Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
gezondheidszorg:gezondheidszorg_in_de_20e_eeuw [2015/11/18 19:59] jan |
gezondheidszorg:gezondheidszorg_in_de_20e_eeuw [2024/02/29 07:31] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | <nav type=" | ||
+ | * [[Gezondheidszorg: | ||
+ | * [[gezondheidszorg: | ||
+ | * [[gezondheidszorg: | ||
+ | * [[gezondheidszorg: | ||
+ | </ | ||
+ | ==== Gezondheidszorg in de 20e eeuw ==== | ||
+ | === 3.1. Ontwikkelingen van het zorgsysteem in Nederland. === | ||
+ | Bij overheid en vooruitstrevende werkgevers openbaarde zich rond de eeuwwisseling een groeiende aandacht en een gevoel van verantwoordelijkheid voor de zwakken in onze samenleving. Zoals eerder in omringende landen geschiedde werd in ons land een nieuwe sociale wetgeving gericht op bescherming van werknemers tegen gezondheidsbedreigingen in en door hun arbeid en in hun leefmilieu. Hun bestaanszekerheid werd daarna bevorderd door een reeks loondervingswetten, | ||
+ | |||
+ | In de uitvoeringssfeer werd de overheid eveneens actief. Technisch-hygiënische voorzieningen werden sterk uitgebreid, ondergebracht in overheidsdiensten en gecontroleerd door centrale wetenschappelijke instituten en laboratoria, | ||
+ | |||
+ | == Uitbreiding van de voorzorg == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Na de Eerste Wereldoorlog kwam de intensivering van de individuele zorg voor de gezondheid vooral tot stand door uitbreiding van de geneeskundige voorzorg; de preventie van ziekte en gebreken werd vooral gericht op kwetsbare of extra bedreigde groepen gezonden, zoals zuigelingen, | ||
+ | |||
+ | == Vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De imposante ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke geneesmiddelenleer en van de (medische) technologie bracht de geneeskundige, | ||
+ | |||
+ | == Ontwikkeling van welvaartsziekten == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Deze jaren kennen ook negatieve ontwikkelingen. De vergrijzing van de bevolking, een direct gevolg van onze gezondheidswinst, | ||
+ | |||
+ | == Ontstaan van patiëntenverenigingen == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De jaren '70 van de 20e eeuw kenmerkten zich bovendien in toenemende mate door het optreden van daadkrachtige verenigingen van patiënten die aan een ernstige specifieke ziekte lijden. Zij eisten, vaak met veel succes, uitbreiding van nieuwe geneeskundige inspanningen voor hun ziekte, bijvoorbeeld meer hartoperaties, | ||
+ | |||
+ | == Alternatieve genezers == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Andere Nederlanders verloren hun vertrouwen in de officiële Nederlandse dokters en wendden zich tot, niet zelden geheel ongeschoolde, | ||
+ | |||
+ | === 3.2. Maatschappelijke gezondheidszorg in de Zaanstreek === | ||
+ | (Vele hierna gegeven bijzonderheden zijn ontleend aan de archivalia van J. v.d. Broek, arts, directeur van de Dienst Volksgezondheid Zaanstad). Aanzetten in de vorige eeuw (zie 2.3.2.) hebben al doende en met horten en stoten in onze jaren geleid tot een omvangrijk en doelmatig zorgsysteem. Typisch Zaanse kenmerken ontbreken, eigenzinnige prioriteiten werden dikwijls gesteld door kleine groepjes 'goede burgers' | ||
+ | |||
+ | == GGD == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Eerst na de samenvoeging tot Zaanstad kon het huidige volwaardige dienstenpakket van een Nederlandse basisgezondheidsdienst worden opgebouwd en een geschikte huisvesting worden verkregen in het Dr. van Raaltencentrum. De afdeling Ambulances beschikte rond 1990 over vijf moderne zieken-autos; | ||
+ | |||
+ | == Schoolartsendienst == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De Schoolartsendienst, | ||
+ | |||
+ | In 1941-' | ||
+ | |||
+ | == Zaanse Commissie voor de Volksgezondheid == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Nieuw particulier initiatief werd in 1947 sterk gestimuleerd nadat de burgemeester daartoe de Zaanse Commissie voor de Volksgezondheid had samengesteld uit, merendeels niet-ambtelijke, | ||
+ | |||
+ | - het voortzetten van massale difterie-immunisaties; | ||
+ | - de zelfstandigheid van het succesvolle Zaanse Opvoedkundig Medische Bureau; | ||
+ | - de oprichting van de stichting Schooltandverzorging; | ||
+ | - de oprichting van de Stichting Zaans Instituut voor School- en Beroepskeuze (ZlSB), | ||
+ | - de voorbereidingen, | ||
+ | - de vorming van de Bedrijfsgeneeskundige Dienst voor de Zaanstreek (BGD, 1962). | ||
+ | |||
+ | Leden en voormalige leden van de commissie waren ook nauw betrokken bij de oprichting van de Stichting Artsenlaboratorium en Trombosedienst (1954) - bijna een Nederlandse primeur -, een samenwerkingsproject van de Zaanse Huisartsen en het Algemeen Ziekenfonds Zaanstreek (AZZ). Leden en voormalige leden leverden een grote bijdrage bij de oprichting en het functioneren van de Stichting Zorg Geestelijk Gehandicapten Zaanstreek (ZGGZ, 1965), een gezamenlijke prestatie van de ouderverenigingen van patiëntjes en enige deskundigen. Dit initiatief verwierf landelijk aanzien en grote financiële steun van de overheid. Een eenmalige avondlijke actie van alle Zaanse Service-clubs, | ||
+ | |||
+ | == Dr. van Raaltencentrum == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Twee sociaal-geneeskundigen uit dezelfde groep zagen kans het voor sloop bestemde voormalige Gemeente Ziekenhuis te behouden en na een efficiënte renovatie te verhuren als passende huisvesting voor 25 aan elkaar verwante organisaties. Dankzij de krachtige steun door het college van B & W van Zaandam en van de hoofddirectie van het Gemeenschappelijk Administratie Kantoor (GAK) in Amsterdam, opende het sociaalgeneeskundig en psychologisch centrum 'Dr. van Raalten' | ||
+ | |||
+ | == BGD == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Behalve de DVG werd de particuliere Bedrijfs Gezondheidsdienst voor de Zaanstreek een grote bewoner van het centrum. Deze dienst verleent bedrijfsgezondheidszorg aan een flink aantal industriële bedrijven met te zamen vele duizenden werknemers. De medewerkers van de Dienst (geneeskundigen, | ||
+ | |||
+ | == Centrum voor Arbeidsexploratie en Arbeidstherapie == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Het Centrum voor Arbeidsexploratie en Arbeidstherapie (CAA), eveneens gehuisvest in het Van Raalten-centrum kon worden opgericht in 1970 door een revalidatie-arts, | ||
+ | |||
+ | Het ontwikkelen, | ||
+ | . | ||
+ | === 3. 3. De curatieve gezondheidszorg in de Zaanstreek === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === 3.3.1. De eerste lijn === | ||
+ | |||
+ | In 1974 publiceerde de toenmalige Staatssecretaris zijn Structuurnota Gezondheidszorg. Hierin werden de begrippen regionalisatie (een streekgewijze organisatie) en echelonnering (een opbouw in lijnen of lagen) geïntroduceerd. Daarbij werd de maatschappelijke en de openbare gezondheidszorg (zie 3.2.) als basis-echelon beschreven; de hulp van en rond de huisarts - door wijkzuster, vroedvrouw, kraamverzorgster, | ||
+ | |||
+ | De voorgestelde herstructurering is daarna op gang gekomen; bezuinigingen op de steeds stijgende kosten van gezondheidszorg werden een belangrijk motief. De doelstellingen bleven: het doorzichtig maken van het complexe zorgsysteem, | ||
+ | |||
+ | Het gemeentebestuur van Zaandam (en later Zaanstad) had vaak behoefte aan adviezen inzake lokale toepassing van landelijke richtlijnen. Aanvankelijk werden de vragen besproken in het Curatorium van het Van Raaltencentrum (het college van diensthoofden van de inwoners). In 1977 verscheen een rapport van een ad hoc samengestelde Werkgroep Volksgezondheid waarin een overeenkomstige multidisciplinaire groep Zaanse deskundigen de betreffende wethouder, op diens verzoek, adviseerde inzake 'een doelmatig systeem van gezondheidsvoorzieningen in de streek', | ||
+ | |||
+ | Een ononderbroken stroom wettelijke en andere regelgevingen beperkt zich echter niet tot de Structuurnota 1974. Diep ingrijpende bezuinigingsmaatregelen verontrusten consumenten en producenten van de hulpverlening. De daling van het aantal in een ziekenhuis verpleegde patiënten is wel een gewaardeerde en gunstige ontwikkeling. Deze werd bereikt door het verplaatsen van onderzoek en behandeling naar poliklinieken en door een sterke reductie van de verpleegduur bij talrijke andere ziektegevallen (zie 3.3.2.), dankzij vele diagnostische en therapeutische aanwinsten. Nadelen zijn echter ook vastgesteld. Controle, nabehandeling en begeleiding van vroegtijdig ontslagen patiënten vereisen extra tijd, vaardigheden en kennis van de hulpverleners in de eerste lijn (dat wil zeggen: extra opleiding, nascholingen en training van nieuwe werkwijzen, vooral voor huisartsen en verpleegkundigen). | ||
+ | |||
+ | == Veranderende rol van de huisarts == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Het overgrote deel van de patiënten die hun huisarts raadplegen verlangt echter andere hulp van hun vertrouwde medicus. Zij hebben veelal geen ernstige ' | ||
+ | |||
+ | Bejaarde patiënten, steeds toenemend in aantal, hebben gewoonljk blijvende, chronische kwalen. Jongeren vragen hulp voor onwelzijn en lichamelijke bezwaren die samenhangen met relationele problemen of met onaangename situaties in leef- of werkmilieu waarvoor geen geneeskundige kruiden gewassen zijn. Geestelijken en/of maatschappelijk werkers zijn vaak betere hulpverleners. Bij ernstige verstoringen van het geestelijk evenwicht kunnen de patiënten thans voor behandeling worden verwezen naar de RIAGG (zie 3.3.2.), minder ernstige dienen door de huisarts te worden begeleid. | ||
+ | |||
+ | Alleen de verloskunde vraagt veel minder van de huisarts dan vroeger. Het Nederlandse geboortecijfer daalde sterk; uit menige, ook Zaanse, dokterspraktijk verdwenen de bevallingen geheel, ondanks het pleidooi van dr. D. van Alten voor thuisbevallingen. Deze Zaandamse vrouwenarts onderzocht in de jaren '60 de verloskunde en de kraamzorg in en rond de kraamkliniek - het voormalige Gemeente Ziekenhuis - in Wormerveer. Hij toonde aan dat bevallingen buiten het ziekenhuis en geleid door huisarts of vroedvrouw terecht door de moeders werden verkozen boven de specialistische hulp in een ziekenhuis, althans indien geen complicaties waren te verwachten. Het ziekenfonds honoreert echter alleen hulp door een vroedvrouw; de huisarts wordt in toenemende mate niet meer gevraagd. | ||
+ | |||
+ | Op al deze veranderingen in de hulpvraag hebben de Nederlandse huisartsen adequaat gereageerd. Verenigd in het Nederlands Huisartsen Genootschap, | ||
+ | |||
+ | == Omvang van de eerste lijn == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Het eerste echelon werd beschreven in een “Inventarisatie verslag eerste lijns-gezondheidszorg Zaanstreek' | ||
+ | |||
+ | 64 huisartsen, daarvan 25 werkend in een groepspraktijk of gezondheidscentrum. Zij zijn voortdurend bereikbaar door middel van een onderlinge wachtdienstregeling. Vrij gevestigd zijn ook \\ | ||
+ | 59 tandartsen; \\ | ||
+ | 15 apothekers; \\ | ||
+ | 65 fysiotherapeuten, | ||
+ | 10 oefentherapeuten Mensendieck/ | ||
+ | 8 verloskundigen, | ||
+ | 41 kraamverzorgsters verbonden aan de Stichting Kraamcentrum in Zaandam en \\ | ||
+ | 22 free-lance werkenden. Zij functioneren zowel in de wijkkraamzorg - enige keren een korte tijd per dag in meerdere gezinnen - als full-time in een gezin. Opleiding en nascholing geschieden door de Provinciale kruisvereniging. \\ | ||
+ | 110 medewerkers (in Zaanstad) van de Stichting Samenwerkende Kruisverenigingen, | ||
+ | 40 medewerkers - waaronder 29 part-timers van de Stichting Artsenlaboratorium en Trombosedienst. Het laboratorium is doorlopend bereikbaar. \\ | ||
+ | Verder 2 diëtisten, 6 logopedisten (bovendien 20 logopedisten in dienst van een Zaanse instelling). | ||
+ | |||
+ | == Kruisvereniging == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De stichting Samenwerkende Kruisverenigingen ontstond gefaseerd uit een bundeling van strikt lokale, autonome afdelingen van de provinciale vereniging het Witte (later Groene) Kruis, merendeels opgericht rond 1900 (zie 2.3.2.) en later met afdelingen van het Wit-Gele (RK) en het Oranje-Groene (Prot-Chr) Kruis. | ||
+ | |||
+ | Vroeger was in de dorpen ieder gezin lid van een kruisvereni ging. In de vorige eeuw werden de ledenvergaderingen druk bezocht. De kosten van de verplegingsartikelen en de wijkzuster konden worden betaald uit bijdragen van de leden. Overheidssubsidies en adviezen maakten een gestage en verantwoorde groei van de hulpverlening mogelijk, vooral de preventieve gezondheidszorg door gezondheidsvoorlichting en -opvoeding kwam tot ontwikkeling op consultatiebureaus voor zuigelingen en kleuters, door moedercursussen, | ||
+ | |||
+ | In steden verliep alles wat minder gemakkelijk, | ||
+ | |||
+ | == Thuishulp == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De Stichting Thuishulp Zaanstreek, voor maatschappelijke hulpverlening in gezinnen en voor bejaarden, is ontstaan op 1 januari 1988 door een fusie van de Noordelijke en Zaandamse Stichtingen voor gezinsverzorging. Te zamen vormen zij een krachtige organisatie, | ||
+ | |||
+ | De Zaanse Stichting had op dat moment 850 medewerkers (daarvan 49 buiten de directe hulpverlening); | ||
+ | |||
+ | Het verzorgingsaanbod omvatte:\\ | ||
+ | - de traditionele gezinsverzorging voor kortere of langere tijd, gedurende de ' | ||
+ | - de gespecialiseerde gezinsverzorging onder leiding van een andere discipline, bijvoorbeeld de wijkverpleging of de RIAGG (bij dementie). \\ | ||
+ | - de 24 uurs-hulp, ook in het weekeinde. \\ | ||
+ | - de ' | ||
+ | |||
+ | De toeneming van het vroegtijdig ontslag uit ziekenhuizen en het langdurig handhaven van bejaarden in eigen milieu, leidde ertoe dat de bijstand van de Stichting Thuishulp steeds vaker onmisbaar was. In het Regionaal Overleg Gezondheidszorg Zaanstreek (ROGZ) probeerden | ||
+ | |||
+ | === 3.3.2. De tweede lijn === | ||
+ | |||
+ | (Vele van de hierachter gebruikte gegevens werden ontleend aan bijdragen van Dr. K. van Walbeek). In 1919, bij de opening van het eerste ' | ||
+ | |||
+ | Dr. H. Vos uit Alkmaar was van 1921 af zenuwarts; later praktizeerde ook de Amsterdamse oogarts Dr. L.K. Wolff in Zaandam. Hij werd in 1928 benoemd tot hoogleraar hygiëne in Utrecht en opgevolgd door Dr. A. Hagendoorn, de latere hoogleraar oogheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. De huidarts Dr. W. Carol werkte in Zaandam tot hij in 1930 eveneens tot hoogleraar aan dezelfde universiteit werd benoemd. In Zaandam had hij de polikliniek voor besmettelijke ziekten overgenomen van de schoolarts. De kinderarts mevr. J.H.N. van Rooyen hield haar polikliniek ten huize van mevr. Keg-Lind in Zaandam. Dr. A. Rozendaal was de KNO-arts, dr. Th. B. Philips de vrouwenarts. Vrijwel al deze artsen, behalve chirurg en internist, praktizeerden slechts part-time in Zaandam. De eerste Zaandamse ziekeninrichtingen werden door de medische staf beschouwd als een tijdelijke huisvesting. In 1922 waren op beide locaties 24 chirurgische bedden, 40 interne en in de barakken 27 bedden besmettelijke ziekten. De internist was tevens psychiater-neuroloog, | ||
+ | |||
+ | Op 31 december 1931 werd het nieuwe, als zodanig fraai gebouwde [[: | ||
+ | |||
+ | == Een tweede Zaandams ziekenhuis == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Na de Tweede Wereldoorlog was het ziekenhuis inmiddels door twee Zweedse barakken en door aanbouw van een vleugel van onderzoek en verpleging van tbc-patiënten uitgebreid tot 210 bedden. De R.K. St. Jan Stichting begon in 1925 met het inrichten van een bescheiden verpleeghuis met 14 bedden, aan de Oostzijde in Zaandam; het was tevens wijkgebouw van de nieuwe afdeling Zaandam van het Wit-Gele Kruis. Veertien religieuzen verzorgden zowel het verpleeghuis als de wijkverpleging. Het St. Jan Ziekenhuis aan de Bloemgracht, | ||
+ | |||
+ | Een medisch-specialistische staf kwam geleidelijk tot stand. De psychiater dr. Th. Hart de Ruyter werd in 1935 zenuwarts van beide Zaanse ziekenhuizen. Na zijn vertrek als kinderpsychiater naar Amsterdam in 1945 en naar Groningen als hoogleraar kinderpsychiatrie in 1947, bleef zijn opvolger dr. W.F. Leyns als neuroloog-psychiater in beide ziekenhuizen praktizeren. | ||
+ | |||
+ | Uit 1938 stamt de eerste forse uitbreiding door verbouwing van de zolderverdieping; | ||
+ | |||
+ | Het Gemeentelijk Ziekenhuis in Wormerveer (het oudste, gebouwd in 1905 dankzij de inspanningen van huisarts P.C. Korteweg) was een echt ziekenhuis, gestart met twee kamers met zes bedden, een eenpersoonskamer en een operatiekamer. Het functioneerde als ziekenhuis tot 1968, daarna nog tien jaar als kraamkliniek; | ||
+ | |||
+ | Ook 'Ons Verpleeghuis' | ||
+ | |||
+ | == Op weg naar een eigen staf == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | In de verdere ontwikkeling van de Zaandamse ziekenhuizen waren hiernavolgende ontwikkelingen het belangrijkst. In de jaren '40 en `50 werden de reizende part-time specialisten geleidelijk opgevolgd door full-timers, | ||
+ | |||
+ | Nieuwbouw | ||
+ | |||
+ | In 1967 kon na jarenlange plannenmakerij het eigentijdse Juliana-ziekenhuis worden geopend. Het was een streekziekenhuis van alle Zaangemeenten en had 350 bedden. Weldra volgde een aanbouw voor een afdeling hart- en vaatziekten. In 1969 ontstond de Stichting Interconfessioneel Ziekenhuis voor de Zaanstreek door bestuurlijk samengaan van de St. Jan en een Protestants-Christelijke groepering, die reeds overheidsinstemming voor een eigen ziekenhuis met 150 bedden had verkregen. De nieuwe stichting presenteerde weldra een plan voor een gezamenlijk Johannes Ziekenhuis met 400 bedden. In 1974 leidden langdurige onderhandelingen tussen de particuliere en de overheidsbestuurders tot een fusie van Johannes en Juliana. In 1983 verkreeg men een definitieve bouwvergunning. De oude St. Jan zou worden verlaten, het Julianagebouw geïntegreerd in de omvangrijke nieuwbouw van De Heel. Beide medische staven hadden besturen en directies bewerkt met vele en goed onderbouwde argumenten voor een totaal samengaan van beide (te) kleine ziekenhuizen tot één middelgroot Centrum Ziekenhuis. Daarin zou een, ook medisch-technologisch, | ||
+ | |||
+ | Na afsluiting van de aanloopfase bezat de streek een moderne ziekeninrichting in een fraai en patiënt-vriendelijk gebouwencomplex van 500 bedden. De inrichting voldeed aan hoge eisen. De kamers hadden één, twee of maximaal vier bedden. Een aparte klassenafdeling ontbrak. De poliklinieken waren berekend op 200.000 bezoeken per jaar; de polikliniek te Wormerveer bleef gehandhaafd. De Heel had in 1989 rond 1100 medewerkers, | ||
+ | |||
+ | == Dalende verpleegduur == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Rond 1990 gaf statistisch onderzoek sterke aanwijzingen voor de doelmatigheid van de huidige specialistische geneeskunde in Nederland. Dr. Hoogendoorn toonde onder andere aan dat de gemiddelde verpleegduur in Nederlandse ziekenhuizen in 20 jaar was gedaald tot 55 % van het aantal dagen in 1967; dat het aantal operaties in de laatste jaren was gedaald met 18 %, en het aantal sterfgevallen in de ziekenhuizen met 25 % (Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde, | ||
+ | |||
+ | 1967 St. Jan 74.185 18,9 330 1968 Juliana 82.527 16,4 265 1972 St Jan 19,3 1972 Juliana 14,6 1978 De Heel (St. Jan + Juliana) 167.062 12,6 846 1985 De l-Ieel 148.549 11,9 1076 | ||
+ | |||
+ | De veranderingen van de klinische zorg sinds 1939 in het Gemeenteziekenhuis worden door onderstaande cijfers geïllustreerd. | ||
+ | |||
+ | 1939 Gem.Ziekenhuis 31.076 20,8 1945 Idem 31.066 24 | ||
+ | |||
+ | In 1945 hadden 185 patiënten één, van acht verschillende, | ||
+ | |||
+ | == Verpleegtehuizen == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Verpleegtehuizen voor hulpbehoevende bejaarden bestonden in de Zaanstreek al zeer vele jaren. Soms werden zij gebouwd als weeshuizen en later deels ingericht als een verpleeginrichting voor chronisch zieken en gebrekkigen. Enkele andere werden weer een klein ziekenhuis (Krommenie) of tevens een kraamkliniek (Koog). In 1967 werd de hulpverlening en verzorging van zieke en gebrekkige bejaarden een voorziening ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Jongere patiënten, die gedurende langere tijd verzorging en een revaliderende behandeling nodig hadden, profiteren op gelijke wijze. Een wettelijke regelgeving voor bouw en inrichting, voor taken, personele bezetting en opleiding en dergelijke was sindsdien van kracht. De eisen waren dermate specifiek en hoog dat geen der in 1967 bestaande Zaanse inrichtingen voor erkenning in aanmerking kon komen. | ||
+ | |||
+ | == Noordse Balk en Oostergouw == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De Stichting Verpleeghuizen voor de Zaanstreek, opgericht in 1974 en bestuurd door vertegenwoordigers van de gemeente en van een reeks aanverwante particuliere organisaties, | ||
+ | |||
+ | De Noordse Balk had 120 bedden, 20 plaatsen voor dagbehandeling van lichamelijk gehandicapten en 4 voor geestelijk gestoorden. De gemiddelde leeftijd lag tussen de 75 en 80 jaar; de gemiddelde verpleegduur in 1985 bedroeg 138 dagen. In de ' | ||
+ | |||
+ | == RIAGG == | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De Stichting Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG) kwam omstreeks 1982 tot stand door een fusie van reeds langer bestaande, grotendeels in het Van Raaltencentrum gevestigde, onafhankelijke Zaanse instellingen, | ||
+ | |||
+ | Men werkte in iedere afdeling in een team waaraan naar behoefte deel uitmaakte een psychiater, klinisch psycholoog, psychotherapeut, | ||
+ | - Jeugdzorg, in het Van Raaltencentrum met de teams Ouders en kinderen, Jeugd Psychiatrische Dienst, Advies Centrum voor Jongeren, Jeugdbeschermingsbureau (van de Stichting Opperdan); \\ | ||
+ | - Volwassenenzorg, | ||
+ | - Ouderenzorg, | ||
+ | - Psychotherapie, | ||
+ | Voor acuut psychiatrische problematiek en bij psychiatrische crises functioneerde een 24-uurs dienst (via de huisarts). Te zamen met de psychiatrische poliklinieken en de Psychiatrische Afdeling van het Algemeen Ziekenhuis De Heel (PAAZ), beschikte de Zaanstreek daarmee rond 1990 over een vrijwel compleet en samenhangend stelsel voor de geestelijke gezondheidszorg. | ||
+ | |||
+ | Dr. J.P. van Nieuwenhuize | ||
+ | |||
+ | Op 10 november 1961 werd de Stichting Verpleeg- en Rusthuis Zaanstreek-Noord in Wormerveer opgericht. In 1991 bestond deze stichting 30 jaar die vanaf dat moment als Stichting Verpleeghuizen voor de Zaanstreek door het leven ging met ongeveer 1300 medewerkers. Later Zorg Zaanland genoemd waaronder alle Verpleeg- en Rusthuizen uit Zaanstad ressorteerden. In 2010 is voor de naam [[https:// | ||
+ | |||
+ | Geraadpleegde literatuur: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | * Martinus Antonie van Andel, Chirurgijns, | ||
+ | * Cornelis Banning, De voeding te Zaandam 1929/1930, Amsterdam 1931; | ||
+ | * Evert Dirk Baumann, Geschiedenis der Geneeskunde, | ||
+ | * Culturele Raad Noord-Holland, | ||
+ | * Enquête van de Staatscommissie, | ||
+ | * Gemeentelijke Geneeskundige Dienst Zaandam, Verordeningen en Jaarverslagen vanaf de oprichting tot 1932; | ||
+ | * Gemeente Wormerveer, Gemeenteziekenhuis Wormerveer 1905-1955; | ||
+ | * Gezondheidsstatistiek, | ||
+ | * Simon Hart, in: Zaandam 150 jaar Stad, Zaandam 1962; | ||
+ | * Henk ten Have, Historische filosophische achtergronden van sociale gezondheidszorg, | ||
+ | * Jacob Honig Jsz. Jr., Historische, | ||
+ | * Eddy Houwaart, Hygiënisten in de 19e eeuw, T. Sociale gezondheidszorg 1983, p.258, 295, 335; | ||
+ | * Wim Klinkenberg, | ||
+ | * Kon. Ned. Mij. Geneeskunst, | ||
+ | * Henk Leenen, Grenzen van gezondheidszorg, | ||
+ | * Arnold Edward Leuftink, Chirurgijns zee-compas, Delft 1963; | ||
+ | * Johannes Jacobus van Loghem sr., Inleiding tot de geneeskunde, | ||
+ | * Neeltje Mulder, Uit Den Goeden Ouden Tijd, Koog aan de Zaan 1926; | ||
+ | * Hans Philipsen, Een oudere bevolking, een andere sociale gezondheidszorg?, | ||
+ | * Arie Querido, Een eeuw Staatstoezicht op de Volksgezondheid, | ||
+ | * Harmanus Schoo, Malaria in Noord-Holland, | ||
+ | * Stichting 400-jarig bestaan Binnengasthuis Amsterdam, Vier eeuwen Amsterdams Binnengasthuis, | ||
+ | * Henri Nicolaas ter Veen, Problemen samenvoeging Zaangemeenten; | ||
+ | * Margaretha Adriana Verkade, Ontstaan en geschiedenis Sint Jan-ziekenhuis, | ||
+ | * Dirk Vis, De Zaanstreek, Leiden 1948; | ||
+ | * Willem Wieringa, in: Arbeid op de tweesprong, vijfenzeventigjarig bestaan Arbeidsinspectie, |