doopsgezinden

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
doopsgezinden [2020/09/07 12:03]
127.0.0.1 Externe bewerking
doopsgezinden [2025/02/27 04:21] (huidige)
zaanlander
Regel 1: Regel 1:
 ==== Doopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten) ==== ==== Doopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten) ====
 +
 Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit. Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit.
  
Regel 15: Regel 16:
 Voor een deel gelden deze kenmerken nog steeds voor de huidige doopsgezinde groeperingen. De gemeentelijke tucht of ban bestaat echter niet meer, terwijl de afgescheidenheid van de wereld zich alleen nog uit in de weigering tot eedaflegging en in het dienstweigeren dat doopsgezinden nog steeds overwegend doen; de eschatologische verwachtingen zijn niet meer sterk te noemen.   Voor een deel gelden deze kenmerken nog steeds voor de huidige doopsgezinde groeperingen. De gemeentelijke tucht of ban bestaat echter niet meer, terwijl de afgescheidenheid van de wereld zich alleen nog uit in de weigering tot eedaflegging en in het dienstweigeren dat doopsgezinden nog steeds overwegend doen; de eschatologische verwachtingen zijn niet meer sterk te noemen.  
  
-Doopsgezinden kennen een mondiale verspreiding. Hun omvang wordt geschat op circa 1 miljoen, waarvan in Nederland 20.000 en in de Zaanstreek 1000.  De doopsgezinden hadden grote betekenis voor de economische en sociaal-culturele ontwikkelingen.  De ontstaansgeschiedenis ving aan rond 1525, toen de overal aanwezige en overheersende kerk van Rome hervormingen weigerde. Theologen en anderen traden uit deze kerk of werden eruit gezet. Er vormden zich reformatorische kerken en gemeenschappen, waarvan sommige zich vrienden of bondgenoten noemden.  Deze trachtten aan een radicale verandering gestalte te geven. +Doopsgezinden kennen een mondiale verspreiding. Hun omvang wordt geschat op circa 1 miljoen, waarvan in Nederland 20.000 en in de Zaanstreek 1000. De doopsgezinden hadden grote betekenis voor de economische en sociaal-culturele ontwikkelingen.  De ontstaansgeschiedenis ving aan rond 1525, toen de overal aanwezige en overheersende kerk van Rome hervormingen weigerde. Theologen en anderen traden uit deze kerk of werden eruit gezet. Er vormden zich reformatorische kerken en gemeenschappen, waarvan sommige zich vrienden of bondgenoten noemden.  Deze trachtten aan een radicale verandering gestalte te geven. 
  
-Dit gebeurde onder andere in Zürich waar men verder wilde gaan dan de halfslachtige hervorming van Zwingli. Zij namen de eerste Christen-gemeenten, zoals die uit de brieven van Paulus en uit het boek der Handelingen der Apostelen naar voren kwamen, tot voorbeeld en doel. Deze nieuw opgedane kennis van de Bijbel leidde er toe, dat zij alleen de doop op grond van een persoonlijke belijdenis van geloof in de Heer als juist aanvaardden.  //'Wie gelooft en zich laat dopen, zal worden behouden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden'//. (Marcus 16 vers 16 en 17). Daardoor achtten zij de doop, als pasgeborenen ondergaan, onjuist en ongeldig. Deze doop was ook niet in overeenstemming met de praktijk in de gemeenschap van de eerste volgelingen van Jezus. Daarom lieten zij zich dopen volgens hun Bijbelse overtuiging. +Dit gebeurde onder andere in Zürich waar men verder wilde gaan dan de halfslachtige hervorming van [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Huldrych_Zwingli|Huldrych Zwingli]]. Zij namen de eerste Christen-gemeenten, zoals die uit de brieven van Paulus en uit het boek der Handelingen der Apostelen naar voren kwamen, tot voorbeeld en doel. Deze nieuw opgedane kennis van de Bijbel leidde er toe, dat zij alleen de doop op grond van een persoonlijke belijdenis van geloof in de Heer als juist aanvaardden.  //'Wie gelooft en zich laat dopen, zal worden behouden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden'//. (Marcus 16 vers 16 en 17). Daardoor achtten zij de doop, als pasgeborenen ondergaan, onjuist en ongeldig. Deze doop was ook niet in overeenstemming met de praktijk in de gemeenschap van de eerste volgelingen van Jezus. Daarom lieten zij zich dopen volgens hun Bijbelse overtuiging. 
  
 In 1525 werd in Zürich door Conrad Grebel voor het eerst de volwassendoop na afgelegde belijdenis toegediend aan Georg Blaurock. Deze daad, de wederdoop werd spoedig overal nagevolgd. De eerste gemeente van wederdopers was ontstaan. Dit in duidelijke tegenstelling met Zwingli's hervorming. Zwingli wilde een kerk; Grebel en de zijnen een gemeente. De kerk lijfde jonge kinderen in die van geen geloof wisten; de gemeente doopte alleen wie vrijwillig tot haar kwamen en persoonlijke belijdenis aflegden. De geloofsopvatting was sterk verbonden met de getuigenis, dat Jezus Christus hun Heer en Meester was; dat Zijn woord gezag had en het gedrag van de enkeling en gemeente bepaalde. Zij verwierpen de weelde, die in de oude kerk en spoedig ook in de reformatorische kerken, hoogtij vierde. Zij wezen de verbinding met, en daarmee de afhankelijkheid van, stads- of staatsregeringen af. Voor hen gold de eenvoud en de soberheid, zowel in hun particuliere leven als in dat van hun gemeenten. Daartoe werden zij ook gedwongen door de vele vervolgingen, verbrandingen, verdrinkingen en andere martelarijen waaraan zij waren blootgesteld.  In 1525 werd in Zürich door Conrad Grebel voor het eerst de volwassendoop na afgelegde belijdenis toegediend aan Georg Blaurock. Deze daad, de wederdoop werd spoedig overal nagevolgd. De eerste gemeente van wederdopers was ontstaan. Dit in duidelijke tegenstelling met Zwingli's hervorming. Zwingli wilde een kerk; Grebel en de zijnen een gemeente. De kerk lijfde jonge kinderen in die van geen geloof wisten; de gemeente doopte alleen wie vrijwillig tot haar kwamen en persoonlijke belijdenis aflegden. De geloofsopvatting was sterk verbonden met de getuigenis, dat Jezus Christus hun Heer en Meester was; dat Zijn woord gezag had en het gedrag van de enkeling en gemeente bepaalde. Zij verwierpen de weelde, die in de oude kerk en spoedig ook in de reformatorische kerken, hoogtij vierde. Zij wezen de verbinding met, en daarmee de afhankelijkheid van, stads- of staatsregeringen af. Voor hen gold de eenvoud en de soberheid, zowel in hun particuliere leven als in dat van hun gemeenten. Daartoe werden zij ook gedwongen door de vele vervolgingen, verbrandingen, verdrinkingen en andere martelarijen waaraan zij waren blootgesteld. 
  
 Van deze vervolgingen is verslag gedaan in 'Het Bloedig Tooneel of Martelaers Spiegel der Doops-gesinde of Wereloose Christenen'. Hun levensgedrag vonden zij heel duidelijk omschreven in wat men noemt de Bergrede van Jezus. Zo weigerden zij het zweren van een eed. Immers hun ja was ja, hun nee: nee; dat was voldoende. Hun houding was vredelievend zodat zij het dragen - laat staan gebruiken - van wapenen afwezen omdat dit in strijd was met wat Jezus zijn discipelen had voorgehouden. Zij behoorden veelal tot het armere deel van de bevolking. Sterk was hun geloof in de komst van het nieuwe Godsrijk met een daaraan voorafgaand einde van de oude, in zonde gevangen wereld. Op het breukvlak van Middeleeuwen en Nieuwe Tijd keken zij reikhalzend uit naar een verbetering van de samenleving, die door misoogsten, economische malaise en oorlogen sterk was verarmd. Er stonden predikers op die aangaven wanneer die verbeteringen tot stand zouden komen.   \\ Van deze vervolgingen is verslag gedaan in 'Het Bloedig Tooneel of Martelaers Spiegel der Doops-gesinde of Wereloose Christenen'. Hun levensgedrag vonden zij heel duidelijk omschreven in wat men noemt de Bergrede van Jezus. Zo weigerden zij het zweren van een eed. Immers hun ja was ja, hun nee: nee; dat was voldoende. Hun houding was vredelievend zodat zij het dragen - laat staan gebruiken - van wapenen afwezen omdat dit in strijd was met wat Jezus zijn discipelen had voorgehouden. Zij behoorden veelal tot het armere deel van de bevolking. Sterk was hun geloof in de komst van het nieuwe Godsrijk met een daaraan voorafgaand einde van de oude, in zonde gevangen wereld. Op het breukvlak van Middeleeuwen en Nieuwe Tijd keken zij reikhalzend uit naar een verbetering van de samenleving, die door misoogsten, economische malaise en oorlogen sterk was verarmd. Er stonden predikers op die aangaven wanneer die verbeteringen tot stand zouden komen.   \\
 +
 In de Westfaalse stad Münster had het stadsbestuur en een groot deel van de burgerij zich in 1534 door wederdoop bij de beweging aangesloten. Daar, in Münster, zou het duizendjarig Rijk van God uit de Openbaringen ontstaan.  In de Westfaalse stad Münster had het stadsbestuur en een groot deel van de burgerij zich in 1534 door wederdoop bij de beweging aangesloten. Daar, in Münster, zou het duizendjarig Rijk van God uit de Openbaringen ontstaan. 
  
-[{{ :doopsgezinden.png|Geromantiseerde 19e-eeuwse litho met als onderwerp de vervolging van doopsgezinden. De +[{{ :doopsgezinden.png|Geromantiseerde 19e-eeuwse litho met als onderwerp de vervolging van doopsgezinden. De plaat stelt het bezoek voor dat Gertruud Simonsz uit Wormer haar in Amsterdam gevangen echtgenoot brachtBeiden werden omwille van hun geloof tot de brandstapel veroordeeld (1539)}}] 
-plaat stelt het bezoek voor dat Gertruud Simonsz uit Wormer haar in Amsterdam gevangen echtgenoot bracht Beiden werden omwille van hun geloof tot de brandstapel veroordeeld (1539)}}]Ook uit de Zaanstreek trokken honderden mensen per schip naar Münster. Ze werden bij Vollenhove onderschept en op transport naar huis gesteld. Hun leiders, elf mannen uit Krommeniedijk, Westzaan, Wormer, de Busch en Knollendam werden in Amsterdam en Haarlem terechtgesteld. De bisschop van Münster liet de stad belegeren en de dopers grepen, tegen hun principe, naar de wapenen om zich te verdedigen. In de zomer van 1535 viel de stad Münster door verraad in handen van de bisschop. De meeste dopers vonden een gruwelijke dood. Nog steeds hangen aan de toren van de St. Lambertuskerk in Münster de ijzeren kooien waarin de lijken van de terechtgestelde dopers werden tentoongesteld.   + 
 +Ook uit de Zaanstreek trokken honderden mensen per schip naar Münster. Ze werden bij Vollenhove onderschept en op transport naar huis gesteld. Hun leiders, elf mannen uit Krommeniedijk, Westzaan, Wormer, de Busch en Knollendam werden in Amsterdam en Haarlem terechtgesteld. De bisschop van Münster liet de stad belegeren en de dopers grepen, tegen hun principe, naar de wapenen om zich te verdedigen.  
 +In de zomer van 1535 viel de stad Münster door verraad in handen van de bisschop. De meeste dopers vonden een gruwelijke dood. Nog steeds hangen aan de toren van de St. Lambertuskerk in Münster de ijzeren kooien waarin de lijken van de terechtgestelde dopers werden tentoongesteld.   
  
-Dit Münsterse avontuur veroorzaakte grote verdeeldheid in de doperse beweging in Nederland. Menno Simons (1496-1561), gewezen pastoor van Witmarsum, die zich bij de dopers had aangesloten en tot oudste was aangesteld heeft zich fel tegen de drijvers van Münster gekeerd. Hij heeft gemeenten bezocht, gepredikt, geschreven en vermaand en getracht scheuringen te voorkomen. Hij heeft er steeds weer op gewezen, dat de gemeente alleen gegrondvest kon en mocht worden op het ene fundament dat er ligt, namelijk Jezus Christus (1 Corinthiërs 3, vers 11).   +Dit Münsterse avontuur veroorzaakte grote verdeeldheid in de doperse beweging in Nederland. [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Menno_Simons|Menno Simons]] (1496-1561), gewezen pastoor van Witmarsum, die zich bij de dopers had aangesloten en tot oudste was aangesteld heeft zich fel tegen de drijvers van Münster gekeerd. Hij heeft gemeenten bezocht, gepredikt, geschreven en vermaand en getracht scheuringen te voorkomen. Hij heeft er steeds weer op gewezen, dat de gemeente alleen gegrondvest kon en mocht worden op het ene fundament dat er ligt, namelijk Jezus Christus (1 Corinthiërs 3, vers 11).   
  
 In 1557 voltrok zich in de gemeenten een scheuring als gevolg van problemen over spanningen tussen de eis tot eenheid en de eis tot zuiverheid van de gemeente; en tussen de algemeenheid van de gemeente en het gezag van de oudsten, de predikanten. Anders gezegd: moesten leden die zich niet hielden aan de goede Christelijke levenswandel uit de gemeente worden gebannen of niet? Zo ja, waar lag de tolerantiegrens en wie was de baas, de oudste of de vergadering van de gemeente? De doopsgezinden vielen in twee richtingen uiteen; de Waterlanders en de Friezen. Deze naamgeving was ontleend aan de gebieden van herkomst van de bij het conflict betrokken oudsten. Bij de Waterlanders stonden de eenheid en de algemeenheid van de gemeente voorop; bij de Friezen de zuiverheid en het gezag van de oudsten.  In 1557 voltrok zich in de gemeenten een scheuring als gevolg van problemen over spanningen tussen de eis tot eenheid en de eis tot zuiverheid van de gemeente; en tussen de algemeenheid van de gemeente en het gezag van de oudsten, de predikanten. Anders gezegd: moesten leden die zich niet hielden aan de goede Christelijke levenswandel uit de gemeente worden gebannen of niet? Zo ja, waar lag de tolerantiegrens en wie was de baas, de oudste of de vergadering van de gemeente? De doopsgezinden vielen in twee richtingen uiteen; de Waterlanders en de Friezen. Deze naamgeving was ontleend aan de gebieden van herkomst van de bij het conflict betrokken oudsten. Bij de Waterlanders stonden de eenheid en de algemeenheid van de gemeente voorop; bij de Friezen de zuiverheid en het gezag van de oudsten. 
  
-Tot circa 1580 vormden de doopsgezinden in ons land een ondergrondse beweging. Toen hun werd toegestaan eigen huizen te bouwen, mochten die niet als kerk herkenbaar zijn en moesten ze inpandig tussen en achter andere huizen worden gebouwd en niet te zien zijn vanaf de openbare weg. Omdat in het laatste deel van een doopsgezinde preek de kerkgangers steeds herinnerd werden aan de geboden van hun Heer, ze werden vermaand, werden hun kerken Vermaningen genoemd en hun predikanten Vermaners, maar ook wel oudsten of leraren.    +Tot circa 1580 vormden de doopsgezinden in ons land een ondergrondse beweging. Toen hun werd toegestaan eigen huizen te bouwen, mochten die niet als kerk herkenbaar zijn en moesten ze inpandig tussen en achter andere huizen worden gebouwd en niet te zien zijn vanaf de openbare weg. Omdat in het laatste deel van een doopsgezinde preek de kerkgangers steeds herinnerd werden aan de geboden van hun Heer, ze werden vermaand, werden hun kerken Vermaningen genoemd en hun predikanten Vermaners, maar ook wel oudsten of leraren. Door de in 1557 ontstane verdeeldheid kon het gebeuren dat in de dorpen en steden de verschillende stromingen een eigen Vermaning bouwden. 
-Door de in 1557 ontstane verdeeldheid kon het gebeuren dat in de dorpen en steden de verschillende stromingen een eigen Vermaning bouwden. +
  
 Na vele jaren kwam er toch weer de behoefte aan samenwerking. Hierdoor zijn de huidige doopsgezinde Gemeenten meestal Verenigde Doopsgezinde Gemeenten. Een doopsgezinde Gemeente is autonoom. Zij regelt zelf haar zaken op zowel het geestelijke als het materiële vlak. Het bestuur bestaat uit een door de leden gekozen kerkenraad of dienaarschap. In het publieke leven mochten, noch wilden de doopsgezinden aanvankelijk een rol spelen. Zij troffen en hielpen elkaar in de gemeente en golden bij de meeste anderen voor de stillen in den lande.   Na vele jaren kwam er toch weer de behoefte aan samenwerking. Hierdoor zijn de huidige doopsgezinde Gemeenten meestal Verenigde Doopsgezinde Gemeenten. Een doopsgezinde Gemeente is autonoom. Zij regelt zelf haar zaken op zowel het geestelijke als het materiële vlak. Het bestuur bestaat uit een door de leden gekozen kerkenraad of dienaarschap. In het publieke leven mochten, noch wilden de doopsgezinden aanvankelijk een rol spelen. Zij troffen en hielpen elkaar in de gemeente en golden bij de meeste anderen voor de stillen in den lande.  
Regel 55: Regel 58:
 Krommeniedijk was in die tijd een van de grootste dorpen van de Zaanstreek; het hoge aantal terechtgestelde wederdopers daar werd mede veroorzaakt door de felle ketterse preken van een kapelaan die met de Rooms Katholieke kerk had gebroken. Menno Simons bracht in de jaren 1540-1543 enkele bezoeken aan Noord-Holland en hoogst waarschijnlijk ook aan de Zaanstreek. Onder zijn leiding ontstonden de rustige weerloze mennonieten-gemeenten.   Krommeniedijk was in die tijd een van de grootste dorpen van de Zaanstreek; het hoge aantal terechtgestelde wederdopers daar werd mede veroorzaakt door de felle ketterse preken van een kapelaan die met de Rooms Katholieke kerk had gebroken. Menno Simons bracht in de jaren 1540-1543 enkele bezoeken aan Noord-Holland en hoogst waarschijnlijk ook aan de Zaanstreek. Onder zijn leiding ontstonden de rustige weerloze mennonieten-gemeenten.  
  
-De vervolgingen bleven echter doorgaan met vele [[martelaren]] als gevolg. Veel doopsgezinden werden na arrestatie naar Amsterdam gebracht en in de Volewijk (Amsterdam-Noord) opgehangen. Hier was werkzaam [[Donk|Maarten Donk]], pastoor te Wormer van 1541 tot 1558. Hij was leerling van de kettermeester en grootinquisiteur Prof. Ruard Tapper te Leuven. Naast zijn pastorale activiteiten in Wormer spoorde hij dopers op en maakte hij deel uit van de inquisitie in Amsterdam. In 1550 werd hij door keizer Karel V aangesteld voor de censuur op alle hoeken, een onderdeel van de inquisitie. Ook werd hij aangewezen om in Amsterdam te trachten de gevangen wederdopers in hun laatste uren nog te bekeren.+De vervolgingen bleven echter doorgaan met vele [[martelaren]] als gevolg. Veel doopsgezinden werden na arrestatie naar Amsterdam gebracht en in de Volewijck (Amsterdam-Noord) opgehangen. Hier was werkzaam [[Donk|Maarten Donk]], pastoor te Wormer van 1541 tot 1558. Hij was leerling van de kettermeester en grootinquisiteur Prof. Ruard Tapper te Leuven. Naast zijn pastorale activiteiten in Wormer spoorde hij dopers op en maakte hij deel uit van de inquisitie in Amsterdam. In 1550 werd hij door keizer Karel V aangesteld voor de censuur op alle hoeken, een onderdeel van de inquisitie. Ook werd hij aangewezen om in Amsterdam te trachten de gevangen wederdopers in hun laatste uren nog te bekeren.
  ===3. Ontwikkeling in de verschillende Zaangemeenten===   ===3. Ontwikkeling in de verschillende Zaangemeenten=== 
 ==3.1. Zaandam==  ==3.1. Zaandam== 
Regel 67: Regel 70:
 De Waterlanders beschikten in 1600 in de Oostzijde over een predikhuis aan het [[glop|Grote Glop]], nabij de huidige [[bernhardbrug|Prins Bernhardbrug]]. In 1655 en 1656 bouwden zij twee nieuwe vermaningen: een naast het oude predikhuis voor de leden die in Oostzaandam woonden, Het Noorderhuys, en een op het [[Dampad]], hoek Zilversloot, voor de leden in [[Westzaandam]], Het Dammerhuys.  De Waterlanders beschikten in 1600 in de Oostzijde over een predikhuis aan het [[glop|Grote Glop]], nabij de huidige [[bernhardbrug|Prins Bernhardbrug]]. In 1655 en 1656 bouwden zij twee nieuwe vermaningen: een naast het oude predikhuis voor de leden die in Oostzaandam woonden, Het Noorderhuys, en een op het [[Dampad]], hoek Zilversloot, voor de leden in [[Westzaandam]], Het Dammerhuys. 
  
-De Friezen hadden een vermaning op de Zuiddijk waar ze in 1613 uitgroeiden. Ze verhuisden naar de Westzijde, het vijfde huis benoorden de [[http://www.molendatabase.org/molendb.php?step=details&nummer=3402|meelmolen de Ruyter]], in de nabijheid van het [[ruiterveer|Ruiterveer]]. In 1628 verhuisden zij opnieuw, nu naar de overkant in de Westzijde. Daar bouwden ze de vermaning [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Doopsgezinde_kerk_(Zaandam)|Het Oude Huys]], een ruim en hoog gebouw dat valt onder [[http://reliwiki.nl/index.php/Zaandam,_Westzijde_80_-_Doopsgezinde_Vermaning|rijksmonumentenstatus]], vooral bekend vanwege de [[http://www.nieuwehuysconcerten.nl/|Nieuwe Huys Concerten]].+De Friezen hadden een vermaning op de Zuiddijk waar ze in 1613 uitgroeiden. Ze verhuisden naar de Westzijde, het vijfde huis benoorden de [[https://www.molendatabase.org/molendb.php?step=details&nummer=3402|meelmolen de Ruyter]], in de nabijheid van het [[ruiterveer|Ruiterveer]]. In 1628 verhuisden zij opnieuw, nu naar de overkant in de Westzijde. Daar bouwden ze de vermaning [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Doopsgezinde_kerk_(Zaandam)|Het Oude Huys]], een ruim en hoog gebouw dat valt onder [[http://reliwiki.nl/index.php/Zaandam,_Westzijde_80_-_Doopsgezinde_Vermaning|rijksmonumentenstatus]], vooral bekend vanwege de [[http://www.nieuwehuysconcerten.nl/|Nieuwe Huys Concerten]].
  \\  \\
  
-De Vlamingen, die in Zaandam waren gekomen, maakten eerst gebruik van de Vlaamse vermaning in Koog. In 1649 werd voor de Zaandamse Vlamingen een nieuwe vermaning op het [[Stikkelspad]], later de Stationsstraat, gebouwd. Toen deze vermaning later buiten gebruik werd gesteld is ze uiteindelijk verbouwd tot het huidige Weeshuis aan de Stationsstraat 6; nu een gebouw met zalen en kosterswoning. Verder stond er in 1649 nog een vermaning in de Oostzijde, hoek Halstraat, van het Aris Jansz. volk, een afscheiding van de Friese Gemeente, en een vermaning op het [[molenpad|Molenpad]], later Molenstraat, van de Oude Vlamingen, een afscheiding van de Vlamingen. Samen zes kerkgebouwen van vijf Doopsgezinde Gemeenten, met in 1658 in totaal 650 leden. Met kinderen meegerekend waren dat 1.400 zielen op de toenmalige bevolking van 7.000, ofwel 20 %.  +De Vlamingen, die in Zaandam waren gekomen, maakten eerst gebruik van de Vlaamse vermaning in Koog. In 1649 werd voor de Zaandamse Vlamingen een nieuwe vermaning op het [[Stikkelspad]], later de Stationsstraat, gebouwd. Toen deze vermaning later buiten gebruik werd gesteld is ze uiteindelijk verbouwd tot het huidige Weeshuis aan de Stationsstraat 6; nu een gebouw met zalen en kosterswoning. Verder stond er in 1649 nog een vermaning in de Oostzijde, hoek Halstraat, van het Aris Jansz. volk, een afscheiding van de Friese Gemeente, en een vermaning op het [[molenpad|Molenpad]], later Molenstraat, van de Oude Vlamingen, een afscheiding van de Vlamingen. Samen zes kerkgebouwen van vijf Doopsgezinde Gemeenten, met in 1658 in totaal 650 leden. Met kinderen meegerekend waren dat 1.400 zielen op de toenmalige bevolking van 7.000, ofwel 20%.  
  
 In 1687 kwam het tot een fusie van de Waterlanders op het Dampad met de Vlamingen van het Stikkelspad. De nieuwe gemeente ging verder onder de naam De Vereenigde Doopsgezinde Gemeente van Westzaandam. De bedoeling was om een nieuwe vermaning te bouwen waarna de oude vermaningen voor de predikdienst onbruikbaar gemaakt werden. Op 8 april 1687 werd in de Molenbuurt een aan de Zaan gelegen voormalige scheepswerf van de erven Brooker gekocht voor de som van f 6.700. Naar een ontwerp van Pieter Lourens werd hier de nieuwe kerk gebouwd, die de naam Het Nieuwe Huys, kreeg het kerkgebouw aan de Westzijde 80. Op 16 juni 1687 werd met heien begonnen en al op 2 november van hetzelfde jaar werd de nieuwe vermaning in gebruik genomen. De bouwkosten bedroegen, inclusief de grond f. 19.731. Ter ondersteuning van de kerkzang werd op 31 januari 1782 aan de orgelbouwer J. P. Kunckel, meester-orgelmaker te Rotterdam, opdracht gegeven om voor f 4.900 een orgel te bouwen. Dit orgel werd op 14 maart 1784 in gebruik genomen. Opvallend was, dat voor dit zware instrument geen speciale bouwkundige voorzieningen getroffen hoefden te worden. Er werden slechts Colommen ter onderschraaging van het orgel geplaatst, en toen is bevonden, dat men niet nodig hadde te heijen, alzo het gehele kerkgebouw, overal met penanten onder de hoofdbinten voorzien is. In 1687 kwam het tot een fusie van de Waterlanders op het Dampad met de Vlamingen van het Stikkelspad. De nieuwe gemeente ging verder onder de naam De Vereenigde Doopsgezinde Gemeente van Westzaandam. De bedoeling was om een nieuwe vermaning te bouwen waarna de oude vermaningen voor de predikdienst onbruikbaar gemaakt werden. Op 8 april 1687 werd in de Molenbuurt een aan de Zaan gelegen voormalige scheepswerf van de erven Brooker gekocht voor de som van f 6.700. Naar een ontwerp van Pieter Lourens werd hier de nieuwe kerk gebouwd, die de naam Het Nieuwe Huys, kreeg het kerkgebouw aan de Westzijde 80. Op 16 juni 1687 werd met heien begonnen en al op 2 november van hetzelfde jaar werd de nieuwe vermaning in gebruik genomen. De bouwkosten bedroegen, inclusief de grond f. 19.731. Ter ondersteuning van de kerkzang werd op 31 januari 1782 aan de orgelbouwer J. P. Kunckel, meester-orgelmaker te Rotterdam, opdracht gegeven om voor f 4.900 een orgel te bouwen. Dit orgel werd op 14 maart 1784 in gebruik genomen. Opvallend was, dat voor dit zware instrument geen speciale bouwkundige voorzieningen getroffen hoefden te worden. Er werden slechts Colommen ter onderschraaging van het orgel geplaatst, en toen is bevonden, dat men niet nodig hadde te heijen, alzo het gehele kerkgebouw, overal met penanten onder de hoofdbinten voorzien is.
Regel 109: Regel 112:
 In 1788 bezaten de Waterlanders een weeshuis op het Noordeinde 51-52, dichtbij hun vermaning. In 1797 doen ze de wezen over aan de armen en wezen van het dorp Wormerveer. In 1799 werd het pand aan het dorpsweeshuis verkocht. In 1808 werd het gesloopt omdat er in 1807 een nieuw dorpsweeshuis in gebruik was genomen. Het terrein ging later ook behoren tot het complex van Erve H. de Jong.   In 1788 bezaten de Waterlanders een weeshuis op het Noordeinde 51-52, dichtbij hun vermaning. In 1797 doen ze de wezen over aan de armen en wezen van het dorp Wormerveer. In 1799 werd het pand aan het dorpsweeshuis verkocht. In 1808 werd het gesloopt omdat er in 1807 een nieuw dorpsweeshuis in gebruik was genomen. Het terrein ging later ook behoren tot het complex van Erve H. de Jong.  
  
-De eerste Friese Vermaning stond in de Zuid, aan de [[zaanweg|Zaanweg]] achter de huizen bij de ingang van het tegenwoordige park. In 1644 werd een nieuw predikhuis gebouwd over de wegsloot, iets ten noorden van het [[weverspad|Weverspad]]. Dit gebouw werd bijna twee eeuwen gebruikt. In 1830-1831 bouwden de Friezen de [[http://hvwormerveer.nl/index.php?page=wormerveerse-vermaning|vermaning aan de Zaanweg 57]]. Een zuiver classicistisch gebouw met oa. een Dorische ingang-omlijsting. In 1836 lieten de Friezen een nieuwe pastorie bouwen. Van 1863 tot 1870 woonde hier [[gorter1|ds. Simon Gorter]], vader van de in deze pastorie geboren [[gorter|Herman Gorter]] (1864-1927). Het gebouw is thans geen pastorie meer, maar bestaat nog wel: Het [[herman_gorterhuis]].  +De eerste Friese Vermaning stond in de Zuid, aan de [[zaanweg|Zaanweg]] achter de huizen bij de ingang van het tegenwoordige park. In 1644 werd een nieuw predikhuis gebouwd over de wegsloot, iets ten noorden van het [[weverspad|Weverspad]]. Dit gebouw werd bijna twee eeuwen gebruikt. In 1830-1831 bouwden de Friezen de [[https://www.wormerveersevermaning.nl/historie/|vermaning aan de Zaanweg 57]]. Een zuiver classicistisch gebouw met oa. een Dorische ingang-omlijsting. In 1836 lieten de Friezen een nieuwe pastorie bouwen. Van 1863 tot 1870 woonde hier [[gorter1|ds. Simon Gorter]], vader van de in deze pastorie geboren [[gorter|Herman Gorter]] (1864-1927). Het gebouw is thans geen pastorie meer, maar bestaat nog wel: Het [[herman_gorterhuis]].  
  
 De Friezen hebben in Wormerveer geen eigen weeshuis gehad. In 1858 namen zij met de Waterlanders en de Hervormden het initiatief tot stichting van een protestants Weeshuis. In 1906 verhuisde dit naar de Wandelweg en groeide daar uit tot het huidige bejaardenoord [[acht|d' Acht Staten]]. Voor zover bekend heeft een zelfstandige Vlaamse Gemeente in Wormerveer niet bestaan. In 1899 verenigden de Waterlanders en de Friezen zich in de Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Wormerveer. Als vergaderplaats werd de Friese Vermaning aan de Zaanweg 57 gekozen. Naast deze kerk, achter de kosterswoning, staat het Mennohuis voor vergaderingen e.d.. De Gemeente telde in 1989 130 leden.  De Friezen hebben in Wormerveer geen eigen weeshuis gehad. In 1858 namen zij met de Waterlanders en de Hervormden het initiatief tot stichting van een protestants Weeshuis. In 1906 verhuisde dit naar de Wandelweg en groeide daar uit tot het huidige bejaardenoord [[acht|d' Acht Staten]]. Voor zover bekend heeft een zelfstandige Vlaamse Gemeente in Wormerveer niet bestaan. In 1899 verenigden de Waterlanders en de Friezen zich in de Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Wormerveer. Als vergaderplaats werd de Friese Vermaning aan de Zaanweg 57 gekozen. Naast deze kerk, achter de kosterswoning, staat het Mennohuis voor vergaderingen e.d.. De Gemeente telde in 1989 130 leden. 
Regel 120: Regel 123:
 ==3 .6. Krommeniedijk==   ==3 .6. Krommeniedijk==  
  
-Krommeniedijk was vroeger een van de belangrijkste Zaanse dorpen. In 1534 werden 69 inwoners van wederdoperij beschuldigd. Er ontstond al vroeg een Waterlandse gemeente met een eigen vermaning. In 1847 werd een nieuwe kerk gebouwd, waarin in 1897 een orgel werd geplaatst. Mede door de terugloop van het inwonertal werd de kerk in 1920 gesloten en verkocht. Slechts het ijzeren hek dat voor deze vermaning stond en waar nu een woonhuis staat (Krommeniedijk 152herinnert nog aan de Krommeniedijkse Waterlanders.  +Krommeniedijk was vroeger een van de belangrijkste Zaanse dorpen. In 1534 werden 69 inwoners van wederdoperij beschuldigd. Er ontstond al vroeg een Waterlandse gemeente met een eigen vermaning. In 1847 werd een nieuwe kerk gebouwd, waarin in 1897 een orgel werd geplaatst. Mede door de terugloop van het inwonertal werd de kerk in 1920 gesloten en verkocht. Slechts het ijzeren hek dat voor deze vermaning stond en waar nu een woonhuis staat aan de Krommeniedijk 152herinnert nog aan de Krommeniedijkse Waterlanders.  
  
 ==3.7. Knollendam==   ==3.7. Knollendam==  
  
-In Knollendam woonden al heel vroeg doopsgezinden. Ook hier trad de overheid streng op. In 1535 werden vier woningen van doopsgezinden met de grond gelijkgemaakt. Op 10 april van dat jaar werd in Den Haag Claesz Matthijs van Knollendam wegens wederdoperij verbrand. Begin 1600 stond er een Waterlandse Vermaning in Westknollendam. Deze houten kerk werd in 1745 en 1753 vernieuwd. In 1842 werd ze vervangen door een stenen kerk en daarin werd in 1897 een orgel geplaatst. Dit orgel voldeed blijkbaar niet, want in 1936 verving orgelmaker [[flentrop|H.W. Flentrop]] (Zaandamhet door een (door hemgerestaureerd Mitterreiher orgel. Hij had dit aangekocht uit de Hervormde kerk van Sleeuwijk. Op haar beurt had de kerk van Sleeuwijk het orgel gekocht van de rooms katholieke kerk van Den Briel.   +In Knollendam woonden al heel vroeg doopsgezinden. Ook hier trad de overheid streng op. In 1535 werden vier woningen van doopsgezinden met de grond gelijkgemaakt. Op 10 april van dat jaar werd in Den Haag Claesz Matthijs van Knollendam wegens wederdoperij verbrand. Begin 1600 stond er een Waterlandse Vermaning in Westknollendam. Deze houten kerk werd in 1745 en 1753 vernieuwd. In 1842 werd ze vervangen door een stenen kerk en daarin werd in 1897 een orgel geplaatst. Dit orgel voldeed blijkbaar niet, want in 1936 verving orgelmaker [[flentrop|H.W. Flentrop]] uit Zaandam het door een door hem gerestaureerd Mitterreiher orgel. Hij had dit aangekocht uit de Hervormde kerk van Sleeuwijk. Op haar beurt had de kerk van Sleeuwijk het orgel gekocht van de rooms katholieke kerk van Den Briel.   
  
 In 1972 werd de Vermaning gesloten en gesloopt. Op de plek waar ze eens stond, tegenover de ingang van het huidige Dorpshuis, is nu een plantsoentje. Het orgel werd in Amsterdam opgeslagen. In 1980 werd het verkocht aan de rooms katholieke kerk van Bokhoven, een dorpje aan de linker Maasoever, enkele kilometers ten noordwesten van Den Bosch.    In 1972 werd de Vermaning gesloten en gesloopt. Op de plek waar ze eens stond, tegenover de ingang van het huidige Dorpshuis, is nu een plantsoentje. Het orgel werd in Amsterdam opgeslagen. In 1980 werd het verkocht aan de rooms katholieke kerk van Bokhoven, een dorpje aan de linker Maasoever, enkele kilometers ten noordwesten van Den Bosch.   
Regel 130: Regel 133:
 ==3.8. Wormer en Jisp==   ==3.8. Wormer en Jisp==  
  
-Rond 1533 woonden er in Wormer en in Jisp al vrij veel doopsgezinden. In maart 1535 werd in Wormer een huis verwoest omdat daar doopsgezinden 'vergaderd' hadden. In 1543 vond in Wormer en Jisp een grote razzia plaats om alle doopsgezinden op te pakken. De meesten wisten te vluchten. Vanaf 1637 groeide Jisp uit tot een belangrijk centrum van waaruit de [[walvisvaart|walvisvaart]] werd beoefend. De meeste schepelingen waren doopsgezind. De doopsgezinden hadden een Vermaanhuijs aan het [[weiver|Weiver]] (thans Weiver 15). Deze vermaning was na de grote brand van 1534 gebouwd. In 1798 werd het gebouw grondig gerestaureerd.   +Rond 1533 woonden er in Wormer en in Jisp al vrij veel doopsgezinden. In maart 1535 werd in Wormer een huis verwoest omdat daar doopsgezinden 'vergaderd' hadden. In 1543 vond in Wormer en Jisp een grote razzia plaats om alle doopsgezinden op te pakken. De meesten wisten te vluchten. Vanaf 1637 groeide Jisp uit tot een belangrijk centrum van waaruit de [[walvisvaart|walvisvaart]] werd beoefend. De meeste schepelingen waren doopsgezind. De doopsgezinden hadden een Vermaanhuijs aan het [[weiver|Weiver]]thans Weiver 15. Deze vermaning was na de grote brand van 1534 gebouwd. In 1798 werd het gebouw grondig gerestaureerd.   
  
-In Wormer waren de doopsgezinden in de 16e eeuw vrij talrijk. Na de vervolgingen werden ze geduld en bouwden ze hun eerste vermaning aan de zuidzijde van de dorpsweg over de wegsloot, schuin tegenover de huidige rooms katholieke kerk. In 1755 bouwden ze op deze plaats een nieuwe houten kerk. De samenwerking die op economisch gebied tussen Wormer en Jisp ontstond (door toeleveringen voor de uitrusting van de walvisvaarderswerkte door bij de beide doopsgezinde gemeenten. De kerkdiensten werden beurtelings in Wormer of in Jisp gehouden. In 1851 bouwde men in Wormer een nieuwe stenen kerk, iets meer oostwaarts, maar nu aan de noordzijde van de Dorpsweg (Dorpsstraat 371). De kerk in Jisp is toen verkocht. Zowel in Wormer als in Jisp behoorden de doopsgezinden tot de Waterlandse richting. De gemeente heet nu Doopsgezinde Gemeente Wormer-Jisp en telde in 1990 70 leden.  +In Wormer waren de doopsgezinden in de 16e eeuw vrij talrijk. Na de vervolgingen werden ze geduld en bouwden ze hun eerste vermaning aan de zuidzijde van de dorpsweg over de wegsloot, schuin tegenover de huidige rooms katholieke kerk. In 1755 bouwden ze op deze plaats een nieuwe houten kerk. De samenwerking die op economisch gebied tussen Wormer en Jisp ontstonddoor toeleveringen voor de uitrusting van de walvisvaarderswerkte door bij de beide doopsgezinde gemeenten. De kerkdiensten werden beurtelings in Wormer of in Jisp gehouden. In 1851 bouwde men in Wormer een nieuwe stenen kerk, iets meer oostwaarts, maar nu aan de noordzijde van de DorpswegDorpsstraat 371. De kerk in Jisp is toen verkocht. Zowel in Wormer als in Jisp behoorden de doopsgezinden tot de Waterlandse richting. De gemeente heet nu Doopsgezinde Gemeente Wormer-Jisp en telde in 1990 70 leden.  
  
 ==3.9. Oostzaan==   ==3.9. Oostzaan==  
Regel 141: Regel 144:
 ===4. De maatschappelijke invloed van de doopsgezinden in de Zaanstreek.====  ===4. De maatschappelijke invloed van de doopsgezinden in de Zaanstreek.==== 
  
-De doopsgezinden zijn in heel Europa vervolgd en uit vele landen verdreven. In gebieden meteen katholieke meerderheid vermengde katholieke godsdienstijver zich dikwijls met sociale haat en onverdraagzaamheid. Hoewel hun gemeenschappen veelal uit armoede en ellende zijn ontstaan ontplooiden doopsgezinden (tengevolge van hun ethische arbeidsprincipes, hun principiële soberheid en eenvoudbelangrijke economische activiteiten. Bij andersdenkenden wekte dit vaak afgunst en haat op.  +De doopsgezinden zijn in heel Europa vervolgd en uit vele landen verdreven. In gebieden meteen katholieke meerderheid vermengde katholieke godsdienstijver zich dikwijls met sociale haat en onverdraagzaamheid. Hoewel hun gemeenschappen veelal uit armoede en ellende zijn ontstaan ontplooiden doopsgezindentengevolge van hun ethische arbeidsprincipes, hun principiële soberheid en eenvoudbelangrijke economische activiteiten. Bij andersdenkenden wekte dit vaak afgunst en haat op.  
  
-In streken waar de overheid minder streng tegen de doopsgezinden optrad waren de sociale omstandigheden gunstig voor een sterk doopsgezind gemeenteleven. Dit was onder andere het geval in de Zaanstreek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat talrijke doopsgezinden, die elders waren verdreven, hier een veilig onderkomen vonden. In de Zaanstreek waren er behulpzame geestverwanten, de katholieken waren er niet in de meerderheid (slechts enkele randdorpen bleven katholieken bovendien werden de plakkaten er niet in alle gestrengheid doorgevoerd.  +In streken waar de overheid minder streng tegen de doopsgezinden optrad waren de sociale omstandigheden gunstig voor een sterk doopsgezind gemeenteleven. Dit was onder andere het geval in de Zaanstreek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat talrijke doopsgezinden, die elders waren verdreven, hier een veilig onderkomen vonden. In de Zaanstreek waren er behulpzame geestverwanten, de katholieken waren er niet in de meerderheidslechts enkele randdorpen bleven katholieken bovendien werden de plakkaten er niet in alle gestrengheid doorgevoerd.  
  
 Godsdienstige en politieke vluchtelingen zijn veelal stuwende krachten. Het zijn immers de energieken, de ondernemenden, de beginselvasten, die tot uitwijking overgaan. Bestaansnood of geestelijke nood leiden tot selectie. De zwakken gaan onder, de sterken hernieuwen hun activiteiten elders. In hun nieuwe omgeving kunnen zij werken en streven zonder traditioneel vooroordeel en bevrijd van knellende sociale banden. Doopsgezinde immigranten hebben belangrijk bijgedragen tot vergroting van de economische welvaart in de Zaanstreek.    Godsdienstige en politieke vluchtelingen zijn veelal stuwende krachten. Het zijn immers de energieken, de ondernemenden, de beginselvasten, die tot uitwijking overgaan. Bestaansnood of geestelijke nood leiden tot selectie. De zwakken gaan onder, de sterken hernieuwen hun activiteiten elders. In hun nieuwe omgeving kunnen zij werken en streven zonder traditioneel vooroordeel en bevrijd van knellende sociale banden. Doopsgezinde immigranten hebben belangrijk bijgedragen tot vergroting van de economische welvaart in de Zaanstreek.   
  
-Zeer waarschijnlijk is de [[stijfselfabricage|stijfselmakerij]] door Vlaamse Doopsgezinden in de Zaanstreek gei mporteerd. Tussen 1720 en 1862 waren van de 21 stijfselmakers te Wormerveer 20 doopsgezind. Deze stijfselbereiding stond in nauw verband met de textielindustrie, die op het Vlaamse platteland druk werd beoefend. Zeer veel Zaanse kooplieden waren doopsgezind. Hun doopsgezinde verbondenheid blijkt uit het feit, dat velen van hen relaties hadden met doopsgezinde kooplieden in Pruisen en Polen die daar als factors voor hen optraden.  +Zeer waarschijnlijk is de [[stijfselfabricage|stijfselmakerij]] door Vlaamse Doopsgezinden in de Zaanstreek geimporteerd. Tussen 1720 en 1862 waren van de 21 stijfselmakers te Wormerveer 20 doopsgezind. Deze stijfselbereiding stond in nauw verband met de textielindustrie, die op het Vlaamse platteland druk werd beoefend. Zeer veel Zaanse kooplieden waren doopsgezind. Hun doopsgezinde verbondenheid blijkt uit het feit, dat velen van hen relaties hadden met doopsgezinde kooplieden in Pruisen en Polen die daar als factors voor hen optraden.   
 + 
 +Een belangrijk deel van het personeel op de walvisvaarders was doopsgezind. In Wormer, en in mindere mate in Jisp, ontstonden beschuitbakkerijen die voor de 'voedselvoorziening' van de zeevarenden zorgden. Waarschijnlijk is deze beschuitbakkerij door Vlaamse doopsgezinden geïntroduceerd. Omstreeks 1620 waren vele beschuitbakkerijen in doopsgezinde handen. Toen door allerlei belemmerende maatregelen van de Staten van Holland de Wormer en Jisper bakkerijen dreigden weg te kwijnen, verplaatste een aantal Wormers hun bedrijven naar het gewest Utrecht. Aan de oostkant van de Waver, in Utrecht gelegen, maar nog vallend onder de plaatsnaam Uithoorn, bouwden ze hun bakkerijen weer op. Er ontstond toen ook een Doopsgezinde Gemeente in Uithoorn. In de buurtschap Amstelhoek, waar de Wormer bakkers eens woonden, heet nog steeds de lange weg langs het water: Mennonietenbuurt.  
  
-Een belangrijk deel van het personeel op de walvisvaarders was doopsgezind.  In Wormer, en in mindere mate in Jisp, ontstonden beschuitbakkerijen die voor de 'voedselvoorziening' van de zeevarenden zorgden. Waarschijnlijk is deze beschuitbakkerij door Vlaamse doopsgezinden geïntroduceerd. Omstreeks 1620 waren vele beschuitbakkerijen in doopsgezinde handenToen door allerlei belemmerende maatregelen van de Staten van Holland de Wormer en Jisper bakkerijen dreigden weg te kwijnenverplaatste een aantal Wormers hun bedrijven naar het gewest UtrechtAan de Oostkant van de Waver, in Utrecht gelegen, maar nog vallend onder de plaatsnaam Uithoorn, bouwden ze hun bakkerijen weer op. Er ontstond toen ook een Doopsgezinde Gemeente in UithoornIn de buurtschap Amstelhoek, waar de Wormer bakkers eens woonden, heet nog steeds de lange weg langs het water: Mennonietenbuurt.  +Een belangrijke verbetering aan de oliemolens werd door een Vlaamse doopsgezinde vluchteling, Lief JanszAndries van Moerbeekaangebracht. In 1672 waren het doopsgezinde papiermakers, die met hun kennis en ondernemingszin deze tak van industrie tot bloei brachtenDe pellerij aan de Zaan stamde af van een Duitse doopsgezinde vluchtelingVoór die tijd moest gort uit Duitsland worden geïmporteerd.  
  
-Een belangrijke verbetering aan de oliemolens werd door een Vlaamse doopsgezinde vluchteling. Lief Jansz. Andries van Moerbeek, aangebracht.  In 1672 waren het doopsgezinde papiermakers, die met hun kennis en ondernemingszin deze tak van industrie tot bloei brachten. De pellerij aan de Zaan stamde af van een Duitse doopsgezinde vluchteling. Voór die tijd moest gort uit Duitsland worden geïmporteerd.  Doopsgezinde vluchtelingen hebben dus een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Zaanse economische leven; maar is er daarna nog iets overgebleven van die doopsgezinde invloed? In 1890 en 1891 stelde een Staatscommissie [[enquete_staatscommissie|een onderzoek]] in naar de toestand van de arbeiders. Vanaf 2 januari 1891 was deze commissie werkzaam in de Zaanstreek. Er werden 109 verhoren afgenomen. Hiervoor werden onder andere 30 fabrikanten-werkgevers opgeroepen. Van deze 30 waren er 14 Doopsgezind, 14 Hervormd, 1 Christelijk Gereformeerd en 1 Rooms-Katholiek. De doopsgezinde ondernemers die werden ondervraagd waren: \\ +Doopsgezinde vluchtelingen hebben dus een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Zaanse economische leven; maar is er daarna nog iets overgebleven van die doopsgezinde invloed? In 1890 en 1891 stelde een Staatscommissie [[enquete_staatscommissie|een onderzoek]] in naar de toestand van de arbeiders. Vanaf 2 januari 1891 was deze commissie werkzaam in de Zaanstreek. Er werden 109 verhoren afgenomen. Hiervoor werden onder andere 30 fabrikanten-werkgevers opgeroepen. Van deze 30 waren er 14 Doopsgezind, 14 Hervormd, 1 Christelijk Gereformeerd en 1 Rooms-Katholiek. De doopsgezinde ondernemers die werden ondervraagd waren: \\ 
-Hendrik Zwaardemaker (peller en commissionair), Heyme Vis (verfhoutmaler), Ericus Gerardus Verkade (broodfabrikant), Cornelis Pieter Korff ( stijfselfabrikant en olieslager'), Meindert Klaaszoon Honig (stijfselmaker), Jan Dekker Adrianuszoon (peller en koopman), Hendrik Honig Kzn (oliefabrikant), Jari Honig Cz. (papierfabrikant), Dirk Laan (koopman en fabrikant), Remmert Adriaan Laan (rijstpeller/oliefabrikant), Willem Jan Prins (olieslager), Jan Dekker Pzn (koopman en zakjesfabrikant), Pieter Smit van Gelder (papierfabrikant), Jacobus de Jong Gz. (papierfabrikant). +Hendrik Zwaardemaker (peller en commissionair), Heyme Vis (verfhoutmaler), Ericus Gerardus Verkade (broodfabrikant), Cornelis Pieter Korff (stijfselfabrikant en olieslager, Meindert Klaaszoon Honig (stijfselmaker), Jan Dekker Adrianuszoon (peller en koopman), Hendrik Honig Kzn (oliefabrikant), Jari Honig Cz. (papierfabrikant), Dirk Laan (koopman en fabrikant), Remmert Adriaan Laan (rijstpeller/oliefabrikant), Willem Jan Prins (olieslager), Jan Dekker Pzn (koopman en zakjesfabrikant), Pieter Smit van Gelder (papierfabrikant), Jacobus de Jong Gz. (papierfabrikant). 
  
-Andere belangrijke doopsgezinde ondernemers (zoals de eigenaren van de houtzagerij de [[stadlander|Wed. Stadlander en Middelhoven]] en de fabrikant  P.H. Kaars Sijpesteijn te Krommeniewerden niet ondervraagd. Uit deze opsomming van namen blijkt duidelijk dat de een paar honderd jaar eerder door doopsgezinden geïntroduceerde 'ondernemers-activiteiten', niet alleen nog steeds bestondenmaar dat deze waren uitgegroeid tot industriele ondernemingen, geleid door doopsgezinde ondernemers. In de loop van de 20e eeuw verminderde de persoonlijke betrokkenheid van de ondernemers bij hun bedrijf; de firma werd een naamloze vennootschap. Wat bleef is een aantal namen van ondernemingen die in de Zaanstreek iets hebben betekend of nog steeds betekenen. Zie ook: [[:eco:economische_ontwikkeling_voor_1580#1 2 4 Demografische en godsdienstige ontwikkelingen|Economische geschiedenis 1.2.4.]] en [[eco:economische_ontwikkeling_1580-1800#industriele_expansie_waardoor|Economische geschiedenis 2.4.2.]]   +Andere belangrijke doopsgezinde ondernemerszoals de eigenaren van de houtzagerij de [[stadlander|Wed. Stadlander en Middelhoven]] en de fabrikant  P.H. Kaars Sijpesteijn te Krommenie werden niet ondervraagd. Uit deze opsomming van namen blijkt duidelijk dat de een paar honderd jaar eerder door doopsgezinden geïntroduceerde 'ondernemers-activiteiten', niet alleen nog steeds bestondenmaar dat deze waren uitgegroeid tot industriële ondernemingen, geleid door doopsgezinde ondernemers. In de loop van de 20e eeuw verminderde de persoonlijke betrokkenheid van de ondernemers bij hun bedrijf; de firma werd een naamloze vennootschap. Wat bleef is een aantal namen van ondernemingen die in de Zaanstreek iets hebben betekend of nog steeds betekenen. Zie ook: [[:eco:economische_ontwikkeling_voor_1580#1 2 4 Demografische en godsdienstige ontwikkelingen|Economische geschiedenis 1.2.4.]] en [[eco:economische_ontwikkeling_1580-1800#industriele_expansie_waardoor|Economische geschiedenis 2.4.2.]]   
  
 Ook op ander terrein bleven de doopsgezinden in de Zaanstreek actief. Zowel in werknemers- en werkgevers-organisaties als in bijna alle politieke partijen; bij deze laatste verhoudingsgewijs het meest bij de PVDA en de VVD.   Ook op ander terrein bleven de doopsgezinden in de Zaanstreek actief. Zowel in werknemers- en werkgevers-organisaties als in bijna alle politieke partijen; bij deze laatste verhoudingsgewijs het meest bij de PVDA en de VVD.  
  
-[[jonker|Jonker]]  +[[jonker|Wim Jonker]]  
  
 **Literatuur**  **Literatuur** 
   * De Doopsgezinden - wie en wat;    * De Doopsgezinden - wie en wat; 
-  * WJ . Kuhler, Geschiedenis der Nederlandse Doopsgezinden;  +  * [[https://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/kuhler|Wilhelmus Johannes Kuhler]], Geschiedenis der Nederlandse Doopsgezinden;  
-  * S. Lootsma, Het Nieuwe Huys 1687-1937, Zaandam;  +  * [[lootsma|Sipke Lootsma]], Het Nieuwe Huys 1687-1937, Zaandam;  
-  * HM. Romijn, Kroniek van de Doopsgezinden in Zaandam;  +  * H.M. Romijn, Kroniek van de Doopsgezinden in Zaandam;  
-  * W. Jonker, Driehonderd jaar Doopsgezinden in het Nieuwe Huys;  +  * [[jonker|Wim Jonker]], Driehonderd jaar Doopsgezinden in het Nieuwe Huys;  
-  * S. Honig, 300 jaar Doopsgezinde Vermaning in Koog en Zaandijk; +  * Simon Honig, 300 jaar Doopsgezinde Vermaning in Koog en Zaandijk; 
   * Historie van de Verenigde Friesch-Waterlandsche Doopsgezinde Gemeente Westzaan;    * Historie van de Verenigde Friesch-Waterlandsche Doopsgezinde Gemeente Westzaan; 
   * D. Aten, De Doopsgezinden in Wormerveer;    * D. Aten, De Doopsgezinden in Wormerveer; 
   * Th. P. Groot-Walig en JA. Doorakkers, Gemeente en Vermaning, korte geschiedenis der Doopsgezinde Gemeente en Vermaning van Krommenie;    * Th. P. Groot-Walig en JA. Doorakkers, Gemeente en Vermaning, korte geschiedenis der Doopsgezinde Gemeente en Vermaning van Krommenie; 
   * The Mennonite encyclopedia (delen III en IV),    * The Mennonite encyclopedia (delen III en IV), 
-  * A. van Braam, Het economisch-sociale leven aan de Zaan in de 17e en 18e eeuw;  +  * [[braam|Profdr. Aris van Braam]], Het economisch-sociale leven aan de Zaan in de 17e en 18e eeuw;  
-  * JM. Welcker, doopsgezinden aan de Zaan, in 'Doopsgezinde Bijdragen(Nieuwe reeks 1980 no 6).+  * [[https://socialhistory.org/bwsa/anneke-welcker|Johanna Maria 'Anneke' Welcker]], doopsgezinden aan de Zaan, in 'Doopsgezinde Bijdragen(Nieuwe reeks 1980 no 6).
   *   *
  
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/doopsgezinden.1599473003.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:03
  • door 127.0.0.1