kinderspelen

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Volgende revisie
Vorige revisie
kinderspelen [2015/11/03 23:12]
127.0.0.1 Externe bewerking
kinderspelen [2020/09/07 12:05] (huidige)
Regel 1: Regel 1:
 ==== Kinderspelen ==== ==== Kinderspelen ====
-Voor zover ze afwijkend zijn of waren van wat elders gewoon is (was) worden kinderspelen beschouwd als een aspect van de regionale cultuur. Dat lijkt een zwaarwichtige vaststellingmaar omdat cultuur eigenlijk een optelsom is van alle gevestigde gewoontenis er geen aanleiding om kindergewoonten daarbij uit te zonderen. Integendeel, in het verleden waren de kinderspelen juist sterk aan tradities gebonden en ze konden bovendien plaatselijk of regionaal sterk van elkaar verschillen. Dat dit korte artikel nadrukkelijk in de verleden tijd is gesteldheeft alles te maken met de teloorgang van de “typisch Zaansekinderspelen: door vele maatschappelijke veranderingen is het traditionele en regionaal-bepaalde kinderspel verdwenen. Reden om hier enkele voorbeelden te noemenBetippen of bekeuren was een groeps-buitenspeldat neerkwam op het betrappen op wat vooraf als verboden handeling was afgesproken (bijvoorbeeld op twee benen staan, of op de trottoirband lopen enz.). Het spel verwees naar de overmaat aan ijver waarmee de vroegere schoutdienaren beboetten. Takkie-de-manhet elders gebruikelijke “krijgertje`. Het woord 'takkie' grijpt terug op het Middelnederlandse 'taken' (grijpen). Bij de variant Iessie (`het laatste tikje') zeiden de kinderen soms: “Laatste lessie uit de pan, morgen krijg je er weer wat van.Jaren, een groepsspel met 'vangers' en “vrijen`. De vangers moesten de vrijen zien te grijpen in een gebied tussen op straat getrokken lijneneen variant van 'Wolven en schapen`. Stientje-vorteen bijzondere vorm van“bokkie-springen (baasje-over)waarbij vóór de bok een steen werd gelegd om het punt van de afsprong aan te geven: uiteraard werd deze steen steeds meer naar voren geschoven. Lange bokken, ook een vorm van bokkiespringen, waarbij een rij kinderen “kop-ankontstond en de springers zo ver mogelijk op de ruggen van deze in de rij geplaatste kinderen moesten neerkomen. De kunst was om zoveel mogelijk springers op de bok te krijgen, die onveranderlijk met veel misbaar bezweek onder het gewicht. Petjebal, het beurtelings gooien met een bal naar een rij tegen de muur gelegde petten. Kwam de bal in een petdan moest de eigenaar ervan de wegspurtende werper met de bal proberen te raken. Opskoilders (verstoppertje)in vele variantenwaaronder span/'olen. Deze naam herinnert uiteraard aan de Spaanse tijd ( 16e eeuw). Opskoilders werd soms in grote groepen gespeeld en kon zich dan over een uitgebreid gebied uitstrekken. Herrie, als benaming voor verschillende spelen. waaronder bijvoorbeeld 'herrie-herrieprous`. een balspel. Tukkeleneen ijsspel waarbij met een steen werd gegooid naar een blokje hout waarop centen waren gelegd. Kolen of klauwen, een werpspel met door lood verzwaarde koeie- of paardekootjes naar een rij knikkers. Knikkeren, vaak knarren genoemdin vele varianten. zoals `potje-pik(ook “koelekiegoef` geheten). `spanbotten(waarmee de afstand tussen de knikkers met de uitgestrekte hand werd gemeten). “esie-p'ik? 'gorren`. `poderenen 'opkluten(een soort dobbelspel met knikkers). De verschillende soorten knikkers hadden allerlei namenzoals dolken, alikassen, pollen, polleka's, pottebaaiers en looie daize. Vermelding verdienen de vele specifieke Zaanse “omtelraimpies' (aftelversjes) en de spelliedjes bij bijvoorbeeld touwtje-springenkaatsebal en schommelen. Door dr. GJ . Boekenoogen is een aantal Zaanse spelliedjes uit de 19e eeuw geïnventariseerd. De collectie bevindt zich in het MeertensInstituut te Amsterdam. Spelen werd ook ketteren genoemdafgeleid van het Zaanse woord “ket`. dat plezier betekent en ooit werd gevormd uit het Franse `gaité`. Een ander Frans woord'but' (doel)vormde zich tot buur. “Buut` werd bijvoorbeeld geroepen als men het honkde vrijplaats bereikte. Allerlei ook elders bekende kindervermaken hadden verder Zaanse namenzoals aisie-Iidderen (ook wel trochelen genoemd) poisi'e vangen (deurtje-bel) en koegelen. kíetelen of priezelen (keilen).  K. Woudt  Literatuur: dr. GJ. Boekenoogen, verspreide gegevens in De Zaanse Volkstaal, Zaandijk 1971; P. Boersma. in De Zaendejaargangen 1948 en `49; mr. D. Vis. De Zaanstreek. Leiden 1948'M. Zwaagdijk. in De Zaende 1951.   +Voor zover ze afwijkend zijn of waren van wat elders gewoon is (was)worden kinderspelen beschouwd als een aspect van de regionale cultuur. 
 + 
 +Dat lijkt een zwaarwichtige vaststellingmaar omdat cultuur eigenlijk een optelsom is van alle gevestigde gewoontenis er geen aanleiding om kindergewoonten daarbij uit te zonderen. Integendeel, in het verleden waren de kinderspelen juist sterk aan tradities gebonden en ze konden bovendien plaatselijk of regionaal sterk van elkaar verschillen. 
 + 
 +Dat dit artikel nadrukkelijk in de verleden tijd is gesteldheeft alles te maken met de teloorgang van de typisch Zaanse kinderspelen. Door vele maatschappelijke veranderingen is het traditionele en regionaal bepaalde kinderspel verdwenen. Reden om hier enkele voorbeelden te noemenBetippen of bekeuren was een groeps-buitenspeldat neerkwam op het betrappen op wat vooraf als verboden handeling was afgesproken (bijvoorbeeld op twee benen staan, of op de trottoirband lopen enz.). Het spel verwees naar de overmaat aan ijver waarmee de vroegere schoutdienaren beboetten. 
 + 
 +Takkie-de-man,het elders gebruikelijke 'krijgertje'. Het woord 'takkie' grijpt terug op het Middelnederlandse 'taken' (grijpen). Bij de variant Lessie ('het laatste tikje') zeiden de kinderen soms: 'Laatste lessie uit de pan, morgen krijg je er weer wat van'. Jaren, een groepsspel met 'vangers' en 'vrijen'. De vangers moesten de vrijen zien te grijpen in een gebied tussen op straat getrokken lijneneen variant van 'Wolven en schapen'. 
 +== Bokkie-springen == 
 +  
 +Stientje-vorteen bijzondere vorm van 'bokkie-springen (baasje-over)waarbij vóór de bok een steen werd gelegd om het punt van de afsprong aan te geven. Uiteraard werd deze steen steeds meer naar voren geschoven. Lange bokken, ook een vorm van bokkiespringen, waarbij een rij kinderen ''kop-ankontstond en de springers zo ver mogelijk op de ruggen van deze in de rij geplaatste kinderen moesten neerkomen. De kunst was om zoveel mogelijk springers op de bok te krijgen, die onveranderlijk met veel misbaar bezweek onder het gewicht. 
 + 
 +Petjebal, het beurtelings gooien met een bal naar een rij tegen de muur gelegde petten. Kwam de bal in een petdan moest de eigenaar ervan de wegrennende werper met de bal proberen te raken. Opskoilders (verstoppertje) in vele variantenwaaronder spanjolen. Deze naam herinnert uiteraard aan de Spaanse tijd (16e eeuw). Opskoilders werd soms in grote groepen gespeeld en kon zich dan over een uitgebreid gebied uitstrekken. Herrie, als benaming voor verschillende spelen. waaronder bijvoorbeeld 'herrie-herrieprous', een balspel. 
 + 
 +Tukkeleneen ijsspel waarbij met een steen werd gegooid naar een blokje hout waarop centen waren gelegd. Kolen of klauwen, een werpspel met door lood verzwaarde koeie- of paardekootjes naar een rij knikkers. Knikkeren, vaak knarren genoemdin vele varianten. zoals 'potje-pik(ook 'koelekiegoef' geheten), 'spanbotten(waarmee de afstand tussen de knikkers met de uitgestrekte hand werd gemeten). 'Esie-pik, 'gorren', 'poderenen 'opkluten(een soort dobbelspel met knikkers). De verschillende soorten knikkers hadden allerlei namenzoals dolken, alikassen, pollen, polleka's, pottebaaiers en looie daize. 
 + 
 +Vermelding verdienen de vele specifieke Zaanse 'omtelraimpies' (aftelversjes) en de spelliedjes bij bijvoorbeeld touwtje springen,  kaatsebal en schommelen. Door dr. G.J. Boekenoogen is een aantal Zaanse spelliedjes uit de 19e eeuw geïnventariseerd. De collectie bevindt zich in het Meertens Instituut in Amsterdam. Spelen werd ook ketteren genoemdafgeleid van het Zaanse woord 'ket', dat plezier betekent en ooit werd gevormd uit het Franse 'gaité'. Een ander Frans woord'but' (doel)vormde zich tot buur. 'Buut' werd bijvoorbeeld geroepen als men het honkde vrijplaats bereikte. 
 + 
 +Allerlei ook elders bekende kindervermaken hadden verder Zaanse namen zoals aisie-lidderen (ook wel trochelen genoemd) poisi'e vangen (deurtje-bel) en koegelen, kietelen of priezelen (keilen).   
 + 
 +Klaas Woudt   
 + 
 +Literatuur: \\ 
 +  * [[boekenoogen|dr. G.J. Boekenoogen]], verspreide gegevens in De Zaanse Volkstaal, Zaandijk 1971;  
 +  * [[boorsma|Pieter Boorsma]], in De Zaendejaargangen 1948 en 1949 
 +  * [[vis_mr_dirk|mr. D. Vis]]. De Zaanstreek. Leiden 1948;  
 +  * M. Zwaagdijk. in De Zaende 1951.   
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/kinderspelen.1446588756.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 18:00
  • (Externe bewerking)