Grootes, gebroeders D. & M.

Cacao- en chocoladefabriek, en oorspronkelijk blauwselfabriek, te Westzaan, opgericht in 1825 en verdwenen in 1969.

Grondlegger van het bedrijf was Pieter Grootes Mz., die tot 1824 werkte op de blauwselfabriek van Vasterd Vas, waarvan zijn vader directeur was. Toen in genoemd jaar deze fabriek werd verkocht aan Cornelis Avis (ondernemersgeslacht) besloot P. Grootes voor zichzelf te beginnen. In 1825 kocht hij een woonhuis te Westzaan, waarop hij in 1827 het molentje De Jonge Dirk (later De De Paradijsvogel) liet plaatsen om blauwsel te gaan malen. Pieter Grootes, die ook prive-zaken als graanhandelaar deed, werd opgevolgd door zijn zonen Dirk en Meiert.

Hoewel het bedrijf zich voornamelijk met blauwselfabricage bezig hield nam het al vroeg (1840) een Italiaan (Senardi) in dienst, om van hem het cacaovak te leren. Als produktnaam voor de chocolade werd gekozen De Paradijsvogel, waarmee men in 1862 met een medaille werd bekroond op de wereldtentoonstelling te Londen. De Paradijsvogel werd in 1875 tot stellinghoogte afgebroken, waarna het bedrijf in 1877 overging tot het gebruik van stoomkracht.

Inmiddels was de derde generatie Grootes in het bedrijf gekomen, die later de directie zou overnemen. De familie Grootes zou in totaal zes generaties lang het bedrijf leiden. In 1899 werden nieuwe fabriekspanden gebouwd, evenals in 1912 toen een vier verdiepingen hoog gebouw werd neergezet. In maart 1925 ontstond een grote brand in de fabrieksgebouwen, waarna de oude zaak in 1926 werd geliquideerd en op veel kleinere schaal werd heropgericht. Deze voortzetting op smallere basis wordt gezien als een van de oorzaken dat het bedrijf zich uiteindelijk niet kon handhaven. Eind 1968 werd de firma Grootes gesloten. De fabrieksgebouwen kwamen in bezit van houtwarenfabriek De Valk en werden, toen dit bedrijf failleerde, in 1984 gesloopt.

Zie voorts Cacao-industrie en chocolade-industrie .