Dit is een oude revisie van het document!
Guisveld
Tegenwoordige (pas in de jaren `60 ontstane) naam voor een deel van het Westzijderveld, gelegen tussen de spoorlijn, Rooswijk te Zaandijk, de Middel te Westzaan en de Nauemase Vaart. Het kerngebied heeft een oppervlakte van ongeveer 153 hectare (zie het kaartje hiernaast) en is ten dele eigendom van Staatsbosbeheer. Deze eigendom kwam tot stand na onder meer acties van de Werkgroep Behoud Guisveld en de Vogelwacht Zaanstreek, die een verkoop-actie voerden van zeer kleine kavels, de aldus aan particulieren 'verkochtel grond is aan Staatsbosbeheer overgedragen. Over de bestemming van het Guisveld wordt al enkele tientallen jaren gediscussieerd. Volgens eind jaren '60 gemaakte plannen zou het veld worden bebouwd en zelfs een centrumfunctie in de (toen nog toekomstige) gemeente Zaanstad krijgen. Vooruitlopend op deze ontwikkeling, enigszins voorbarig dus, werd direct na de vorming van Zaanstad het stadhuis (De Banneho? aan de rand van het toen nog onbebouwde gebied neergezet. Samenwerkende milieu- en natuurorganisaties voerden succesvol actie tegen de gemeentelijke voornemens. Zij verzamelden bijvoorbeeld 27.000 handtekeningen voor het behoud als natuurgebied en bereikten dat een meerderheid van Provinciale Staten hun argumenten ovemam. Gedeputeerde Staten kwamen zelfs tot de uitspraak dat het Guisveld “een gebied van zeer hoge waarde en internationale allure' is. Daarmee scheen een status quo te zijn bereikt, ook de gemeenteraad van Zaanstad sprak zich namelijk in meerderheid uit tegen bebouwing. Als compromis (waarbij de aetievoerende organisaties zieh neerlegden) zouden ten hoogste 1300 huizen aan de westzijde van de spoorlijn tussen Zaandijk en Wormerveer kunnen worden gebouwd. Het kerngebied zou daardoor niet worden aangetast. Zekerheid van duurzaam behoud blijkt daarmee niet te zijn bereikt. In 1989 is de discussie hervat op grond van een voor het ROA (Regionaal Overleg Amsterdam, zie: Agglomeratie-overleg) vervaardigd rapport, waarin het Guisveld is gedacht als bouwlokatie voor een groot deel van de ongeveer 26.000 woningen die - althans volgens dat rapport - de komende decennia in de Zaanstreek moeten worden gebouwd. Of de gemeenteraad van Zaanstad en Provinciale Staten onder de druk van een voor de bebouwing pleitende lobby bij de eerdere uitspraken zullen blijven is niet zeker. Ook gedeeltelijke bebouwing zal het natuurgebied verloren doen gaan; berekend is dat wanneer op een derde deel van het kemgebied woningbouw zou plaats hebben de vogelstand met tenminste 80 % afneemt. Het Guisveld is feitelijk een brak veenmoeras waarin overigens eeuwen achtereen ook de veehouderij is bedreven. Veenmoerassen, die vroeger grote delen van Holland en Utrecht besloegen, zijn zeldzaam geworden. Het Guisveld is een van de laatste van deze aard en heeft bovendien nog het speciale karakter van brakwaterveen behouden. Hierdoor komen in het veld zeldzame, vrijwel uitgestorven planten voor, zoals lepelblad, ronde zonnedauw, addertong, rietorchis, welriekende nachtorchis en koningsvaren. Door de rust in de polder en de gesteldheid van de bodem komen er grote aantallen weidevogels (kievitten, grutto`s, tureluurs en kemphanen) voor en zeldzame vogelsoorten zoals roerdomp, bruine kiekendief, watersnip, snor en baardmannetje. Landschappelijk is het Guisveld langzamerhand uniek binnen de Zaanstreek geworden; de meeste vergelijkbare veenmoerassen in Zaanstad zijn inmiddels geciviliseerd. Het slagenlandschap heeft hier nog het historisch ontstane slotenpatroon, waardoor een soort eilandenrijk ontstond van door sloten omringde graslandjes die elk een afzonderlijk poldertje vormen. Recreatief is het veld van zeer bescheiden betekenis. Men waakt voor toename van de plezier(motor)vaart in verband met de noodzakelijke rust in de natuur. Het slagenlandschap ontstond in de late middeleeuwen door ontwatering (door middel van het graven van vele sloten), waardoor snelle inklinking optrad. Er is daarna eeuwenlang door veehouders op geboerd. Een economisch verantwoorde bedrijfsvoering is in het Guisveld voor hen echter nauwelijks mogelijk. De kleine landjes zijn alleen varend te bereiken. Het gevolg tekende zich na de Tweede Wereldoorlog af: het land werd minder goed onderhouden, sloten groeiden dicht en er ontstond een verrui ging door overmatige rietgroei, bramen, elzen, wilgen en vlieren. Al ongeveer tien jaar worden de boeren bij het beheer van het Guisveld bijgestaan door vrijwilligers, die allerlei werkzaamheden uitvoeren teneinde het gebied het oorspronkelijke, unieke karakter te laten behouden. Het heeft wel eens de schijn dat buitenlandse natuurliefhebbers (die regelmatig aan de werkkampen deelnemen) meer oog voor de cultuurhistorische, landschappelijke, botanische en omitologische waarde van het Guisveld hebben dan de Zaankanters zelve. K. Woud! Enkele bronnen: De biologische betekenis van het buitengebied van Zaanstad (1977); Guisveld, nog steeds niet uitgeteld (1979); Bestemmingsplan Guisveld (Kontakt Milieubeheer Zaanstreek, 1981); Verslagen van de Werkgroep Beheer Guisveld.