Dit is een oude revisie van het document!


Voormalige scheepswerf, oorspronkelijk in Zaandijk, later aan 't Kalf en tenslotte in de Achtersluispolder in Zaandam. De ZSM ontstond door overname van de scheepswerf van S. de Boer aan de Kerksloot in Zaandijk, die verkocht moest worden na het overlijden van de kinderloos gebleven eigenaar.

Kopers waren de Zaandijkse notarissen mr. J. Walig en M. Donker. Aangezien zij zelf geen verstand hadden van scheepsbouw, zochten zij contact met J.C. Vis uit Zaandijk, die door zijn werkzaamheden bij de KNSM in Amsterdam goede contacten had met reders en in binnenvaartkringen aan de Zaan en in Amsterdam.

In overleg met Vis werd besloten tot de oprichting van de nv Zaanlandse Scheepsbouw Maatschappij (ZSM). Het kantoor werd gevestigd huize van J.C. Vis aan de Lagedijk in Zaandijk. Technisch directeur werd C. Brouwer, firmant van de scheepswerf Wed. K. Brouwer in Zaandam. J.C. Vis werd administratief directeur. Daar de werf was gevestigd achter de Zaandijker sluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaandijker Sluis

Sluis in Zaandijk, in de Lagedijk. Het voormalige gemeentehuis van Zaanstad ligt aan de Zaandijkersluissloot. De Zaandijkersluis werd in 1610 aangelegd, en was toen 18 voet breed (ruim 5 meter) en geheel van hout.

In 1722 werd het onderhoud door de banne overgedaan aan het dorp Zaandijk, dat vijf jaar later de in verval geraakte sluis (
was het niet mogelijk grotere schepen dan van ca. 45 ton naar de werf te brengen. Voor de houtbouw was dat geen bezwaar, maar voor de voorgenomen ijzeren scheepsbouw wel, aangezien met name de Amsterdamse schuitenvoerders schepen van circa 60 ton wilden laten bouwen.

Daarom werd in de loop van 1900 besloten tot de aankoop van 3.000 m2 buitendijks terrein aan het Kalfplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKalf, 't

Buurtschap, wijk van oostelijk Zaandam, in de jaren zeventig van de 20e eeuw aanzienlijk uitgebreid door nieuwbouw onder de naam Plan Kalf.

Tot de buurtschap 't Kalf werd vroeger ook Haaldersbroek gerekend, dat door een brug over de Braaksloot met 't Kalf verbonden is. Beide, dus zowel 't Kalf als Haaldersbroek, behoorden vanouds tot het zogenoemde Haler vierendeel van de
in Zaandam, waar in 1901 de werf 'Czaar Peter' in gebruik werd genomen. De eerste ijzeren boot, die hier werd gebouwd, was een stoomsleepboot, waarvan de stoommachine werd geleverd door Machinefabriek P.M. Duyvisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDuyvis, bv Machinefabriek P M

Machinefabriek te Koog. Het bedrijf werd opgericht als P. M. Duyvis & Co in november 1885 door ir. Pieter Mattheus Duyvis te Koog en Dirk Willem Stork (mede directeur van Stork & Co te Hengelo) als stille vennoot. Pieter was de zoon van Teewis Duyvis, eigenaar van zes oliemolens en een pelmolen. Zijn vader was tevens de oprichter van de firma T. Duyvis Jz Stoomoliefabriek, die uiteindelijk zou uitgroeien tot de bekende nootjesfabriek.
in Koog. Teneinde efficiënter schepen te kunnen bouwen, schakelde de ZSM in 1906 over op toepassing van elektriciteit. Omdat er nog geen gemeentelijk energiebedrijf bestond, werd een 18 PK gasmotor aangeschaft voor de aandrijving van een gelijkstroomdynamo. In 1912-1913 werd de werf aan de Kerksloot in Zaandijk uitgebreid, en geschikt gemaakt voor de bouw van ijzeren schepen tot 45 ton. De werf 'Czaar Peter' kreeg daardoor meer armslag voor de reparatie en nieuwbouw van grotere schepen. In 1913 werd een sleepschip gebouwd van 264 ton, het grootste tot dan toe.

De Eerste Wereldoorlog was voor de scheepsbouw een moeilijke tijd, vooral door gebrek aan staal. In 1917 kwam de nieuwbouw hierdoor vrijwel volledig stil te liggen. Maar ondanks de oorlogsomstandigheden ging de motorisering van de binnenvaartvloot gewoon door. Omdat de binnenvaart niet in staat was dit geheel uit eigen middelen te financieren, moest de ZSM nogal wat kredieten verstrekken om opdrachten binnen te krijgen. Na de oorlog stegen de prijzen voor dekschuiten fors. Daarom beëindigde de ZSM de tot dan toe gevoerde politiek om dekschuiten voor eigen rekening te bouwen en te verhuren. De schepen, die de ZSM in bezit had, werden verkocht.

Grote belemmering

Met de steeds groeiende afmetingen van de te bouwen schepen werd de Zaandijker sluis een steeds grotere belemmering. Daarom werd in 1925 de werf in Achter de kerkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAchter de Kerk

Naam, in de volksmond, van een buurtje te Zaandijk, westelijk, dus gerekend vanaf de de Lagedijk achter de Nederlands Hervormde kerk. Het buurtje was dicht bezet met houten arbeiderswoninkjes en een enkele stolpboerderij. Als een klein eilandenrijk, doorsneden door smalle sloten. De buurtschap ontstond in 1709/1710, toen het land aan weerszijden van de toen gegraven
in Zaandijk verlaten en verkocht aan metaalwarenfabriek Pielkenroodplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPielkenrood

Aanvankelijk smederij te Zaandijk; uit dit bedrijf kwamen Metaalwarenfabriek Pielkenrood bv en Pielkenrood Water Treatment (Holland) bv voort, beide hierna behandeld. Jacob Pielkenrood (1862-1938) was als meesterknecht werkzaam bij de Sociëteit der IJzersmederij te Zaandijk, een gemeenschappelijke onderhoudsdienst van de eigenaren van de plaatselijke molens. Door de steeds verdergaande teruggang van het molenbestand aan het einde van de 19e eeuw bood deze dienstbetrekking op den duu…
en de gebouwen aan transportonderneming Duis & Co. Van de firma Bloemendaal & Laanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBloemendaal en Laan

Voormalig oliebedrijf in Wormerveer en rijstpellerij in Wormer. Opgericht in 1872, beëindigd in 1966. De oprichters waren Frederik Bloemendaal en zijn jongere halfbroers Remmert en Jan Adriaan Laan. Hun moeder, Elisabeth Avis, was eerst getrouwd met de Krommenieër zeildoekfabrikant Gerrit Bloemendaal en na diens overlijden met Adriaan Laan, firmant van Wessanen en Laan, die in 1851 overleed.
werd een scheepswerf aan de Zaan in Wormer gehuurd, die tot dan toe door de firma Beudeker was geëxploiteerd. Deze werd in 1929 gekocht en vervolgens gemoderniseerd.

De crisis van de jaren dertig werd bij de ZSM zwaar gevoeld. Inkomsten daalden, salarissen gingen omlaag en personeel werd ontslagen. Na reorganisaties werd in de tweede helft van de jaren `30 weer winst gemaakt. H. Brandsma, die in 1926 als directeur was aangesteld, werd technisch directeur. De heer J. Vis J.Czn., die in 1931 bij de administratie was komen werken, werd administratief en financieel directeur. Hij bleef 31 jaar in deze functie en zou tenslotte in 1967 om gezondheidsredenen ontslag nemen. Brandsma zou de ZSM in 1952 (toen hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikte) verlaten.

Ondanks het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam het aantal orders aanvankelijk toe en moest de werf 'Czaar Peter' gemoderniseerd en uitgebreid worden. In de daaropvolgende jaren werd het werk echter minder. Na de bevrijding namen nieuwbouw en reparatie hand over hand toe. Op de werf 'Czaar Peter' werden verbeteringen en moderniseringen doorgevoerd. Nieuwbouwplannen, die al langere tijd sluimerden, werden in 1956 plotseling werkelijkheid, toen zich de kans voordeed om voor Indonesië drie veerschepen te bouwen (de grootste opdracht die de ZSM ooit heeft gehad). De drie schepen voor Indonesië waren te groot om op de oude werf te worden gebouwd, zodat snel begonnen werd met de bouw van een nieuwe werf in de Achtersluispolderplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAchtersluispolder

Polder, oorspronkelijk Sluispolder, gelegen buiten de Noorder IJ- en Zeedijk in Zaandam, het meest zuidelijke gebied van Zaanstad, aan drie zijden omgeven door Zijkanaal G, het Noordzeekanaal en Zijkanaal H. Vermoedelijk viel de Sluispolder rond de 13e eeuw, de tijd van de eerste omvangrijke bedijkingen, droog. De polder werd in de 16e eeuw ingedijkt. Weliswaar dateert de polder uit de Middeleeuwen maar was in die periode nooit bewoond of bebouwd. Ook industrie, in de vorm van…
. Een jaar later werd deze in gebruik genomen.

In 1958 werd de werf te Wormer verkocht; in 1961 volgde de verkoop van de werf 'Czaar Peter'. Door de nieuwe werf was de bouwcapaciteit van de ZSM aanmerkelijk toegenomen en moest er voor meerdere orders worden gezorgd. Aangezien bij de verwerving steeds met dezelfde Nederlandse werven werd geconcurreerd, werd de ZSM verzocht toe te treden tot de Coop. Ver. Hollandse Scheepsbouw Associatie te Amsterdam, waarin werven uit Amsterdam (ADM), Deest, (twee werven uit) Rotterdam, Zaltbommel en Dordrecht deelnamen. Gezamenlijk wisten deze werven goede orders te noteren.

In de loop van de jaren '60 daalden de bedrijfsresultaten. In 1966 waren de vooruitzichten op nieuwbouw al niet rooskleurig en de situatie zou verder verslechteren. In de boeken staat 1971 als een rampjaar genoteerd, met een verlies van f 6 mln. In 1972 werd de bodem in de orderportefeuille zichtbaar. In juni van dat jaar werd surséance van betaling aangevraagd, een maand later volgde het faillissement van de ZSM met een schuld van f 23 mln. Het personeel (341 personen, eerder waren al 50 personen ontslagen en was het contract met 100 buitenlanders niet verlengd) kwam op straat te staan. Het terrein in de Achtersluispolder is uiteindelijk in kavels verkocht.

De ondergang van ZSM is nadien wel het begin van de rigoureuze ondergang van de Nederlandse scheepsbouw genoemd. Onder de schepen, die de werven van de ZSM in de loop der jaren hebben verlaten na daar ge- of verbouwd te zijn, waren behalve coasters, sleepboten, veerponten en gastankers ook een kustbewakingsvaartuig, het hospitaal-kerkschip De Hoop, de trawler Norderney, die verbouwd werd tot het radioschip Veronica, en de Mi Amigo (het Engelse radioschip Caroline) waarop een aluminium mast van 50 meter hoogte werd geplaatst.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/zaanlandse.1474395382.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:34
  • (Externe bewerking)