Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie | Vorige revisie | ||
belasting [2019/05/04 10:04] |
belasting [2024/06/30 12:33] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
==== Belasting ==== | ==== Belasting ==== | ||
- | Verplichte bijdrage tot de openbare geldmiddelen. Belastingen kunnen worden verdeeld in directe en indirecte belastingen. Directe belastingen | + | Verplichte bijdrage tot de openbare geldmiddelen. Belastingen kunnen worden verdeeld in directe en indirecte belastingen. Directe belastingen op grond, vermogen, inkomsten of personeel kunnen niet worden afgewenteld. Indirecte belastingen, als registratie-, |
- | In het hierna volgende artikel wordt de historische ontwikkeling van de belastingheffingen in de Zaanstreek geschetst. De huidige situatie is niet behandeld, aangezien deze geen specifieke Zaanse elementen bevat. | + | |
- | De middeleeuwse voorganger van onze belasting was de schot of jaarbede. De bede werd door de territoriale vorst gevraagd aan de onder zijn jurisdictie vallende onderdanen. De vorst was verplicht voor elke belastingheffing een verzoek | + | De middeleeuwse voorganger van onze belasting was de schot of jaarbede. De bede werd door de territoriale vorst gevraagd aan de onder zijn jurisdictie vallende onderdanen. De vorst was verplicht voor elke belastingheffing een verzoek |
- | Met riemtale werd het aantal riemen bedoeld dat ieder dorp aan de vorst moest leveren om in tijden van oorlog op de koggen | + | Boeren en burgers waren schotplichtig, |
- | In Wormer en Jisp geschiedde | + | Met riemtale werd het aantal riemen bedoeld dat ieder dorp aan de vorst moest leveren om in tijden van oorlog op de koggen te dienen. Later werd dit een belasting voor boeren en landeigenaren tot onderhoud van bruggen, wegen, paden en vaarten. De oudste verponding, |
- | Het redemptiegeld, | + | In Wormer en Jisp geschiedde de schatting veel omslachtiger. Zij was verdeeld in ogen, hikken en prikken. Wie voor f 1.200 aan waarde bezat werd op een oog gesteld. Een oog kwam overeen met acht prikken. Twee prikken waren een hik. f 600 kwam overeen met een half oog of vier prikken, f 1.050 was een half oog, een hik en een prik. De belasting op verbruiksgoederen heette impost. Impost of ([[accijns]]) werd onder meer geheven op zout, zeep, koffie en thee. Wie volgens vermogen of inkomen tot de welgestelden kon worden gerekend werd voor een vast bedrag in zake de consumptie van zout, zeep, koffie en thee aangeslagen of gequotiseerd. De impost op de koffie en de thee moest volgens de ordonnantie van 1699 betaald worden door degene in wier huizen, tuinen, kamers of andere plaatsen koffie, thee, chocolade, serbeth((ijsdrank, |
+ | |||
+ | Het redemptiegeld, | ||
Aan het begin van de 17e eeuw waren de bakkers van Wormer en Jisp beroemd om hun [[beschuitbakkerij|beschuit]]. De beschuit werd in het hele land verkocht en zelfs ver daarbuiten. Amsterdam was een belangrijke afzetmarkt. Belasting protesten van de Amsterdamse bakkers volgden. Een van hun grieven was dat zij een stedelijke belasting moesten betalen terwijl hun concurrenten daarvan bleven gevrijwaard. Zij bepleitten een extra belasting voor beschuit die van buiten de stad werd ingevoerd. In 1604 werd bepaald dat op ingevoerde beschuit 4-6 stuivers belasting moest worden betaald. Dit leidde er toe dat de Amsterdamse markt voor de bakkers uit Wormer en Jisp tenslotte verloren ging. | Aan het begin van de 17e eeuw waren de bakkers van Wormer en Jisp beroemd om hun [[beschuitbakkerij|beschuit]]. De beschuit werd in het hele land verkocht en zelfs ver daarbuiten. Amsterdam was een belangrijke afzetmarkt. Belasting protesten van de Amsterdamse bakkers volgden. Een van hun grieven was dat zij een stedelijke belasting moesten betalen terwijl hun concurrenten daarvan bleven gevrijwaard. Zij bepleitten een extra belasting voor beschuit die van buiten de stad werd ingevoerd. In 1604 werd bepaald dat op ingevoerde beschuit 4-6 stuivers belasting moest worden betaald. Dit leidde er toe dat de Amsterdamse markt voor de bakkers uit Wormer en Jisp tenslotte verloren ging. | ||
Regel 21: | Regel 22: | ||
=== Personele quotisatie === | === Personele quotisatie === | ||
- | In 1742 deed in de Zaanstreek de personele quotisatie of personele belasting haar intrede. De inning van de aanslag moest in 1745 geschieden. De belasting was bedoeld om het verwaarloosde defensie-apparaat weer op peil te brengen. Het inkomen van de belastingplichtigen, | + | In 1742 deed in de Zaanstreek de personele quotisatie of personele belasting haar intrede. De inning van de aanslag moest in 1745 geschieden. De belasting was bedoeld om het verwaarloosde defensie-apparaat weer op peil te brengen. Het inkomen van de belastingplichtigen, |
+ | |||
+ | De belasting werd geïnd door de gaarder die hiervoor twee procent collecteloon mocht berekenen. Hij droeg de ontvangen gelden af aan het gerecht van de banne Westzaan die het op haar beurt weer afdroeg aan de ontvanger op het comptoir generaal. Een bekend verschijnsel was dat de opbrengst achter bleef bij de raming, omdat de autoriteiten weinig of geen medewerking vertoonden bij het handhaven der ordonnantiën waarnaar de belastingen geheven werden. De vraag rijst in hoever de taxaties van het inkomen overeenkwamen met de werkelijke toestand. | ||
+ | |||
+ | De taxaties waren in vele gevallen te laag. Degenen die te hoog waren getaxeerd protesteerden wel. Omdat de opbrengsten achterbleven bij de schattingen besloten de Staten op 12 september 1747 dat een ieder die meer dan f 2.000 bezat twee procent zou moeten betalen van de zuivere waarde van zijn vorderingen, | ||
- | De belasting werd geïnd door de gaarder die hiervoor twee procent collecteloon mocht berekenen. Hij droeg de ontvangen gelden af aan het gerecht | + | Ieder moest dus een staat van zijn bezit opmaken. Men kon betalen in specie of werk, goud of zilver |
- | Ieder moest dus een staat van zijn bezit opmaken. Men kon betalen in specie of werk, goud of zilver | + | Aan het einde van de 18e eeuw bestonden de inkomsten van Zaandam hoofdzakelijk uit de prikschot. Dit was een belasting, gebaseerd op een geschat inkomen |
- | Aan het einde van de 18e eeuw bestonden de inkomsten van Zaandam hoofdzakelijk uit de prikschot. Dit was een belasting, gebaseerd op een geschat inkomen of bezit of op een aanslag in de belasting op onroerend goed. De hoogte van de prik moest geregeld vastgesteld worden. In de [[franse_tijd|Franse tijd]] ging de prik regelmatig omhoog. In 1797 kwam de prik in [[Oostzaandam]] van f 8 op f 11. De inkwartiering der Franse troepen in 1795 en de inval der Engelsen en Russen in 1799 hebben bijzondere uitgaven van [[Westzaandam]] gevraagd. De inkwartiering in 1795 kostte ruim f 5.500. | + | De dorpen kregen toestemming opcenten te heffen op de landelijke imposten. Dat waren accijnzen op wijn, bier, turf en meel, op het schoorsteengeld en op de transportkosten van onroerende goederen. De indirecte belastingen, |
Daartegenover bedroegen de uitgaven f 24.190. De belangrijkste lasten waren: subsidie aan het dorps-. [[armenhuizen|wees- en armenhuis]] f 12.500, aflossingen en intrest f 4.237. In 1805 was er dus een tekort van f 5.880. In 1810 waren de inkomsten en uitgaven resp. f 28.806 en f 31.371. Oostzaan wist het klaar te spelen het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven te bewaren. Nadat in 1804 de schuldenlast in Oostzaandam opgelopen was tot bijna f 22.000 heeft men een plan goedgekeurd om 5/8 procent te heffen van de bezittingen van ieder die meer dan f 500 bezat. Deze heffing leverde f 23.909 op. Het bezit waarop geheven werd had dus een waarde van f 3.825.000. Hiermee was het hele tekort verdwenen. Ook de volgende jaren had men geen tekorten. | Daartegenover bedroegen de uitgaven f 24.190. De belangrijkste lasten waren: subsidie aan het dorps-. [[armenhuizen|wees- en armenhuis]] f 12.500, aflossingen en intrest f 4.237. In 1805 was er dus een tekort van f 5.880. In 1810 waren de inkomsten en uitgaven resp. f 28.806 en f 31.371. Oostzaan wist het klaar te spelen het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven te bewaren. Nadat in 1804 de schuldenlast in Oostzaandam opgelopen was tot bijna f 22.000 heeft men een plan goedgekeurd om 5/8 procent te heffen van de bezittingen van ieder die meer dan f 500 bezat. Deze heffing leverde f 23.909 op. Het bezit waarop geheven werd had dus een waarde van f 3.825.000. Hiermee was het hele tekort verdwenen. Ook de volgende jaren had men geen tekorten. | ||
- | De financiën van Oostzaandam stonden er veel gunstiger voor dan die van Westzaandam. De prikkel om met Westzaandam samen te gaan was in Oostzaandam dan ook niet groot. Een eerste voorstel in die richting werd resoluut afgewezen. In 1811 smolten Oost- en Westzaandam niettemin samen. In 1817 was de voornaamste bron van inkomsten van Zaandam de plaatselijke belasting op het gemaal, geslacht, dranken en turf. Deze indirecte belasting bracht 20 x zo veel op als de directe. Nu werden behalve voor de laatste nog tal van andere lasten, meestal voortvloeiende uit diensten | + | De financiën van Oostzaandam stonden er veel gunstiger voor dan die van Westzaandam. De prikkel om met Westzaandam samen te gaan was in Oostzaandam dan ook niet groot. Een eerste voorstel in die richting werd resoluut afgewezen. In 1811 smolten Oost- en Westzaandam niettemin samen. In 1817 was de voornaamste bron van inkomsten van Zaandam de plaatselijke belasting op het gemaal, geslacht, dranken en turf. Deze indirecte belasting bracht 20 x zo veel op als de directe. Nu werden behalve voor de laatste nog tal van andere lasten, meestal voortvloeiende uit diensten, bijvoorbeeld brandweer, onderhoud wegen en verlichting, hoofdelijk omgeslagen. Een eerste levensbehoefte als brood werd relatief zeer zwaar belast want er drukte ook een zware rijksbelasting op. Belasting op turf gold alleen voor de haardbrand. Die voor industriële doeleinden was vrij van accijns. De inning van en de controle op de accijnsheffing geschiedde volgens een vastgesteld reglement door de gemeentelijke ontvanger der accijnzen en zijn rechercheurs. |
Belastingtechnisch was het land verdeeld in een groot aantal kleine staatjes elk met een eigen stelsel van belastingheffing. De handel werd hierdoor ernstig belemmerd en smokkelen werd in de hand gewerkt. In 1816 hield de banne Westzaanden op te bestaan. De Zaangemeenten moesten op eigen benen staan. Voor de dekking van de kosten van de straatlantaarns en brandspuiten mocht Zaandijk een extra heffing doen van de belastingplichtigen. De personele belasting werd in die tijd belasting op het personeel genoemd. De belasting kende zes grondslagen: | Belastingtechnisch was het land verdeeld in een groot aantal kleine staatjes elk met een eigen stelsel van belastingheffing. De handel werd hierdoor ernstig belemmerd en smokkelen werd in de hand gewerkt. In 1816 hield de banne Westzaanden op te bestaan. De Zaangemeenten moesten op eigen benen staan. Voor de dekking van de kosten van de straatlantaarns en brandspuiten mocht Zaandijk een extra heffing doen van de belastingplichtigen. De personele belasting werd in die tijd belasting op het personeel genoemd. De belasting kende zes grondslagen: | ||
Regel 37: | Regel 42: | ||
2. [[haardsteden|haardsteden]]. Deze kenden een oplopend tarief. Bijvoorbeeld één schoorsteen 40 cent, twee schoorstenen 2 maal 45 cent enz. \\ | 2. [[haardsteden|haardsteden]]. Deze kenden een oplopend tarief. Bijvoorbeeld één schoorsteen 40 cent, twee schoorstenen 2 maal 45 cent enz. \\ | ||
3. deuren en vensters (geheven werd 40 cent tot f 1,10 naar gelang de grootte van de gemeenten; \\ | 3. deuren en vensters (geheven werd 40 cent tot f 1,10 naar gelang de grootte van de gemeenten; \\ | ||
- | 4. meubilair (één procent | + | 4. meubilair (1% over de geschatte waarde); \\ |
5. dienstboden en ander huispersoneel (f 4 tot f 7 per jaar); \\ | 5. dienstboden en ander huispersoneel (f 4 tot f 7 per jaar); \\ | ||
6. paarden (naar aantal en bestemming). | 6. paarden (naar aantal en bestemming). | ||
Regel 43: | Regel 48: | ||
Aanvankelijk werd het totaal op te brengen bedrag over alle bewoners verdeeld en deze moesten maar zorgen dat het binnen kwam. Later werd overgegaan tot meer gelijke heffing naar vaste maatstaven. Er werden zetters, schatters aangesteld met daarnaast tegenschatters, | Aanvankelijk werd het totaal op te brengen bedrag over alle bewoners verdeeld en deze moesten maar zorgen dat het binnen kwam. Later werd overgegaan tot meer gelijke heffing naar vaste maatstaven. Er werden zetters, schatters aangesteld met daarnaast tegenschatters, | ||
- | In 1891 ontstond in Koog opwinding over het voorstel de belasting op vooral de lagere inkomens te verhogen. Het voorstel werd aangenomen. Bij f 500 inkomen werd 0,4 procent | + | In 1891 ontstond in Koog opwinding over het voorstel de belasting op vooral de lagere inkomens te verhogen. Het voorstel werd aangenomen. Bij f 500 inkomen werd 0,4% in plaats van 0,18% belasting geheven. Het percentage liep op tot 0,9% bij een inkomen van f 750. Er werd een adres aan Gedeputeerde Staten gezonden met het verzoek het raadsbesluit ongeldig te verklaren. De leden van de gemeenteraad zouden zich hebben laten leiden door eigen belang. Gedeputeerde Staten weigerden hun goedkeuring aan de verordening te geven. |
De verordening op de zakelijke bedrijfsbelasting van 1921 ontmoette felle tegenstand. De belasting zou jarenlang een twistpunt blijven. In de Zaanstreek werden de bedrijven belast met een jaarlijks bedrag per werknemer. Waar vroeger de bedrijven, die veelal hun vertegenwoordiging in de gemeenteraad hadden, altijd werden ontzien, werd deze nieuwe belasting gezien als een revolutionaire ingreep. Twee jaar later werd een initiatiefvoorstel aangenomen waarbij de zakelijke bedrijfsbelasting werd ingetrokken. De zakelijke bedrijfsbelasting werd echter opnieuw ingevoerd na de verkiezingen van 1927, waarbij de socialisten een meerderheid verwierven. Toen kwam ook weer de in 1925 ingevoerde wegbelasting met een [[tolheffing|tolboom]] op de grens van Zaandijk en Wormerveer ter sprake. Protest van weggebruikers, | De verordening op de zakelijke bedrijfsbelasting van 1921 ontmoette felle tegenstand. De belasting zou jarenlang een twistpunt blijven. In de Zaanstreek werden de bedrijven belast met een jaarlijks bedrag per werknemer. Waar vroeger de bedrijven, die veelal hun vertegenwoordiging in de gemeenteraad hadden, altijd werden ontzien, werd deze nieuwe belasting gezien als een revolutionaire ingreep. Twee jaar later werd een initiatiefvoorstel aangenomen waarbij de zakelijke bedrijfsbelasting werd ingetrokken. De zakelijke bedrijfsbelasting werd echter opnieuw ingevoerd na de verkiezingen van 1927, waarbij de socialisten een meerderheid verwierven. Toen kwam ook weer de in 1925 ingevoerde wegbelasting met een [[tolheffing|tolboom]] op de grens van Zaandijk en Wormerveer ter sprake. Protest van weggebruikers, | ||
Regel 51: | Regel 56: | ||
**Literatuur: | **Literatuur: | ||
- | * Assendelft, | + | * [[boer_jan_de|Jan de Boer]] |
- | * Tusschen Kil en Twiske, J. de Boer; | + | * [[boer_jan_de|Jan de Boer]] |
- | * 350 jaar De Wijde Wormer, J. Haller; | + | * [[Jo Haller, |
- | * Op naar het 't licht, J.J. 't Hoen; | + | * [[hoen_jaap_t|Jacobus Johannes (Jaap) ’t Hoen]] |
- | * Historische Studiën over de Zaanstreek, S. Lootsma; | + | * [[braam|Prof. dr. Aris van Braam]] |
- | * Tussen Leven en Dood, Gosse Oosterbaan; | + | * [[oosterbaan|Gosse Oosterbaan]] |
- | * Vis a Saandyk, | + | * [[vis_mr_dirk|Dirk Vis]] en Jacob Vis Jzn, Vis a Saandyk; |
* Zaandam 150 jaar stad; | * Zaandam 150 jaar stad; | ||
* Zaanlandsch Jaarboek 1932; | * Zaanlandsch Jaarboek 1932; | ||
* De Zaende 1947; | * De Zaende 1947; | ||
* De Zaende 1950. | * De Zaende 1950. |