brandweer

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
brandweer [2017/02/02 15:06]
gjschenk [Korpsen in de Zaanstreek]
brandweer [2024/05/25 18:19] (huidige)
zaanlander
Regel 4: Regel 4:
  
  
-**Geschiedenis**+**Historie**
  
 In de 17e eeuw was nog elke burger verplicht deel te nemen aan de blussingswerkzaamheden. Belangrijkste blusmiddelen waren brandzeilen. leren emmers, gieters, ladders en haken. Bovendien had elk huis een haak aan de gevel waaraan de brandlantaarn moest worden opgehangen wanneer dat nodig was. Elk huis had ook zijn leren brandemmer, die naar de brand moest worden meegenomen en samen met de emmers der andere buren door handreiking bij de blussing dienst deed. Het blussen geschiedde ongeorganiseerd met water vanuit de meest nabij gelegen sloot. Meestal waren er ook nog onvoldoende emmers. Het werpen van emmers water in het vuur en het omhalen van nog niet brandende percelen was eeuwenlang het enige verdedigingsmiddel.  In de 17e eeuw was nog elke burger verplicht deel te nemen aan de blussingswerkzaamheden. Belangrijkste blusmiddelen waren brandzeilen. leren emmers, gieters, ladders en haken. Bovendien had elk huis een haak aan de gevel waaraan de brandlantaarn moest worden opgehangen wanneer dat nodig was. Elk huis had ook zijn leren brandemmer, die naar de brand moest worden meegenomen en samen met de emmers der andere buren door handreiking bij de blussing dienst deed. Het blussen geschiedde ongeorganiseerd met water vanuit de meest nabij gelegen sloot. Meestal waren er ook nog onvoldoende emmers. Het werpen van emmers water in het vuur en het omhalen van nog niet brandende percelen was eeuwenlang het enige verdedigingsmiddel. 
Regel 14: Regel 14:
 **De slangenbrandspuit** **De slangenbrandspuit**
  
-De slangenbrandspuit zoals Jan van der Heyden die heeft uitgevonden. heeft zich lang gehandhaafd. In de gemeente Zaandijk bijvoorbeeld deed deze nog dienst tot 1895. In een handleiding die aanwezig is in het archief van de Vrijwillige Brandweer Zaanstreek is op een 200 jaar oude plaat een voorstelling met beschrijving van deze spuit gegeven. Bovenop de spuit werd een losse zogenoemde kleine pomp meegevoerd. Deze was ongeveer twee meter hoog en bestond uit twee zijden van ribjes, schuin in elkaar gewerkt, zodat het grondvlak ongeveer 1.25 vierkante meter was. Boven bevond zich een pomp die door middel van een zuigslang het water uit de sloot opzoog en uitstortte in een leren of zeildoekse zak, die boven tussen de poten van die ribjes hing. Onderaan die zak voerde een niet zuigende slang die de naam 'mallemierem' droeg, het water naar de gewone spuit. Op die spuit was een waterbak van ongeveer een kubieke meter inhoud aan gebracht, van waaruit de zuig- en perspompen het water naar de slangen voerden. +De slangenbrandspuit zoals Jan van der Heyden die heeft uitgevonden. heeft zich lang gehandhaafd. In de gemeente Zaandijk bijvoorbeeld deed deze nog dienst tot 1895. In een handleiding die aanwezig is in het archief van de Vrijwillige Brandweer Zaanstreek is op een 200 jaar oude plaat een voorstelling met beschrijving van deze spuit gegeven. Bovenop de spuit werd een losse kleine pomp meegevoerd. Deze was ongeveer twee meter hoog en bestond uit twee zijden van ribjes, schuin in elkaar gewerkt, zodat het grondvlak ongeveer 1.25 vierkante meter was. Boven bevond zich een pomp die door middel van een zuigslang het water uit de sloot opzoog en uitstortte in een leren of zeildoekse zak, die boven tussen de poten van die ribjes hing. Onderaan die zak voerde een niet zuigende slang die de naam 'mallemierem' droeg, het water naar de gewone spuit. Op die spuit was een waterbak van ongeveer een kubieke meter inhoud aan gebracht, van waaruit de zuig- en perspompen het water naar de slangen voerden. 
 Het personeel dat voor een dergelijke spuit vereist werd was talrijk. In het reglement over de dienst bij de slangbrandspuiten en de brandgereedschappen van Zaandijk, op 26 oktober 1818 ondertekend door de schout J. Koning, wordt een specificatie van het personeel gegeven. Onder het commando van de hoofdcommandeurs stonden bij iedere brandspuit: twee stuurlieden. vier pijpleiders alsmede de commandeurs over de pompers aan de grote pomp, de pompers aan de kleine pomp, de slanghouders en de kringsluiters. Bij iedere brandspuit werkten verder nog mee vijf kwartiermakers, vijf assistent-kwartiermakers, veertien slanghouders, twaalf kringsluiters, zes lantaarndragers, een zakkendrager (dit was de lapzakdrager), een droger en toeziener. Het personeel dat voor een dergelijke spuit vereist werd was talrijk. In het reglement over de dienst bij de slangbrandspuiten en de brandgereedschappen van Zaandijk, op 26 oktober 1818 ondertekend door de schout J. Koning, wordt een specificatie van het personeel gegeven. Onder het commando van de hoofdcommandeurs stonden bij iedere brandspuit: twee stuurlieden. vier pijpleiders alsmede de commandeurs over de pompers aan de grote pomp, de pompers aan de kleine pomp, de slanghouders en de kringsluiters. Bij iedere brandspuit werkten verder nog mee vijf kwartiermakers, vijf assistent-kwartiermakers, veertien slanghouders, twaalf kringsluiters, zes lantaarndragers, een zakkendrager (dit was de lapzakdrager), een droger en toeziener.
  
Regel 37: Regel 37:
 Een nieuwe figuur is de droger, in de regel de dorpszeilmaker. Zijn taak is de spuit na de brand weer op te knappen en de slangen te drogen.  Een nieuwe figuur is de droger, in de regel de dorpszeilmaker. Zijn taak is de spuit na de brand weer op te knappen en de slangen te drogen. 
  
-Onder de bemanning was ook de vaatjesdrager. De vaatjesdrager van iedere spuit droeg een klein houten vaatje dat gedeeltelijk met jenever gevuld was. Daarbij hoorde een kelk, veelal zonder voet. Een zogenoemd rakkertje dat door velen zonder afspoelen of afdrogen werd gebruikt. +Onder de bemanning was ook de vaatjesdrager. De vaatjesdrager van iedere spuit droeg een klein houten vaatje dat gedeeltelijk met jenever gevuld was. Daarbij hoorde een kelk, veelal zonder voet. Een rakkertje dat door velen zonder afspoelen of afdrogen werd gebruikt. 
 Behalve bij de brandweren van Koog en Zaandijk, die hun spuitfeest hadden, werd er bij brand veel gedronken. De hoofdcommandeurs van de spuiten hadden volgbriefjes waarop bij een kastelein die in de buurt van de brand woonde sterke drank kon worden gehaald. Later kon die herbergier op deze briefjes betaling krijgen. Het kwam zelfs voor dat de betekenis van een brand werd afgemeten aan de hoeveelheid sterke drank die werd gebruikt. Bij de brand van 9 augustus 1858, waarbij twaalf huizen aan de Westzijde in Zaandam in vlammen opgingen, werden 36 kan jenever geconsumeerd. Voorts tien kaasjes à een gulden per stuk en 70 schootjes brood a tien cent. Dit was slechts de consumptie van één spuit, de Kalverspuit nummer 9. Er waren toen negen brandspuiten in Zaandam. Als zij op die dag alle dienst hebben gedaan kan er wel meer dan 300 liter jenever zijn gedronken. Het was dan ook geen wonder dat er tijdens of na een brand  wel eens ruzie ontstond tussen de mannen van de verschillende spuiten. De rivaliteit was altijd groot. Behalve bij de brandweren van Koog en Zaandijk, die hun spuitfeest hadden, werd er bij brand veel gedronken. De hoofdcommandeurs van de spuiten hadden volgbriefjes waarop bij een kastelein die in de buurt van de brand woonde sterke drank kon worden gehaald. Later kon die herbergier op deze briefjes betaling krijgen. Het kwam zelfs voor dat de betekenis van een brand werd afgemeten aan de hoeveelheid sterke drank die werd gebruikt. Bij de brand van 9 augustus 1858, waarbij twaalf huizen aan de Westzijde in Zaandam in vlammen opgingen, werden 36 kan jenever geconsumeerd. Voorts tien kaasjes à een gulden per stuk en 70 schootjes brood a tien cent. Dit was slechts de consumptie van één spuit, de Kalverspuit nummer 9. Er waren toen negen brandspuiten in Zaandam. Als zij op die dag alle dienst hebben gedaan kan er wel meer dan 300 liter jenever zijn gedronken. Het was dan ook geen wonder dat er tijdens of na een brand  wel eens ruzie ontstond tussen de mannen van de verschillende spuiten. De rivaliteit was altijd groot.
  
Regel 46: Regel 46:
 Bij een boerderijbrand op 2 september 1858 in de Enge Wormer ontstond er ruzie tussen de mannen van een spuit uit Zaandam en de spuitgasten uit Wormer en Jisp. De zaak liep zo hoog op dat er een vechtpartij ontstond.  Bij een boerderijbrand op 2 september 1858 in de Enge Wormer ontstond er ruzie tussen de mannen van een spuit uit Zaandam en de spuitgasten uit Wormer en Jisp. De zaak liep zo hoog op dat er een vechtpartij ontstond. 
  
-Aan het eind van de vorige eeuw trachtte burgemeester Van Slooten van Zaandijk, een gewezen militair, de brandweer op militaire leest te schoeien. Omdat hij onvoldoende vrijwilligers kon krijgen voor de reorganisatie die hij voorstond, wilde hij een verplichte loting invoeren. De lagere kaderleden, de kwartiermeesters en dergelijke, van de brandweer namen het optreden van de burgemeester niet. Zij kwamen in vergadering bijeen en zonden de burgemeester een brief, waarin zij hem meedeelden dat zij hem niet het genoegen zouden gunnen dienstweigeraars bij de brandweer te worden. Zij hadden de reglementen er op nageslagen en nergens een bepaling gevonden die aangaf hoe hard zij met de spuit naar een brand moesten lopen. Ze deelden de burgemeester mee dat zij die snelheid zelf zouden regelen en dat die wel eens zeer traag zou kunnen worden als de burgemeester zijn plannen doorzette. Van Slooten zwichtte voor deze dreigementen, waarna het aantal vrijwilligers voor het Zaandijker korps weer toenam. +Aan het eind van de 19e eeuw trachtte burgemeester Van Slooten van Zaandijk, een gewezen militair, de brandweer op militaire leest te schoeien. Omdat hij onvoldoende vrijwilligers kon krijgen voor de reorganisatie die hij voorstond, wilde hij een verplichte loting invoeren. De lagere kaderleden, de kwartiermeesters en dergelijke, van de brandweer namen het optreden van de burgemeester niet. Zij kwamen in vergadering bijeen en zonden de burgemeester een brief, waarin zij hem meedeelden dat zij hem niet het genoegen zouden gunnen dienstweigeraars bij de brandweer te worden. Zij hadden de reglementen er op nageslagen en nergens een bepaling gevonden die aangaf hoe hard zij met de spuit naar een brand moesten lopen. Ze deelden de burgemeester mee dat zij die snelheid zelf zouden regelen en dat die wel eens zeer traag zou kunnen worden als de burgemeester zijn plannen doorzette. Van Slooten zwichtte voor deze dreigementen, waarna het aantal vrijwilligers voor het Zaandijker korps weer toenam. 
  
 In Zaandam waren meerdere korpsen aanwezig. De concurrentie was groot. Op 20 februari 1880 bijvoorbeeld, toen de molen De Gekroonde Schoen in het Westzijderveld in lichterlaaie stond, werd door twee spuiten een wedloop over de Hogendijk gehouden.  In Zaandam waren meerdere korpsen aanwezig. De concurrentie was groot. Op 20 februari 1880 bijvoorbeeld, toen de molen De Gekroonde Schoen in het Westzijderveld in lichterlaaie stond, werd door twee spuiten een wedloop over de Hogendijk gehouden. 
-In de onderlinge rivaliteit tussen de Zaanse brandweerkorpsen school niet alleen een gezonde competitiedrift, soms was de rivaliteit ook gevaarlijk. Bij gevaarlijke branden werd hulp van korpsen uit andere dorpen niet, of te laat ingeroepen, soms zelfs werd aangeboden (noodzakelijke) hulp geweigerd. De ramp van 1878 in Zaandijk was aanleiding voor overleg tussen de commandanten van alle Zaanse korpsen. Het overleg leverde een schema van maatregelen op tot samenwerking bij grote branden. De chaotische toestanden bij de kerkbrand van 2 mei 1920 in Koog leidden tot een volgende stap tot nauwere samenwerking. In 1922 kwamen de commandanten weer bijeen. Dit leidde tot oprichting van een Zaanse Bond van Brandweerkorpsen. Er werd meer gereglementeerd en de onderlinge wens tot samenwerking groeide.+In de onderlinge rivaliteit tussen de Zaanse brandweerkorpsen school niet alleen een gezonde competitiedrift, soms was de rivaliteit ook gevaarlijk. Bij gevaarlijke branden werd hulp van korpsen uit andere dorpen niet, of te laat ingeroepen, soms zelfs werd aangeboden (noodzakelijke) hulp geweigerd. De ramp van 1878 in Zaandijk was aanleiding voor overleg tussen de commandanten van alle Zaanse korpsen. Het overleg leverde een schema van maatregelen op tot samenwerking bij grote branden. De chaotische toestanden bij de kerkbrand van 2 mei 1920 in Koog leidden tot een volgende stap tot nauwere samenwerking. In 1922 kwamen de commandanten weer bijeen. Dit leidde tot oprichting van een Zaanse Bond van Brandweercorpsen. Er werd meer gereglementeerd en de onderlinge wens tot samenwerking groeide.
  
 **Rampenorganisatie** **Rampenorganisatie**
Regel 74: Regel 74:
 </WRAP> </WRAP>
  
-R.H. van der Pol   Literatuur.' W. Klinkenberg, Adieu Zaandam; G. Oosterbaan. Tussen Leven en Dood; Mr. D. Vis, De Zaanstreek: J. Honig Jsz. Jr., Geschiedenis der Zaanlanden 2: De Zaende 1950; informatie PJ. van Heijnsbergen.+ 
 +  * LiteratuurW. Klinkenberg, Adieu Zaandam; G. Oosterbaan. Tussen Leven en Dood; Mr. D. Vis, De Zaanstreek: J. Honig Jsz. Jr., Geschiedenis der Zaanlanden 2: De Zaende 1950; informatie PJ. van Heijnsbergen. 
 + 
 + 
 +R.H. van der Pol
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/brandweer.1486044372.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:35
  • (Externe bewerking)