Visserman, De
Houtzaagmolen in Oostzaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzaandam
Voormalige naam van de bewoningsconcentratie ten oosten van de Zaan nabij de Dam, tot 1795 behorend tot de gemeente Oostzaan, tussen 1795 en 1811 min of meer een zelfstandige gemeente en sinds 1811 deel uitmakend van de stad Zaandam. Oostzaandam behoorde tot de, Paltrokplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPaltrok
Molentype, alleen toegepast voor de houtzagerij. De paltrokken, waarvan er meer dan 200 in de Zaanstreek draaiden, kenmerken zich door een aan drie zijden open werkvloer, de zaaggrond, een geteerd dus donker uiterlijk en het feit dat bij het kruien de gehele molenmassa over een rolring wordt rondgedraaid; de paltrok is hierdoor een onderkruier in tegenstelling tot de, ook De Drijver genoemd.
De eerste vermelding van de Balkenzagerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenzager
Windmolens tot het zagen van planken en ribben uit boomstammen, als vroegste en lange tijd ook belangrijkste tak van nijverheid in de Zaanstreek. Zoals bekend werd de zagerij met behulp van molens (uitvinding van Cornelis Corneliszoon van Uytgeest) hier het eerst toegepast; voordien werden alle balken, stammen enzovoort met de hand verzaagd. Het totale aantal zaagmolens in de Zaanstreek heeft volgens opgave van dateert uit 1690. De molen stond nabij het Hanenpadplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHanenpad
Pad in Oostzaandam, bij de Zuiddijk. Het eerste reglement dateert van 1713 en werd vastgesteld omdat de bewoners onderling ruzie hadden gekregen. Het pad bestond toen al geruime tijd. De naam is ontleend aan een van de eerste voorname bewoners van het pad.. En werd in 1764 gesloopt.