stoomkracht

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
stoomkracht [2016/07/04 19:03]
jan
stoomkracht [2020/09/15 21:38] (huidige)
jan
Regel 10: Regel 10:
 Tot ver in de 19e eeuw ging de ontwikkeling van de watermolentechniek door. De fabriek was al ontstaan voor de invoering van de stoomkracht. Het waren werkplaatsen waar de watermolen de centrale krachtbron was voor spin- en weefmachines. Vroege toepassingen van de stoommachine vonden plaats in hoogovens voor het aandrijven van blaasbalgen en in mijnen voor het aandrijven van hijsmachines. De stoommachine van James Watt werd door Fulton gebruikt om een boot voort te stuwen. De cylinder dreef via een balans een krukas met twee waterwielen aan. Deze methode was vanaf 1807 een groot succes. De scheepsstoommachine werd steeds verder ontwikkeld, maar tot het einde van de 19e eeuw werden er nog nieuwe zeegaande zeilschepen gebouwd, met name in Schotland en Engeland. Blijkbaar hadden beide vormen van voortstuwing hun eigen toepassingsgebied. De keuze om geen stoomvoortstuwing te gebruiken was vaak op rationele overwegingen gebaseerd. Vanuit deze achtergrond kijken we nu naar de Nederlandse en Zaanse ontwikkeling.  Tot ver in de 19e eeuw ging de ontwikkeling van de watermolentechniek door. De fabriek was al ontstaan voor de invoering van de stoomkracht. Het waren werkplaatsen waar de watermolen de centrale krachtbron was voor spin- en weefmachines. Vroege toepassingen van de stoommachine vonden plaats in hoogovens voor het aandrijven van blaasbalgen en in mijnen voor het aandrijven van hijsmachines. De stoommachine van James Watt werd door Fulton gebruikt om een boot voort te stuwen. De cylinder dreef via een balans een krukas met twee waterwielen aan. Deze methode was vanaf 1807 een groot succes. De scheepsstoommachine werd steeds verder ontwikkeld, maar tot het einde van de 19e eeuw werden er nog nieuwe zeegaande zeilschepen gebouwd, met name in Schotland en Engeland. Blijkbaar hadden beide vormen van voortstuwing hun eigen toepassingsgebied. De keuze om geen stoomvoortstuwing te gebruiken was vaak op rationele overwegingen gebaseerd. Vanuit deze achtergrond kijken we nu naar de Nederlandse en Zaanse ontwikkeling. 
  
-In 1788 werd voor het eerst in Nederland een Newcomen stoommachine voor polderbemaling gebruikt. De eerste toepassing van stoom op grote schaal was bij de pompen voor het marine-droogdok in Hellevoetsluis. De eerste fabriek in Nederland met een stoommachine was een Schiedamse branderij in 1797. Pas in 1807 volgde bij een Amsterdamse koperpletterij de tweede fabrieksstoommachine. Door de [[franse|Franse overheersing]] had Nederland een ernstige financiële en technische achterstand opgelopen. De Zaankanters hebben waarschijnlijk voor het eerst met stoom kennis gemaakt toen in 1816 het Engelse stoomschip (ss) 'Defiance` het IJ opstoomde. De volgende kennismaking was in 1825. Door een overstroming van de Zuiderzee was de Wijde Wormer onder water komen te staan. Deze polder werd toen door drie verplaatsbare stoompompen drooggepompt. Vanaf 1827 werd er tussen Amsterdam en Zaandam een stooombootdienst onderhouden door het s.s. 'Mercurius'. \\+In 1788 werd voor het eerst in Nederland een Newcomen stoommachine voor polderbemaling gebruikt. De eerste toepassing van stoom op grote schaal was bij de pompen voor het marine-droogdok in Hellevoetsluis. De eerste fabriek in Nederland met een stoommachine was een Schiedamse branderij in 1797. Pas in 1807 volgde bij een Amsterdamse koperpletterij de tweede fabrieksstoommachine. Door de [[franse_tijd|Franse overheersing]] had Nederland een ernstige financiële en technische achterstand opgelopen. De Zaankanters hebben waarschijnlijk voor het eerst met stoom kennis gemaakt toen in 1816 het Engelse stoomschip (ss) 'Defiance` het IJ opstoomde. De volgende kennismaking was in 1825. Door een overstroming van de Zuiderzee was de Wijde Wormer onder water komen te staan. Deze polder werd toen door drie verplaatsbare stoompompen drooggepompt. Vanaf 1827 werd er tussen Amsterdam en Zaandam een stooombootdienst onderhouden door het s.s. 'Mercurius'. \\
 De eerste stoomfabriek in de Zaanstreek was de [[avis|blauwselfabriek van Avis]] in Westzaan in 1833.  De eerste stoomfabriek in de Zaanstreek was de [[avis|blauwselfabriek van Avis]] in Westzaan in 1833. 
  
-==== Zaanstreek molengebied ====+=== Zaanstreek molengebied ===
  
 Toen het ss 'Defiance' voor het eerst het IJ opvoer was de Zaanstreek nog molengebied bij uitstek. Men telde 106 oliemolens met 323 arbeiders, 102 houtzaagmolens met 277 arbeiders, 27 wit-. grauw-. blauw- en basterd-papiermolens met 915 arbeiders, 44 pelmolens, 15 stijfselmakerijen, 11 snuifmolens, 11 verfmolens en 3 blauwselfabrieken.   Toen het ss 'Defiance' voor het eerst het IJ opvoer was de Zaanstreek nog molengebied bij uitstek. Men telde 106 oliemolens met 323 arbeiders, 102 houtzaagmolens met 277 arbeiders, 27 wit-. grauw-. blauw- en basterd-papiermolens met 915 arbeiders, 44 pelmolens, 15 stijfselmakerijen, 11 snuifmolens, 11 verfmolens en 3 blauwselfabrieken.  
Regel 29: Regel 29:
 De houtzaagmolens, pelmolens en oliemolens moesten concurreren met watermolens. Zij bleven hun eeuwenoude voordelen behouden van de korte afstand tot de zeehaven Amsterdam waar grondstoffen werden aangevoerd en eindproducten werden verscheept en de nabijheid tot hun markt in de Hollandse steden. Een ondernemer kon soms uit verschillende manieren van produceren kiezen. Tussen oude en nieuwe productiewijze was aanvankelijk vaak geen kostprijsverschil. Veel ondernemersbeslissingen waren gebaseerd op giswerk. Zelfs na de Eerste Wereldoorlog begon het directiejournaal van Gebrs. Laan met de opmerking dat als anderen geld konden verdienen met rijst pellen, zij dat ook moesten kunnen. En vervolgens kochten zij wat machines van de geliquideerde pellerij van Blans en begonnen als rijstpeller. Dat de toepassing van stoom alleen, de Zaanse fabrikanten niet kon redden, blijkt uit voorbeelden van Avis die in 1855 zijn stoommachine weer verruilde voor een windmolen en van Van Gelder Schoute & Comp. die ook na een aantal jaren hun stoompapiermolen 'Het Fortuin' weer als windmolen in bedrijf moesten brengen.  De houtzaagmolens, pelmolens en oliemolens moesten concurreren met watermolens. Zij bleven hun eeuwenoude voordelen behouden van de korte afstand tot de zeehaven Amsterdam waar grondstoffen werden aangevoerd en eindproducten werden verscheept en de nabijheid tot hun markt in de Hollandse steden. Een ondernemer kon soms uit verschillende manieren van produceren kiezen. Tussen oude en nieuwe productiewijze was aanvankelijk vaak geen kostprijsverschil. Veel ondernemersbeslissingen waren gebaseerd op giswerk. Zelfs na de Eerste Wereldoorlog begon het directiejournaal van Gebrs. Laan met de opmerking dat als anderen geld konden verdienen met rijst pellen, zij dat ook moesten kunnen. En vervolgens kochten zij wat machines van de geliquideerde pellerij van Blans en begonnen als rijstpeller. Dat de toepassing van stoom alleen, de Zaanse fabrikanten niet kon redden, blijkt uit voorbeelden van Avis die in 1855 zijn stoommachine weer verruilde voor een windmolen en van Van Gelder Schoute & Comp. die ook na een aantal jaren hun stoompapiermolen 'Het Fortuin' weer als windmolen in bedrijf moesten brengen. 
  
-==== Terugval ====+=== Terugval ===
  
  
Regel 36: Regel 36:
 Stoomkracht maakte een langere productietijd mogelijk, waardoor de totale productie steeg. Zorg was wel daar een markt voor te vinden. De ondernemer hoefde echter weer minder op voorraad te produceren. Daarnaast waren de investeringen, de loonkosten, de reparatiekosten en de brandstofkosten in totaal hoger dan bij een windmolen. Zaanse fabrikanten waren bijna allemaal koopman-fabrikant; met name in de pellerij en de olieslagerij. Hun kapitaal zat vooral in de voorraden. Het veredelingsproces van de ruwe grondstoffen was in feite eenvoudig. De investeringskosten waren beduidend minder dan de kosten van voorraden.  Stoomkracht maakte een langere productietijd mogelijk, waardoor de totale productie steeg. Zorg was wel daar een markt voor te vinden. De ondernemer hoefde echter weer minder op voorraad te produceren. Daarnaast waren de investeringen, de loonkosten, de reparatiekosten en de brandstofkosten in totaal hoger dan bij een windmolen. Zaanse fabrikanten waren bijna allemaal koopman-fabrikant; met name in de pellerij en de olieslagerij. Hun kapitaal zat vooral in de voorraden. Het veredelingsproces van de ruwe grondstoffen was in feite eenvoudig. De investeringskosten waren beduidend minder dan de kosten van voorraden. 
  
-==== Stoomzagerijen en -pellerijen ====+=== Stoomzagerijen en -pellerijen ===
  
  
Regel 43: Regel 43:
 In die jaren voor de Eerste Wereldoorlog waren bijna alle grote Zaanse stoombedrijven voortzettingen van de bestaande eeuwenoude industrieën; alleen de rijstpellerij had de gortpellerij grotendeels verdrongen. Nieuwkomers waren de gasfabrieken, een kleine zoutziederij, de [[artillerie|artillerie-inrichting]], de scheepswerf 'Conrad', de blikfabrieken en de waxinefabriek van Verkade. De linoleumfabriek kan gedeeltelijk worden beschouwd als een verlengstuk van de olieslageri j. De firma Van Gelder Schoute & Comp. ging stoompapier maken omdat hun handgeschepte papier niet meer kon concurreren met het buitenlandse 'stoompapier'` Dit papier werd machinaal vervaardigd op de langzeefpapiermachine. Deze machine was in combinatie meteen watermolen ontworpen, maar functioneerde met een stoommachine pas helemaal goed. Als gevolg was de papierfabricage van een discontinu tot een continu proces omgevormd.  In die jaren voor de Eerste Wereldoorlog waren bijna alle grote Zaanse stoombedrijven voortzettingen van de bestaande eeuwenoude industrieën; alleen de rijstpellerij had de gortpellerij grotendeels verdrongen. Nieuwkomers waren de gasfabrieken, een kleine zoutziederij, de [[artillerie|artillerie-inrichting]], de scheepswerf 'Conrad', de blikfabrieken en de waxinefabriek van Verkade. De linoleumfabriek kan gedeeltelijk worden beschouwd als een verlengstuk van de olieslageri j. De firma Van Gelder Schoute & Comp. ging stoompapier maken omdat hun handgeschepte papier niet meer kon concurreren met het buitenlandse 'stoompapier'` Dit papier werd machinaal vervaardigd op de langzeefpapiermachine. Deze machine was in combinatie meteen watermolen ontworpen, maar functioneerde met een stoommachine pas helemaal goed. Als gevolg was de papierfabricage van een discontinu tot een continu proces omgevormd. 
  
-==== Speciale werktuigen voor stoom ====+=== Speciale werktuigen voor stoom ===
  
  
Regel 99: Regel 99:
    * nv. Koninklijke pellerij 'De Mercurius v/h Gebr. Laan gerstpellerij'. 2 sm's 650 pk.     * nv. Koninklijke pellerij 'De Mercurius v/h Gebr. Laan gerstpellerij'. 2 sm's 650 pk. 
 **Westzaan:** **Westzaan:**
-   * Cacaofabriek 'De Paradijsvogel' van fa.D & M. Grootes. sm 300 pk. Krommenie: +   * Cacaofabriek 'De Paradijsvogel' van fa.D & M. Grootes. sm 300 pk.  
 + 
 +**Krommenie:** 
    * Geen grote stoominstallaties wel talloze gas-_ olie- en elektromotoren en enige kleinere sm's.     * Geen grote stoominstallaties wel talloze gas-_ olie- en elektromotoren en enige kleinere sm's. 
        
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/stoomkracht.1467651837.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 18:03
  • (Externe bewerking)