitge- ven. De uitgevers N.J. Boon te Amsterdam en J .M. Schalekamp te Buiksloot worden als eerste verspreiders van topografische kaarten genoemd. De oudste prentbriefkaarten van de Zaanstreek dateren van omstreeks 1895. De zogenoemde “blauwe-tegeltjeskaarten van de firma 11.1. Kleinman & Co. behoren tot de oude en zeldzame kaarten van de streek. ln 1899 maakte de firma S. Bakker Jz. te Zaandijk al reclame voor 'ansicht- briefkaarten'. in 1900 gaf deze firma 82 een- kleurige en 24 gekleurde kaarten uit. Andere Zaanse uitgevers van prentbriefkaarten wa- ren A. Altink, Krommenie; W. Busch, Zaan- dam; Jac. Dekker Gzn., Zaandam; I. Heijnis Tsz.. Zaandijk; A. Kuijken Azn., Zaandijk; P. Nieuwstad, Koog; A.C. Ooms, Zaandam; P. Out, Koog; P.N. Sombroek, Zaandam; D. Spaander, Wormerveer; Zaansche Prent- briefkaarten-Handel, Zaandam. Deze opgave is niet compleet. Ook door vele niet in de Zaanstreek gevestigde uitgevers zijn kaarten van de streek in omloop gebracht. Na de Eer- ste Wereldoorlog ging de produktie van foto- grafische kaarten steeds meer die van ge- drukte kaarten vervangen. Was er aanvanke- lijk nog sprake van kleine oplagen, door toe- name van het toerisme ontstond in zekere zin een massa-produktie van prentbriefkaarten. Vele streekgenoten gingen de kaarten verza- melen, er zijn verschillende zeer grote col- lecties. Ook in het Gemeente-archief Zaan- stad bevindt zich een grote verzameling van (voornamelijk oudere) kaarten. N iet onver- meld mogen blijven de sinds 1971 versche- nen boekjes betreffende Zaanse gemeenten in oude ansichten, die zeer gewild waren. De serie werd aangevuld door boekjes “Kent u ze nog?` 2.4.1. Albumplaatjes, reclame-affiches, briefhoofden e.d. Met albumplaatje's zijn hier de door beelden- de kunstenaars gemaakte afbeeldingen be- doeld die door verschillende bedrijven in de eerste helft van de 20e eeuw zijn uitgegeven; ze werden door deze bedrijven in grote aan- tallen onder het publiek verspreid en konden

Plitlß

' -,_”.„- . “T”- n \ i

.al

'ttššti

at.:.,1'-'5

704 topografie/cartografie 2.4.1.-3.3.

u

' .,Gt 7.1 . .' “'r …mb

.v .g lt Kg l'. 22? . '_' \ › n.'

p .. 3 pray \thx-p.

\Jxaa 1.1!!!

Voorbeeld van een srereofoto ( om- streeks 1865). geno- men op de Hogen- dam bij de Grote Sluis. Op de achter- grond de Oostzii- derkerk.

in daartoe bestemde albums worden verza- meld. Het meest bekend zijn de Verkade-al- bumplaatjes. Na een tweetal sprookjes-al- bums zijn de eerste `echte` albums door de firma Verkade in 1906 op de markt gebracht. In totaal zijn 27 Verkade-albums met te za- men ruim 3800 plaatjes verschenen. Door hun voortreffelijke kwaliteit behoren deze uitgaven terecht als belangrijke cultuuruiting te worden gesignaleerd. Hoewel verscheide- ne albums topografisch materiaal bevatten, betreft dit niet de Zaanstreek, maar de IJssel, de Vecht, de Zuiderzee enz. Wel Zaanse afbeeldingen bevatten albums van de firma's Terwee, Erve H. de Jong en Molenaar`s Kindermeel. Terwee`s Theehan- del te Zaandam gaf het album “De waters- nood van 1916' uit met 72 gekleurde (foto)- plaatjes. Chocolafabriek Erve H. de Jong in Wormerveer verspreidde eveneens gekleurde fotoplaatjes van Zaanse molens. Voor Mole- naar`s Kindermeel te Westzaan vervaardigde o.a. Willem *Jansen een reeks aquarellen van Zaanse dorpsgezichten. die nog na de Tweede Wereldoorlog als album-plaatjes zijn uitgegeven. Ook een (beperkt) aantal afliches die als re- clame voor Zaanse bedrijven zijn verv aar- digd, biedt topografische informatie. Het- zelfde geldt voor reclamefolders, adverten- ties enz. Het was voorts (van het begin van de 20e eeuw tot de jaren '50) niet ongebrui- kelijk dat Zaanse bedrijven hun briefpapier lieten voorzien van gelithografeerde of in staalstempeldruk uitgevoerde afbeeldingen van hun fabrieksgebouwen. Daarvoor zijn fraaie tekeningen vervaardigd. bijvoorbeeld voor Verkade, Pette (Wormerveer) en Jacob Vis Pz. (Zaandijk). 3. Het topografische aspect in de fotografie Voor het vastleggen van topografische beel- den speelt de fotografie sinds de 19e eeuw een steeds grotere rol. De Fransman J .N. Niepce slaagde er in 1827 in om met behulp van een camera obscura een houdbare afbeel- ding te maken van het uitzicht uit zijn werk- kamer. Door zijn samenwerking met L.J.M. Daguerre (voortgezet door zijn zoon; Niepce overleed in 1833) kon in 1839 de 'daguerro- typie' worden geïntroduceerd. Daguerre geldt sindsdien als uitvinder van de fotogra- fie. hoewel de Engelsman W.H.F. Talbot er al 5 jaar eerder in was geslaagd beelden op te nemen op met zilvernitraat geprepareerd pa- pier. Talbot wist ook de voordien lange be- lichtingstijden te bekorten. De eerste topo- grafische daguerrotypieen zijn weergaven van huizen en straten in Parijs. De fotokunst verspreidde zich snel. Beelden die eerder door schilders werden vastgelegd. versche- nen nu in fotografie. In de jaren `50 van de 19e eeuw kvv am de industrialisering hiervan op gang. Een voorbeeld hiervan vv ordt ge-

vormd door de `stereofoto`s`, waarvan de in Engeland begonnen produktie sinds om- streeks 1855 in vele tienduizenden exempla- ren is verspreid. Het principe hiervan was dat twee bijna identieke foto's (met een kleine perspectivische verschuiving in de opnamen) naast elkaar konden worden bekeken door een speciaal ontworpen kijker, waardoor een, driedimensionaal lijkend, ruimtelijk beeld werd gezien. Foto's volgens deze tech- niek werden ook in ons land bijzonder popu- lair. De (voorzover bekend) oudste foto's van de Zaanstreek zijn stereofoto's. De foto- grafie is sindsdien steeds verder gepeifectio- neerd. Niet alleen in de optische toerusting van de camera`s (tele- en groothoeklenzen ed.) maar ook door haast revolutionaire ver- betering van de gebruikte materialen, de uit- vinding van de kleurenfotografie enz. Bij de vroegere zwanwit-foto`s voegden zich in- middels om maar een enkel voorbeeld te noe- men, de kleurendia's. 3. l . De oudste topografische foto 's van de Zaanstreek Op 9 augustus 1858 woedde een grote brand aan de Gedempte Gracht en de Westzijde in Zaandam. Hiervan zijn twee stereofoto`s be- waard gebleven. die tot op heden als de oud- ste fotografische opnamen van de streek wor- den beschouwd. Vermeldenswaardig is dat de schilder Jacob Taanman tezelfdertijd deze brand in een tekening heeft vastgelegd. 3. l . l. De foto`s van Jan Breebaard Breebaard (Wervershoof 1835-Amhem 1893) heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het vastleggen van topografische beelden van de Zaanstreek. Hij deed dat nog juist voor onze omgeving tengevolge van de 19e- eeuwse industrialisatie ingrijpend verander- de. Zowel zijn foto`s van het straatbeeld als bijvoorbeeld zijn opnamen van Zaanerven zijn hierdoor van grote historisch-topografi- sche betekenis. Interessant zijn ook zijn fo- to`s van de aanleg en de opening van de spoorlijn Amsterdam-Uitgeest. waarop o.m. de eerste locomotieven op dit traject zijn af- gebeeld. Verder maakte hij opnamen van toen op de Zaan varende stoomschepen. Aar- dig is dat op verschillende foto`s zijn donkere kamer is afgebeeld'. Breebaard gebruikte voor het prepareren en ontwikkelen van zijn natte platen een klein 'woon-bootje met ge- blindeerde ramen. Op zijn foto's ligt het meermalen in de wegsloot. Over het leven en de fotografie van Jan Bree- baard schreef Jan Pieter Woudt het boekje 'De Zaanstreek belicht. 1863-1878` (Wor- merveer 1986). waarin ongeveer 100 foto's zijn opgenomen. Alle afbeeldingen zijn be- schreven en in inleidende hoofdstukjes ko- men bovendien zowel de ontwikkelingsge- nis van de fotografie als de levensloop van de fotograaf aan de orde.

3.1.2. Overige foto's tot 1900 De fotograaf K. van Vliet Wzn. uit Kromme- nie. die ongeveer tezelfdertijd (zelfs iets vroeger) als Breebaard werkte. heeft waar- schijnlijk grotendeels onderwerpen buiten de Zaanstreek gekozen. Mogelijk zijn de opna- men, rond 1860 van de hervormde kerk van Krommenie (nog met een ooievaarsnest op het dakl) van zijn hand. Van Vliet gebruikte een door hem op de rug meegedragen tent als donkere kamer; een opname hiervan is opge- nomen in het bij Breebaard genoemde boek `De Zaanstreek belicht'. Omstreeks 1865 is een serie stereoscopische foto`s van Zaan- dam gemaakt door een onbekende fotograaf. De afbeeldingen betreffen o.a. de havenkolk. Hogendam, Achterdam, Achterzaan, Zuid- dijk en het Stadhuisplein. Er zijn ook vroege “vogelvluchtfoto's`, doorgaans genomen vanaf kerktorens. De oudste. gemaakt door Van de Stadt, zijn omstreeks 1895 vanuit de toren van de Bullekerk genomen (8 foto`s. zie De *Zaende 1949). Ook vanaf de kerk te Zaandijk en vanuit meelmolen De Dood al- daar zijn soortgelijke l9e-eeuwse opnamen bekend. 3.1.3. De oudste molenfoto's Op een foto, gemaakt door de gebroeders Binger, 1860, is een deel van de Westzijde afgebeeld, waarop meelmolen De Ruiter zichtbaar is. Deze opname is de oudste waar- op een Zaanse molen voorkomt. De meelmo- len is in 1865 gesloopt. Andere oude foto`s zijn die van De Groene Jager, Koog (ge- sloopt 1868) en De Hobbezak, Zaandijk (eveneens in 1868 gesloopt). Sindsdien zijn er honderden foto's van de industriemolens gemaakt; in de 20e eeuw is dat aantal door de ontwikkeling van de amateurfotografie on- voorstelbaar groot geworden. Vele verzame- laars van molenfoto's bouwden een omvang- rijke collectie ervan op. Ook in het Gemeen- te-archief Zaanstad bevindt zich een dergelij- ke verzameling. 3.2. Deforogrofie in boeken. fotoboeken eo'. In 191 1 verscheen onder auspiciën van de Kamer van Koophandel en met steun van de gemeente Zaandam het grote fotoboek `De Zaansche handel en nijverheid. waarin 69 bedrijven zich met foto`s van hun gebouwen presenteerden. Nadien is een groeiende reeks van met foto's geïllustreerde boeken over de Zaanstreek uitgegeven. Van belang zijn daar- van bijvoorbeeld de verschillende gedenk- boeken van jubilerende bedrijven. omdat de- ze dikwijls gebruik maakten van tot dan toe onbekend fotomateriaal. Het aantal geïllu- streerde boeken is te omvangrijk om in dit bestek afzonderlijke titels te vermelden. Een uitzondering wordt gemaakt voor 'Gebouwd in de Zaanstreek. door S. de Jong en J. Schipper (Wormerveer 1987), waarin op overzichtelijke chronologische wijze, de bouwgeschiedenis van de streek is vastge- legd; de daarbij opgenomen illustraties zijn veelal van topografisch belang. Ook de uit- gaven met foto`s van amateurfotograaf Henk Poppen (Zaltbommel. 1988 en 1990) kunnen worden vermeld; ze bevatten vele opnamen van verdwenen panden of inmiddels gewij- zigde situaties in de bebouwing van Zaan- dam. 3.3. Het beiv-egende beeld; film en i'ideofilni De oudste films met topografische beelden van de Zaanstreek stammen uit de jaren '20. ln het Gemeente-archief Zaanstad bevinden zich om. een film van een zeilvveek ( 1922). `De Zaanstreek 1927`. en 'Winkelweek Wormerveer 1930'. Van iets meer recente datum zijn 'Brand in Zaans Veem. 1954' en `Van Dam tot Dam-race. 1959'. Veel oude films berusten nog in particuliere handen. Tegenwoordig wordt getracht zulke films voor het nageslacht te bevv aren door ze ov er te nemen op v ideoband. Ev enals dit bij de fo- tografie het geval is. zijn door amateurs in-

Tegeltableau (detail van een zitbank) in het kantoor van Jari Dekker bi', 1928. De voormalige iii- srallari'e voor trans- port van steenkool maakt deze afbeel- ding destemeer ge- dateerd.

Koekrrommel met de molens De Ko- perslager en Het Leven re Zaandijk, omstreeks 1910.

topografie/cartografie 4. - 5. middels zeer veel films en videofilms van de Zaanstreek gemaakt. De Zaanse Schans is zonder twijfel het meest gefotografeerde en gefilmde onderwerp in wijde omgeving. 4. Het topografische aspect op museale voorwerpen, tegeltableaus e.d. Op bijvoorbeeld houten sleden, schooltas- sen, schenkbladen, blikken bussen en trom- mels, serviesgoed en andere voorwerpen van aardewerk komen topografische voorstellin- gen van de Zaanstreek voor. De meeste van deze voorwerpen zijn te vinden in de Zaan- landsche Oudheidkamer te Zaandijk en het Molenmuseum in Koog. Andere bevinden zich in particuliere verzamelingen, zoals een schenkblad met afbeelding van de molens aan de Nauemase Vaart. geschilderd in 1787 (afgebeeld in De Zaende, 1949). Van bijzon- dere. ook topografische, waarde zijn de te- geltableaus die bij jubilea of andere speciale gelegenheden zijn vervaardigd in opdracht van bedrijven en instellingen. Voorzover ze niet verloren zijn gegaan, bevinden deze. doorgaans 1aat-l9e-eeuwse of vroeg-20e- eeuwse. fraaie afbeeldingen zich bij de des- betreffende bedrijven; een klein aantal is thans in museumbezit. 5. De historisch-topografische atlas van het Gemeente-archief Zaanstad Jacob *Honig Jsz. Jr. (1816-1870) legde een grote verzameling boeken. prenten en ander historisch materiaal betreffende de Zaan- streek aan. Hij breidde de eigen collectie uit door aankoop van bestaande verzamelingen van G. van Orden en J. Schreuder, maar liet ook menig gebouw of Zaangezicht tekenen door de archivaris van Alkmaar. C.W. Bruinvis. Nog bij zijn leven stelde hij zich voor dat het zeer omvangrijke door hem bij- eengebrachte materiaal zou dienen als aanzet van een “Historische Atlas der Zaanlanden, welke een beeld zou geven van de historie en van het typische en eigenaardige. dat die streek kenmerkte`. Dit ideaal is tenslotte ver- wezenlijkt. De verzameling werd na zijn dood uitgebreid door zijn zoon. J.J. Honig en tenslotte in 1892 geschonken aan de gemeen- te Zaandijk, die in dat jaar in het gemeente- huis de Zaanlandsche Oudheidkamer opende (zie voor de ontwikkeling hiervan bij *oud- heidkamers). Van o.m. het topografisch van belang zijnde bezit verscheen in 1917 een ge- drukte catalogus onder de titel “Zaanlandia Illustrata. verzameling kaarten, teekeningen. historieprenten enz. betreffende de Zaanlan-

*_II p n

' 'šr'ïfl a- *It-á ,_ . . l 1-1'1”22“.”“” _ fe.'

- TEQ~GELEÖENHEID 'VAN-H AAHfiEuoDEvan <3 -ßiiäi

2m- i DOOQ H

…… 150-

'_ 1 \

MIJ..

.1.i„_”n”

ar _ -` .iAHuAn er Deaeorieec-

i-iosió 1.-

ß`~ …Ifl- ' den en het oudtijds daartoe behoorend Bal- juwschap van Blois, bevattende de gemeen- ten Zaandam. Oostzaan, Westzaan. Assen- delft, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormer- veer. Krommenie, Krommeniedijk, Knollen- dam. Wormer en J isp, Beverwijk. Wijk aan Zee en Duin, Spaamewoude, Penningsveer, De Lie en de kastelen en lusthoven daarbij gelegen. bijeengebracht door Jacob Honig Jansz. Jr., gerangschikt en beschreven door J.J. Honig`. Deze catalogus bevat 937 num- mers. De verzameling is nadien zeer belang- rijk uitgebreid door schenkingen en gestadi g aankopen van prenten en kaarten op veilin- gen e.d.. Evenals de Zaanlandsche Oud- heidkamer stond deze collectie steeds onder beheer en toezicht van de “Vereeniging tot instandhouding en uitbreiding der Zaanland- sche oudheidkundi ge verzameling van Jacob Honig Jsz. Jr.`. Na het overlijden in 1968 van J.W.A. Honig, kleinzoon van de stichter en conservator van de verzamelingen, werd J .J . Zonjee - later stadsarchivaris van Zaan- stad - conservator/bibliothecaris van de zo- juist genoemde vereniging. De verzamelin- gen werden daama fors uitgebreid, onder meer met vele schilderijen en tekeningen van Frans Mars. die als heemkunde-ambtenaar van Zaandam Zonjee”s voorganger was ge- weest. Na de vorming van Zaanstad (1974) en de realisatie van een ruim, goed geklima- tiseerd en veilig Gemeente-archief in Koog (Hoogstraat 34) is de gehele collectie thans daar ondergebracht. onder de zorg en het toe- zicht van mevr. T. de Groot als opvolgster van Zonjee. De thans aanwezige collectie be- staat uit: a) de verzameling van de hiervoor genoemde Zaanlandsche Oudheidkamer: 1. Kaarten en plattegronden; 2. Afbeeldingen, prenten en tekeningen van kerkgebouwen en dorpsgezichten van alle Zaangemeenten; 3. Prenten en tekeningen die betrekking hebben op het Baljuwschap. de Zaangemeenten niet meegerekend; 4. Historieprenten; 5. Czaar Peter en het Czaar-Peterhuisje te Zaandam; 6. Portretten van personen van betekenis, die aan de Zaan geboren zijn, geleefd hebben of tot de Zaan in betrekking hebben gestaan; 7. Klederdrachten. zeden en gewoonten; 8. Mo- lens enz. en handel en nijverheid; 9. Wapens van gemeenten. geslachten. zegels van ge- meenten. kerken en families; 10. Verzame-

ling prentbriefkaarten (ongeveer 6.000 stuks); 11. Verzameling foto's (ongeveer 12.000 stuks). Bij deze collectie zijn gevoegd: b) de histo- risch-topografische verzamelingen ontstaan uit de heemkundi ge verzameling van de voormalige gemeente Zaandam en andere voormalige gemeenten: 1. Kaarten en platte- gronden, afkomstig van de voormalige Zaan- se gemeenten (a. Overheidsgebouwen, b. Wegen, c. Sloten. d. Kanalen, e. Bruggen en steigers, f. Sluizen. g. Pont- veren. h. Stads- of dorpsplattegronden), totaal 500 kaarten; 2. Kadastrale kaarten; 3. Kaarten uit uitbrei- dings- of bestemmingsplannen enz.; 4. Ver- borgen kaarten die zich in dossiers bevinden (zoals de dossiers over straten en wegen, over bouwvergunningen en over aan- en ver- koop van onroerend goed); 6. Prenten, teke- ningen enz.: 7. Prentbriefkaarten. foto's, films en dia's. Verder berusten in beide collecties ongeveer 8.500 glasnegatieven en 5.000 andere nega- tieven, waarvan voor het bezoekende publiek desgewenst (tegen betaling) afdrukken kun- nen worden gemaakt. Het lijkt dienstig hier te vermelden dat voor de illustraties van deze encyclopedie dankbaar is geprofiteerd van het bij het Gemeente-archief Zaanstad berus- tende materiaal. De verzamelingen zijn. on- der toezicht. gratis te bekijken en te raadple- gen. D. Kerssens (Bovenstaand artikel is door de eindredactie samengevat uit een veel uitgebreider ma- nuscript. waarvan een boekuitgave wordt nagestreefd.) Literatuur (voor zover niet in de tekst ver- meld): J .C. Besteman en AJ. Guiran. De middeleeuwse bewoningsgeschiedenis van Noord-Holland boven het IJ en de ontginning van de veengebieden, opgravingen in Assen- delft in perspectief, in: Rotterdam Papers V, 1986; J. Bodechtel, H. G. Gierloff-Emden enz.. De aarde vanuit de ruimte. Bussum 1975: Mattie Boom, 125 jaar fotografie. `s- Gravenhage 1989; J.E.A. Boomgaard. Hol- land in kaart en prent. Weesp 1984; P. Boorsma. Het molenpanorama in de molen Het Pink, Koog 1947; prof. dr. A. van Braam e.a.. Historische atlas van de Zaan- landen, Wormerveer 1970; prof. dr. A. van

706

Een traankokerij in Jisp, 1664, detail van een anoniem schilderij.

Tot + Beers-traankokerij Braam. De Zaanstreek. overvv oekerd agra- risch landschap. in; Beelden van dorpen en steden. water en land uit de provinciale atlas. Amsterdam 1976; mr. S.J. Fockema An- dreae en prof.dr.ir. C. Koeman, Kaarten en kaarttekenaars, Bussum 1975; Grote Bosat- las, 50e druk, Groningen 1988; M. Hame- leers, Over recent. teruggevonden fragmen- ten van middeleeuwse wereldkaarten, in: Cart-Thresoor nr 4, 1987; HJ . Haverkate, De geschiedenis van de Nederlandse prent- briefkaart. ver. Doc. Prentbriefkaarten 1987- 190; prof.dr. A. Heslinga ea., Nederland in kaarten. verandering van stad en land in vier eeuwen cartografie. Ede/Antwerpen 1985; Kaartenboek betreffende de ringdijken van den Polder Westzaan, 1910; K. Kalkwiek. Het middeleeuwse wereldbeeld, het kaart- beeld in de vroege middeleeuwen. in: Cart- Thresoor nr 3 1982, nr l 1983. nr 3 1984; prof.dr.ir. C. Koeman, Geschiedenis van de kartografie van Nederland. zes eeuwen land- en zeekaarten en stadsplattegronden, Alphen aan den Rijn 1985; dr. A.J.Kolker, De kaart van Holland door Joost Jansz., 1575, op- nieuw uitgegeven, Purmerend 1971; W. Laanstra, Zaans Palet, kunstschilders zien de Zaanstreek. Westzaan 1989; prof. dr. F .J . en drs. M.J . Kraak, Kartografie, ontwerp, pro- duktie en gebruik van kaarten. Delft 1987; IR. Persman, De voorgeschiedenis van de uitgave in 1853 van de kaart van de provincie Noord-Holland, in: Cart-Thresoor nr 2, 1986; A. Scharf, uit de geschiedenis van de fotografie, Amsterdam-Brussel 1980; J .J . Schilstra, Wie water deert, het Hoogheem- raadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland, 1544- 1969; G Schwartz en MJ. Bok. Pieter Saen- redam. de schilder in zijn tijd, `s-Gravenhage 1989; Hendrik Soeteboom. Saenlants Arca- dia. 1702; Topografische Dienst. speciale ca- talogus/prijslijst 175 jaar T. D., Emmen 1990; D. de Vries. Kaarten met geschiede- nis. 1550-1800, een selectie van oude gete- kende kaarten van Nederland uit de collectie Bodel-Nijenhuis. Utrecht 1989; C. en D. Wills. De geschiedenis van de fotografie, van daguerrotypie tot instantfoto. Alphen aan den Rijn 198

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/topografie.1449657665.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 18:06
  • (Externe bewerking)