Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
jisp [2016/05/25 13:48] jan [Bevolking naar politieke gezindheid] |
jisp [2024/03/28 13:03] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
==== Jisp ==== | ==== Jisp ==== | ||
- | Tot 1991 zelfstandige gemeente, ten oosten van de Zaan, op de grens van Zaanstreek en Waterland. Het dorp is, gezien zijn verleden, te beschouwen als behorend bij de Zaanstreek. Jisp is met nog geen duizend inwoners verreweg het kleinste dorp binnen deze Zaanstreek. De buurtschap Spijkerboor | + | Tot 1991 zelfstandige gemeente, ten oosten van de Zaan, op de grens van Zaanstreek en Waterland. Het dorp is, gezien zijn verleden, te beschouwen als behorend bij de Zaanstreek. Jisp is met nog geen duizend inwoners verreweg het kleinste dorp binnen deze Zaanstreek. De buurtschap Spijkerboor |
Nadat het aantal winkels in Wormer toenam, richt een groot deel van de bevolking van Jisp zich op deze gemeente, mede gestimuleerd doordat Jisp en Wormer vrijwel onmerkbaar in elkaar overlopen. Bovendien gaat een groot deel van de jeugd van Jisp naar het mavo in Wormer. Ook uit de dagbladen die de bevolking van Jisp leest blijkt dat bewoners van de gemeente voornamelijk op de Zaanstreek zijn gericht. Een onderzoekje in augustus 1989 wees uit dat de Zaanse [[typhoon|Typhoon]] tweemaal zoveel wordt gelezen als de Waterlandse Nieuwe Noordhollandse Courant. De lezers van de NNC bleken bovendien vooral in Spijkerboor te wonen. | Nadat het aantal winkels in Wormer toenam, richt een groot deel van de bevolking van Jisp zich op deze gemeente, mede gestimuleerd doordat Jisp en Wormer vrijwel onmerkbaar in elkaar overlopen. Bovendien gaat een groot deel van de jeugd van Jisp naar het mavo in Wormer. Ook uit de dagbladen die de bevolking van Jisp leest blijkt dat bewoners van de gemeente voornamelijk op de Zaanstreek zijn gericht. Een onderzoekje in augustus 1989 wees uit dat de Zaanse [[typhoon|Typhoon]] tweemaal zoveel wordt gelezen als de Waterlandse Nieuwe Noordhollandse Courant. De lezers van de NNC bleken bovendien vooral in Spijkerboor te wonen. | ||
- | De verwarring over de vraag of Jisp al dan niet bij de Zaanstreek moet worden gerekend is al oud. [[loosjes|Loosjes]] nam het dorp niet op in zijn ' | + | De verwarring over de vraag of Jisp al dan niet bij de Zaanstreek moet worden gerekend is al oud. [[loosjes|Loosjes]] nam het dorp niet op in zijn ' |
- | Desondanks | + | Desondanks |
- | Het voorgestelde | + | Wormerland |
=== Naam === | === Naam === | ||
- | De oorsprong van de naam ' | + | De oorsprong van de naam ' |
=== Wapen === | === Wapen === | ||
- | Het wapen van Jisp bestaat uit een gouden lepelaar op een blauw (azuur of lazuur) veld. De lepelaar moet oorspronkelijk wit zijn geweest, terwijl het veld geen vaste kleur had. Het wapen, dat al in 1570 bestond, werd in 1816 door de Hoge Raad van Adel in de rijkskleuren bevestigd. De afbeelding op het wapen is in het verleden op twee manieren verklaard. Volgens de oudere schrijvers hielden de Jispers in het verleden zelf lepelaars, vanaf het midden van de 19e eeuw houdt men het erop dat de polder Jisp jaarlijks bezoek kreeg van een grote kolonie van deze vogels. | + | [{{ : |
+ | |||
+ | De lepelaar in het wapen van Jisp is door Soeteboom verklaard als afkomstig te wesen van de Leepelaren, die se veel te Jisp, en voornamelijk in het Oosteynde plachten te houden. Tot verval van kleyne Aal, Spiering, Pos, Bley, Gruntel en diergelijk, hielden se de Leepelaren tot hen heden vermaak, geschiedt op de Markten, dewijle dat die Vogelen na het aas zeer begeerig zijn. De ornitoloog [[https:// | ||
+ | |||
+ | Vermoedelijk hielden de Jisper vissers de lepelaars niet enkel 'voor vermaak', | ||
=== Bijnamen === | === Bijnamen === | ||
- | |||
- | Destijds gebruikelijke bijnamen voor Jispers waren: Jisper Moppen, Orebijters en Jisper Uilen. De laatste bijnaam werd vooral door inwoners van Wormer gebruikt, die op hun beurt juist weer Uilen werden genoemd door de Jispers. De scheldnaam Moppen tekende [[boekenoogen|Boekenoogen]] op uit de mond van een inwoner van de Wijde Wormer. De scheldnaam Orebijter ontstond volgens de overlevering nadat tijdens een vechtpartij een Jisper een stuk uit het oor van een inwoner van Neck had gebeten. | + | Destijds gebruikelijke bijnamen voor Jispers waren: Jisper Moppen, Orebijters en Jisper Uilen. De laatste bijnaam werd vooral door inwoners van Wormer gebruikt, die op hun beurt juist weer Uilen werden genoemd door de Jispers. De scheldnaam Moppen tekende [[boekenoogen|Gerrit Jacob Boekenoogen]] op uit de mond van een inwoner van de Wijde Wormer. De scheldnaam Orebijter ontstond volgens de overlevering nadat tijdens een vechtpartij een Jisper een stuk uit het oor van een inwoner van Neck had gebeten. |
=== Omvang, oppervlakte === | === Omvang, oppervlakte === | ||
- | De gemeente Jisp is een onderdeel van de polder Wormer Jisp en Nek. Voorts hoort een klein deel van de [[starnmeer|Starnmeerpolder]] tot het grondgebied. Daardoor grenst Jisp in het westen aan Wormer, in het noordwesten aan Graft-De Rijp, in het noorden | + | De gemeente Jisp is een onderdeel van de polder Wormer Jisp en Neck. Voorts hoort een klein deel van de [[starnmeer|Starnmeerpolder]] tot het grondgebied. Daardoor grenst Jisp in het westen aan Wormer, in het noordwesten aan Graft-De Rijp, in het noorden |
- | In het verleden behoorde Jisp, zoals de gehele Zaanstreek | + | In het verleden behoorde Jisp, zoals de gehele Zaanstreek en ook Neck, tot Kennemerland. Over de oudste grenzen van de banne Jisp bestaat geen adequate informatie. Volgens oude vermeldingen liepen Jisp en Neck in het verleden in elkaar over; het zich door zuidwester stormen uitbreidende meer, de Wormer, maakte daar een einde aan. Het is niet te schatten hoeveel grondgebied van Jisp toen is weggeslagen. Vóór het graven van het Noordhollands Kanaal (1820-1824) had Jisp een bebouwde lengte van ruim 1500 meter en bedroeg het grondgebied 623 hectare waarvan 421 hectare land. Nadien kreeg het dorp er in het westen gebied bij. |
In 1845 bestond de gemeente kadastraal uit ruim 1014 hectare land en water. Nadien deden zich slechts kleine wijzigingen voor. In 1988 was Jisp 1018 hectare groot (waarvan 201 hectare water). | In 1845 bestond de gemeente kadastraal uit ruim 1014 hectare land en water. Nadien deden zich slechts kleine wijzigingen voor. In 1988 was Jisp 1018 hectare groot (waarvan 201 hectare water). | ||
Regel 39: | Regel 42: | ||
De [[samenvoeging|samenvoeging]] tot Wormerland, die in 1980 voor het eerst ter sprake kwam, was niet de eerste samenvoeging waar Jisp bij was betrokken. In 1518 werden Jisp en Wormer samengevoegd. Deze samenvoeging werd in 1611 door de Staten van Holland en Westfriesland op verzoek van Jisp weer ongedaan gemaakt. Zie: [[Bestuur]] en rechtspraak 1.2.7. | De [[samenvoeging|samenvoeging]] tot Wormerland, die in 1980 voor het eerst ter sprake kwam, was niet de eerste samenvoeging waar Jisp bij was betrokken. In 1518 werden Jisp en Wormer samengevoegd. Deze samenvoeging werd in 1611 door de Staten van Holland en Westfriesland op verzoek van Jisp weer ongedaan gemaakt. Zie: [[Bestuur]] en rechtspraak 1.2.7. | ||
- | Tijdens de [[franse|Franse overheersing]] werd per Keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 Jisp met Wijde Wormer tot één gemeente verenigd. Dit samengaan was van korte duur. Bij Koninklijk Besluit werd de Franse maatregel op 13 december 1815 ontbonden. Eind jaren '30 van de 20e eeuw ontstonden er opnieuw ideeën over samenvoeging, | + | Tijdens de [[franse_tijd|Franse overheersing]] werd per Keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 Jisp met Wijde Wormer tot één gemeente verenigd. Dit samengaan was van korte duur. Bij Koninklijk Besluit werd de Franse maatregel op 13 december 1815 ontbonden. Eind jaren '30 van de 20e eeuw ontstonden er opnieuw ideeën over samenvoeging, |
=== Bevolking === | === Bevolking === | ||
- | Jisp is wat betreft het aantal inwoners verreweg de kleinste gemeente binnen de Zaanstreek. Ook wat betreft de bevolkingsdichtheid is Jisp onvergelijkbaar met de andere | + | Jisp is wat betreft het aantal inwoners verreweg de kleinste gemeente binnen de Zaanstreek. Ook wat betreft de bevolkingsdichtheid is Jisp onvergelijkbaar met de andere voormalige dorpen. Per vierkante kilometer woonden er in 1988 117 personen. Dit is zelfs aanzienlijk minder dan in de zeer grote voormalige gemeente Assendelft 290. Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer van Zaanstad was per augustus 1989: 1590. |
Afgezien van de economische bloeiperiode eind 16e/begin 17e eeuw heeft Jisp nooit meer dan ongeveer 1000 inwoners gehad. Door reconstructies en tellingen is het volgende overzicht samengesteld: | Afgezien van de economische bloeiperiode eind 16e/begin 17e eeuw heeft Jisp nooit meer dan ongeveer 1000 inwoners gehad. Door reconstructies en tellingen is het volgende overzicht samengesteld: | ||
- | <WRAP right round box 60%> | + | <WRAP right round box 50%> |
<csv> | <csv> | ||
jaar, aantal, jaar, aantal | jaar, aantal, jaar, aantal | ||
Regel 62: | Regel 65: | ||
- | De (meer dan) verdrievoudiging van het inwonertal tussen 1514 en 1622 was te danken aan de flinke economische voorspoed die het dorp toen kende (zie: Middelen van bestaan). Mogelijk heeft het dorp in de decennia na 1622 zelfs meer dan 2000 inwoners gekend; cijfers ontbreken. De kentering zette zich in na de zware brand van 1664 (waarbij meer dan 150 huizen verloren gingen) en duurde voort tot na de Franse tijd. | + | De meer dan verdrievoudiging van het inwonertal tussen 1514 en 1622 was te danken aan de flinke economische voorspoed die het dorp toen kende (zie: Middelen van bestaan). Mogelijk heeft het dorp in de decennia na 1622 zelfs meer dan 2000 inwoners gekend; cijfers ontbreken. De kentering zette zich in na de zware brand van 1664 waarbij meer dan 150 huizen verloren gingen en duurde voort tot na de Franse tijd. |
In de 20e eeuw werd het uitgangspunt van de gemeentebestuurders om Jisp het Zaanse landelijke karakter te laten behouden. Alleen achter de kerk legde men een klein wijkje aan om tegemoet te komen aan de grote vraag naar huizen op het platteland. Sindsdien heeft het aantal inwoners zich iets onder de duizend gestabiliseerd. | In de 20e eeuw werd het uitgangspunt van de gemeentebestuurders om Jisp het Zaanse landelijke karakter te laten behouden. Alleen achter de kerk legde men een klein wijkje aan om tegemoet te komen aan de grote vraag naar huizen op het platteland. Sindsdien heeft het aantal inwoners zich iets onder de duizend gestabiliseerd. | ||
Regel 69: | Regel 72: | ||
- | De ontkerkelijking in Jisp verliep veel geleidelijker dan in de rest van de Zaanstreek, die reeds vóór 1940 bekend stond als de meest onkerkelijke streek van Nederland. Wellicht doordat Jisp buiten de industriële kern van de streek ligt en doordat het deels agrarische karakter behouden bleef, heeft met name de Nederlands Hervormde Kerk lang veel lidmaten behouden. | + | De ontkerkelijking in Jisp verliep veel geleidelijker dan in de rest van de Zaanstreek, die reeds vóór 1940 bekend stond als de meest onkerkelijke streek van Nederland. Wellicht doordat Jisp buiten de industriële kern van de streek ligt en doordat het deels agrarische karakter behouden bleef, heeft met name de Nederlands Hervormde Kerk lang veel lidmaten behouden. |
{{ : | {{ : | ||
=== Bevolking naar politieke gezindheid === | === Bevolking naar politieke gezindheid === | ||
- | In de tabel is de samenstelling van de gemeenteraad vanaf 1923 vermeld. Daarbij moet worden opgemerkt dat de protocollen van de jaren 1935, 1939, 1946, 1949 en 1974 ontbreken; voor zover mogelijk is de zetelverdeling in die jaren ontleend aan de in kranten gepubliceerde uitslagen. De lokale politiek in de raad is dus, zoals de zetelverdeling toont, jarenlang in belangrijke mate door de plaatselijke partijen bepaald. Begrippen als '1inks` en ' | + | In de tabel is de samenstelling van de gemeenteraad vanaf 1923 vermeld. Daarbij moet worden opgemerkt dat de protocollen van de jaren 1935, 1939, 1946, 1949 en 1974 ontbreken; voor zover mogelijk is de zetelverdeling in die jaren ontleend aan de in kranten gepubliceerde uitslagen. De lokale politiek in de raad is dus, zoals de zetelverdeling toont, jarenlang in belangrijke mate door de plaatselijke partijen bepaald. Begrippen als '1inks' |
Met name het lokaal sterke verbond van de CPN en de PPR profiteerde van deze ' | Met name het lokaal sterke verbond van de CPN en de PPR profiteerde van deze ' | ||
Regel 81: | Regel 84: | ||
- | Jisp had tussen 1811 en 1989 dertien burgemeesters. Vijf van hen waren afkomstig uit het geslacht Wildschut. Van de laatste vijf burgemeesters waren er vier slechts als waarnemend burgemeester benoemd. Een nog groter aantal was tegelijk ook burgemeester van een andere gemeente. Notaris Cornelis van Maenen wordt genoemd als de eerste maire van de gemeente Jisp. Hij was al in 1775 benoemd tot schout en secretaris en werd in 1811 benoemd als eerste burgemeester van de samengevoegde gemeente Jisp-Wijde Wormer. Hij bleef dat tot zijn overlijden op 18 november 1814. Zijn taak werd overgenomen door C. Boom, die burgemeester bleef tot Jisp en Wijde Wormer in 1817 weer werden gesplitst. Johannes Wildschut werd toen de eerste van de ' | ||
- | Zijn zoon Cornelis werd in 1918 burgemeester. In 1923 verhuisde hij uit de gemeente. Inmiddels was het burgemeestersambt ' | + | Jisp telde tussen 1811 en 1989 dertien burgemeesters. Vijf van hen waren afkomstig uit het geslacht Wildschut. Van de laatste vijf burgemeesters waren er vier slechts als waarnemend burgemeester benoemd. Een nog groter aantal was tegelijk ook burgemeester van een andere gemeente. |
- | + | ||
+ | Notaris [[https:// | ||
+ | |||
+ | Zijn taak werd overgenomen door C. Boom, die burgemeester bleef tot Jisp en Wijde Wormer in 1817 weer werden gesplitst. | ||
+ | |||
+ | Johannes Wildschut werd toen de eerste van de [[https:// | ||
+ | |||
+ | Zijn zoon Cornelis werd in 1918 burgemeester. In 1923 verhuisde hij uit de gemeente. Inmiddels was het burgemeestersambt ' | ||
=== Bewoningsgeschíedenis === | === Bewoningsgeschíedenis === | ||
- | Over het ontstaan van Jisp is vrijwel niets bekend. Alle auteurs zijn het erover eens dat het dorp (met Wormer, Assendelft en Oostzaan) tot de oudste nog bestaande Zaanse nederzettingen behoort. Een definitief bewijs voor het vermoeden dat het dorp reeds in de 12e/13e eeuw bestond is echter nooit geleverd. De oudste schriftelijke vermelding van het dorp Gispe dateert uit 1321, in welk jaar [[zaanden1|Jan van Zaanden]] de helft van een reeds langere tijd bestaande meelmolen in zijn bezit kreeg. Jisp lag nabij de meren de Beemster en de Wormer, die in open verbinding met de Zuiderzee stonden. Dit bracht het dorp zowel voor- als tegenspoed. Hiervoor (oppervlakte, | + | [{{ : |
+ | |||
+ | De oudste schriftelijke vermelding van het dorp Gispe dateert uit 1321, in welk jaar [[zaanden1|Jan van Zaanden]] de helft van een reeds langere tijd bestaande meelmolen in zijn bezit kreeg. Jisp lag nabij de meren de Beemster en de Wormer, die in open verbinding met de Zuiderzee stonden. Dit bracht het dorp zowel voor- als tegenspoed. Hiervoor (oppervlakte, | ||
In de 17e eeuw werden de grote Noordhollandse meren drooggelegd, | In de 17e eeuw werden de grote Noordhollandse meren drooggelegd, | ||
Regel 95: | Regel 106: | ||
=== Middelen van bestaan === | === Middelen van bestaan === | ||
- | Het is opmerkelijk dat de economische bloeiperiode van Jisp (en Wormer) gelijkvalt met die van het gewest Holland. Voor zover uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt, kende Jisp de grootste welvaart in de zogenoemde 'Gouden Eeuw', | + | Het is opmerkelijk dat de economische bloeiperiode van Jisp en Wormer gelijkvalt met die van het gewest Holland. Voor zover uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt, kende Jisp de grootste welvaart in de Gouden Eeuw die volgens de economisch-historici omstreeks 1660 eindigde. Dat was dus ook de tijd waarin Jisp een omslag kende. Nadien kwijnde de Jisper economie ruim anderhalve eeuw. Daarmee ligt de periode van bloei voor Jisp ruim vóór die van de overige Zaanstreek, waar de bloeiperiode later begon en langer voortduurde. De eerste berichten over de middelen van bestaan van Jisp stammen uit het einde van de 15e eeuw. |
- | In 1494 verklaarde een aantal mannen uit de dorpen Wormer en Jisp, dat de bewoners van die plaatsen zich bezig hielden met de haringvisserij. Zij deden dat- gedwongen | + | In 1494 verklaarde een aantal mannen uit de dorpen Wormer en Jisp, dat de bewoners van die plaatsen zich bezig hielden met de haringvisserij. Zij deden dat gedwongen niet als reders van de schepen maar als schepeling in dienst van anderen. In genoemd jaar 1494 had namelijk Jonker Frans van Brederode de gehele vloot van Wormer en Jisp op de Maasrede verbrand, en de dorpen hadden geen middelen om een nieuwe vloot op te bouwen. Sedertdien meldden zij, als het seizoen was geopend, zich aan de Maasmonding om op andere schepen aan te monsteren. |
- | De haringvaart was niet de enige bron van bestaan. Er werd in het dorp tevens aan [[veehouderij]] en [[akkerbouw]] gedaan. De akkerbouw was primitief en kleinschalig. Het land was vochtig en bevatte onvoldoende voedingsstoffen. Om dit te verbeteren baggerde men wel slib uit sloten, op de verspreide modder verbouwde men dan granen. De oorzaken van de bloei die Wormer en Jisp vervolgens doormaakten zijn niet te achterhalen, | + | De haringvaart was niet de enige bron van bestaan. Er werd in het dorp tevens aan veehouderij en akkerbouw gedaan. De akkerbouw was primitief en kleinschalig. Het land was vochtig en bevatte onvoldoende voedingsstoffen. Om dit te verbeteren baggerde men wel slib uit sloten, op de verspreide modder verbouwde men dan granen. De oorzaken van de bloei die Wormer en Jisp vervolgens doormaakten zijn niet te achterhalen, |
- | In 1567 voeren drie schepen uit Jisp als eerste uit de Zaanstreek door de Sont om aan de [[Oostzeehandel]] deel te nemen. De oorlog tegen de Spaanse troepen betekende in menig opzicht een ramp voor Jisp. De haringvangst leed zware schade, niet alleen doordat er schepen verloren gingen maar vooral doordat de dichtbevolkte afzetgebieden in de Zuidelijke Nederlanden en het Duitse Rijngebied onbereikbaar werden. De reders uit Wormer en Jisp gingen zich met andere zaken bezighouden; | + | Tot het begin van de Tachtigjarige Oorlog waren Wormer en Jisp daarmee de enige dorpen in Noord-Holland met een eigen vloot. In 1614 verklaarde men dat vóór ' |
+ | |||
+ | In 1567 voeren drie schepen uit Jisp als eerste uit de Zaanstreek door de Sont om aan de [[Oostzeehandel]] deel te nemen. De oorlog tegen de Spaanse troepen betekende in menig opzicht een ramp voor Jisp. De haringvangst leed zware schade, niet alleen doordat er schepen verloren gingen maar vooral doordat de dichtbevolkte afzetgebieden in de Zuidelijke Nederlanden en het Duitse Rijngebied onbereikbaar werden. De reders uit Wormer en Jisp gingen zich met andere zaken bezighouden; | ||
In tegenstelling tot de andere Zaandorpen bleven Wormer en Jisp tussen 1572 en 1576 grotendeels gespaard voor het oorlogsgeweld. Waarschijnlijk doordat een deel van deze beide dorpen bezit was van poorters uit het aan Spaanse zijde staande Amsterdam, werd er niet of nauwelijks geplunderd of platgebrand. Doordat ze gespaard waren konden Wormer en Jisp na het wegtrekken van de Spaanse troepen snel tot bloei komen. De oorzaak van deze bloei was een geheel nieuwe tak van nijverheid: de [[beschuitbakkerij]]. | In tegenstelling tot de andere Zaandorpen bleven Wormer en Jisp tussen 1572 en 1576 grotendeels gespaard voor het oorlogsgeweld. Waarschijnlijk doordat een deel van deze beide dorpen bezit was van poorters uit het aan Spaanse zijde staande Amsterdam, werd er niet of nauwelijks geplunderd of platgebrand. Doordat ze gespaard waren konden Wormer en Jisp na het wegtrekken van de Spaanse troepen snel tot bloei komen. De oorzaak van deze bloei was een geheel nieuwe tak van nijverheid: de [[beschuitbakkerij]]. | ||
- | Over de oorsprong van de beschuitbakkerij kan men slechts gissen. Mogelijk moet die al in het begin van de 16e eeuw worden gezocht, maar het hoogtepunt lag in het begin van de 17e eeuw. De productie bestond overwegend uit hard, lang houdbaar scheepsbeschuit. Daarvan werd (door de houdbaarheid) ook veel aan particulieren verkocht. Hiervoor trok men vooral naar de twee speciaal daarvoor ingerichte markten te Amsterdam. In 1638 verkochten blijkens Amsterdamse gegevens 135 ' | + | Over de oorsprong van de beschuitbakkerij kan men slechts gissen. Mogelijk moet die al in het begin van de 16e eeuw worden gezocht, maar het hoogtepunt lag in het begin van de 17e eeuw. De productie bestond overwegend uit hard, lang houdbaar scheepsbeschuit. Daarvan werd vanwege |
+ | |||
+ | Ook de toeleveringsbedrijven voor de beschuitbakkerij brachten welvaart; er stonden vier korenmolens in Jisp en acht in Wormer. In de hoogtijjaren voeren wekelijks meer dan 80 schepen uit Wormer en Jisp naar Amsterdam, | ||
- | Ook de toeleveringsbedrijven voor de beschuitbakkerij brachten welvaart; er stonden vier korenmolens in Jisp (acht in Wormer) en in de hoogtijjaren voeren wekelijks meer dan 80 schepen uit Wormer en Jisp naar Amsterdam (zie: [[Beschuitvaart]]). Ondanks de enorme en snelle terugval van de beschuitbakkerij wist de Jisper bevolking zich enigszins staande te houden. Dat kwam enerzijds door de [[walvisvaart]] en anderzijds door de [[zeilenmakerij]]. | + | In 1637 was Cornelis Cornelisz Ploeg de eerste Commandeur uit Jisp die ter walvisvaart voer. In 1640 vertrokken er al vier schepen. Drie commandeurs hadden toen ook hun eigen traankokerij en zorgden dus ook aan wal voor enige werkgelegenheid. In totaal waren er zeven traankokerijen in Jisp in bedrijf. De walvisvaart kende in Jisp tussen 1740 en 1750 de grootste omvang, toen jaarlijks zeven à acht walvisvaarders werden uitgereed. In de meeste andere jaren waren dat er drie à vier. |
- | Over de omvang van de [[rolrederij|rolrederij]] en de zeilmakerij in Jisp zijn geen gegevens bekend. Deze bedrijfstak zal evenals de walvisvaart na 1750 gestadig zijn teruggelopen en in de [[franse|Franse tijd]] geheel zijn beëindigd. Niet alleen de beschuitbakkerij bracht Jisp vermaardheid, | + | Over de omvang van de [[rolrederij]] en de zeilmakerij in Jisp zijn geen gegevens bekend. Deze bedrijfstak zal evenals de walvisvaart na 1750 gestadig zijn teruggelopen en in de [[franse_tijd|Franse tijd]] geheel zijn beëindigd. Niet alleen de beschuitbakkerij bracht Jisp vermaardheid, |
Vanaf het einde van de 16e eeuw tot 1696 hielden telgen uit het geslacht 'Taems en Ploegh' | Vanaf het einde van de 16e eeuw tot 1696 hielden telgen uit het geslacht 'Taems en Ploegh' | ||
Regel 135: | Regel 150: | ||
Deze cijfers komen redelijk overeen met het beeld dat Van der Aa in 1849 schetste. In zijn Aardrijkskundig Woordenboek stelde hij dat een groot deel van de bevolking een bestaan vond in de kaasmakerij, | Deze cijfers komen redelijk overeen met het beeld dat Van der Aa in 1849 schetste. In zijn Aardrijkskundig Woordenboek stelde hij dat een groot deel van de bevolking een bestaan vond in de kaasmakerij, | ||
+ | |||
+ | Lees ook: [[https:// | ||
== Literatuur == | == Literatuur == | ||
- | * A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden deel 6, Gorinchem 1845; | + | * [[aj_van_der_aa|Abraham Jacob van der Aa]], Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden deel 6, Gorinchem 1845; |
- | * J. Honig Jsz. Jr, Geschiedenis der Zaanlanden, Zaandijk 1849; | + | * [[honig_jacob_janszoon_jr|Jacob |
- | * C. Mol, Uit de geschiedenis van Wormer, Amsterdam 1966; | + | * [[mol1|Cornelis ' |
* H. Kapteijn, Het Schermerland, | * H. Kapteijn, Het Schermerland, | ||
- | * A.M. van der Woude, Het Noorderkwartier, | + | * [[woude|Adrianus Maria ' |
- | * H.P. Moelker, Het dorp aan de rivier de Ghyspe, Purmerend 1976; | + | * [[moelker|Hubrecht Pieter |
- | * P. Boorsma, Duizend Zaanse Molens, Wormerveer 1950; | + | * [[Boorsma|Pieter |
- | * A. van Braam, De Zaan, Zaandam 1948; | + | * [[braam|Prof. dr. Aris van Braam]], De Zaan, Zaandam 1948; |
- | * J . Haller, 350 jaar Wijde Wormer, Wormerveer z.j. ; | + | * J. Haller, 350 jaar Wijde Wormer, Wormerveer z.j. ; |
* Waterlandraad, | * Waterlandraad, | ||
- | * L. van Ollefen, Stads- en Dorpsbeschrijver van Kennemerland, | + | * [[https:// |
- | * D. Vis, De Zaanstreek, Leiden 1948; | + | * Dirk Vis, De Zaanstreek, Leiden 1948; |
- | * G.J. Boekenoogen, | + | * [[boekenoogen|Gerrit Jacob Boekenoogen]], De Zaanse Volkstaal, Zaandijk 1971; |
- | * C. Mol, Bijzonderheden over het voormalige en het tegenwoordige | + | * [[mol1|Cornelis ' |
- | * G.J. Honig: De Zaanse burgemeesters sedert 1814, In: De Zaende, | + | * [[Honig, Gerrit Jan|Gerrit Jan Honig]]: De Zaanse burgemeesters sedert 1814. |
+ | \\ | ||
+ | \\ | ||
+ | **Zie ook**: | ||
+ | <wrap tabs> | ||
+ | * [[Assendelft]] | ||
+ | * [[Jisp]] | ||
+ | * [[Knollendam]] | ||
+ | * [[Koog]] | ||
+ | * [[Krommenie]] | ||
+ | * [[Krommeniedijk]] | ||
+ | * [[Westzaan]] | ||
+ | * [[Wormer]] | ||
+ | * [[Wormerveer]] | ||
+ | * [[Oostzaan]] | ||
+ | * [[Zaandam]] | ||
+ | * [[Zaandijk]] | ||
+ | </ | ||
+ |