(1954)

Pianodocent die in 1985 zijn pianostudio opende in Krommenie. Daarvoor had hij in het zelfde dorp een pianostudio aan de Insulindelaan, maar hij vertrok daar omdat hij wegens geluidsoverlast geen gebruik mocht maken van een van zijn vleugels. Mattheus Smits staat bekend als een grote tegenstander van geïnstitutionaliseerde kunst: altijd voorspelde hij het failliet van het gesubsidieerde cultuurbestel. ‘Alles wat permanent aan een infuus moet is niet levensvatbaar.’

In 2013 verscheen van zijn hand het boek met etudes van Jean Amédée le Froid de Meraux en is hij bekend onder Chopin-specialisten en docenten van conservatoria. Hij haalde ook veel internationaal succes met het boek over Ervin Nyire Gyhazi. Als beheerder van de nalatenschap van Gyhazi had Smits meegewerkt aan boek over dit grootse pianotalent: De psychologie van een wonderkind door professor Géza Révész. Dat werd vooral internationaal een bestseller, vertaald in het Engels en Duits. De New York Times roemde Gyhazi als een verloren genie, hoewel de man altijd zei te willen leven vóór de kunst, niet van de kunst. Dat leverde een roerig leven op met veel echtgenotes en drank. Zijn biografie is inmiddels wereldberoemd.