baggerwerken

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
baggerwerken [2024/07/09 15:43]
zaanlander [Armbestuur]
baggerwerken [2025/02/07 14:57] (huidige)
zaanlander
Regel 7: Regel 7:
 Voor zover bekend waren dat Cees Walig en Piet Duyvis, die het later tot notaris en machinefabrikant brachten.//'\\ Voor zover bekend waren dat Cees Walig en Piet Duyvis, die het later tot notaris en machinefabrikant brachten.//'\\
 \\ \\
-(T. Woudt Wandeling door Koog aan de Zaan en Zaandijk 1964)+T. WoudtWandeling door Koog aan de Zaan en Zaandijk 1964
 **</WRAP> **</WRAP>
  
Regel 27: Regel 27:
 Dat wil zeggen dat voor het baggeren en transporteren niet veel meer dan vijf cent per kubieke meter werd betaald. Zowel de Voor- als de [[achterzaan|Achterzaan]] zijn door te geringe diepte steeds een bron van zorg geweest. Zaandam was in de eerste helft van de 17e eeuw feitelijk ongeschikt voor overzeese verschepingen. Pogingen tot verbetering of tot uitbreiding van de scheepvaartbeweging op de Zaandorpen hadden toen weinig resultaat, mede doordat het Amsterdamse stadsbestuur hiertegen bezwaar bij het Hof maakte: '//opdat de zeesteden niet geprejudiceerd cq benadeeld werden in hunne neringen, scheepvaart ende scheepsbouwingen'// (1636).  Dat wil zeggen dat voor het baggeren en transporteren niet veel meer dan vijf cent per kubieke meter werd betaald. Zowel de Voor- als de [[achterzaan|Achterzaan]] zijn door te geringe diepte steeds een bron van zorg geweest. Zaandam was in de eerste helft van de 17e eeuw feitelijk ongeschikt voor overzeese verschepingen. Pogingen tot verbetering of tot uitbreiding van de scheepvaartbeweging op de Zaandorpen hadden toen weinig resultaat, mede doordat het Amsterdamse stadsbestuur hiertegen bezwaar bij het Hof maakte: '//opdat de zeesteden niet geprejudiceerd cq benadeeld werden in hunne neringen, scheepvaart ende scheepsbouwingen'// (1636). 
  
-[[hart_dr_simon|Simon Hart]] merkte hierover op:' //Amsterdam behoefde echter niet bevreesd te zijn, want de natuur schakelde Zaandam uit als eventuele concurrent.'// Desondanks ontwikkelde zich hier een omvangrijke [[scheepsbouw]], zelfs voor een niet onbelangrijk gedeelte voor rekening van Amsterdamse reders. In 1682 werd geklaagd dat zo'n schip met een diepgang van twaalf voet en acht duim het gehele winterseizoen niet kon worden afgeleverd doordat de Voorzaan niet voldoende water bevatte. In 1735 ondervond de walvisvaart, waarmee veel Zaanse belangen gemoeid waren, nadeel van de ondiepte van de Voorzaan. Reders van elders achtten het te riskant een schip in Zaandam te huren.+[[hart_dr_simon|Simon Hart]] merkte hierover op: '//Amsterdam behoefde echter niet bevreesd te zijn, want de natuur schakelde Zaandam uit als eventuele concurrent.'// Desondanks ontwikkelde zich hier een omvangrijke [[scheepsbouw]], zelfs voor een niet onbelangrijk gedeelte voor rekening van Amsterdamse reders. In 1682 werd geklaagd dat zo'n schip met een diepgang van twaalf voet en acht duim het gehele winterseizoen niet kon worden afgeleverd doordat de Voorzaan niet voldoende water bevatte. In 1735 ondervond de walvisvaart, waarmee veel Zaanse belangen gemoeid waren, nadeel van de ondiepte van de Voorzaan. Reders van elders achtten het te riskant een schip in Zaandam te huren.
    
 === Ondergang scheepsbouw === === Ondergang scheepsbouw ===
  
-De ondergang van de Zaandamse scheepsbouw in de tweede helft van de 18e eeuw moet gedeeltelijk verklaard worden uit het feit dat de vaarweg naar het IJ te ondiep was. In hetzelfde jaar 1735 namen particulieren het initiatief de Voorzaan te doen uitbaggeren. Een diepte van tenminste twaalf voet met een geulbreedte van negentig tot honderd voet (voor laverende zeilschepen is dat eigenlijk zeer weinigwerd noodzakelijk geacht. Baggeren met de beugel was vrijwel onmogelijk; voorgesteld werd een “moddermolen' te bouwen, waarvan de kosten op f 10.000 zouden komen. De dorpskassen konden dit niet dragen, daarom werd bij de ingezetenen van Oost- en West-Zaandam gecollecteerd. Deze eerste in de Zaanstreek gebouwde baggermolen had 44 scheppen van tweeëneenhalve bij anderhalve voet en werd aangedreven door op z'n minst vijf paarden. De bemanning bedroeg vijf koppen, waaronder een timmerman en een paardeknecht+De ondergang van de Zaandamse scheepsbouw in de tweede helft van de 18e eeuw moet gedeeltelijk verklaard worden uit het feit dat de vaarweg naar het IJ te ondiep was. In hetzelfde jaar 1735 namen particulieren het initiatief de Voorzaan te doen uitbaggeren. Een diepte van tenminste twaalf voet met een geulbreedte van negentig tot honderd voetvoor laverende zeilschepen is dat eigenlijk zeer weinigwerd noodzakelijk geacht. 
  
-Het uitbaggeren van de Voorzaan begon in 1737 en heeft enkele jaren geduurd. Het vervoer en het lossen van de bagger was echter zo kostbaar dat de dorpskassen dit absoluut niet konden dragen. Een grote moeilijkheid was bovendien dat het werk weinig effect sorteerde: het bodemslik vloeide al na betrekkelijk korte tijd in de geul. In 1781 moest de Voorzaan opnieuw hoognodig gebaggerd worden. De kosten werden opgebracht door onder meer belasting op in Zaandam gebouwde of gekalefaterde schepen en verhoging van de sluisgelden. Bovendien waren kooplieden en scheepsbouwers bereid drie jaren achtereen f 5150 bij te dragenHet werk werd uitgevoerdmaar in 1801 verklaarde het bestuur van Zaandam alweer “dat// veeltijds de schepen niet dan bij de hoogste vloeden en met veele moeite en zware kosten naar het IJ kunnen vervoerd worden.'//+Baggeren met de beugel was vrijwel onmogelijk; voorgesteld werd een moddermolen te bouwen, waarvan de kosten op f 10.000 zouden komen. De dorpskassen konden dit niet dragen, daarom werd bij de ingezetenen van Oost- en West-Zaandam gecollecteerdDeze eerste in de Zaanstreek gebouwde baggermolen had 44 scheppen van tweeëneenhalve bij anderhalve voet en werd aangedreven door op z'n minst vijf paardenDe bemanning bedroeg vijf koppenwaaronder een timmerman en een paardeknecht
  
- In de 19e eeuw deed het probleem van ondiepte zich herhaaldelijk en in versterkte mate voor, ook doordat de diepgang der schepen toenam. Niet alleen de Voorzaan bleek voortdurend te ondiep, ook de Achterzaan was slecht bevaarbaarVolgens een rapport uit 1875 had de Binnenzaan een vaargeul van ongeveer tien meter breed en 1,70 meter diep. Buiten de geul liep men kans vast te lopen in de bagger. Bij de steigers der bootdiensten stond soms niet meer dan 30 tot 40 cm waterDe geulbreedte was volstrekt onvoldoende voor de beroepszeilvaart. De[[kamer| Kamer van Koophandel]] richtte talrijke requesten tot de overheid om tot verbetering te komen. Pas een aantal jaren na de aanleg van het Noordzeekanaal en Zijkanaal G werd de toestand voor wat betreft de Voorzaan verbeterd+Het uitbaggeren van de Voorzaan begon in 1737 en heeft enkele jaren geduurdHet vervoer en het lossen van de bagger was echter zo kostbaar dat de dorpskassen dit absoluut niet konden dragenEen grote moeilijkheid was bovendien dat het werk weinig effect sorteerde: het bodemslik vloeide al na betrekkelijk korte tijd in de geul
  
-De ondiepten in de [[binnenzaan|Binnenzaan]] zijn eerst na in 1914 begonnen baggerwerk min of meer verdwenen. Het bleef en blijft echter noodzakelijk dat met enige regelmaat de gehele Zaan wordt uitgediept. Naast de (door de scheepvaartbewegingen nog wel redelijk op diepte blijvendevaargeul staat vaak niet meer dan één tot anderhalve meter water, met het gevolg dat schepen die buiten de geul komen dikwijls alleen met de grootste moeite kunnen voorkomen dat ze vastlopen. De vraag wie voor de kosten van het noodzakelijke baggerwerk moet opdraaien (rijk, provincie, gemeentenleverde in de praktijk strijdpunten op.  +In 1781 moest de Voorzaan opnieuw hoognodig gebaggerd worden. De kosten werden opgebracht door onder meer belasting op in Zaandam gebouwde of gekalefaterde schepen en verhoging van de sluisgelden. Bovendien waren kooplieden en scheepsbouwers bereid drie jaren achtereen f 5150 bij te dragen. Het werk werd uitgevoerd, maar in 1801 verklaarde het bestuur van Zaandam alweer dat '// veeltijds de schepen niet dan bij de hoogste vloeden en met veel moeite en zware kosten naar het IJ kunnen vervoerd worden.'// 
 + 
 + In de 19e eeuw deed het probleem van ondiepte zich herhaaldelijk en in versterkte mate voor, ook doordat de diepgang der schepen toenam. Niet alleen de Voorzaan bleek voortdurend te ondiep, ook de Achterzaan was slecht bevaarbaar. Volgens een rapport uit 1875 had de Binnenzaan een vaargeul van ongeveer tien meter breed en 1,70 meter diep. Buiten de geul liep men kans vast te lopen in de bagger. Bij de steigers der bootdiensten stond soms niet meer dan 30 tot 40 cm water. De geulbreedte was volstrekt onvoldoende voor de beroepszeilvaart. De[[kamer|Kamer van Koophandel]] richtte talrijke requesten tot de overheid om tot verbetering te komen. Pas een aantal jaren na de aanleg van het Noordzeekanaal en Zijkanaal G werd de toestand voor wat betreft de Voorzaan verbeterd.  
 + 
 +De ondiepten in de [[binnenzaan|Binnenzaan]] zijn eerst na in 1914 begonnen baggerwerk min of meer verdwenen. Het bleef en blijft echter noodzakelijk dat met enige regelmaat de gehele Zaan wordt uitgediept. Naast de door de scheepvaartbewegingen nog wel redelijk op diepte blijvende vaargeul staat vaak niet meer dan één tot anderhalve meter water, met het gevolg dat schepen die buiten de geul komen dikwijls alleen met de grootste moeite kunnen voorkomen dat ze vastlopen. De vraag wie voor de kosten van het noodzakelijke baggerwerk moet opdraaienrijk, provincie, gemeentenleverde in de praktijk strijdpunten op.  
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/baggerwerken.1720532580.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2024/07/09 15:43
  • door zaanlander