Dit is een oude revisie van het document!
(1754-1823)
Al bij zijn leven wa- ren de meningen over Hendrik Chns- tiaan Gobel ver deeld Omstreeks de tijd van zijn aftre- den als burgemees ter van Zaandam verscheen in Am sterdam een rijm van 56 versregels, getiteld 'Beschuldi- gende karakter- schets van zekeren Noordhollandschen Judas, bijgenaamd HEINTJE den DRAAIJER, voor- gesteld aan alle waarheids-vrienden door mr D van S ' Dit gedicht volgt het leven van Gobel, met het die- nen van steeds an- dere bazen, en ein- digt met het voorstel voor een grafschrift 'Hier ligt Schele Hein - een van draaijers bazen/ Die inpleitzaal, zich verdedigde met ra- zen/Dat hier zijn stinkend lijk in deze grajkuil rot/Is voor het beledigd' volk, een weldaad van hun God Dit tegen Gobel ge nchte gedicht leidde tot de uitgave van een verdedigend ge- dicht door de Zaan- damse boekverko- per Klaas Vermeu- len, getiteld 'De beschuldigende ka- rakterschets van den zogenaamden Noordhollandschen Judas, bijgenaamd HEINTJE den DRAAIJER ter toetsing voorgesteld aan alle vrienden van rust en waar- heid' Dit njm ein- digt met een reactie op het hierboven vermelde voorge- stelde grafschrift 'HIJ stelt zich niet gelijk met laffe vloe- kers-basenlDie zich, van schuld be- wust, verdedigen met razen IHij ziet vergevend neer op een bemjders roti Met de onschuld in het hart verschijnt hij eens voor God
A1 bij zijn leven wa- ren de meningen over Hendrik Chris- tiaan Gobel ver- deeld. Omstreeks de tijd van zijn aftre- den als burgemees- ter van Zaandam verscheen in Am- sterdam een rijm van 56 versregels, getiteld: 'Beschuldi- gende karakter- schets van zekeren Noordhollandschen Judas, bijgenaamd HEINTJE den DRAAIJER, voor- gesteld aan alle waarheids-vrienden door mr. D. van S. .. ' Dit gedicht volgt het leven van Gobel, met het die- nen van steeds an- dere bazen, en ein- digt met het voorstel voor een grafschrift: “Hier ligt Schele Hein - een van draaijers bazen/ Die in pleitzaal, zich verdedigde met ra- zen/Dat hier zijn stinkend lijk in deze grafkuil. rot/ls voor het beledigd* volk, een i-veldaad van hun' God. ` Dit tegen Göbel ge- richte gedicht leidde tot de uitgave van een verdedigend ge- dicht door de Zaan- damse boekverko- per Klaas Vermeu- len, getiteld: *De beschuldigende ka- rakterschets van den zogenaamden Noordhollandschen Judas, bijgenaamd HEINTJE den DRAAJJER. ter toetsing voorgesteld aan alle vrienden van rust en waar- heid'. Dit rijm ein- di gt met een reactie op het hierboven vermelde voorge- stelde grafschrift: 'Hij stelt zich niet gelijk met lafie vloe- kers-basen/Die zich, van schuld be- wust, verdedigen met razen:/Hij ziet vergevend neer op een benijders rot/ Met de onschuld in hei` hart verschijnt hij eens voor God.
Eerste burgemeester van (de pas gevormde
stad) Zaandam (1812-1814), daarvoor maire
van Westzaandam (1811), secretaris van de
banne van Westzanen (1783-1811) en nota
ris Gobel maakte zich in zijn Zaanse periode
allerminst geliefd, getuige ook zijn bijnaam
'Hein de Draayer'
Alvorens Gobel naar de Zaanstreek kwam,
werkte hij onder andere als schout en secreta-
ns in Ouderkerk aan de Amstel (tot 1783)
Over zijn voorgeschiedenis is overigens be-
trekkelijk weinig overgeleverd, wel is be-
kend dat hij zich in 1788 'in hogere kringen
inhuwde' Hij was stellig een man met capa
citeiten, volgens mr J W Groesbeek 'een
Ijverig en bekwaam ambtenaar, die tevens als
notans een behoorlijke praktijk opbouwde'
In de Zaanse geschiedschnjving wordt hij
echter vnjwel uitsluitend negatief benaderd
Met name dat hij met iedere wind meewaaide
(vandaar 'Hein de Draayer') wordt hem ver-
weten In zijn eerste jaren in Zaandam deed
hij zich voor als een vurig patriot, na de oran-
gistische restauratie van 1787 liep hij echter
als een der eersten met een oranje kokarde
op. vervolgens diende hij de Bataven en later
de Fransen (die hem verhieven tot Ridder in
het Legioen van Eer), terwijl hij na de bevnj-
dmg van 1813 zich inspande om het Koning
Willem l tijdens diens bezoek aan Zaandam
zo goed mogelijk naar de zin te maken. Zijn
optreden tijdens de opstand van 1813 wordt
dubieus genoemd (Gobel was tijdens de op-
stand spoorloos verdwenen), terwijl voorts
vraagtekens worden gezet bij de hoogte van
het legaat dat hij bij zijn overlijden naliet. De
rol die Gobel speelde bij de samenvoeging
tot Zaandam is niet bekend; enerzijds wordt
vermoed dat hij daar (als baantjesjager) ach-
ter zat, anderzijds wordt dit vermoeden gelo-
genstraft doordat Gobel vlak na zijn benoe-
ming ontslag aanvroeg (hetgeen hem werd
geweigerd). Zijn volgende ontslagaanvrage,
na rellen in 1814, werd wel gehonoreerd.
Bij alle negatieve kritiek moet bedacht wor-
den dat deze vooral werd ingegeven door wat
Jacob Honig Jansz. Jr. later over Göbel
schreef. Honig mag als geschiedschrijver
niet objectief genoemd worden, zeker niet
waar het zijn aantekening over de Franse
tijd betreft.