Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Volgende revisie | Vorige revisie | ||
boerenbedrijf [2015/10/13 14:04] 127.0.0.1 Externe bewerking |
boerenbedrijf [2024/07/09 15:31] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Boerenbedrijf ==== | ||
+ | Primaire bron van bestaan, in de Zaanstreek van oudsher beoefend. De belangrijkste landbouwtak in de Zaanstreek was en is de veehouderij; | ||
+ | |||
+ | ==Algemeen== | ||
+ | Landbouw is een bedrijvigheid die wereldwijd wordt uitgevoerd zodra mogelijkheden daartoe aanwezig zijn. Landbouw, visserij en jacht, de eerste vormen van menselijke bedrijvigheid, | ||
+ | | ||
+ | ==Zaanstreek, | ||
+ | In de Zaanstreek zijn al sinds eeuwen landerijen aanwezig en wordt ook al sinds eeuwen landbouw beoefend. Ook sinds de tijd waarin de Zaanstreek kan worden aangemerkt als industriegebied was steeds een boerenbevolking aanwezig. Reeds in de 13e eeuw werd hier en daar in de Zaanstreek akkerbouw uitgeoefend. Op hoog gelegen percelen werden granen verbouwd. Voor dat doel werden ook stroken grond gebruikt, die naast een sloot of vaart lagen en met bagger uit die sloot of vaart waren opgehoogd. Toch is de akkerbouw in de Zaanstreek nooit van grote betekenis geweest. Tijdelijk was het gebied geheel verloren voor de akkerbouw, door vervening en verhoging van het waterpeil. Halverwege de 19e eeuw werd de akkerbouw weer hervat in het Zaanse deel van de IJ-polders, die in 1872 droog vielen. Dat waren de Zaandammer-, | ||
+ | | ||
+ | ==Meer dan veeteelt== | ||
+ | De Zaanstreek was vooral een gebied waar veeteelt bedreven werd. Het eerste doel was de melkwinning, | ||
+ | | ||
+ | ==Veevoer uit de Zaanse industrie== | ||
+ | Pluimveehouders waren altijd afnemers van diverse afvalproducten uit de Zaanse industrie. Zij kochten lijnkoeken of meel van fabrieken als Duyvis, Zwaardemaker en Kaars Sijpesteijn en maisglutenmeel van Honig. Ook afval van de stijfselmakerijen en bierbrouwerijen, | ||
+ | | ||
+ | ==Seizoenarbeid== | ||
+ | Reeds vroeg werd in de landbouw gewerkt met arbeiders van buiten de streek. In de oogst-, maai- en hooitijd kwamen boeren arbeidskrachten te kort en verbleven landarbeiders uit bijvoorbeeld Gelderland en Drenthe, tijdelijk zes tot acht weken bij de boeren. Thuis hielden vrouwen en kinderen hun kleine boerenbedrijfjes draaiende. Dikwijls kwamen de arbeiders bij de boer terug en ontstonden hechte relaties die vaak uitliepen in wederzijdse bezoeken. Een grote groep seizoenarbeiders kwam uit Putten. Na de Tweede Wereldoorlog, | ||
+ | | ||
+ | ==Weinig bekend van voor 1880== | ||
+ | Over de geschiedenis van de landbouw tot 1800 zijn weinig feitelijkheden bekend, overheden interesseerden zich er nauwelijks voor. In 1800 werd door agent van de nationale economie Johannes Goldberg en commissaris van landbouwzaken Jan Kops een uitgebreid onderzoek ingesteld naar het boerenbedrijf en werd er op nationaal niveau geïnventariseerd. | ||
+ | | ||
+ | Vele plagen troffen de Zaanse boeren. Gezien de vele braken aan de Zuiderzeedijken, | ||
+ | | ||
+ | ==Ups en downs== | ||
+ | In de jaren 1714-1720 en 1744-1754 heersten in Nederland epidemieën als [[veepest]] waaraan 70 tot 80% van de veestapel teniet ging. De Zaanstreek werd daarbij niet gespaard. Sommige landerijen staan bekend als het Kerkhof(je) waar vermoedelijk afgemaakte of gestorven runderen werden begraven. Door de eeuwen heen werd ook de landbouw geregeld geconfronteerd met het feit dat vraag en aanbod niet op elkaar waren afgestemd. Herhaaldelijk moesten boeren overstappen naar andere activiteiten. Dan lag de nadruk op de melkwinning, | ||
+ | | ||
+ | Tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870 liepen de kaasprijzen sterk op. Ook stegen de prijzen van het land. Voor de Heren waren dergelijke ontwikkelingen aanleiding land te verkopen aan de boeren. In 1860 brak een landbouwcrisis uit en werden boeren door nood gedwongen goedkoop land van de hand doen. De heren kochten het land dan weer terug, een spel dat zich herhaalde malen zo afspeelde. | ||
+ | | ||
+ | Tijdens de crisis 1929-1937 raakte veel land in bezit van industriëlen. Houthandels verwierven flinke stukken land, die tegen redelijke pachtprijzen aan Zaanse boeren werden verhuurd. De verhouding tussen heer en boer was veelal hecht. Indien de boer hout nodig had voor hekken of stallen verzocht hij zijn huurbaas, waar voor schappelijke prijs materialen beschikbaar werden gesteld. Personeel van houtwerven lette op grazend vee; zodra een schaap in onmacht lag, of een koe in de sloot, ondernamen zij actie of waarschuwden de boer. | ||
+ | | ||
+ | ==Boerderijen in Zaandam verdreven== | ||
+ | [[boerderij|Boerderijen]] waren aanvankelijk gevestigd in stad of dorp. In Assendelft, Oostzaan en Westzaan is die situatie nog grotendeels ongewijzigd. In Zaandam weken boeren uit voor stadsuitbreiding. Boerderijen in Oostzaandam waren gevestigd aan de Zuiddijk en zijpaden als [[https:// | ||
+ | | ||
+ | ==Vaarboeren== | ||
+ | Thans is het onvoorstelbaar hoe boeren in vroeger jaren voor een matig inkomen hebben moeten ploeteren. Het hooi, het gras en de mest moesten varend, dat wil zeggen: met plat of praam en weinig diepgang in verband met de ondiepte van de sloten en een drijfvermogen van ongeveer vijf ton, van ver afgelegen landerijen naar boerderijen in de dorpen vervoerd worden. Ook vee werd per plat vervoerd. Met vijf tot zeven koeien aan boord lagen de boorden van de plat bijna in het water. Boeren hadden altijd een scherp mes paraat om koeien in noodgeval los te kunnen snijden. Aanvankelijk werden vaartuigen met behulp van een vaarboom voortbewogen. Met de komst van buitenboordmotoren werden ver afgelegen landerijen makkelijker bereikbaar. | ||
+ | | ||
+ | ==Organisatie van de landbouw== | ||
+ | Tot 1850 was landbouw niet georganiseerd. De eerste algemene vergadering van de Hollandse Maatschappij van Landbouw werd gehouden op 13 november 1847 in het Prinsenhof te Haarlem. Bij de vereniging hadden zich 700 leden aangesloten. Koninklijke goedkeuring werd verkregen op 21 januari 1848. De oprichters kwamen uit Noord- en Zuid-Holland; | ||
+ | | ||
+ | ==Organisatie in de Zaanstreek== | ||
+ | Spoedig werd in de Zaanstreek een afdeling van de Maatschappij opgericht. Tijdens de tweede algemene vergadering van de Maatschappij werd duidelijk dat er reeds een afdeling Zaanlandsche Dorpen gevestigd was. De naam van deze afdeling werd in 1850 gewijzigd in Zaanlandsche Gemeenten. Het eerst bekende bestuur bestond uit Corn. Avis Czn, koopman te Westzaan; voorzitter D. Vis, lid van Provinciale Staten uit Zaandijk; tweede voorzitter D. Donker, notaris te Zaandijk; penningmeester P. van Gelder, burgemeester van Wormerveer. | ||
+ | |||
+ | Ook hier geen boeren die deel uit maakten van het bestuur. Uit een geschrift van J. Schortinghuis en J. Brinkman blijkt eveneens dat de organisatie van de boeren te wensen overliet. De landbouworganisatie telde te veel mensen als meesters in de rechten en notarissen die volstrekt geen affiniteit met het boerenbedrijf toonden. Boeren waren ondervertegenwoordigd in de organisatie, | ||
+ | | ||
+ | ==Boeren in het bestuur== | ||
+ | Allengs wijzigde de situatie, boeren traden toe als bestuurders van hun organisatie, | ||
+ | | ||
+ | ==Bond van Melkveehouders en CMC== | ||
+ | In de Zaanstreek was een Bond van Melkveehouders actief, nodig geacht als organisatie die specifieke belangen van melkveehouders behartigde, ofschoon ook in de Hollandse Maatschappij van Landbouw alle takken van het boerenbedrijf, | ||
+ | |||
+ | De Bond van Melkveehouders werd in 1944/' | ||
+ | | ||
+ | ==Bestrijding van veeziekten== | ||
+ | Op gebied van bestrijding van veeziekten waren diverse verenigingen werkzaam. Een belangrijke landelijke vereniging met een Zaanse afdeling was de VBRA, met als doel TBC en de abortus bang-bacil uit te bannen, hetgeen dankzij financiële offers door boeren en met steun van overheden ook is gelukt. Bestrijding van de [[https:// | ||
+ | | ||
+ | Ooit was [[https:// | ||
+ | |||
+ | ==Plattelandsvrouwen== | ||
+ | Als laatste organisatie kan de [[https:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Modern boerenbedrijf in de Zaanstreek== | ||
+ | In de Zaanstreek bedrijven boeren op twee verschillende wijzen landbouw. De eerste manier is het economisch boeren, dat wil zeggen: op eigen kracht een bedrijfsresultaat verwerven dat voldoende is om van te leven en de nodige investeringen in het bedrijf te doen. Om dit mogelijk te maken voert de overheid een voorwaardenscheppend beleid. | ||
+ | |||
+ | In Assendelft heeft daartoe ruilverkaveling plaatsgevonden. In 1988 was men bezig met landinrichting in Krommenie. Het verschil tussen ruilverkaveling en landinrichting is dat ruilverkaveling uitsluitend was gericht op de boerenbelangen, | ||
+ | |||
+ | De hoeveelheid melk die een veehouder volgens deze superheffing kreeg toegewezen werd bepaald op grond van het in 1983 aan de zuivelfabriek afgeleverde aantal kilogrammen melk. De meeste Assendelver boeren hadden de aanpassingsmoeilijkheden na de ruilverkaveling toen al achter de rug. In Krommenie en omstreken moest met de overheid onderhandeld worden om tot een bevredigende regeling te komen. | ||
+ | | ||
+ | ==Melkproductie== | ||
+ | De investeringen die boeren doen, moeten door een bepaalde melkproductie worden gedragen. Er zijn bedrijven in deze gebieden die 500.000 tot 800.000 kg produceren. De productie per koe is ook enorm toegenomen. In de jaren 1950-1960 was een koe die 5000 tot 6000 kg per jaar produceerde nog een topper. Rond 1990 komen jaarproducties van 8000 tot 10.000 kg voor. De Melkunie Holland reikt bij een levensproductie van 100.000 kg een zilveren koe uit. Hiervan is een groot aantal in Assendelft uitgereikt. De spectaculaire verhoging van de productie is een gevolg van het feit dat de Nederlandse veehouder een andere richting met het fokken is ingeslagen. Zij zijn gaan kruisen met de Amerikaanse Friesian-Holsteiner. | ||
+ | Samenvattend kan gezegd worden dat de economische boeren in de Zaanstreek de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Zij zijn goed toegerust om de competitie met andere gebieden aan te gaan. | ||
+ | | ||
+ | ==Boeren met beheersvergoeding== | ||
+ | De andere manier van boeren is het boeren op basis van beheersvergoeding. Er zijn in de Zaanstreek gebieden die van natuurwetenschappelijke waarde zijn, zoals het Reefgebied, gedeeltelijk eigendom van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten; | ||
+ | |||
+ | Een boer in een gebied waar Natuurlandbouw bedreven moet worden is daarom zwaar in het nadeel ten opzichte van collega' | ||
+ | | ||
+ | ==Vergoedingenstelsel== | ||
+ | De Rijksoverheid heeft dit ingezien en heeft daarom in gebieden die tot natuurgebied zijn aangewezen een stelsel van vergoedingen ontworpen, die het nadeel van de boeren in dergelijke gebieden moeten opheffen. Hoe zwaarder de beheerseisen zijn, hoe hoger de vergoedingen. Om de broednesten te sparen mag in de Zaanse natuurgebieden niet voor 15 juni worden gemaaid, terwijl na april niet meer mag worden gerold of met weidesleep worden gewerkt. Ook het aantal stuks vee dat per hectare geweid mag worden kan een eis zijn. | ||
+ | |||
+ | Zo worden er bepaalde pakketten samengesteld met diverse vergoedingen. De boer kan kiezen welk pakket het best past bij hem en het gebied waarin hij werkt. De beheersovereenkomsten berusten op vrijwillige basis, maar economische motieven zullen een boer meestal dwingen een dergelijke overeenkomst af te sluiten. Desondanks is er reden tot zorg over de toekomst van de natuurgebieden. De overheid zou uit bezuinigingsoogpunt kunnen besluiten kortingen toe te passen op de beheersvergoedingen, | ||
+ | |||
+ | Op sommige plaatsen in de Zaanstreek doet deze ontwikkeling zich al voor. Ook de opvolging van de boerenstand in de beheersgebieden wekt zorgen. Jongeren uit deze gebieden worden op de Middelbare of Hogere Agrarische scholen onderwezen in de economische landbouw. Na voltooiing van hun studie trekt een deel van hen weg naar gebieden waar zij hun ondernemerschap kunnen bewijzen. Voor natuurgebieden zijn boeren nodig met een andere mentaliteit, | ||
+ | |||
+ | Zie ook: [[eco: | ||
+ | |||
+ | S. Dijkman | ||
+ | |||
+ | {{tag> | ||
+ | |||