Beide kanten vorige revisie
Vorige revisie
Volgende revisie
|
Vorige revisie
|
gemeente_archief [2015/12/07 13:37] jan |
gemeente_archief [2020/09/09 23:11] (huidige) jan [Zaanstad] |
==== Gemeente-archief. ==== | |
De term archief kan drie betekenisssen hebben: l. het (archieD-mate- riaal; 2. het (archief-)gebouw (de bewaar- plaats), 3. de (archief-)dienst (de instelling). Door de eeuwen heen zijn er wat betreft de archieven (in alledrie de betekenissen) veran- deringen geweest. In dit artikel wordt, na een algemeen-historisch overzicht, met name het gemeente-archief van Zaanstad behandeld. De overige voor de Zaanstreek van belang zijnde archieven zijn summier behandeld on- der *archief, zie aldaar. | |
| |
Algemeen Reeds in de klassieke oudheid waren archie- ven bekend, als onderdeel van de bibliothe- ken (proto-bibliotheken met een archieffunc- tie). Koningen, magistraten, diplomaten en andere hoogwaardigheidsbekleders vormden aanvankelijk hun eigen particuliere (familie-) archieven. Later werden de officiële gedeel- ten opgenomen in de staatsarchieven. Daar- naast bestonden er particuliere archieven van de grote wijsgeren en schrijvers (onder ande- re Homerus, Aristoteles, Plato, Cicero). De oudste in archieven voorkomende docu- menten waren kleitabletten, wastafeltjes, pa- pyrusrollen en codexen, beschreven met beeld-, spijker- of letterschrift. Al deze docu- menten (zoals wetten, vonnissen, rapporten, volks- en senaatsbesluiten) werden bewaard in tempels. De staatsarchieven dienden voor administratief gebruik (bewijsfunctie), maar werden eveneens veelvuldig door de ge- schiedschrijvers geraadpleegd. | ==== Gemeentearchief Zaanstad ==== |
| |
Na de neergang van het Westromeinse rijk kwam in onze streken de archiefvorming ge- leidelijk weer op gang door de activiteiten van de geestelijkheid. In de vroege middel- eeuwen waren de kloosters de centra van de schrijfkunst, waar al gauw de wereldlijke landsheren hun bescheiden lieten opstellen en bewaren. (bv. de graven van Holland door de abdij van Egmond). De werkzaamheden in deze hofkapellen zorgden voor groei tot aparte bureaus, de kanselarijen. | De term archief kan drie betekenissen hebben: |
| - het archiefmateriaal; |
| - het archiefgebouw, de bewaarplaats, |
| - de archiefdienst, de instelling. |
| |
Vanaf de 13e eeuw ontstonden afzonderlijke lichamen met eigen archieven (zoals recht- banken, leenkamers, domein- en rekenka- mers), die zelf hun stukken opstelden en be- waarden. Stadsbesturen gingen in navolging ook hun eigen archieven vormen. | |
| |
Naast de middeleeuwse archivalia, zoals charters (oorkonden en akten op perkament), registers en cartularia (boeken met ingeschre- ven stukken), rekeningen, en keurboeken | Door de eeuwen heen zijn er wat betreft de archieven, in alle drie de betekenissen, veranderingen geweest. In dit artikel wordt, na een algemeen-historisch overzicht, het Gemeentearchief van Zaanstad behandeld. De overige voor de Zaanstreek van belang zijnde archieven zijn summier behandeld onder Archief. |
| |
253 | === Algemeen === |
| |
(met wetten en verordeningen), bevinden zich ook brieven, notulen- en resolutieboe- ken, en belastingkohieren vanaf de 15e/ 16e eeuw in de archieven. | Reeds in de klassieke oudheid waren archieven bekend, als onderdeel van de bibliotheken: proto-bibliotheken met een archieffunctie. Koningen, magistraten, diplomaten en andere hoogwaardigheidsbekleders vormden aanvankelijk hun eigen particuliere familie-archieven. Later werden de officiële gedeelten opgenomen in de staatsarchieven. Daarnaast bestonden er particuliere archieven van de grote wijsgeren en schrijvers als Homerus, Aristoteles, Plato en Cicero. De oudste in archieven voorkomende documenten waren kleitabletten, wastafeltjes, papyrusrollen en codexen, beschreven met beeld-, spijker- of letterschrift. Al deze documenten, zoals wetten, vonnissen, rapporten, volks- en senaatsbesluiten, werden bewaard in tempels. De staatsarchieven dienden voor administratief gebruik, als bewijsfunctie, maar werden eveneens veelvuldig door de geschiedschrijvers geraadpleegd. |
| |
In de loop van de 13e eeuw werd het papier de grote concurrent van het perkament; na de komst van de boekdrukkunst (ca. 1450) werd het perkament geheel verdrongen. | Na de neergang van het West-Romeinse rijk kwam in onze streken de archiefvorming geleidelijk weer op gang door de activiteiten van de geestelijkheid. In de vroege middeleeuwen waren de kloosters de centra van de schrijfkunst, waar al gauw de wereldlijke landsheren hun bescheiden lieten opstellen en bewaren, zoals de graven van Holland door de abdij van Egmond. De werkzaamheden in deze hofkapellen zorgden voor groei tot aparte bureaus, de kanselarijen. |
| |
De oudste methode van opbergen was in hou- ten (met ijzer beslagen) archiefkisten, die ter beveiliging van verschillende sloten waren voorzien. De toename van de archieven maakte andere opbergsystemen noodzake- lijk: charterkamers en loketkassen. Als toe- gang gebruikte men al vroeg inventarissen. In de 16e eeuw werden de archieven weer van belang als bron voor historici. Voor het raadplegen van archieven was echter wel toe- stemming en controle vereist. | Vanaf de 13e eeuw ontstonden afzonderlijke lichamen met eigen archieven, zoals rechtbanken, leenkamers, domein- en rekenkamers, die zelf hun stukken opstelden en bewaarden. Stadsbesturen gingen in navolging ook hun eigen archieven vormen. |
| Naast de middeleeuwse archivalia, zoals charters, oorkonden en akten op perkament, registers en cartularia, boeken met ingeschreven stukken, rekeningen en keurboeken met wetten en verordeningen, bevinden zich ook brieven, notulen- en resolutieboeken, en belastingkohieren vanaf de 15e/ 16e eeuw in de archieven. |
| |
Tijdens de Franse tijd hadden er op archief- gebied grote veranderingen plaats. Het ar- chiefbeheer werd voortaan opgedragen aan afzonderlijke organen, los van de archiefvor- mende. De archieven moesten in aparte de- potruimten worden opgeborgen (scheiding van document en gebruiker). De overge- brachte archieven werden in beginsel voor ie- dereen openbaar en konden kosteloos geraad- pleegd worden. Hiervoor verschenen beheer- en gebruiksregels. | In de loop van de 13e eeuw werd het papier de grote concurrent van het perkament; na de komst van de boekdrukkunst rond 1450 werd het perkament geheel verdrongen. |
| |
Zo ontstonden het algemeen rijksarchief in Den Haag en de rijksarchieven (tot circa 1877 nog provinciale) in iedere provincie- hoofdstad. De gemeente- en waterschapsar- chieven namen pas in de eerste helft van de 20e eeuw enige vorm aan en de streekarchie- ven/-archivariaten zijn mogelijk geworden door de Wet Gemeenschappelijke Regelin- gen van 1949. Als hoofd van deze archief- diensten werden archivarissen aangesteld. De in 1891 opgerichte “Vereniging van Ar- chivarissen in Nederland' (VAN) nam het initiatief voor de totstandkoming van de eer- ste Archiefwet van 1918. Deze wet gold al- leen voor de overgebrachte archieven (tot 1813). De huidige Archiefwet van 1962 be- treft ook de archieven van na 1813 en het toe- zicht op de niet-overgebrachte archieven (in- spectietaak). Op enkele uitzonderingen na moeten sindsdien alle overheidsarchieven die ouder zijn dan 50 jaar, overgebracht worden naar een archiefbewaarplaats. Verder beste- den beide wetten onder meer aandacht aan de opleidingseisen van de archiefambtenaren (middelbare en hogere), hetgeen de Rijksar- chiefschool deed ontstaan (1919- 1924 en 1955-heden). | |
| |
De toenemende overheidsbemoeienis had een steeds grotere verscheidenheid aan ar- chiefstukken tot gevolg. Ten behoeve van een betere toegankelijkheid werden orde- nings- en registratuurplannen ontworpen: de 19e eeuwse seriestelsels en de 20e eeuwse rubrieksgewijze- en zaaksgewijze ordenin- gen (de decimale code van de Zaandamse ge- meentesecretaris 1A. *Zaalberg van circa 1920 is landelijk bekend geworden als de voorloper van de huidige code VNG; hij voerde daarbij het voor die tijd zeer moderne Stolzenberger dossier-opbergsysteem in). Bovendien verschenen er als hulpmiddel di- verse gidsen en repertoria. Een nieuw 20e eeuws probleem werd de archiefvernietiging. Moderne vormen van documenten doen hun intrede: film-rollen, video- en geluid-ban- den, micro-fiches, floppy-discs et cetera. De automatisering staat bij het archiefwezen nog wel in de kinderschoenen. Programma- turen bevinden zich in de ontwerpfase. De archiefdepots moeten heden ten dage aan zeer strenge eisen voldoen. Zij behoren niet alleen brand- en lichtvrij maar ook klimatolo- gisch goed geregeld te zijn. | De oudste methode van opbergen was in houten met ijzer beslagen archiefkisten, die ter beveiliging van verschillende sloten waren voorzien. De toename van de archieven maakte andere opbergsystemen noodzakelijk: charterkamers en loketkassen. Als toegang gebruikte men al vroeg inventarissen. In de 16e eeuw werden de archieven weer van belang als bron voor historici. Voor het raadplegen van archieven was echter wel toestemming en controle vereist. |
| |
De belangstelling voor de archieven heeft ge- durende de laatste decennia een enorme vlucht genomen, in het bijzonder wat het fa- milieonderzoek (* genealogie) betreft. De Wet Openbaarheid van Bestuur van 1980 breidde de openbaarheid uit tot de niet-over- gebrachte archieven. | Tijdens de Franse tijd hadden er op archiefgebied grote veranderingen plaats. Het archiefbeheer werd voortaan opgedragen aan afzonderlijke organen, los van de archiefvormende. De archieven moesten in aparte depotruimten worden opgeborgen als scheiding van document en gebruiker. De overgebrachte archieven werden in beginsel voor iedereen openbaar en konden kosteloos geraadpleegd worden. Hiervoor verschenen beheer- en gebruiksregels. |
| |
De particuliere archieven zijn daarnaast altijd blijven bestaan, al of niet in bewaarplaatsen opgenomen (b.v. Koninklijk Huisarchief). De diverse particuliere documentatie-centra (b.v. Centraal Bureau voor Genealogie) date- ren van deze eeuw. | Zo ontstonden het algemeen rijksarchief in Den Haag en de rijksarchieven, tot circa 1877 nog provinciale, in iedere provinciehoofdstad. De gemeente- en waterschapsarchieven namen pas in de eerste helft van de 20e eeuw enige vorm aan en de streekarchieven/-archivariaten zijn mogelijk geworden door de Wet Gemeenschappelijke Regelingen van 1949. Als hoofd van deze archiefdiensten werden archivarissen aangesteld. De in 1891 opgerichte Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN) nam het initiatief voor de totstandkoming van de eerste Archiefwet van 1918. Deze wet gold alleen voor de overgebrachte archieven, tot 1813. |
| |
Zaanstad | De huidige Archiefwet van 1995 betreft ook de archieven van na 1813 en het toezicht op de niet-overgebrachte archieven (inspectietaak). Alle overheidsarchieven moeten na 20 jaar worden overgedragen aan een archiefdienst. Op 12 juni 2018 maakte Arie Slob, van OCW bekend dat er een wetswijziging in de maak is om de overbrengingstermijn verder te verkorten naar 10 jaar. |
| De toenemende overheidsbemoeienis had een steeds grotere verscheidenheid aan archiefstukken tot gevolg. |
| |
Tegelijk met de samenvoeging van de zeven Zaanse gemeenten Assendelft, Koog, Krom- menie, Westzaan, Wormerveer, Zaandam en Zaandijk tot de gemeente Zaanstad in 1974 droegen de voormalige gemeentesecretaris- sen het beheer van hun archieven over aan de nieuwe gemeentesecretaris. Als voorlopige archiefbewaarplaats werd in 1975 het pand Prins Bernhardplein l te Zaandam aangewe- zen, terwijl de administratie, bibliotheek en atlas werden ondergebracht in huis “De Car- dinaelen', Hogendijk 60-64 te Zaandam. Het geheel ressorteerde als “Bureau voor Heem- kunde en Oud-Archief onder de secretarie- afdeling Onderwijs. Aan het hoofd van dit bureau kwam J .J . Zonjee te staan. Laatstge- noemde was reeds vanaf 1968, toen hij de in de Zaanstreek alom bekende Frans *Mars op- volgde, heemkunde ambtenaar van de ge- meente Zaandam. Tevens was hij conserva- tor van de verzameling van de “Oudheidkun- dige Vereniging J. Honig Jzn. Jr.' Met uitzondering van het museale materiaal (in Zaanlandse *Oudheidkamer, Lagedijk 80 te Zaandijk) kwam deze collectie ook bij het voornoemde bureau te berusten. | Ten behoeve van een betere toegankelijkheid werden ordenings- en registratuurplannen ontworpen: de 19e eeuwse seriestelsels en de 20e eeuwse rubrieksgewijze- en zaaksgewijze ordeningen, de decimale code van de Zaandamse gemeentesecretaris [[zaalberg|J.A. Zaalberg]] van circa 1920 is landelijk bekend geworden als de voorloper van de huidige Basis Archief Code; hij voerde daarbij het voor die tijd zeer moderne Stolzenberger dossier-opbergsysteem in. In de studiezaal van het Gemeentearchief Zaanstad staan nog twee van deze Stolzenberger kasten. |
| |
In 1976 werd het bureau opgeheven en het 'Gemeente-archief' als zelfstandige secreta- rie-afdeling ingesteld. De heemkunde-amb- tenaar werd benoemd tot gemeente-archiva- ris, die voortaan het beheer over de archiever zou krijgen. Dat wil zeggen tot zijn vertrek in juli 1986, toen zijn functie wegens reorgani- satie en bezuinigingsmaatregelen van de ge- meente niet meer werd opgevuld. Vanaf dat moment kwam de dagelijkse leiding in han- den van de secretarie-afdeling Interne Zaken terwijl de gemeente-secretaris evenals in 1974 als formele archiefbeheerder ging op- treden. | Bovendien verschenen er als hulpmiddel diverse gidsen en repertoria. Een nieuw 20e eeuws probleem werd de archiefvernietiging. Moderne vormen van documenten deden hun intrede: filmrollen, video- en geluidbanden, microfiches, floppydiscs et cetera.. |
| De archiefdepots moeten aan bepaalde eisen en normen voldoen. Zo dienen zij twee uur brandwerend te zijn en dient het klimaat op orde te zijn. |
| |
Vanwege gebrek aan financiele middelen en het niet kunnen vinden van een geschikt ge- bouw heeft de tijdelijke huisvesting van het gemeentearchief nog tot eind 1987 moeten duren. De verbouwing van de bedrijfspanden van de voormalige drukkerij en schoolleve- rancier P. Out bv, gelegen aan de Hoogstraat 30-34 te Koog a/d Zaan, tot de archiefbe- waarplaats die aan alle wettelijke vereisten voldoet, was toen gerealiseerd. De officiele opening vond plaats op 29 januari 1988. | De belangstelling voor de archieven heeft gedurende de laatste decennia van de 20e eeuw een enorme vlucht genomen, in het bijzonder wat het familieonderzoek Genealogie betreft. |
| |
Behalve de voornoemde gemeentelijke `statische` archieven (ca. 1400-1940) zijn daar particuliere archieven (van bv. diverse kerkgenootschappen, bedrijven, verenigin- gen. families en personen) aanwezig. Boven- dien werden bij de ingebruikneming de `se- mi-statische` archieven (1940-1973) vanuit het stadhuis. en de burgerlijke stand- en be- volkingsregisters (tot ca. 1940) vanuit de af- deling Burgerzaken naar de nieuwe archief- bewaarplaats overgebracht. Als archiefaan- vullende en -ondersteunende verzamelingen kunnen de bibliotheek (met boeken, tijd- schriften. folders, brochures, kranten en an- der documentatiemateriaal) en de topografi- sche-historische atlas (met prenten, tekenin- gen. plattegronden. foto`s, dia`s, films en dergelijke) genoemd worden. Op een groot aantal bestanden zijn ingangen voorhanden. Om al deze bescheiden te kunnen raadplegen (kosteloos) is het archief dagelijks van maan- dag t/m vrijdag geopend. Verschillende re- produktiemogelijkheden worden aangeboden (niet kosteloos). Over niet al te lange tijd zul- len de meest gevraagde bestanden ( met na- me de genealogische bronnen) allemaal op micro-fiches staan, die te lezen zijn met be- hulp van readers en direct te kopieren via een reader-printer. De automatisering is hier pas in een zeer pril beginstadium. | De particuliere archieven zijn daarnaast altijd blijven bestaan, al of niet in bewaarplaatsen opgenomen zoals het Koninklijk Huisarchief. De diverse particuliere documentatiecentra zoals het Centraal Bureau voor Genealogie dateren van de 20e eeuw. |
| |
T. de Groot | === Zaanstad === |
| |
| Tegelijk met de samenvoeging van de zeven Zaanse gemeenten Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Westzaan, Wormerveer, Zaandam en Zaandijk tot de gemeente Zaanstad in 1974 droegen de voormalige gemeentesecretarissen het beheer van hun archieven over aan de nieuwe gemeentesecretaris. |
| |
| Als voorlopige archiefbewaarplaats werd in 1975 het pand Prins Bernhardplein 1 te Zaandam aangewezen, terwijl de administratie, bibliotheek en atlas werden ondergebracht in huis De Cardinaelen, Hogendijk 60-64 te Zaandam. Het geheel ressorteerde als Bureau voor Heemkunde en Oud-Archief onder de secretarie-afdeling Onderwijs. Aan het hoofd van dit bureau kwam J.J. Zonjee te staan. Laatstgenoemde was reeds vanaf 1968, toen hij de in de Zaanstreek alom bekende Frans Mars opvolgde, heemkunde-ambtenaar van de gemeente Zaandam. Tevens was hij conservator van de verzameling van de Oudheidkundige Vereniging J. Honig Jzn. Jr. Met uitzondering van het museale materiaal in de Zaanlandse Oudheidkamer, Lagedijk 80 te Zaandijk kwam deze collectie ook bij het voornoemde bureau te berusten. |
| |
| In 1976 werd het bureau opgeheven en het Gemeentearchief als zelfstandige secretarie-afdeling ingesteld. J.J. Zonjee werd benoemd tot gemeentearchivaris, die voortaan het beheer over de archieven zou krijgen. |
| De verbouwing van de bedrijfspanden van de voormalige drukkerij en schoolleverancier P. Out bv, gelegen aan de Hoogstraat 30-34 te Koog aan de Zaan, tot de archiefbewaarplaats die aan alle wettelijke vereisten voldoet, is eind 1987 gerealiseerd. De officiële opening vond plaats op 29 januari 1988. |
| |
| [{{ :studiezaal.jpg?400|De studiezaal, foto Aimée Klerk}}]Het nieuwe stadhuis van Zaanstad werd in 2012 in gebruik genomen. Het Gemeentearchief trok hier pas in 2013 in, omdat de archiefbewaarplaats eerder nog niet aan alle wettelijke vereisten voldeed. De officiële opening van het Gemeentearchief vond plaats op 19 april 2013. |
| |
| Behalve de voornoemde gemeentelijke statische archieven van ca. 1400-1989 zijn daar particuliere archieven van diverse kerkgenootschappen, bedrijven, verenigingen, families en personen aanwezig. Bovendien werden bij de ingebruikneming de semi-statische archieven (1940-1973) vanuit het stadhuis, en de burgerlijke stand- en bevolkingsregisters (tot ca. 1940) vanuit de afdeling Burgerzaken naar de nieuwe archiefbewaarplaats overgebracht. De bibliotheek (met boeken, tijdschriften, folders, brochures, kranten en ander documentatiemateriaal) en de topografische-historische atlas of Beeldbank (met prenten, tekeningen, plattegronden, foto`s, dia`s, films en dergelijke) vullen het archief aan tot geheugen van Zaanstad. |
| |
| Op een groot aantal bestanden zijn ingangen voorhanden. Deze bescheiden zijn kosteloos te raadplegen op de studiezaal van dinsdag t/m donderdag. Veel bronnen zijn sinds begin 21e eeuw ook digitaal raadpleegbaar via de website van het archief(([[https://archief.zaanstad.nl|website Archief Zaanstad]])), zoals de Beeldbank, kranten, bouwvergunningen, archief- en bibliotheektoegangen en bronnen voor [[genealogie|genealogisch]] onderzoek. |
| |
| === Literatuur. === |
| |
| |
| * J.A.M.Y. Bos-Rops en M. Bruggeman, Archiefwijzer: handleiding voor het gebruik van archieven in Nederland (1987); |
| * W.J. Formsma, Gids voor de Nederlandse archieven (1967); |
| * Grote Winkler Prins (1977); |
| * P. Schneiders, Bibliotheek, bibliografie en documentatie: een historische benadering (hfst. 2 uit: Bibliotheek en documentatie: Handboek ten dienste van de opleidingen, 1984). |
| |
Literatuur. J.A.M.Y. Bos-Rops en M. Bruggeman, Archiefwijzer: handleiding voor het gebruik van archieven in Nederland (1987); W.J. Formsma, Gids voor de Neder- landse archieven (1967); Grote Winkler Prins (1977); P. Schneiders, Bibliotheek, biblio- grafie en documentatie: een historische bena- dering (hfst. 2 uit: Bibliotheek en documen- tatie: Handboek ten dienste van de opleidin- gen, 1984). | |