Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
overheidszorg [2015/12/19 12:16] jan [3.1. Algemeen bestuur] |
overheidszorg [2024/07/01 02:52] (huidige) zaanlander [3. De plaatselijke overheidszorg vanaf 1600] |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Overheidszorg ==== | ||
+ | |||
+ | === l. Inleiding === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De gemeente Zaanstad is met 130.000 inwoners een van de grote gemeenten in Nederland. Naarmate een gemeente groter is kan zij haar burgers meer diensten aanbieden. De plaatselijke overheidszorg is vooral sterk toegenomen in de periode na 1880, en dan met name in de grotere gemeenten. In de periode daarvoor was de omvang van de dienstverlening betrekkelijk klein. De ontwikkeling van de overheidszorg in Zaandam na 1880 verliep min of meer gelijk met die van andere gemeenten. De ontwikkeling in de 17e en 18e eeuw wijkt echter opvallend af. Het plaatselijk bestuur in [[oostzaandam|Oost-]] en [[westzaandam|Westzaandam]] groeide in deze eeuwen veel sterker dan elders. | ||
+ | |||
+ | === 1.1. Betekenis van de plaatselijke overheidszorg === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De huidige gemeente vervult ten behoeve van haar ingezetenen niet alleen veel maar ook zeer gevarieerde taken. Denk bijvoorbeeld aan taken op het gebied van [[gezondheidszorg: | ||
+ | stratenaanleg- en onderhoud, plantsoenen]], | ||
+ | |||
+ | Zoals zal blijken is dit artikel geen uitputtende opsomming van alle gemeentelijke zorgtaken op dit moment. De genoemde voorbeelden dienen ter illustratie van de mate waarin de gemeente een integraal deel is gaan uitmaken van ons dagelijks leven en ook hoezeer de (plaatselijke) overheidszorg in belangrijke mate een bijdrage levert aan het welbevinden van iedere burger. Wij weten voorts dat de gemeente niet de enige overheidsinstantie is die taken van algemeen belang uitvoert. De gemeente is immers ingebed in een staatsinrichting waartoe ook de provincies, de [[waterschappen|waterschappen]] en de rijksoverheid behoren. De hedendaagse gemeente dient derhalve rekening te houden met regelgeving van bovenaf (provincie en rijk). Waarin is dan de identiteit van een gemeente gelegen? Sommigen benadrukken dat de gemeente ondergeschikt is aan hogere overheden, en vooral bestemd is om maatregelen ten uitvoer te brengen. In deze visie staan overwegingen van efficiency centraal bij de beoordeling van de plaats en betekenis van de gemeente: in hoeverre beschikt zij over voldoende middelen om haar taken ten uitvoer te brengen en in hoeverre worden deze middelen zo adequaat mogelijk aangewend? | ||
+ | |||
+ | Anderen menen dat de gemeente haar betekenis ontleent aan de gedachte dat het 'een school voor de democratie' | ||
+ | |||
+ | === 1.2. Het onderwerp van deze bijdrage === | ||
+ | |||
+ | In de vorige paragraaf zijn in het kort de plaats en betekenis van de gemeente geschetst in de late 20e eeuw: zij vervult veel taken, heeft daarvoor verschillende functionarissen in dienst die in een organisatiestructuur werken, en zij is werkzaam binnen het grotere geheel van de Nederlandse staatsorganisatie. Dit is echter niet altijd zo geweest. De huidige structuur en het functioneren van de gemeente vinden hun oorsprong in ontwikkelingen vanaf de late 19e eeuw. Sindsdien is de plaatselijke overheidszorg enorm gegroeid. Deze ontwikkeling kwam niet uit de lucht vallen, want er zijn in Holland al plaatselijke overheidsorganen sinds de middeleeuwen. In deze bijdrage wordt met name ingegaan op de ontwikkeling van de gemeentelijke overheidszorg in de Zaanstreek vanaf 1600 met nadruk op de periode na 1811. Daarbij gaat de bijzondere aandacht uit naar Zaandam, omdat de bestuurlijke ontwikkeling van onder andere deze gemeente het onderwerp vormde van onderzoek van [[braam|Van Braam]] en ondergetekende. | ||
+ | |||
+ | Ofschoon de periode vóór 1811 ook in [[bestuur|Bestuur en Rechtspraak]] aan de orde is geweest, wordt daar toch mee begonnen, enerzijds om een goed doorlopend overzicht te kunnen geven en anderzijds om enige aanvullingen te kunnen bieden. Als beginpunt is het jaar 1600 betrekkelijk willekeurig gekozen, maar het is wel aan de vooravond van belangrijke economische ontwikkelingen in de Zaanstreek. (Zie: [[economische|Economische geschiedenis]]). \\ | ||
+ | Het jaar 1811 is van belang vanwege de [[samenvoeging]] van de dorpen Oost- en Westzaandam. Het vervolg van deze bijdrage is in vier delen gesplitst: | ||
+ | - de indeling in bestuurs- respectievelijk rechtsgebieden, | ||
+ | - de plaatselijke overheidszorg 1600-1811 in Oost- en Westzaandam en Zaandam 1811-heden, | ||
+ | - plaatselijke overheidsfunctionarissen en de organisatiestructuur vanaf 1600, en | ||
+ | - de verklaring van de ontwikkeling van de plaatselijke overheidszorg. | ||
+ | |||
+ | De aandacht gaat daarbij vooral uit naar het takenpakket, | ||
+ | |||
+ | Bepaalde zaken die ook ondere andere trefwoorden zijn besproken worden wel behandeld, omdat zij passen in het kader van dit verhaal (bijvoorbeeld [[Dienstensector]], | ||
+ | |||
+ | ===2. Bestuurlijke indeling van de Zaanstreek === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Ten tijde van de Republiek (1588-1795) was het grondgebied van het gewest Holland onderverdeeld in verschillende rechts- en bestuursgebieden. Van betrekkelijk recente datum was het onderscheid tussen Noorder- en Zuiderkwartier (1584), ingesteld ter verbetering van de coördinatie van het dagelijks bestuur in de regio. In sociaal, economisch en cultureel opzicht behoorde de Zaanstreek - gelegen boven het IJ - tot het Noorderkwartier. In juridische zin evenwel was de Zaanstreek ingedeeld bij het Zuiderkwartier. Van veel oudere datum was de indeling van het grondgebied naar rechtsgebieden die tevens bestuursgebieden waren. Het [[baljuw|hoogbaljuwschap]] Kennemerland was verdeeld in vier baljuwschappen: | ||
+ | |||
+ | Deze baljuwschappen waren hoge jurisdicties, | ||
+ | |||
+ | === 3. De plaatselijke overheidszorg vanaf 1600 === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Zoals in de inleiding aangegeven vervult de gemeente tal van taken, die betrekking hebben op registratie en archivering, | ||
+ | |||
+ | * algemeen bestuur: politiek bestuur, burgemeesters, | ||
+ | * plaatselijke financiën e.d.; | ||
+ | * openbare orde en veiligheid: rechtspraak, | ||
+ | * gezondheids- en maatschappelijke zorg: vroedvrouwen, | ||
+ | * onderwijs; | ||
+ | * handel en verkeer: marktwezen, toezicht op veren, havendienst; | ||
+ | * openbare werken: reiniging, plantsoenen, | ||
+ | * productiebedrijven: | ||
+ | * kerk. | ||
+ | |||
+ | Dit overzicht is noodzakelijkerwijs beperkt. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de literatuur van [[braam| Aris van Braam]], Raadschelders. Het is van belang dat de twee dorpen Oost- en Westzaandam tot bansbesturen behoorden. Sommige functionarissen waren bansfunctionarissen. De omstandigheid dat de twee dorpen aanvankelijk verschillende taken gemeenschappelijk ter hand hadden genomen is eveneens van belang. De huishoudelijke scheiding van de twee dorpen in 1636 leidde tot de aanstelling van diverse dorpsfunctionarissen. | ||
+ | |||
+ | === 3.1. Algemeen bestuur === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Inrichting en werkwijze van het politieke bestuur ten tijde van de Republiek zijn in [[bestuur: | ||
+ | |||
+ | Tijdens de [[franse_tijd|Franse bezetting]] verdween de rechtspraak uit het plaatselijk bestuur (1811). Sindsdien was het dagelijks bestuur opgedragen aan burgemeester en assessors (later: wethouders). Vanaf 1851 zou de gemeenteraad optreden als hoofd van de gemeente. De colleges van burgemeesters, | ||
+ | |||
+ | Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw groeide het werk ter secretarie sterk en werden verschillende functionarissen aangesteld, onder andere voor archivering en bevolkingsboekhouding. In de bannen Oost- en Westzaan was in de 17e eeuw een bansthesaurier werkzaam, die zich uitsluitend bezighield met de administratie van de plaatselijke financiën. Tegen het einde van de 17e eeuw kregen de dorpen Oost- en Westzaandam elk een eigen thesaurier. Dat de dorpen eigen functionarissen kregen, illustreert hoezeer zij zich in de bannen zelfstandig gingen opstellen. In economisch opzicht waren zij duidelijk sterker dan de andere dorpen in de bannen. Dat de politiek-bestuurlijke verhoudingen niet wijzigden, zagen wij reeds. Naast de thesaurier waren schot- en pondgaarders werkzaam voor de inning van de gewestelijke accijnzen. In de 19e eeuw werd de thesaurier vervangen door de ontvanger, die bijgestaan werd door commiezen. In de loop van de 20e eeuw werden steeds meer werkzaamheden van het bureau ontvanger overgenomen door de afdeling financiën op de secretarie. Enerzijds omdat de chef van deze afdeling zich vooral ontwikkelde tot beleidsadviseur van het college van B & W en anderzijds omdat de bedrijven en diensten die in de 20e eeuw ontstonden (zie de navolgende hoofdstukken 3.6 en 3.7.), hun eigen boekhouding gingen voeren. Uiteindelijk werd het ontvangersambt in Zaandam in 1975 opgeheven. In het begin van de 20e eeuw werden op het Ontvangerskantoor deurwaarders aangesteld, om achterstallige betaling van plaatselijke belastingen zoveel mogelijk te voorkomen. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Het bleek niet voldoende, zodat in februari 1918 een Ophaal- en Stortingsdienst werd ingesteld. Deze zou tot 1926 bestaan. Haar werkzaamheden werden overgenomen door het in 1919 opgerichte Gemeentelijk Girokantoor. Dit girokantoor, | ||
+ | |||
+ | === 3.2. Openbare Orde en veiligheid === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De belangrijkste taken op het terrein van de openbare orde en veiligheid waren rechtspraak, | ||
+ | |||
+ | De schout was voorts belast met de tenuitvoerlegging van de vonnissen. Beide schouten werden bijgestaan door een dienaar van justitie, die onder andere de dagvaardingen rondbracht. Deze dienaren van justitie waren overdag de belangrijkste ordehandhavers, | ||
+ | |||
+ | Vanaf de Franse tijd (1795-1813) veranderde de inrichting van deze taken nogal. De rechtspraak verdween en daarmee de dienaren van justitie en de gerechtsbode. Ter verbetering van de veiligheid op het platteland eiste de Franse regering dat er veldwachters moesten worden aangesteld. De oorsprong van de hedendaagse gemeentepolitie ligt derhalve in de tweede helft van de 19e eeuw. Hun taken betroffen aanvankelijk surveillance, | ||
+ | |||
+ | Brandbestrijding was tot in de 17e eeuw vooral een aangelegenheid van de burgers zelf. Na 1630 werden in beide dorpen hooistekers aangesteld, die belast waren met toezicht op de inzameling van hooi ter voorkoming van broei. Daarnaast werden in het midden van de 17e eeuw in Westzaandam brandmeesters aangesteld voor de leiding van de nieuw opgerichte plichtbrandweren. Ook dit was een burgerplicht voor alle mannelijke ingezetenen tussen 18 en 60 jaar. In Oostzaandam werden deze brandmeesters eind 17e, begin 18e eeuw aangesteld. Deze plichtbrandweer bleef bestaan tot diep in de 19e eeuw. In Zaandam werd in 1879 naast de gemeentelijke, | ||
+ | |||
+ | === 3.3. Gezondheids- en maatschappelijke zorg === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De gezondheids- en maatschappelijke (sociale) zorg zijn tegenwoordig duidelijk gescheiden taakterreinen. Vóór 1900 was de gezondheidszorg veel meer een bijzondere vorm van armenzorg. Tot 1636 hadden Oost- en Westzaandam samen een doctor/ | ||
+ | |||
+ | De Franse tijd bracht veranderingen. Onder de Gezondheidswet van 1804 werden per plaats of regio ' | ||
+ | |||
+ | In 1913 kreeg Zaandam een afzonderlijk bejaardenhuis en drie jaar later werd het Gemeentelijk ziekenhuis opgericht. In 1919 ontstond de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GG & GD), waarin de stadsdoctoren en -vroedvrouwen werden georganiseerd. De stadsvroedvrouw zou in Zaandam uiteindelijk verdwijnen in 1964. In 1966 werd de GG & GD als polikliniek opgenomen in het ziekenhuis. Een nieuwe gemeentelijk taak betrof de instelling van 'De Boerejonker', | ||
+ | |||
+ | Het wees- en armenhuis is hiervoor reeds genoemd. Dit stond onder beheer van weesvaders en -moeders. Zij beheerden de financiën en deden de inkopen. Het dagelijks toezicht in beide weeshuizen berustte bij de binnenvader en -moeder. Kort na de Franse inval werd een ' | ||
+ | |||
+ | Het weeshuis zou in Zaandam tot 1910 bestaan. Daarna werden de wezen ondergebracht bij gezinnen. Een bijzondere vorm van armenzorg was de werkverschaffing, | ||
+ | |||
+ | In 1918 werd de Dienst voor Werkeloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling (W & A) ingesteld. Dit viel samen met de werkloosheid die tijdens de Eerste Wereldoorlog sterk was gegroeid. Naast deze inspanning bleef de tijdelijke bedeling bestaan, onder andere in de vorm van distributiediensten. Zowel tijdens als kort na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog werden distributiediensten opgericht ten behoeve van de verdeling van schaars geworden producten (kleding, voedsel, brandstof). De instellingen voor W & A werkten nauw samen met de Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon (verder: Dienst voor MH). Begin jaren '30 werden dergelijke diensten overal opgericht ter vervanging van de Burgerlijke Armbesturen. Zaandam was vrij laat. Pas in 1939 kwam er een Dienst voor MH. In 1941 verdween de arbeidsbemiddeling uit het plaatselijk takenpakket, | ||
+ | |||
+ | === 3.4. Onderwijs | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Oost- en Westzaandam hadden tot 1636 samen een dorpsschoolmeester in dienst. Na dat jaar zou elk dorp afzonderlijk een schoolmeester aanstellen. Naast deze van dorpswege betaalde functionaris waren er enkele ' | ||
+ | |||
+ | === 3.5. Handel en verkeer === | ||
+ | |||
+ | Het marktwezen was in verschillende Hollandse plaatsen de kurk van de plaatselijke economie (Alkmaar, Gouda, Purmerend). In de twee Zaandorpen was dit van aanmerkelijk geringer belang. Pogingen om in Oostzaandam een weekmarkt te starten (1738) werden succesvol doorkruist door Alkmaar en Purmerend. Oost- en (zeker) Westzaandam waren veel belangrijker als verkeersknooppunt en als centrum van industriële bedrijvigheid. Zo was er een commissaris van het veer en waren er overlieden op het veer die toezicht hielden op de veerschippers. Voor regulering van het verkeer te water was tevens een havenmeester aangesteld. Daarnaast waren vooral in Westzaandam verschillende functionarissen werkzaam ten behoeve van de accijnsinning, | ||
+ | |||
+ | === 3.6. Openbare werken === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | In de kleinere Hollandse plaatsen was voor zorg en onderhoud van openbare eigendommen en land- en waterwegen slechts een gering aantal mensen in dienst. In de banne van Oostzaan waren vanaf 1636 een timmerman en drie poldermeesters in dienst. In de Westzaanse banne was ook een poldermeester aangesteld, maar geen timmerman. Beide bannen kenden rooimeesters, | ||
+ | |||
+ | De invoering van het tonnenstelsel voor de afvoer van faecaliën leidde tot de instelling van de Reinigingsdienst in 1880. Dit tonnenstelsel zou met de invoering van het watercloset in de jaren '20 stelselmatig gaan verdwijnen. Voor adequate afvoer van huisvuil werden in 1952 voor het eerst vuilnisemmers uitgereikt. Dit leidde weer tot de instelling van een Gemeentelijk Composteringsbedrijf. In de 20e eeuw kreeg de gemeente belangrijke taken op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, | ||
+ | |||
+ | === 3.7. Productiebedrijven === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De geschiedenis van de productie- of openbare nutsbedrijven begint met de openbare straatverlichting. We zagen al dat in de twee Zaandorpen aan het eind van de 18e eeuw lantaarnopstekers werden aangesteld. In de 19e eeuw werd geleidelijk overgeschakeld van olie- op gaslantaarns. Deze gaslantaarns werden geplaatst door de gasfabriek die in 1860 van de gemeente Zaandam de concessie verwierf. Deze voor dertig jaar verleende concessie werd niet verlengd, zodat in 1890 de gasfabriek gemeentelijk werd. Deze gasfabriek was aanvankelijk zowel productie- als distributiebedrijf. In 1939 zou de gemeente worden aangesloten op het productiebedrijf van Hoogovens. Dertien jaar later ging de gemeentelijke gasfabriek samen met die van Purmerend op in het Gasbedrijf Zaanstreek-Waterland. Naast de gasfabriek was in 1914 in Zaandam tevens een elektriciteitsfabriek gekomen. Dit bedrijf was van meet af aan slechts een distributiebedrijf, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === 3.8. Kerk === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De kerk was tijdens de Republiek ten dele een openbare dienst. Tot 1636 onderhielden de twee dorpen een gemeenschappelijke kerkdienst, waarin onder anderen een koster (tevens schoolmeester) en een organist werkzaam waren. Zij stonden onder toezicht van de kerkmeesters. Na dat beruchte jaar richtten beide dorpen zelfstandige kerken op. In 1796 trad een provinciale verordening in werking die de scheiding van kerk en staat regelde. | ||
+ | |||
+ | === 4. Functionarissen en organisatie === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Uit het hiervoor gegeven overzicht blijkt wel hoezeer de taak van het plaatselijk bestuur vanaf het begin van de 17e eeuw toenam. Met behulp van een tweetal grafieken kan dit worden geïllustreerd (zie hieronder). Van de vier onderzochte gemeenten Alkmaar, Beverwijk, Purmerend en Zaandam, vertoonde eigenlijk alleen Zaandam een opmerkelijke toename van functionarissen in de 17e en 18e eeuw. In de andere drie gemeenten verliep de ontwikkeling min of meer gelijkmatig. | ||
+ | |||
+ | Westzaandam maakte een sterke groei door in de jaren 1620-1680 en 1720-1740. Deze groei vond plaats in alle hierboven besproken taakgebieden, | ||
+ | |||
+ | Na de samenvoeging van West- en Oostzaandam zou de omvang van het plaatselijk bestuur tot 1860 licht toenemen. In het daaropvolgende decennium groeide het openbaar onderwijs sterk. De ontwikkeling van het aantal gemeentelijke functies in Zaandam verliep nu op een wijze die vergelijkbaar was met Alkmaar en Beverwijk. De drie steden vertoonden een sterke groei vanaf 1880-1900. | ||
+ | |||
+ | Na 1880 zien we een grote toename van het aantal gemeentelijke functies, hetgeen vooral verband hield met de uitbreidingen in onderwijs, openbare werken, productiebedrijven, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Het merendeel van de uitvoerende functionarissen (bode, omroeper, dienaren van justitie, binnenvader en -moeder, timmerman enz.) werkte onder direct toezicht van een of meerdere colleges van politieke bestuurders en/of burger-ambtenaren. In de 19e eeuw ontstond de lijnorganisatie die wij nu nog kennen, waarvan de gemeentesecretaris het ambtelijk hoofd werd. De tweede helft van de 19e eeuw luidde een periode van nieuwe ontwikkelingen in. ' | ||
+ | |||
+ | === 5. Waardoor is de ontwikkeling van de overheidszorg beïnvloed? === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Wij hebben gezien hoe het plaatselijk bestuur in Oost- en WestZaandam vanaf de vroege 17e eeuw sterk groeide. Welke factoren waren daar debet aan? Of: waarom deden zich in de beide Zaandorpen juist in het begin van de 17e eeuw de bovengenoemde ontwikkelingen voor? Waarom niet eerder, of later? De volgende factoren worden in het kort besproken: economische ontwikkeling, | ||
+ | |||
+ | <WRAP right box 50%> | ||
+ | <columns 100% left 50% left 50%> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | * [[Accijns]] | ||
+ | * [[Afvalwater]] | ||
+ | * [[Agglomeratie overleg]] | ||
+ | * [[Allochtonen]] | ||
+ | * [[Amsterdamsche Kanaal Maatschappij]] | ||
+ | * [[Annexatie]] | ||
+ | * [[Arbeidsomstandigheden]] | ||
+ | * [[Arbeidsverhoudingen]] | ||
+ | * [[Archief]] | ||
+ | * [[Badhuizen]] | ||
+ | * [[Baggerwerken]] | ||
+ | * [[Baljuw]] | ||
+ | * [[Bank van lening]] | ||
+ | * [[Bannehof]] | ||
+ | * [[Begraafplaatsen]] | ||
+ | * [[Bejaardenoorden]] | ||
+ | * [[Bejaardenzorg]] | ||
+ | * [[Belasting]] | ||
+ | * [[Beschermd dorpsgezicht]] | ||
+ | * [[Bescherming bevolking]] | ||
+ | * [[Bestrating]] | ||
+ | * [[bestuur: | ||
+ | * [[Bibliotheek]] | ||
+ | * [[Brandpreventie]] | ||
+ | * [[Brandweer]] | ||
+ | * [[Bruggen]] | ||
+ | * [[Buurt-, wijk en opbouwwerk]] | ||
+ | * [[Centrale keukens]] | ||
+ | * [[Coentunnel]] | ||
+ | * [[cultuur|Cultuur(beleid)]] | ||
+ | * [[Dienstencentra]] | ||
+ | * [[Dienstensector]] | ||
+ | * [[Dijken]] | ||
+ | * [[Economische structuur 1.3. , 2.3.]] | ||
+ | * [[Elektriciteit]] | ||
+ | * [[Enquête Staatscommissie]] | ||
+ | * [[Ereburgers]] | ||
+ | * [[Forten]] | ||
+ | * [[bestuur: | ||
+ | * [[Gehandicaptenzorg]] | ||
+ | * [[gemeente_archief|Gemeente-archief]] | ||
+ | * [[Gemeentegrenzen]] | ||
+ | * [[Gemeentehuis]] | ||
+ | * [[Gemeenten]] | ||
+ | * [[Gemeenteraden]] | ||
+ | * [[Gewestelijk Arbeids Bureau]] | ||
+ | * [[Gezinsverzorging]] | ||
+ | * [[Gezondheidszorg]] | ||
+ | < | ||
+ | * [[Haven]] | ||
+ | * [[Havendienst]] | ||
+ | * [[Jeugdzorg]] | ||
+ | * [[Jongerencentra]] | ||
+ | * [[Jumelage]] | ||
+ | * [[Justitie]] | ||
+ | * [[Kabeltelevisie]] | ||
+ | * [[Kadaster]] | ||
+ | * [[Kanalen]] | ||
+ | * [[Kermis]] | ||
+ | * [[Kredietbank]] | ||
+ | * [[Kunst]] | ||
+ | * [[Kunst]] | ||
+ | * [[Maatschappelijk werk]] | ||
+ | * [[Markten Milieubeheer]] | ||
+ | * [[Monumentenzorg]] | ||
+ | * [[Musea Muziek 3.]] | ||
+ | * [[Natuur 6.]] | ||
+ | * [[Oeververbindingen]] | ||
+ | * [[Ondersteuningsinstituut]] | ||
+ | * [[Onderwijs]] | ||
+ | * [[Ontwikkelingsschap]] | ||
+ | * [[Overzetveren]] | ||
+ | * [[Provincie]] | ||
+ | * [[PTT]] | ||
+ | * [[Rechthuizen]] | ||
+ | * [[Rechtspraak]] | ||
+ | * [[Recreatiegebieden]] | ||
+ | * [[Riolering]] | ||
+ | * [[Ruimtelijke Ordening]] | ||
+ | * [[Slachthuis]] | ||
+ | * [[Sociale zekerheid]] | ||
+ | * [[Spoorwegen]] | ||
+ | * [[Sportaccommodaties]] | ||
+ | * [[Sportraad]] | ||
+ | * [[Stadsontwikkeling en Openbare Werken]] | ||
+ | * [[Streekvervoer]] | ||
+ | * [[Veerdiensten]] | ||
+ | * [[Volksuniversiteit]] | ||
+ | * [[Vormingscentra]] | ||
+ | * [[Waterleidingaanleg]] | ||
+ | * [[Waterstaat]] | ||
+ | * [[Wegenstructuur]] | ||
+ | * [[Welstandscommissie]] | ||
+ | * [[Werkgelegenheidsbeleid]] | ||
+ | * [[Woningbouw]] | ||
+ | |||
+ | </ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | </ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Dit zou in het begin van de 17e eeuw sterk veranderen en dat had veel te maken met de economische verhoudingen in het nabijgelegen Amsterdam. In de steden in Holland was de ontwikkeling van bedrijven gebonden aan gildebepalingen, | ||
+ | |||
+ | In het kielzog van de economische ontwikkeling groeide ook de bevolking (zie: [[Demografie]]). De economische en de demografische ontwikkeling mogen als de belangrijkste factoren van bestuurlijke uitbouw in de Zaanstreek worden aangemerkt. Het aantal inwoners in de twee dorpen was in 1622 reeds toegenomen tot 5000. Een eeuw later, in 1740, waren het er zo'n 6200. We hebben gezien hoe in Oost- en Westzaandam aanvankelijk verschillende functies gemeenschappelijk werden vervuld. Dit lag in de lijn der verwachting. De dorpen waren in economisch, cultureel en sociaal opzicht nauw bij elkaar betrokken. Westzaandam was aanvankelijk veel kleiner dan Oostzaandam en betaalde ongeveer een-derde aan de kosten van gemeenschappelijke functionarissen. Toen Westzaandam sterk groeide en men in het eigen dorp ook gemeenschappelijke functionarissen wilde aanstellen, kwamen die van Oostzaandam hiertegen in het geweer. Hierop scheidden zich de geesten letterlijk en figuurlijk in het jaar 1636, zodat ook hierdoor een aantal functies nogal toenam. Zo kan ten aanzien van de 17e eeuw worden gesteld dat de uitbreiding van het aantal functies in de twee Zaandorpen samenhing met de opbouw van wat toen als basisfuncties (nachtwacht, | ||
+ | |||
+ | Vanaf 1870-1880 nam het aantal functies opnieuw sterk toe. De bevolking breidde zich snel uit. De toename van het aantal gemeentelijke functies in Zaandam was in de jaren 1880-1890, 1900-1930, 1950-1960 echter groter dan de bevolkingsgroei. De bevolkingsgroei alleen biedt derhalve onvoldoende verklaring voor de groei van het gemeentelijk takenpakket. Opnieuw zijn economische ontwikkelingen van belang. De aanleg van het Noordzeekanaal (1870-1876) en de aansluiting daarop (1885) boden nieuwe mogelijkheden voor economische expansie. Er waren echter ook andere factoren van betekenis. De onderwijswetgeving in de jaren 1857-1876 leidde tot sterke groei van het openbaar onderwijs. De wetgever zou vanaf de tweede helft van de 19e eeuw in toenemende mate invloed gaan uitoefenen op de omvang van het gemeentelijk takenpakket. Het Rijk kon immers de gemeentebesturen dwingen tot medebewind: de uitvoering op plaatselijk niveau van Rijkswetgeving naast onderwijs bijvoorbeeld ook volkshuisvesting, | ||
+ | |||
+ | Politieke ontwikkelingen hebben eveneens, op bescheiden wijze, hun steentje bijgedragen. Daar waar socialisten in de gemeenteraden kwamen, deden zij hun invloed gelden. Bedacht moet worden dat het onjuist is te veronderstellen dat de komst van socialisten veel vernieuwing bracht in het gemeentebestuur. De belangrijkste veranderingen in het plaatselijk bestuur begonnen immers zo'n twintig jaar vóór de socialisten een doorslaggevende stem kregen in de gemeenteraad. Wel heeft hun aanwezigheid bepaalde ontwikkelingen mogelijk versneld. De hierboven genoemde factoren bleven ook na de Tweede Wereldoorlog van invloed, maar er kwam een nieuwe factor bij. Doordat het gemeentelijk apparaat zo was gegroeid. ontstond meer en meer de behoefte om interne beheersdiensten op te richten. | ||
+ | |||
+ | === 6. Besluit === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Met de samenvoeging van zeven Zaangemeenten in 1974 nam de omvang van het plaatselijk bestuur verder toe. Qua bevolkingsomvang ging Zaanstad nu behoren tot de grotere gemeenten in Nederland. Sinds die tijd is er in de gemeentelijke bestuursorganisatie veel gebeurd. Het gemeentelijk apparaat werd geheel gereorganiseerd (een typisch verschijnsel in de jaren '70 en 80 van de 20e eeuw: voorheen werden alleen bepaalde onderdelen geherstructureerd; | ||
+ | |||
+ | Onlangs zijn de afdelingen van de gemeentesecretarie zelfstandige diensten geworden. In de jaren '80 kreeg de gemeente gedurende een reeks van jaren extra financiële bijstand, maar ook controle van het Rijk, de artikel 12 status, die met ingang van 1990 is opgeheven. De gemeentelijke financiën zijn sindsdien gesaneerd. Zoals het plaatselijk bestuur in de twee Zaandorpen in de 17e eeuw, zo past ook het bestuursapparaat van Zaanstad zich voortdurend aan bij veranderingen in de omgeving; aansluiting zoekend bij nieuwe trends (automatisering, | ||
+ | |||
+ | //dr. J.C.N. Raadschelders// | ||
+ | |||
+ | Literatuur: | ||
+ | |||
+ | * [[braam| Aris van Braam]] e.a., Historische atlas van de Zaanlanden, Wormerveer 1970; | ||
+ | * A. van Braam, Bureaucratiseringsgraad van het plaatselijk bestuur van Westzaandam ten tijde van de Republiek, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, | ||
+ | * idem, Een stadsbestuur in wording, in: Holland, Regionaal Historisch Tijdschrift, | ||
+ | * idem, Opstellen over de vroegste geschiedenis van het plaatselijk bestuur in Zaandam, in: Serie Miniaturen, nr. 19, 1983; | ||
+ | * F.M. Galesloot, Partijformaties in een tanend liberaal bolwerk, De opmars van confessionelen en socialisten in Zaandam in de periode 1880-1929, in: Broeders sluit U aan. Aspecten van verzuiling in zeven Hollandse gemeenten, Hollandse Historische Reeks, 1985; | ||
+ | * [[hoen_jaap_t|Jaap ’t Hoen]], Op naar het licht. De Zaanstreek in de periode van de opkomst van de arbeidersbeweging 1882-1909, 1968; | ||
+ | * idem, De rode Zaanstreek. De periode van de grote invloed der arbeidersbeweging aan de Zaan 1909-1939, 1978; | ||
+ | * D. Kerssens, GEB-GEZ-EZW. Van toen naar nu, 1989; | ||
+ | * A. Lahuis, Taak, inrichting en werkwijze van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken in Zaandam, 1960; | ||
+ | * H.J. Minderhoud, Honderdvijftig jaar van het Departement Zaandam der Maatschappij tot Nut van het Algemeen 1789-1939, 1939; | ||
+ | * J.C.N. Raadschelders, | ||
+ | * W.J.M. van Raay, M. Wolters, Ambtelijke reorganisatie. Een onderzoek naar nieuwe organisatievormen in grote gemeenten, 1988; | ||
+ | * N.Th. Smit, De ontwikkeling van het gemeentelijk apparaat van de gemeente Zaandam in de periode 1851-1941 (ongepubliceerde doctoraalscriptie, |