Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
maatschappij3 [2016/02/24 16:19] han |
maatschappij3 [2020/09/07 12:03] (huidige) |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Maatschappij voor Nijverheid en Handel, Nederlandsche - ==== | ||
+ | In 1777 als economische tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen opgerichte vereniging. Met als doel de vervallen nijverheid te stimuleren. In de Zaanstreek vanaf het moment van oprichting met departementen vertegenwoordigd. | ||
+ | === Algemeen === | ||
+ | |||
+ | De Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen ontstond in 1752 in Haarlem en had een natuurwetenschappelijk karakter, later werd dat meer filosofisch. De praktische problemen van de economische sector meende men beter met een aparte tak te kunnen bestrijden, naar het voorbeeld van de Engelse ' | ||
+ | |||
+ | De bedoeling van de afsplitsing van de economische tak in 1777 was een vereniging op te richten 'tot verheffing van de vervallen nijverheid in de Republiek', | ||
+ | |||
+ | De economische tak, die in de ledenwerving in de eerste jaren van zijn bestaan grote successen behaalde, werd door de overheid met een argwanend oog bezien. Stadhouder Willem V was Protector van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Hij kon slechts instemmen met de afsplitsing van de economische tak op uitdrukkelijke voorwaarde dat deze zich buiten alle politiek zou houden. Overal in de Republiek der Vereenigde Nederlanden werden plaatselijke departementen van de economische tak opgericht. Op de eerste jaarvergadering in 1778 in Haarlem waren reeds 55 departementen vertegenwoordigd. | ||
+ | |||
+ | Departementen konden worden opgericht in plaatsen waar meer dan zeven leden waren. De leden betaalden een contributie van twee dukaten per jaar. Een jaarvergadering duurde zeven werkdagen, en daarin werd een groot aantal (de meest uiteenlopende) voorstellen afgewerkt. Deze werden, wanneer het uitvindingen van technische aard betrof, van tevoren door een paar departementen op hun merites onderzocht. Het uitschrijven van prijsvragen geschiedde ook nadat daartoe een voorstel in de jaarvergadering was aangenomen. De prijzen waren een gouden medaille, een zilveren medaille, of een aantal dukaten. | ||
+ | == Critici == | ||
+ | |||
+ | Latere critici hebben betoogd dat de economische tak zich door deze uitgestrekte werkzaamheden verloor in details en dat de grote lijnen werden verwaarloosd. Maar ten eerste mocht men zich niet bemoeien met de politiek en ten tweede moest men ' | ||
+ | |||
+ | Dit stond in artikel 2 van de statuten van de economische tak, en benadrukte het verschil met de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. De naam van de maatschappij is sedert de oprichting een aantal malen gewijzigd. In 1796 werd de economische tak door de Nationale Vergadering van de Bataafsche Republiek erkend als ' | ||
+ | |||
+ | In 1815 accepteerde Koning Willem l het protectorschap van de Maatschappij, | ||
+ | |||
+ | Handel en nijverheid betekenden heel weinig. De Franse revolutie, de omwenteling in Nederland, de komst van koning Lodewijk en de restauratie van de Oranjes hielden achtereenvolgens de geesten bezig, en pas omstreeks 1836 werd geconstateerd op de jaarvergadering van de maatschappij dat de nijverheid de laatste tijd met zo'n merkwaardige snelheid overal opkwam. Men vond toen dat de naam Huishoudelijke Maatschappij niet meer weergaf wat werd beoogd, en men besloot dientengevolge dat de maatschappij in het vervolg zou heten ' | ||
+ | == Dieptepunt == | ||
+ | |||
+ | In 1815 was het ledenaantal op een dieptepunt van 367 leden in 17 departementen gekomen, maar in 1840 waren het er 876 in 20 departementen. Hiermee werd de opgaande lijn ingezet. De maatschappij gaf in 1832 voor het eerst het ' | ||
+ | |||
+ | In 1863 volgde een adres aan de koning. Thorbecke benoemde een staatscommissie, | ||
+ | |||
+ | In 1903 trad de Vereniging tot Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid in Nederland tot de maatschappij toe. Dit was een vereniging met 900 leden, die lid zouden worden van de maatschappij. Dit bracht een naamsverandering met zich mee, het werd nu ' | ||
+ | |||
+ | In de 20e eeuw richtte de maatschappij vele nu nog steeds onmisbare instellingen op, zoals bijvoorbeeld het Koninklijk Instituut voor de Tropen, het Nederlands Normalisatie Instituut, de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs, de stichting Nijenrode en de stichting Teleac. De vereniging telt landelijk circa 8500 leden (Zaanstreek 185). Het algemeen secretariaat is gevestigd in Haarlem. | ||
+ | === Ontwikkeling in de Zaanstreek === | ||
+ | |||
+ | Op de eerste jaarvergadering van de economische tak in 1778 in Haarlem was de Zaanstreek reeds met zeven departementen aanwezig. Ze worden in de notulen van de vergadering genoemd in de volgorde Jisp, Oostzaandam, | ||
+ | |||
+ | De afgevaardigde van Jisp was in 1778 Sijbrand Es, van Oostzaandam Willem van Orden, van Westzaan dominee Jacobus van Lingen, van Westzaandam Abraham van Broek en Adriaan [[Rogge]], van Zaandijk Jan Kool, van Wormer Louris Mol en van Wormerveer dominee Bernardus Doornbosch. Zij waren meest bestuursleden, | ||
+ | |||
+ | Adriaan Rogge was reeds lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen voor de afsplitsing. Hij had al een zilveren medaille gewonnen met zijn antwoord op de door die maatschappij in 1771 uitgeschreven prijsvraag: 'Welke is de grond van de Hollandsche Koophandel, van zijn aanwas en bloei? Welke oorzaken en toevallen hebben dien tot heden aan veranderingen en verval blootgesteld? | ||
+ | |||
+ | Hij kreeg de zilveren medaille, omdat de laatste vraag, naar voor te stellen verbeteringen, | ||
+ | == Balkzaagmolens == | ||
+ | |||
+ | In 1781 kregen de departementen Zaandijk, Jisp en Assendelft de opdracht een uitvinding te onderzoeken, | ||
+ | |||
+ | Na dit jaar verscheen lange tijd alleen Zaandijk als Zaans departement op de jaarvergadering, | ||
+ | |||
+ | In 1836 werd op de jaarvergadering van de maatschappij geconstateerd, | ||
+ | |||
+ | Op de jaarvergadering van 1855 was de Zaanstreek weer door vier departementen vertegenwoordigd: | ||
+ | == Wormerveer == | ||
+ | |||
+ | De notulen van de departementsvergaderingen van het in 1845 heropgerichte Wormerveerse departement geven een beeld van de menselijke verhoudingen en de zakelijke betrekkingen van de industriëlen van die tijd. Op 29 mei 1845 waren op uitnodiging van Jan Dekker Czn. 'de zes alhier wonende leden van het departement Zaandijk op het gemeentehuis verenigd met verscheidene andere ingezetenen van Wormerveer' | ||
+ | |||
+ | Op de volgende vergadering traden nog zes leden toe, te weten P. Makkes, S. Prins, W.J. Boon, Jan Vis, D. Ruijter en H.P. Pieper, zodat het departement toen 22 leden had. P. van Gelder Pz. werd president voor één jaar (volgens de reglementen) en Jan Dekker Cz. secretaris voor drie jaar. De laatste was initiatiefnemer voor de afsplitsing van Zaandijk en hij was dus ook bereid als secretaris het meeste werk voor het departement Wormerveer te verrichten. Hij vervulde zijn taak met grote zorgvuldigheid. Meteen werd een commissie ingesteld genaamd ' | ||
+ | |||
+ | Op de oktobervergadering van dat jaar werd gepleit voor grotere autonomie van de departementen in de landelijke organisatie. Tevens werd besloten de oprichting van een vaktekenschool te bevorderen. Op 11 november 1845 kon deze met elf leerlingen worden geopend. De vaktekenschool breidde zich een jaar daarna al uit, er kwamen meer leerlingen. Echter om 16 gulden bij te dragen voor het aanschaffen van een leerboek, daar was de vereiste tweederde meerderheid op de vergadering niet voor te vinden. De school werd de latere avondvaktekenschool aan de Markstraat, die tot omstreeks 1960 heeft bestaan. Laatste directeur was L.G. van Heerde, laatste voorzitter van het bestuur P.B.J. Ferf. | ||
+ | == Te duur == | ||
+ | |||
+ | De commissie vervoermiddel kwam met een voorstel. Zij wenste een dagelijkse verbinding met Amsterdam. Op marktdagen door middel van 'een welingerichte volksschuit benevens een schuit voor goederen', | ||
+ | |||
+ | Het jaarverslag van 1845 omvatte drie afdelingen, namelijk landbouw, fabrieken en handel. Landbouw bestond uit de volgende hoofdstukken: | ||
+ | |||
+ | Het jaarverslag, | ||
+ | |||
+ | Voorts werd woningbouw voor minvermogenden bevorderd, in de vorm van samenleving in communes. Men ging in het buitenland dergelijke inrichtingen bestuderen. In 1851 werd opgericht de ' | ||
+ | == Sociëteit == | ||
+ | |||
+ | Van 1856 tot 1858 waren er in het departement Wormerveer geen activiteiten wegens de te geringe opkomst op de vergaderingen, | ||
+ | |||
+ | Na het behandelen van de gebruikelijke agendapunten werd steeds een loterij gehouden. Ieder van de aanwezigen zette vijftig cent in en de penningmeester zorgde voor iedere vergadering voor een passende verrassing, die aan het einde van de zitting werd verloot. Zo won in 1862 J. Laan een sierlijke wandelstok. In 1863 was de prijs een goudviskom op een prachtige standaard en in 1867 een thermometer. In 1862 vond men de punten van beschrijving voor de jaarvergadering uit Haarlem zo onbeduidend dat men ze behandeling niet waardig achtte. In 1863 had men na de verloting geen tijd meer voor de punten van beschrijving. | ||
+ | |||
+ | In 1866 kwam de concurrentie aan de orde, die de tekenschool ondervond van de Hogere Burger Avondschool in Zaandam. De tekeningen daar waren veel mooier. Maar op de volgende vergadering werd besloten toch door te gaan met de tekenschool onder leiding van de heer D. Wakker, omdat de toelatingseisen in Zaandam zeer hoog waren. Op 21 december 1871 vond de opheffingsvergadering van het departement Wormerveer plaats. Tot de opheffing was op 24 augustus van dat jaar reeds besloten. Aanwezig waren J. Ruijter, B. Schoute, P. Oosterhuis, B.H. van Vleuten en R. Wolters, die toen 13 jaar secretaris was geweest. Men gaf als laatste motief voor de opheffing van het departement, | ||
+ | |||
+ | Pas in 1900 werd het departement Zaanstreek opgericht, en wel in Wormerveer. Initiatiefnemer was J.A. Laan, lid van het hoofdbestuur van de maatschappij in Haarlem. Op aandringen van dat hoofdbestuur - in het bijzonder van secretaris G.S. de Clerq - nodigde hij een veertigtal Zaanse industriëlen en kooplieden uit om op ll mei 1900 in de Nieuwe Sociëteit in Wormerveer te vergaderen. Er verschenen er 22. Met name in Zaandam was de oprichtingspoging slecht onthaald, uit die gemeente verscheen alleen H. Blans op de vergadering. Dertien leden droegen de achternaam Laan. | ||
+ | |||
+ | Aangezien het bij de maatschappij gewoonte was, dat de landelijke algemene jaarvergadering in een nieuw departement plaatsvond, deelde J.A. Laan mee dat deze dit jaar op 5, 6 en 7 juli in Wormerveer gehouden zou worden. Daarna werd het zevenmans bestuur van het departement gekozen. Voorzitter werd J.A. Laan, secretaris Chr. Grootes Mz en penningmeester K.C. Honig Mz, terwijl de voorzitter aankondigde dat hij nog enige heren voor het bestuur zou uitnodigen. Bij de eerstvolgende vergadering bleek P.M. Duyvis zich uit het bestuur te hebben teruggetrokken, | ||
+ | == Hoge kosten == | ||
+ | |||
+ | Belangrijkste onderwerp tijdens deze tweede vergadering was de organisatie van de landelijke jaarvergadering. Vastgesteld werd dat de kosten van het programma niet zouden meevallen, zeker niet als er een verlichte gondelvaart op de Zaan zou worden gehouden. De totale kosten werden dan geraamd op 3000 gulden. K.C. Honig werd benoemd tot voorzitter van de commissie die het zou regelen. Hij kreeg een krediet van 2000 gulden, De gemeente Wormerveer deed een bijdrage van 200 gulden. De dagen van de jaarvergadering verliepen niet geheel vlekkeloos. Van Gelder Zonen en de Nederlandsche Linoleumfabriek vonden geen gelegenheid om hun fabrieken te laten bezichtigen. | ||
+ | |||
+ | De muziek (in het Wilhelminapark) werd verzorgd door het Stedelijk Muziekcorps der dienstdoende schutterij in Amsterdam en de broeders Wilson uit Hoorn hielden voordrachten in de zaal van de sociëteit. Het diner kwam van Coutierier uit Amsterdam. Tijdens de vergadering werd per motie het Bureau voor Handelsinlichtingen in Amsterdam in het leven geroepen. Voorts werden wijzigingen van het consulaatwezen dringend vereist geacht. De ontvangsten bedroegen 2172,50 gulden, de kosten 2626,38 gulden, het tekort was dus 453,88 gulden. | ||
+ | |||
+ | In 1904 overleed secretaris Grootes. In 1905 werd A.H. Verkade uit Zaandam bestuurslid. Hij zou dat lange tijd blijven. Onderwerpen van behandeling uit deze periode waren onder meer: de codering van archiefstukken, | ||
+ | |||
+ | Voorzitter Laan stelde 50.000 gulden beschikbaar voor de oprichting van een ambachtsschool en voorts 10.000 gulden aan het departement voor de bevordering van het onderwijs aan de handelsdag- en avondschool. Vervolgens werd door de bemoeienis van het departement de Hogere Handelsschool opgericht. In 1917 trad voorzitter Laan af. Hij werd opgevolgd door K.C. Honig. A.H. Verkade werd secretaris. De Centrale Ambachtsschool werd in 1917 geopend, er waren dat eerste jaar 66 leerlingen. Voorts werd aandacht gevraagd voor de moeilijkheden met de levering van elektriciteit. De centrale in IJmuiden was overbelast en er liep slechts één kabel van Amsterdam-Noord naar Krommenie. | ||
+ | == Bezuinigen == | ||
+ | |||
+ | Een bespreking werd gewijd aan de voorgestelde vereniging van de Zaanse gemeenten. Het departement was daar niet vóór. Het argument daarvoor was dat de gemeente Zaandam na de samenvoeging eenvoudig het tot dusver onjuiste geldelijke beheer zou kunnen verdoezelen. Wel was het departement er voorstander van om Koog, Zaandijk en 't Kalf te verenigen, én om een deel van Wormer bij Wormerveer te voegen. In de daarop volgende jaren werden veelvuldig activiteiten ontwikkeld door de in 1922 ingestelde bezuinigingscommissie ter bestudering van de overheidsfinanciën, | ||
+ | |||
+ | In 1925 bevorderde het departement dat in het provinciale wegenplan de nieuw aan te leggen provinciale weg niet langs de Nauernase Vaart werd geprojecteerd, | ||
+ | |||
+ | In de crisisjaren werd het voorstel gedaan ouderen te pensioneren. Dat mocht vooral niet bij een lagere leeftijd dan 60 jaar gebeuren, de ervaring van de oudere werknemers konden de bedrijven niet missen meende men. De PEN-centrale in IJmuiden werd 'de duurste van Europa' | ||
+ | |||
+ | In de oorlog werd E.A. Veen voorzitter. Aan de orde kwam onder meer een rapport van de provincie over de verontreiniging van de oppervlaktewateren. In deze periode kwamen de lunchbijeenkomsten in gebruik. Gepleit werd voor de oprichting van een Medisch Opvoedkundig Centrum. Na de oorlog werd verwoed gediscussieerd over de mogelijke annexatie van Duits gebied, er werd zelfs een enquête over dit onderwerp gehouden. | ||
+ | |||
+ | Een hoogtepunt in de naoorlogse periode was de organisatie van de landelijke ledenvergadering op 6 en 7 juni 1979 in De Speeldoos in Zaandam. De vergadering werd opgeluisterd door een bezoek van prins Claus. Het onderwerp van de jaarvergadering was ' | ||
+ | |||
+ | J. Simons | ||
+ | |||
+ | Literatuur | ||
+ | |||
+ | * mr. J. Bierens de Haan, Van Economische Tak tot Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, Haarlem; | ||
+ | * mr. I.A. van Lanschot Hubrecht, Tweehonderd jaar geschiedenis van de maatschappij 1777-1977, Algemeen secretariaat. | ||
+ | * | ||
+ | {{tag> | ||
+ | |||