Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
westzaandam [2016/09/27 10:51] judith |
westzaandam [2024/03/30 05:29] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Westzaandam ==== | ||
+ | Westzaandam, | ||
+ | De oorzaak van de aanvankelijke, | ||
+ | In de 17e en 18e eeuw hebben Westzaandamse notabelen meermalen pogingen ondernomen om meer invloed te krijgen in het bestuur van de Banne, waarin het dorp een minderheid van het aantal zetels bezette. Zo wilden zij in 1729 bijvoorbeeld een zelfstandigere positie bereiken door deel te nemen in de aankoop van de ambachtsrechten. Westzaan blokkeerde deze poging en kreeg de Staten van Holland aan zijn kant. Het hoofddorp van de Banne, Westzaan, intussen al lang overvleugeld door Westzaandam, | ||
+ | === Naam en wapen === | ||
+ | |||
+ | De naam behoeft geen verklaring: de nederzetting ontstond immers ten westen van de dam in de Zaan. Dat in deze encyclopedie consequent Oost- en Westzaandam aaneen worden geschreven, dus zonder koppelteken, | ||
+ | === Omvang en oppervlakte === | ||
+ | |||
+ | Binnen de gemeenschap bestonden vier buurten of kwartieren, te weten: | ||
+ | * De Horn, het oudste gedeelte van het dorp, aan de Hogendijk, aansluitend aan de Dam, | ||
+ | * De Molenbuurt, de Lagedijk, die later Westzijde ging heten, tussen Dam en Papenpadsluis, | ||
+ | * De Noord, dezelfde Lagedijk, met haaks erop staande paden, tussen de Papenpadsluis en de Mallegatsluis, | ||
+ | * De Westzaner Overtoom, de Westzanerdijk tussen Jaap Haversluis en Overtoom. | ||
+ | |||
+ | Sinds het begin van de 18e eeuw was de Molenbuurt in twee wijken gesplitst, zodat Westzaandam daarna tot het einde der Republiek (l795) vijf wijken kende. Het tot het dorp gerekende gebied werd aan vier kanten door water begrensd: in het zuiden lag het IJ, in het westen de Gouw, in het noorden de Mallegatsloot en in het oosten uiteraard de Zaan. Tot het dorp werden ook het buiten de zeedijk gelegen schiereiland de Hem en de in het IJ liggende eilanden De Hoorn en De Waard gerekend. [[braam|Aris van Braam]] schatte het Westzaandamse vierendeel van de banne op zes vierkante kilometer. | ||
+ | === Bevolking === | ||
+ | |||
+ | Westzaandam was aanvankelijk kleiner dan Oostzaandam. Aan het begin van de 17e eeuw had het dorp ten oosten van de Zaan ongeveer twee maal zoveel inwoners; voor het jaar 1622 stelde Aris van Braam de bevolking op 1800 inwoners. Dat betekent trouwens dat het dorp in de voorgaande eeuw sterk was gegroeid. | ||
+ | |||
+ | In 1613 verklaarden enkele bejaarde inwoners dat zij bij overlevering in hun jeugd hadden vernomen dat aan de westzijde op Zaanerdam niet meer dan zeven huizen stonden. In 1543 werden er 46 huizen bij en op de Dam geteld. In de 17e eeuw volgde een bijna explosieve groei, zodat in 1742 6315 inwoners konden worden geteld, daarna nam de bevolking met ongeveer 50 per jaar af in samenhang met een economische neergang. | ||
+ | Omstreeks 1789 werd een dieptepunt van 4500 inwoners bereikt, waarna weer een stijging intrad. In 1795 werd een bevolking van 5179 personen geregistreerd. In de Franse tijd liep dit aantal, zoals overal elders, terug. In 1812, kort na de samenvoeging, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === Kerkelijke gezindheid === | ||
+ | |||
+ | Procentueel was de verhouding in 1742 als volgt: gereformeerden en hervormden 58%, doopsgezinden 25%, luthersen 9% en katholieken bijna 8%. Daarnaast was er een kleine groep van 29 oud-katholieken. | ||
+ | |||
+ | Er wordt wel eens gedacht dat Zaandam overwegend doopsgezind was. De hiervoor gegeven percentages weerspreken dat. Relatief maakten de 1600 dopersen die Westzaandam in 1742 telde een kleiner deel van de bevolking uit dan in bijvoorbeeld Wormerveer (51%) en Koog (bijna 40%). Wel vormden de Westzaandamse dopersen in economisch opzicht de meest invloedrijke groepering. | ||
+ | Het aantal van 588 luthersen dat in 1742 werd geteld is opmerkelijk. [[woude|Ad van der Woude]] gaf voor dat jaar de cijfers van 28 Noordhollandse gemeenten. Uitgezonderd West- en Oostzaandam waren er nergens meer dan 25 luthersen. Een verband met de intensieve handel op de lutherse landen in het Oostzeegebied ligt voor de hand. In 1809 was het aandeel doopsgezinden met bijna 12% verminderd ten opzichte van 1742. | ||
+ | |||
+ | De overige kerkgenootschappen waren, in procenten uitgedrukt, ongeveer even sterk vertegenwoordigd als zestig jaar daarvoor. Er waren in 1809 2983 hervormden, 963 doopsgezinden, | ||
+ | |||
+ | === Bewoningsgeschiedenis === | ||
+ | |||
+ | Feitelijk zou de geschiedenis van Westzaandam al met die van het dorp Oud-Zaenden kunnen beginnen. Voor de schaarse gegevens over deze verdwenen nederzetting, | ||
+ | |||
+ | Tot het eind van de 15e eeuw is het gebied ten noorden van de IJ-dijken en tussen Zaan en Gouw nauwelijks bewoond geweest, er zijn althans geen berichten daarover bekend. Pas toen vestigden zich uit Westzaan afkomstige bewoners langs de Hogendijk, in de richting van de Dam. De Lagedijk, de latere Westzijde, was blijkbaar vooralsnog te weinig aantrekkelijk voor veilige bewoning. Daarin kwam in de loop van de 16e eeuw verandering. De bevolking nam er zelfs zodanig toe dat men naar andere bouwlokaties ging uitkijken. | ||
+ | Aanvankelijk ontstond er enige komvorming bij Dam en Hogendijk, maar er werd snel ook langs de Zaan gebouwd. Toen de Lagedijk vol raakte werden doodlopende paden, die soms tot de Vaart het veld invoerden, bebouwd. Daarbij waren ook bestaande molenpaden. Ze lagen haaks op de Lagedijk, dus in de richting Oost-West. Op deze paden ontstonden typisch Zaanse padgemeenschappen. Later werden verschillende ervan samengevoegd en door slootdemping verbreed. | ||
+ | De huidige Gedempte Gracht is een samenvoeging van vier verschillende paden. Zo werd het hele gebied, van de Hogendijk tot aan de Papenpadsluis, | ||
+ | === Middelen van bestaan === | ||
+ | |||
+ | |||
+ | In economisch opzicht vormden Oost- en Westzaandam een eenheid. Er ontstond een belangrijke concentratie van bedrijven in de Zaanstreek. Daardoor groeiden de aanvankelijk arme dorpen uit tot bloeiende gemeenschappen. [[braam|Aris van Braam]] is in zijn studie ' | ||
+ | |||
+ | De Westzaandamse molenbouw had haar meest productieve jaren tussen 1640 en 1649. Na een soms onstuimige groei vanaf 1690, volgde een periode van verval tot het tweede kwart van de 18e eeuw. Daarna was er meer sprake van incidentele bouwopdrachten. | ||
+ | De groei van de scheepsbouw was gestager. Na een bescheiden aanzet aan het begin van de 17e eeuw groeide deze sector uit tot de motor van de Zaanse economie. Rond 1700 werd het hoogtepunt bereikt, daarna volgde een geleidelijke teruggang, een stabiele periode tussen 1760 en 1770 en een depressie in de volgende jaren. | ||
+ | |||
+ | De walvisvaart wist zich lange tijd als bestaansbron te handhaven en is in Westzaandam tussen 1680 en 1730 voortdurend van betekenis geweest. Wellicht was de oorzaak mede dat de scheepsbouwers hun voor eigen risico gebouwde en niet verkochte schepen zelf ter walvisvaart uitreedden. Na 1730 volgde een periode van verval, met dieptepunten tijdens de Engelse oorlogen. | ||
+ | |||
+ | De Westzaandamse houtveilingen hadden hun hoogtepunt rond 1720. Het was bereikt dankzij gestage groei van de houthandel sinds 1690. Na 1725 trad snel verval in tot 1740, daarna vlakte de neergaande lijn af. Tot zover Aris van Braam. | ||
+ | |||
+ | Overzichten van [[hart_dr_simon|dr Simon Hart]] en [[woude|Ad van der Woude]] geven een aardige indruk van de bedrijvigheid in Westzaandam in 1731. In dat jaar waren in het dorp de volgende bedrijven: zaagmolens 159, oliemolens 13, pelmolens 4, papiermolens 5, tabaksstampers 6, verfmolens 4, meelmolens 1, runmolens 1, mosterdmolens 1, stijfselhuizen 1, traankokerijen 1, lijnbanen 1, weefhuizen 1, leerlooierijen 1, kaashuizen 2, timmerwerven 2, pakhuizen 73, kaatsen 10, scheepstimmerwerven 15. Totaal aantal bedrijven 301. | ||
+ | |||
+ | Zie ook: [[Economische]] geschiedenis 1.1.3., 2.3.1., 2.3.2., 2.3.3., 2.5.1.. 2.5.5., 2.6.2., 2.6.3.. 2.7.. 2.8.1., 2.8.2., 2.9.1., 2.9.2.. 2.9.3.. 210.1.. 210.2., 2.103., 3.1.1.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Literatuur: | ||
+ | |||
+ | * [[braam|Prof. dr. Aris van Braam]]: Westzaandam in de tijd van de Republiek, Zaandam 1978; | ||
+ | * [[groesbeek|Mr. Johan Willem Groesbeek]], | ||
+ | * [[hart_dr_simon|dr Simon Hart]], de Zaanstreek en Oostzaandam in het bijzonder in het jaar 1731, in: Geschrift en getal, Dordrecht 1976; | ||
+ | * [[verkade2|dr. Margaretha Adriana Verkade]], Den derden dach, Alkmaar 1982; | ||
+ | * [[woude|Adrianus Maria ' | ||
+ | * [[woudt_klaas|Klaas Woudt]] en [[zonjee|Jacobus Johannes (Jaap) Zonjee]], Blees aan de Westzijde, Zaandam 1982. |