Dit is een oude revisie van het document!


De gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voor de Zaanstreek en haar inwoners kunnen niet los worden gezien van wat toen elders gebeurde. Bezetting, verlies van vrijheid, armoede, deportaties, spoorwegstaking, honger, verzet en executies, de Zaanstreek kreeg er haar deel van.

Voor de samenhang eerst algemene overzichten, een internationaal en een nationaal.

l. Internationaal

Op 1 september 1939 viel Duitsland, dat sinds januari 1933 werd geleid door de nationaal-socialistische dictator Adolf Hitler (de Führer), binnen in Polen. Het was uit op verovering van 'Lebensraum`, vooral in OostEuropa. Twee dagen later verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. Dat was het begin van de Tweede Wereldoorlog. Die duurde in Europa tot op 8 mei 1945 de restanten van het Duitse leger onvoorwaardelijk capituleerden. De Duitse bondgenoot Italië die injuni 1940 was gaan meedoen aan de oorlog had zich al in het midden van 1943 overgegeven. De voornaamste overwinnaars in Europa waren Engeland. de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. de zogenaamde Grote Drie. De strijd tegen Duitsland was hun gemeenschappelijke belang geweest. ondanks aanzienlijke onderlinge tegenstellingen die na 1945 gingen overheersen. De Duitse bondgenoot Japan gaf zich feitelijk aan de Verenigde Staten over op 15 augustus 1945. formeel op 2 september 1945.

Daaraan vooraf ging dat op zijn steden Hiroshima (6 augustus) en Nagasaki (9 augustus) elk een Amerikaanse atoombom was gegooid en dat daar tussen, op 8 augustus, de SovjetUnie Japan de oorlog had verklaard. De Sovjet-Unie raakte ondanks een in 1939 gesloten niet-aanvalsverdrag met Duitsland bij de oorlog betrokken door een onverhoedse Duitse inval op 22 juni 1941. In de oorlogswinter 1941-1942 drongen de Duitsers door tot een paar kilometer van Moskou, in de winter 1942-1943 tot in Stalingrad. Zij werden tenslotte teruggedreven tot in Berlijn en aan de Elbe. De Verenigde Staten moesten zich rechtstreeks in de oorlog mengen nadat op 7 december 1941 de Japanse luchtmacht bij verrassing de Amerikaanse Pacificvloot in Pearl Harbour vernietigde en op 11 december 1941 Hitler de Verenigde Staten de oorlog verklaarde. De Verenigde Staten vochten op een aantal fronten: in de Pacific tegen Japan en samen met Engeland eerst in Noord-Afrika en daarna in Zuid-Europa tegen Italië en Duitsland; sinds 6 juni 1944, de dag van de invasie in Normandië, in WestEuropa tegen Duitsland alleen. Zij werden gesteund door onder anderen Canadezen, Australiërs en in Engeland gevormde strijdkrachten van Fransen, Polen en Nederlanders (de Prinses Irenebrigade).

Ook de westelijke geallieerden waren op 8 mei 1945 diep in Duitsland doorgedrongen. Hitler was toen al dood. Op 30 april 1945 pleegde hij op 56-jarige leeftijd zelfmoord in zijn bunker in Berlijn. De Tweede Wereldoorlog heeft ca. 50 à 55 miljoen mensen het leven gekost, onder wie zes miljoen joodse, van wie de meesten zijn vergast. In het kader van hun rassentheorie beschouwden de nationaal-socialisten de joden als een groep van hun voornaamste vijanden. De Sovjet-Unie verloor 20 miljoen mensen, Duitsland 6 miljoen, Japan 2 miljoen, Frankrijk 600.000, Engeland 300.000, de Verenigde Staten 260.000 en Nederland 250.000.

2. Nederland

Op vrijdag 10 mei 1940 om 4 uur `s morgens  begon Duitsland een aanval op West-Europa:  het viel Nederland, België en Luxemburg  binnen en begon na maanden van passiviteit  werkelijk oorlog te voeren tegen Frankrijk.  De Nederlandse regering had ondanks haar  sympathie voor Engeland en Frankrijk haar  best gedaan zich neutraal in het conflict op te  stellen. Daarom had zij ook langs de kust  verdedigingswerken laten bouwen. Koningin  Wilhelmina sprak `s morgens vroeg voor de  radio over een “voorbeeldloze schending van  de goede trouw en de aantasting van wat tussen beschaafde staten behoorlijk is. 

' Het leger, als eerste in deze oorlog geconfronteerd  met massa`s Duitse parachutisten in het binnenland, hield stand tot en met dinsdag 14  mei 1940 in de namiddag. Voorname weerstandspunten waren de Grebbeberg bij Rhenen en de toegang tot de Afsluitdijk bij Kornwerderzand in Friesland. De directe aanleiding tot de capitulatie waren het Duitse luchtbombardement op Rotterdam en de dreiging  dat andere steden zouden worden gebombardeerd. Ongeveer 2.200 Nederlandse militairen en 2.500 burgers verloren in de vijf oorlogsdagen het leven.  Eén dag vóór de capitulatie, maandag 13 mei  1940 (Tweede Pinksterdag), weken koningin  Wilhelmina en de regering uit naar Engeland. Prinses Juliana en haar kinderen  Beatrix en Irene gingen naar Canada. Na het  vertrek van koningin en regering lag in het  binnenland het hoogste gezag een paar dagen  in handen van generaal H. G. Winkelman, de  opperbevelhebber van het Nederlandse leger.  Daarna namen de Duitsers het over. 

Eind mei  1940 werd dr. A. Seyss-Inquart in Den Haag  geïnstalleerd als rijkscommissaris voor het  bezette Nederlandse gebied - de hoogste    Duitse autoriteit in ons land. Hij was overigens een Oostenrijker die een voorname en  dubieuze rol had gespeeld bij de aansluiting  van zijn land bij Duitsland. Seyss-Inquart  kondigde aan dat het aan Duitsland verwante  Nederland (`beide Germaanse volkeren) met  welwillendheid zou worden behandeld.  Duitsland zou niet proberen Nederland een  vreemde overtuiging op te dringen, zei hij.  Spoedig bleek dat dit anders was. In strijd  met de Nederlandse tradities van vrijheid en  verdraagzaamheid werden al in de zomer van  1940 maatregelen genomen tegen de persvrijheid, de vrijheid van de politieke partijen  en de vakbeweging, de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid om te luisteren naar Engelse radiozenders en tegen de gelijkberechtiging van joodse en niet-joodse landgenoten.  Binnen negen maanden werden de joodse  Nederlanders in een uitzonderingspositie geplaatst. Dit laatste was de aanleiding tot de  Februaristaking van 1941. ln juli 1942 begonnen vanuit Amsterdam de deportaties van  joodse landgenoten naar kampen in vooral  Duitsland en Polen (Auschwitz). Ruim honderdduizend van hen overleefden die niet.  Ook in de zomer van 1940 begon het afvoeren van Nederlandse voorraden naar Duitsland. De distributie van consumptiegoederen  die in 1939 was ingevoerd voor suiker, werd  nu uitgebreid met brood. bloem, koffie, thee,  boter, margarine, spijsvetten, grutterswaren,  zeep, vlees, vleeswaren. kaas, eieren, koek  en gebak. Ook schoenen gingen op de bon.  Naarmate de oorlog duurde vielen meer goederen onder de distributie en werden de rantsoenen steeds verminderd. Tot in januari  1945 (de hongerwinter) in nog bezet gebied  iedere Nederlander boven de kleuterjaren via  de distributie niet meer kreeg dan 400 gram  brood en een halve kilo aardappelen in de  week.  In de zomer van 1940 begon ook het dwang  uitoefenen op werkloze mannen om te gaan  werken in Duitsland. Die dwang was door  ambtenaren van het ministerie van Sociale  Zaken bedacht vóór de Duitsers zich er mee  bemoeiden. De dwang werd door de Duitsers  opgevoerd, later ook op mannen die wel  werk hadden in Nederland. Tenslotte werden  jongens en mannen willekeurig op straat aangehouden (bij zogenaamde razzia's) en naar  Duitse arbeidsplaatsen afgevoerd.  Het duurde enige tijd eer ergernis en woede  van de meeste Nederlanders over de inval en  de eerste maatregelen zich kanaliseerden in  een anti-Duitse stemming. Eerst waren er  verwarring en onzekerheid. In die fase was er  vooral bij haar vroegere aanhangers ontgoocheling over het vertrek van koningin Wilhelmina naar Londen. Liet zij het land in  nood in de steek? Was zij gevlucht? Die periode duurde kort. Snel werd Wilhelmina,  mede door haar felle radiotoespraken. ook  voor Nederlanders die tevoren nauwelijks  verwantschap met haar hadden gevoeld. het  symbool van onverzettelijkheid tegen de be  709    zetter en zijn handlangers, de NSB'ers.  NSB,ers werden algemeen beschouwd als  verraders.  NSB'ers waren de leden van de Nationaal  Socialistische Beweging. Die was in 1931  opgericht door ir. A.A. Mussert (toen 41).  Hij was al als 33-jarige hoofdingenieur van  de Provinciale Waterstaat in Utrecht geworden. De NSB streefde naar een machtsstaat  met volledige gehoorzaamheid van de burgers. Haar leidend beginsel was: “Voor het  zedelijke en lichamelijke welzijn van ons  volk is nodig: een krachtig staatsbestuur,  zelfrespect van de natie. tucht, orde. solidariteit van alle bevolkingsklassen en het voorgaan van het algemeen (nationaal) belang boven het groepsbelang en het groepsbelang  boven het persoonlijk belang.'  Er waren eerder gelijkgezinde groepjes geweest die weinig weerklank vonden. Dat  kwam mede doordat hun voormannen wat  querulantachti ge figuren waren. Mussert was  anders. Hij leek een keurige meneer met een  voorname functie. Hij sprak mensen aan,  vooral in de middengroepen van de maatschappij. Geplaagd als zij waren door de gevolgen van de in 1929 uitgebroken economische wereldcrisis meenden zij dat ons parlementair stelsel geen afdoende oplossingen  kon of wilde bieden voor hun problemen.  Daarom moest “een sterke man' de kans krijgen. In 1935, bij de verkiezing van Provinciale Staten, de eerste waaraan de NSB meedeed, kreeg zij in het hele land bijna 8% van  de stemmen. Uitschieters waren Den Haag  met 12% en Amsterdam met 1 1%.  Tot dan had de NSB zich verre gehouden van  wat sinds 1933 in Duitsland gebeurde. Zo  was de NSB toen bijvoorbeeld niet antijoods. .loden mochten ook lid zijn. Na 1936,  toen mr. M.M. Rost van Tonningen bij de  NSB was gekomen (hij nam daarvoor ontslag  uit een betrekking bij de Volkenbond in Wenen) begon de NSB zich volledig te oriënteren op Nazi-Duitsland. Zij was blij met de inlijving van Oostenrijk bij Duitsland, met de  bezetting van het Sudetenland en de verdere  bezetting van Tsjechoslowakije. zij gaf in  1939 “de joden` de schuld van het uitbreken  van de oorlog. Zij was toen ook anti-semitisch geworden. Eveneens met haar gewoonten. partijopbouw en kleding oriënteerde de  NSB zich op Duitsland.  Het verkiezingssucces in 1935 en de toenemende oriëntatie op Duitsland van de NSB  maakten anderen wakker. Hoe onderling verdeeld linkse partijen als de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). de Communistische Partij Nederland (CPN) en de Revolutionair Socialistische Arbeiderspartij  (RSAP) ook waren, zij keerden zich tegen de  NSB. De generale synode van de gereformeerde kerk en de rooms-katholieke bisschoppen oordeelden afwijzend over de  NSB. Ook groepen als 'Eenheid door Democratie” en het *Comité van Waakzaamheid'  bestreden haar. Dat leidde er toe dat de NSB      710 Tweede Wereldoorlog 2.  Jeugdstormafdehng  presenteert zich  aan leden van de  WA. voor het kringhm's der NSB (in  beslag genomen  pand van Vrijmetselaarsloge Anna  Paulowna aan de  Srationssrraat  61 te Zaandam.    bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1937  nog maar 4% van de stemmen kreeg; een halvering sinds 1935. Zij zelf had juist een veelvoud verwacht.  Mede doordat de regering de NSB onder “het  ambtenarenverbod` liet vallen (ambtenaren  mochten niet langer lid zijn van de NSB; zij  moesten kiezen tussen behoud van hun werk  en behoud van hun lidmaatschap) nam het  aantal officiële leden af. Er waren ook mensen in het geheim lid; zij bleven buiten de telling. Zo waren de NSB”ers al voor de oorlog  in een isolement gekomen.  Na 14 mei 1940 voelden zij zich beschermd  door de Duitse bezetter. Zij namen bezit van  de straat, ook de tot dan geheime leden. Uiteraard voegden zich personen bij hen die  meenden tijdig de huik naar de wind te moeten hangen. Dat moment was zeker aangebroken toen in juni 1940, na de Franse capitulatie in de “Blitzkrieg`, Duitsland in Europa  heer en meester leek. Alleen Engeland was  nog niet verslagen. De langduriger NSB`ers  noemden deze nieuwe aanwas smalend “meikevers`.  Oude, voormalige geheime en nieuwe NSBers - allen werden beschouwd, en vaak ook  behandeld als verraders. Achteraf is komen  vast te staan dat zij voorafgaande aan en in de  oorlogsdagen van mei 1940 geen verraad  hebben gepleegd in die zin dat zij militaire  geheimen aan de Duitsers hebben doorgegeven of aan Duitse zijde hebben meegevochten. Wel stelden velen van hen zich tijdens  de bezetting geheel beschikbaar voor de  Duitsers, onder andere als v rijwilligers in  de oorlog tegen de Russen. als ambtenaren.  burgemeesters, politiefunctionarissen en als  verklikkers. Dan waren er ook nog de  WA'ers, de zwart-geuniformeerden van de  Weer-Afdeling van de NSB. een soort straatvechters die probeerden onwelgezinden te intimideren. Aanvankelijk gingen ergernis en  woede van de andere Nederlanders vooral uit  naar al deze NSB'ers. Die deden hun kwalijke werk vrijwillig. Een Duitse soldaat heette  tenslotte maar te zijn gestuurd.  Pas na die “gewone' soldaten kwamen de  harde partijgangers: de mannen van de SA  (Sturm Abteilung, oorspronkelijk het orgaan  voor opleiding en opvoeding). de SS (Schutz  Staffel, het “Germaans` elite-orgaan van de  partij), de SD (Sicherheits Dienst, een veiligheidsorgaan) en de Gestapo (de geheime  staatspolitie'). Onder aanvoering van dr. A  Seyss-lnquart en H.A. Rauter. de hoogste  Duitse politieman in Nederland, maakten  zij gauw duidelijk wie hier werkelijk de baas  waren geworden: zij, de Duitsers en niet  hun hulpjes van de NSB.    De Duitsers mochten de baas zijn, zij hadden  het niet alleen voor het zeggen. Een van hun  eerste maatregelen was het onder toezicht  stellen van de dagbladen. Daardoor werden  die beperkt in hun vrijheid te schrijven wat  zij wilden en gedwongen door de Duitsers  gewenste stukken op te nemen. Maar in de  zomer en het najaar van 1940 verschenen er  in Nederland al 62 illegale krantjes. meestal  gestencild, met een totale oplaag van boven  de 50.000. Zij wekten de lezers op zich niet  neer te leggen bij de Duitse overmacht. De  bekendste van die ondergrondse kranten werden Het Parool, Vrij Nederland en De Waarheid. Uit Vrij Nederland kwam later Trouw  voort. In oktober 1944 verscheen in de Zaanstreek de illegale Typhoon; de eerste uitgave  heette trouwens de Moffenzeef. De Typhoon  werd gemaakt door de rooms-katholieke centrale van kapelaan G. Groot die eerder mannen en jongens had helpen onderduiken als  zij moesten werken in Duitsland. Aanwakkeren van de verzetsgeest. perspectief blijven  bieden op betere tijden en blootleggen van de  leugens in de bovengrondse kranten waren de  voornaamste bezigheden van de illegale  kranten. Zij hadden succes.  Vanzelfsprekend gingen de meeste mensen  niet van de ene dag op de andere dwars liggen. Het merendeel paste zich aan. Zij probeerden er maar het beste van te maken. Tot  hen behoorden bedrijven die graag Duitse  opdrachten wilden uitvoeren. Tot hen behoorden ook de leiders van de zomer 1940  opgerichte Nederlandse Unie, L. Einthoven  (44), J. Linthorst Homan (37) en J. E. de  Quay (38). Zij meenden beter dan de NSB in  staat te zijn ons land in te passen in de nieuwe verhoudingen. Hun grote aanhang werd  vooral gelokt door de anti-NSB-gezindheid  van de Unie. Door de hardheid van het bezettingsregime werd het trouwens steeds moeilijker om ergens nog 'het beste van te maken.  Langzamerhand ontstond de situatie dat enkele duizenden actief verzet pleegden. Zij  maakten ondergrondse kranten, hielpen joden en andere onderduikers. overvielen distributiekantoren, pleegden sabotage, ruimden verraders uit de weg. hinderden Duitse  transporten, haalden soms illegale strijders  uit de gevangenis. Enige honderdduizenden  raakten bij de illegaliteit betrokken als onderduikers en huisvesters van onderduikers en  illegale strijders. Er waren nog meer mensen  die kennisnamen van de inhoud van de illegale kranten en financieel bijdroegen aan het  verzet. Een wezenskenmerk van de illegaliteit was de anonimiteit van haar medewerkers. Maar door hun contacten en bezigheden    moeten vele anderen hebben geweten. althans hebben vermoed, vvie waren betrokken  bij de illegaliteit. Dat heeft wel eens tot verraad geleid. maar slechts op beperkte schaal.  De gevolgen daarvan waren trouwens erg genoeg.  Dat alles was overigens in het klein begonnen. Met schimpen op en negeren van NSB`ers. Met weghalen of verplaatsen van  Duitse wegwijzerborden. Ontduiken van het  verbod naar de Engelse radio te luisteren.  Demonstratief dragen van anjers op de eerste  verjaardag van Prins Bernhard tijdens de bezetting. Het laten mislukken van collectes  voor de zogenaamde Winterhulp. Het nauwelijks voldoen aan de verplichting koper,  andere bruikbare metalen en radio's in te leveren.  Kleine dingen. Maar ze werkten. Januari  1941 schreef de secretaris-generaal van het  departement van Opvoeding, Wetenschap en  Cultuur aan gemeentebesturen dat zij op hun  middelbare scholen een eind moesten maken  aan het getreiter van kinderen van NSB'ers  door andere leerlingen. NSB-leider Mussert  klaagde juni 1941 in Wormerveer over die  onnozelen die elkaar te pas en te onpas “Ozo”  toeriepen, een afkorting van “Oranje zal  overwinnen'. Het drong door tot de NSB`ers  hoe geisoleerd zij waren gebleven.  Er zijn twee massale openbare protesten geweest. Al op 25 en 26 februari 1941. maar  negen maanden na het begin van de bezetting, was dat in Amsterdam, de Zaanstreek,  Haarlem en Hilversum, de door de illegale  CPN geïnspireerde staking tegen de jodenvervolging. In het voorafgaande weekeinde  waren in Amsterdam 388 joodse jongens en  mannen opgepakt, afgeranseld en weggevoerd naar onbekende bestemming. In aprilmei 1943 volgde spontaan een omvangrijker  staking, voornamelijk buiten de Randstad.  De directe aanleiding was het in krijgsgevangenschap terugroepen van Nederlandse militairen uit de meidagen van 1940. De Duitsers  reageerden er keihard op. Toen waren de verhoudingen al aanzienlijk verscherpt. De  Duitse nederlaag begon zich al af te tekenen:  bij Stalingrad waren in de winter 1942-1943  240.000 Duitse militairen uitgeschakeld.  Sinds december 1942 mocht Mussert zich na  een bezoek aan Hitler “Leider van het Nederlandse volk` noemen. Daarna had hij “een secretarie van staat' gevormd en een aantal ` gemachtigden` benoemd. In verzetskringen  vreesde men dat dit de aanzet tot een Mussert-regering was. Als waarschuwing schoot  iemand uit het linkse deel van het verzet de  gemachtigde HA. Seyffart (69) dood. Een  aanslag op een andere “gemachtigde mislukte. Seyffart was in 1934 chef van de generale  staf en voorzitter van de defensieraad geworden, sinds 1941 was hij leider van de Nederlandse vrijwilligers die met de Duitsers meevochten aan het oostfront. De aanslagen leidden tot een meningsverschil tussen verzetsgroepen. Sommige meenden dat aanslagen  “te ver` gingen. Andere oordeelden dat in de  inmiddels aangebroken tijd van volledige  rechteloosheid aanslagen gerechtvaardigd  waren. Later werd die opvatting de algemene.  Ook in het voorjaar van 1943 moesten de studenten een loyaliteitsverklaring tekenen ( velen weigerden) en raakten de artsen in een  openbaar conflict met de zogenaamde artsenkamer. Het naar Duitsland sturen van Nederlandse arbeiders v ierde hoogtij. Aanv ankelijk was vooral uit linkse kring hulp geboden  aan arbeiders die zich door onderduiken aan  de “arbeidsinzet onttrokken. ln het voorjaar  van 1943 kwam daarin verandering. Ds. F.  Slomp en mevr. H.Th. Kuipers-Rietberg  vormden in het protestants-christelijke volksdeel de organisatie die bekend zou worden  als de landelijke organisatie voor hulp aan      Nederlandse vrijwilligers brengen de  Hirlergroet hij hun  vertrek per trein  naar het Oostfront.  Uit de Zaanstreek  gingen enkele tientallen jonge mannen  vrijwillig in Duitse  krijgsdienst.    Toen de geallieerden een V-aetie  voerden die door de  bevolking in bezet  Nederland enthousiast werd na gevolgd, namen de  Duitsers meteen dit  idee over.    Tweede Wereldoorlog 2. -3.  onderduikers (LO). De kern van de LO is  ontstaan, ook in de Zaanstreek. tijdens zogenaamde “thee-avondjes` die de anti-revolutionairen hielden na het verbod van de politieke partijen. Tijdens deze bijeenkomsten  wekten “12 apostelen” op tot geestelijk verzet. Uit de LO kwamen de Knokploegen  (KP's) voort toen bonkaarten voor onderduikers niet meer op min of meer legale wijze te  verkrijgen waren. Zo nodig traden zij gewapend op. net als de Raad van Verzet. In  plaatsen waar de CPN sterk was was de Raad  van Verzet meestal links georiënteerd, elders  niet of minder. Ook uit de Ordedienst (OD),  aanvankelijk vooral oud-officieren uit het leger die beoogden tussen vertrek van de Duitsers en terugkomst van de regering de orde te  handhaven. kwamen personen voort die aan  het gewapend verzet gingen meedoen. De  Duitsers bestreden het verzet te vuur en te  zwaard. Aangehouden verzetsmensen werden gemarteld, doodgeschoten of naar concentratiekampen gestuurd.  Na de invasie op 6juni 1944 in Normandie'  bereikten de geallieerde troepen in september  1944 Zuid-Nederland. Hun opmars liep vast  op de grote rivieren. Om die te overbruggen  voerden de geallieerden op 17 september  1944 grote luchtlandingen uit bij onder andere Arnhem. Dezelfde dag gaf de Nederlandse  regering opdracht tot de spoorwegstaking.  De luchtlandingen bereikten niet het beoogde  resultaat. Arnhem bleef vooralsnog in Duitse  handen. Door die ontwikkeling van de oorlog  duurde de spoorwegstaking veel langer dan  was verwacht. De Duitsers grepen de spoorwegstaking aan als alibi om de voedselvoorziening van Nederland stop te zetten. Dat  leidde in West-Nederland tot de hongerwinter. Ze eindigde pas na de bevrijding. Die  kwam voor West-Nederland op 5 mei 1945  met de Duitse capitulatie in Wageningen.  Daarbij was prins Bernhard aanwezig.  Hij was sinds 3 september 1944 opperbevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten  (BS). Die waren in opdracht van de regering  in Londen gevormd door samenbundeling  van de Raad van Verzet, de KP`s en de Ordedienst. Op sommige plaatsen kwam die bundeling uiterst moeizaam tot stand. De LO.  het Nationaal Steunfonds en de illegale pers  bleven buiten deze samenbundeling. Wel  hadden zij regelmatig overleg met de staf van  de BS.    3. Zaanstreek  Het oorlogsgeweld van de meidagen van  1940 trof de Zaanstreek niet. hoewel het niet  onopgemerkt voorbij ging. Er waren Duitse  vliegtuigen zichtbaar, er werd nu en dan met  afweergeschut geschoten, beide Zaandamse  ziekenhuizen (het gemeentelijk en de Sint    Jan) werden voor zover mogelijk ontruimd.  omdat rekening werd gehouden met de mogelijkheid van gevechtshandelingen in de  Zaanstreek en omgeving als de Duitsers over  de Afsluitdijk zouden kunnen oprukken naar  Amsterdam. Enkele tientallen NSB`ers en  communisten werden gearresteerd. Aan de  arrestanten werd op Tweede Pinksterdag toegevoegd een in Zaandam gelegerde luitenant  Gemmeke. Hij werd niet vertrouwd, mede  omdat hij, zij het in een ondergeschikte rol,  in november 1939 in Venlo was betrokken  geweest bij een confrontatie tussen de Duitse  en Engelse spionagediensten. Daarna was hij  naar Zaandam overgeplaatst. De arrestatie  werd verricht door majoor J .G.A. van de Upwich, militair commandant in Zaandam.  Derde Pinksterdag. de dag van de capitulatie,  hield burgemeester J. Kalff van Krommenie  via de radiodistributie een toespraak waarin  hij uiteenzette waarom het goed was dat de  koningin naar Engeland was vertrokken. Die  dag was in de hele Zaanstreek te zien dat Engelse oorlogsboten `s morgens aan de overkant van het Noordzeekanaal olietanks in  brand hadden geschoten. Er torende een hoge  en brede rookkolom boven de Zaanstreek.  Die hield dagenlang stand.  Er sneuvelden veertien Zaanse militairen tijdens de meidagen: de Zaandammers CH.  van den Bos, JH. van den Bos, J. Ketema  (alle drie door bommen op de Haagse Nieuwe Alexanderkazerne, even voor vier uur in  de ochtend van 10 mei), L. van Klaveren  (door bommen op Schiphol op hetzelfde tijdstip), H.E. van Lingen (bij Doesburg), H.  van `t Loo (in Overschie), W. Schol (tussen  Den Haag en Rotterdam), J . Sint (in Hardinxveld) en N.T. de Vries (vliegveld Ypenburg), de Westzaner A. Glas (in Rhenen), de  Assendelvers P.C. Bonkerk (in Ede), C. de  Graaf (in Rotterdam) en B. Vrolijk (bij vliegveld Ypenburg) en de Wormerveerder C.  Posch (in Rhenen).  ln de nacht van de capitulatie pleegden sommi ge mensen zelfmoord, onder wie de leraar  van het Zaanlands Lyceum S. *Lootsma  (52), een bekend publicist over de Zaanse geschiedenis. Zaandams burgemeester mr. dr.  J. ln 't *Veld greep de begrafenis aan om te  reageren op de verwarring rondom het vertrek naar Engeland van koningin en regering:  `Het enige dat ons is overgebleven is de  saamhorigheid.` Op 21 mei sprak hij weer  daarover, nu bij de opening van een christelijk tehuis voor Nederlandse militairen in gebouw Christelijke Belangen aan de Botenmakersstraat. Hij hield de aanwezigen voor dat  Wilhelmina niet was vertrokken uit lafheid,  maar om haar werk voort te zetten. 'Het heeft    mij pijn gedaan dat in vele kringen over haar  wordt gesproken op een manier die te betreuren is." En tot slot: “Het is merkwaardig dat  ik als sociaal-democraat de koningin moet  verdedigen tegen hen die haar trouwste aanhangers waren.` Dat was een verwijzing naar  het verleden waarin de sociaal-democraten  zich verre van het Oranjehuis hadden gehouden. Pas in de jaren `30 was daarin verandering gekomen. Na die toespraak zei de gereformeerde predikant R.J . van der Meulen tegen In `t Veld: 'Ik heb de laatste dagen niet  meer voor de koningin kunnen bidden. maar  nu doe ik het weer.` De aanwezigen zongen  het Wilhelmus. Volgens In `t Veld heeft het  nooit meer indruk op hem gemaakt dan die  keer. Enkele regionale kranten konden nog  wel melding maken van die toespraak, landelijke kranten al niet meer. Na de aankondiging van Seyss-Inquart dat Duitsland Nederland niet een vreemde overtuiging wilde opdringen zei In “t Veld in de eerste vergadering van de gemeenteraad tijdens de bezetting: 'Laten wij die dan ook niet aannemen.I`  Inmiddels waren exporterende Zaanse bedrijven hun afzetgebieden Engeland en Frankrijk  kwijt. Hun directies bezonnen zich er in de  eerste maand van de bezetting op hoe dat  probleem te ondervangen zou zijn. De uitslag  van hun beraad was: “Duitsland is reeds lang  een belangrijk afnemer van verschillende  Zaanse produkten. Waarschijnlijk zal het de  Zaanse ondernemers de minste zorg geven in  dit rijk hun afzetgelegenheid te vergroten.`  Zij hadden een ander probleem dan ir. EQ.  den Hollander, de directeur van de in Zaandam gevestigde Aitillerie-Inrichting. de  grootste wapen- en munitiefabriek van het  land. In de middag van 14 mei had hij opdracht gegeven het opblazen van het bedrijf  te gaan voorbereiden. Maar generaal Winkelman had hem de uitvoering van dat voornemen verboden. Winkelman wilde, met de capitulatie in zicht, de Duitsers niet voor het  hoofd stoten. Daarom ook stuurde hij de dag  na de overgave een verzoek aan alle burgemeesters in nog niet bezet gebied “om de bezetting zoveel mogelijk te vergemakkelijken.' Den Hollander was minder bereidwillig. De dag na de capitulatie stopte hij de produktie. Dat verwierf de instemming van secretaris-generaal C. Ringeling van het ministerie van Defensie. Op 19juni kreeg Den  Hollander schriftelijk bericht dat de A.I.  werd gevorderd ten behoeve van het bezettingsleger. Aangezien Den Hollander niet  wilde werken voor de Duitsers nam hij ontslag. Binnen een week na zijn afscheidsrede  echter zwichtte hij “na dagen en nachten van  innerlijke strijd' voor verzoeken van perso    71: Tweede Wereldoorlog 3.  i'líei'ee'fl bij het begin  van de oor/og ii erd  \rijn-el elke glasrmr  martien van plakband. in de naiere  gedachte dat hij een  explosie de schade  beperkt :0u blijven.    neelsleden om te blijven. Hij beperkte de  oorlogsproduktie. ging ook gereedschap en  landbouwwerktuigen maken en verminderde  tot zomer 1943 het aantal personeelsleden  van 7.000 tOt 1.700.  Zomer 1940 namen de Duitsers de eerste discriminerende maatregelen. CPN'ers en een  RSAP`er werden uit de gemeenteraden gezet. in Zaandam D. Makkinga. M.P. Siffels  (beiden CPNf) en F. Bosman (RSAP'). in  Krommenie de CPN'ers J. Gerritsen. T. Glijnis en S. de Roo en in Wormerveer de CPN`er P. Kuiper. Er werd niet tegen geprotesteerd. Ondertussen gingen WA`ers zich bezig houden met de ordehandhaving op straat.  zodanig dat Zaandains politiecommissaris C.  Roscher in een openbare verklaring te kennen gafdat alleen de politie was belast met  de ordehandhaving. Hij deed dat een dag  voor op zaterdag 27 juli in aanwezigheid van  Amsterdamse WA`er Rost van Tonningen  en de Krommeniese NSB`er M. Meeuwsen  “de leider van de sectie Zaanstreek van het  Arbeidsfront` (het nationaal-socialistische alternatief van de vakbeweging) op de Burcht  gingen spreken. Zij uitten dreigende taal tot  die dwarsliggende Zaankanters.  Joden Werden die zomer verwijderd uit de  luchtbescherming. Vervolgens gaven op bevel van de bezetter Nederlandse politie-autoriteiten aan Duitse joden die zich tussen 1933  en 1938 in Nederland hadden gevestigd (als  vluchtelingen) opdracht zich te melden bij de  politie. Andere maatregelen kwamen snel na  elkaar. Een verbod van ritueel slachten. Een  verbod joden te benoemen in overheidsdienst. Een verbod joden in overheidsdienst  promotie te laten maken. Het invoeren van  de mogelijkheid joden uit overheidsdienst te  ontslaan. Maar wie waren eigenlijk joden?  Daarnaar had men in Nederland zelden of    On: de Dunsejac/n  opjonge mannen re  benmeilijken. heeft  het Vertel het administratieve bestand  in geineenrel'iuizen  en arbeidsbureaus  vernietigd. Za is het  Arbeidsbureau in  Zaandam in niet '43  volledig verbrand.  Rechts.' verdwenen  rreinrails bij de halte Heinbrug. eind  1944.    nooit navraag gedaan. ln opdracht van de bezetter ging dat nu wel gebeuren. Iedere ambtenaar en iedere bij het bijzonder onderwijs  werkende moest op een formulier (de zogenaamde arierverklaring) opgegeven of hij/zij  (eventueel de huwelijkspartner) wel of niet  jood was. Zo ja. dan moesten gegevens over  familie. inkomen en bezit worden verstrekt.  Het overgrote deel van de betrokkenen had  daartegen geen bezwaar. Als je geen jood  was kon je dat toch zeker best naar waarheid  vermelden? Slechts een klein aantal weigerde. Zij doorzagen dat met de arierverklaring  een eerste schifting tussen joden en niet-joden werd doorgevoerd.  Op 17 februari 1941 deelden de burgemeesters in opdracht van de bezetter mee dat alle  personen van geheel of gedeeltelijk joodsen  bloede zich voor 24 februari 1941 schriftelijk  bij hen moesten melden. Burgemeester In 't  Veld schreef daarover in 1980 (brief aan W.  *Swart die toen 'Zaanstreek in bezettingsjaren` schreef): “Ik heb toen wel aarzeling gevoeld. De Duitse bezetting ging met deze  verordening haar bevoegdheid volgens het  Landoorlogsreglement duidelijk te buiten.  Toch ben ik gezwicht. evenals trouwens alle  burgemeesters. Ik hoorde althans niet dat een  van hen juist hiervan een breekpunt heeft gemaakt. Het gold nog maar een aanmeldingsplicht. een administratieve maatregel.`  ln Amsterdam ging het al anders toe. WA`ers  terroriseerden de jodenbuurt. Toen joodse  jongens en mannen terugsloegen verloor een  WA-man het leven. Dat was voor de Duitsers  een sein om zelf in actie te komen. Zaterdag  22 en zondag 23 februari 1941 pakten zij 388  joodse mannen en jongens op. Die gebeurtenissen waren stuitend. Zij wekten grote woede in Amsterdam. Het pamflet `Staaktl 1!  Staakt! ll Staaktl ll` van de illegale CPN    werkte toen als lont in het kruitvat. Dinsdag  25 en woensdag 26 februari werd in Amsterdam massaal gestaakt. De middag van de  eerste dag sloeg de staking over naar de  Zaanstreek: als eerste ging de stijfselfabriek  De Bijenkorf in Koog plat. Vooral G. Maas.  W. Mans en C. Prins zorgden er voor dat de  volgende ochtend het pamflet bij Zaanse bedrijven kon worden verspreid. Daar brak de  staking ook uit. Er waren 's middags duizenden stakers in opgetogen. bijna feestelijke  stemming in het centrum van Zaandam. Zij  gooiden bij sommige NSB'ers de ruiten in.  verstoorden de sfeer bij de sluiting van een  NSB-huwelijk. gooiden een NSB'er te water  en lieten hem er pas uit nadat hij 'Oranje Boven' had geroepen. Die middag kwamen  mannen van de zogenoemde Grüne Polizei in  Zaandam en schoten op de Dam. Daardoor  verloor de 20-jarige .lan Keijzer uit Middelie  het leven. In Amsterdam eindigde de staking  op de avond van de 26e. in de Zaanstreek  rond het middaguur van de 27e. Rauter. de  ochtend van de 27e aanwezig in Zaandam,  had gedreigd allen te arresteren die niet om  een uur 's middags het werk hadden hervat.  Hals over kop lieten de bedrijven de stakers  optrommelen.  Zaandam werd gestraft met moeten binnen  blijven tussen 20.30 en 4.00 uur en met een  boete van f 500.000. op te brengen door inwoners met een jaarinkomen van meer dan  f 10.000. Voorts kreeg burgemeester In `t  Veld ontslag op 4 maart. De ontslagbrief was  door Seyss-Inquart persoonlijk getekend. In  `t Veld werden nu zijn toespraak in het christelijke militaire tehuis en zijn defaitistische  propaganda voor de Winterhulp aangerekend.  Dit laatste argument was opmerkelijk omdat  In 't Veld zich althans in het openbaar had ingespannen oin de collecten in Zaandam tot  een succes te maken. Winterhulp dat voor de  oorlog al in Duitsland bestond en in Nederland moest worden nagevolgd beoogde zekere materie'le steun te geven aan de armsten.  De bevolking wilde niets weten van Winterhulp. 'Geen knoop van mijn gulp voor Winterhulp' was een gangbaar rijmpje. Na de  mislukte eerste Collecte in Zaandam (29 en  30 november 1940) zei In `t Veld: `Alle middelen moeten worden aangewend om de volgende collecten beter te doen slagen.` ln 't  Veld schreef daarover later ( de eerder vermelde brief aan W. Swart in 1980): “De bevolking had geen moeite door de schijn heen  te kijken. Ik meende mij niet aan Winterhulp  te moeten onttrekken. vooral omdat velen  aanvankelijk van mening waren dat er wat  goeds uit kon komen als wij er in slaagden de  zaak in eigen hand te houden. Men kan dit  achteraf een naïef standpunt noemen, maar  men moet het zien in het licht van de omstandigheden. Er was nog altijd een kleine hoop  dat de Duitsers niet al te brutaal het Landoor    Voor liet Duitse  \i egi'erkeer iias de  pont bij' (le Hembrag een obstakel.  Om snel liet Noordzeekanaal ot er te  steken werd een rij  ponten aan elkaar  gekoppeld. Scheepifitart was er nauwelijks meer.  Rechts.` in de liongem'i'nter :ag men  dit trieste beeld op  de doorgaande ivegen in de Zaanstreek.    Tweede Wereldoorlog 3.  logsreglement aan hun laars zouden lappen.  Wij moesten niet zelf hun de weg naar een  volkenrechtelijk verantwoord beleid afsnijden door botweg elke medewerking te weigeren, ook in zaken die op het oog niet onredelijk 1eken.`  Op 8 maart werd politiecommissaris Roscher  van zijn functie ontheven wegens zijn antiDuitse gezindheid en ontslagen per 30 mei  1941. ln `t Veld werd vervangen door de NSB`er C. van Ravenswaay (42), een kapitein  buiten dienst te Nunspeet. die behalve burgemeester regeringscommissaris werd. Dit  laatste hield in dat feitelijk de gemeenteraad  was afgezet. een voorschot op wat later met  alle gemeenteraden en Provinciale Staten gebeurde. Enige tijd handhaafde Van Ravenswaay de wethouders als “adviseurs`. ln april  1941 ontsloeg hij HL. Hallie (Vrijzinnig Democraat) en J.F.M.J. Kamphuijs (RoomsKatholieke Staatspartij). ln mei 1941 vroegen de sociaal-democratische wethouders L.  Kelder en R. Plooijer zelf ontslag. Van Ravenswaay omringde zich met vier nieuwe  “wethouders' van buiten de afgezette gemeenteraad: Jb. Eijdenberg. D. Out. A. van  der Stok en A. Zuidervliet. De laatstgenoemde twee waren NSB`ers.  Van het oude dagelijks bestuur van Zaandam  was toen alleen de sociaal-democratische gemeentesecretaris dr. HG. Scholten nog  over. Hij werd 7juli 1941 ontslagen wegens  zijn anti-Duitse gezindheid en vervangen  door G. Blom. ln plaats van politiecommissaris Roscher werd injuni 1941 J. Kemper  benoemd, een met de NSB sympathiserende.  Geen half jaar na de Februaristaking had  Zaandam een dagelijks bestuur van NSB`ers  en geestverwanten. Van Ravenswaay stelde  werkloze NSB`ers ook aan als ambtenaren.  Tegenwerking duldde hij niet. Hij zei daarover: 'De door mij gevolgde politiek is niet  door vriendelijk optreden trachten de tegenstanders te paaien. Eerst moeten de felste  hetzers en de leiders van de obstructie, in de  eerste plaats bedrijfsleiders en chefs, verwijderd worden. Een waarschuwing aan de overige hetzers zal dan de stemming kalmeren.`  Tevoren was de omvang van de NSB in de  Zaanstreek gering geweest. Bij de Statenverkiezing van 1935, toen de NSB landelijk 8%  van de kiezers achter zich kreeg, was zij in  Zaandam uitgekomen op 4.3%, in Koog op  3,9%, in Zaandijk 4,2%, in Wormerveer  4,9%, in Krommenie 2%. in Assendelft  1,6%, in Westzaan 2,8%, in Wormer 1.4%.  Met 6,2% scoorde de NSB het hoogste in  Oostzaan. Eind 1939 had de NSB in de Zaanstreek maar 79 leden en twee begunstigers.  Mei 1941 waren die aantallen opgelopen tot  312 en tien.  Hoewel in de meeste andere Zaangemeenten  ook volop was gestaakt tegen de jodenvervolging lieten de Duitsers hun besturen voor  ' “U    lopig ongewijzigd.  Op 8 mei 1941 werd burgemeester Kalff van  Krommenie gearresteerd en naar de gevangenis van Scheveningen gebracht. Per 15 _januari 1942 kreeg hij ontslag. In zijn plaats werd  voorlopig geen ander benoemd. Zo lang hielden de voor-oorlogse wethouders J. Blanken  en FL. Groep de zaak gaande. Vanaf de dag  in juli 1942 waarop de NSB`er A.G. Jongsma werd benoemd tot Kalffs opvolger (hij  liet zich installeren in WA-uniform) weigerden Blanken en Groep nog in het gemeentehuis te komen.  Andere Zaanse burgemeesters bleven nog  lang zitten. Pas in mei 1944, toen zij inwoners moesten aanwijzen voor het helpen aanleggen van verdedigingswerken aan de kust.  weigerden A. Slager (Wormerveer) en A.H.  van Gelderen (Zaandijk). Slager werd gearresteerd, Van Gelderen dook onder. J. de  Boer (Assendelft) kon “een medische verklaring` tonen die hem `noopte` onmiddellijk  zijn werk te beeindigen. ln Zaandijk en Wormerveer werden NSB`ers benoemd, Assendelft kreeg de Krommeniese burgemeester  als waarnemer. Later moest H. Vitters, een  NSB`er die in juli 1942 in Zaandam Van Ravenswaay was opgevolgd` ook het burgemeesterswerk van Koog en Westzaan gaan  doen. Nagenoeg het hele openbare Zaanse  bestuur was in handen van NSB`ers Een  paar meelopers mochten blijven.  ln januari 1942 kregen de joden in west-Nederland die niet in Amsterdam woonden opdracht zich in Amsterdam te vestigen. Een  nieuwe stap op weg naar hun isolement. De  Zaandamse joden waren de eersten wie dit lot  overkwam. Woensdag de 14e kregen zij aanzegging van de gewone Nederlandse politie  dat zij zaterdag de 17e gereed moesten zijn  voor vertrek. Zij mochten alleen handbagage  meenemen. Met de boot die van Zaandam  naar Amsterdam v.v. voer werden zij weggebracht. Zij werden gevestigd in woningen die  waren leeggekomen na deportatie van de eerdere bewoners of zij moesten gaan inwonen  bij andere joden. Zo gingen er die dag 270.  Statenloze joden uit Zaandam moesten die  dag meteen naar het kamp Westerbork. Dat  waren er 98. Bij het verlaten van hun woningen moesten de mensen hun huissleutels afgeven aan de politie. Later werden hun bezittingen in opdracht van de Duitsers weggehaald. Het is niet bekend waarom de Zaandamse joden als eersten werden aangewezen.  Mr. L.E. Visser, de afgezette joodse president van de Hoge Raad, protesteerde schriftelijk tegen “de onnoemelijke ellende` die de  Zaandamse joden overkwam, maar dat protest leidde niet tot verbetering van hun positie. In maart kwamen de joden uit Koog en  Oostzaan aan de beurt, in april die uit Assendelft, Wormer, Wormerveer en Zaandijk.  ln de Zaanstreek hebben slechts weinig joden    713    kunnen onderduiken. Hun aantal wordt geschat op hoogstens enkele tientallen.  Buiten de openbaarheid nam de invloed van  verzetsgroepen steeds meer toe. Verzetswerk  was soms begonnen door een enkeling. soms  door kleine groepjes. in het algemeen mensen die elkaar persoonlijk vertrouwden en gelijkgezind waren. De CPN was als partij betrokken bij het verzet, vooral na de Duitse inval in de Sovjet-Unie. Onder andere door het  uitgeven van illegale kranten (aanvankelijk  gestencild) en pamfletten stimuleerde het  verzet de massa tot weerstand. Negen maanden na het begin van de bezetting leidde dat  in de Zaanstreek tot massale deelname aan de  Februaristaking tegen de jodenvervolging.  Behalve illegaal verzet was er soms ook  openlijk verzet. Toen in juli 1941 het Christelijk Nationaal Vakverbond onder NSB-toezicht werd gesteld, een jaar later dan het  NVV. stuurde A. Admiraal te Zaandam.  voorzitter van de Christelijke Besturenbond  Zaanstreek. aan duizend leden een stencil  waarin hij schreef: `Ik bedank voor het CNV  en ik spreek de verwachting uit dat u mij  volgt.'  De tweede grote staking dateert van april/mei  1943. De directe aanleiding was het in Berlijn genomen besluit dat Nederlandse militairen van mei 1940 alsnog in krijgsgevangenschap zouden worden genomen. Aan die staking werd m de Zaanstreek voornamelijk in  Krommenie meegedaan. Vrijdag 30 april  legden 700 arbeiders van de Verenigde Blikfabrieken het werk neer. Zaterdag l mei werden er twaalf gearresteerd, van wie er vier de  volgende dag na een “proces” bij een standgerecht werden doodgeschoten. Dat waren H.  Blank (54), J. van Lemmeren (40). Th. Rijkhoff (28) en G. Wiersma (38'). Drie anderen  overleden later in concentratiekampen, een  vierde onmiddellijk na zijn bevrijding.  Verzet uitte zich naarmate de oorlog vorderde in velerlei vormen. A1 die eerder aangeduide facetten van het verzet waren in de  Zaanstreek ruimschoots aanwezig. Twee  Zaankanters speelden via het Nationale  Steunfonds landelijk een voorname rol in het  verzet; W. van Hall en Jb. Buijs.  Er waren stille vormen van verzet en spectaculaire die zich in het openbaar voltrokken.  Zij vulden elkaar aan. Maar de spectaculaire  vielen op. Een paar voorbeelden daarvan. ln  mei 1943 werd het arbeidsbureau in de Oostzijde in Zaandam in brand gestoken. Daardoor ging de registratie van arbeiders die  naar Duitsland konden worden uitgezonden  verloren. Er werden ook vijf loodsen met  Duits materiaal aan de Pieter Ghijsenlaan in  Zaandam in brand gestoken. In de Achtersluispolder werd een elektriciteitsgebouwtje  dat stroom leverde aan de Artillerie-Inrichting opgeblazen. Door het opendraaien van  de spoorbrug over de Zaan reed een door      Een rijl wachtenden  bij een iiitdeelpost  van a'e Centrale  Keuken in Zaan(lam.    Eerbi'ed voor hen  die ont/munten.  Wormerveer. 1945.  Op de achtergrond  een half gezonken  rijnaak.    Tweede Wereldoorlog 3. -4.    Duitsers bemande locomotief de Zaan in.  Spoorverkeer tussen Zaandam-Purmerend  was daardoor niet meer mogelijk. Ook de  spoorbrug tussen Krommenie en Assendelft  werd opengedraaid. Een daardoor ontspoorde locomotief blokkeerde veertien dagen het  Duitse treinverkeer. In januari 1945 werd het  arbeidsbureau dat toen in de Stationsstraat in  Zaandam was gevestigd met een bom tot ontploffing gebracht. Het gemeentehuis van  Wormerveer werd in juni 1944 overvallen  door onder anderen de vermaarde verzetsmannen J. Bonekamp en J. Brasser uit  Krommenie wiens illegale naam Witte Ko  was. Zij haalden het bevolkingsregister weg.  De NSB-burgemeester P. de Vries rolden ze  in het tapijt. Sindsdien stond die te boek als  Piet Oublie`. Omstreeks kerstmis 1944 haalden verzetsmensen in de meeste Zaangemeenten de bevolkingsregisters uit de gemeentehuizen. De woning van de Krommeniese WA-burgemeester werd beschilderd  met de leuze *Leve Stalin`. Een Rijnaak die  in Wormerveer in de Zaan gereed lag om motoren van de papierfabriek Van Gelder in  Wormer naar Duitsland te vervoeren werd  met een mijn tot zinken gebracht. In april  1945 werd de overkapping van het station in  Wormerveer opgeblazen. Door de ravage  ontstond vertraging voor een trein die Duitse  militairen naar het front bij Zwolle moest  brengen. Door het ophangen van schokhandgranaten boven de Provincialeweg werd het  nachtelijke autoverkeer van de Duitsers belemmerd. In de hongerwinter protesteerden  Zaandamse vrouwen bij de burgemeester tegen de minimale hoeveelheid voedsel van  slechte kwaliteit die de “gaarkeuken` verstrekte.  In september 1944 sprongen negen leden van  de bemanning boven de Zaanstreek uit een  aangeschoten Amerikaans vliegtuig. Zij  kwamen terecht in de Kalverpolder en het  Guisveld. Voor de Duitsers hen konden aanhouden had het verzet alle negen al laten onderduiken. Wegens de aangekondigde omvangrijke represailles op de bevolking van  Zaandijk besloot het verzet overigens er drie  aan de Duitsers over te leveren. Daaraan was  een heftige discussie vooraf gegaan want een  deel van het verzet voelde er niets voor te  wijken voor de dreigende represaille. Naarmate de oorlog vorderde werden de wraakacties na aanslagen en sabotagedaden heftiger.  Dat waren zichtbare vormen van verzet. Pas  na de oorlog werd bekend dat R. Aten en  JG. Bol in september 1944 uit de Hembrug  de springlading hadden verwijderd die de bezetter er in had aangebracht om de brug te  kunnen vernietigen.  Dirk de Korte (30) was de eerste Zaanse verzetsman die door de Duitsers werd gedood.  Dat gebeurde in april 1942. Totaal werden  zestig Zaankanters gedood wegens hun verZelSaCIlVltelt.  In een aantal gevallen waren deze mensen  aangehouden als gevolg van de speurzin van    de Duitsers. zoals bij het oprollen van de  Stijkelgroep die beoogde te spioneren voor  de geallieerden en bij het inrekenen van uit  Engeland gedropte agenten die slachtoffers  werden van het zogenaamde England-Spiel  (de Duitsers kenden de zogenaamd geheime  zendv erbindingen met Engeland en maakten  daar gebruik v an). Zaankanters die het leven  verloren na hun activiteit in de Stijkelgroep  zijn; P. A. Smit (Zaandam). H. Ero. L. E.  Ero-Chambon. J. Groot. E. Honig. P.H. de  Jong. J. Neuteboom. D. de Vries (Koog).  JC. Thomas (Wormerveer) en J. van Hinte  (Wormer). GL. Jambroes. voormalig leraar  aan het Zaanlands Lyceum die naar Engeland  was gegaan overleed als slachtoffer van het  England-Spiel in september 1944 in een concentratiekamp. De Zaandammer JH. Op den  Velde die radiocontact met Engeland had  werd na uitpeiling door de Duitsers gearresteerd. Hij overleed december 1944 in een  kamp.  19 oktober 1943 was een zwarte dag voor de  LO. Toen overviel de SD in Hoorn een bijeenkomst van de L.O. Daarbij werden 13  LO`ers gearresteerd. Van de toen gepakte  Zaankanters zijn Willem Brinkman en Anton  Beemink niet uit gevangenschap teruggekeerd.  Anderen kwamen in Duitse handen door verraad. Dat ongeluk trof in het najaar van 1943  vooral de groep rond de Zaandijker D. Kleiman die allerlei Duitse papieren vervalste en  de CPN. In beide gevallen brachten vrouwen  de zaak aan het rollen. De een hoopte dat  haar verloofde die bij de politie werkte promotie zou maken als zij Kleiman c.s. aanbracht. De ander verdacht haar man van ontrouw en noemde toen uit rancune de SD alle  namen en adressen van communisten die zij  kende. Van de groep Kleiman verloren D.  Kleiman, H. Fuijkschot en K. Versnel het leven, van de toen gearresteerde CPN `ers A.  Huisman, S. Kwadijk, J. Stolp, J. Swolfs.  H. de Vries. J. Willemszoon en C. Zwart.  Ook de Zaandamse G. Pel-Groot overleefde  het kamp niet. Een Duits gezinde politie- en  buurman had haar aangebracht omdat zij een  joods meisje verborgen hield.  Omdat zij soms letterlijk zo levensgevaarlijk  waren besloot het verzet nu en dan verraders  uit de weg te ruimen. Tijdens een vuurgevecht in de Westzijde in Zaandam verloren  daarbij de verdachte politieman W. Ragut en  de verzetsman J. Bonekamp het leven. Hannie Schaft was betrokken bij deze aanslag in  juni1944.  Hannie Schaft, vlak voor de bevrijding in opdracht van de Duitsers door een Nederlander  doodgeschoten. is na de oorlog een symbool  van het verzet geworden. Zij is niet de enige  vrouw in het verzet geweest. Vrouwen ver-..flllm  '^ ~-  richtten vaak koeriersdiensten. \erv oerden  wapens en illegale kranten  Bij het liquideren van verraders onstond eenmaal een vreselijk misverstand. ln een deel  van het verzet deden kwaadaardige geruchten  de ronde over de Wormerv eerse verzetsman  P.J. Zwart. In die kring werd besloten hem  uit de weg te ruimen. Een maand voor de bevrijding werd het vonnis voltrokken ter hoogte van De Waakzaamheid. De geruchten bleken later op niets te zijn gebaseerd.  4. Namen van de :estig Zaankanters die :ijn  gevallen in de verzetsstrijcl  Achterberg Jac.. Zaandam. 20-12-` 14. omgekomen concentratiekamp 29-1 1-`44.  Beemink Antoon W _ Wormerv eer, 12-9'19. overleden 3-`45.  Bierman Jan. Krommenie. 5-7-`15. omgekomen concentratiekamp 4-3-`45.  Binken Wilhelmus. Wormer. 26-3-1893.  vermist.  Blank Hendrik. Krommenie. 4-11-1888. gefusilleerd 2-5-'43  Boon Petrus. Assendelft. 16-4-1891. vermist.  Bouwmeester Jan, Zaandam. 27-4-` 12. overleden 4-1-`45.  Brandsma Haring. Koog. 31-10-` 17. overleden 3-`45.  Brinkman Willem. Zaandam. 10-11-`01,  omgekomen tuchthuis 20-2345.  Docter Gerhardus. Zaandam, l-3-` 17. gefusilleerd 23-2-`45.  Ero Hendrik, Koog. 10-7-1886. gefusilleerd  4-6-'43  Ero-Chambon Louise. Koog. 11-2-1891,  vermist.  Eshuijs Jan C., Koog, 1-12-`12, gefusilleerd  23-2-`44.  Fuijkschot Joh. D., Wormerveer 12-2-`19.  omgekomen tuchthuis 26-4345.  Gerssen Harm H.. Koog. 6-4-`12. gefusilleerd 23-2-`44.  Glijnis Teunis, Krommenie, 16-6-`02. overleden 3-5-`45.  Goris Jacobus. Zaandam, 17-1-`01. gefusilleerd 12-3-`45.  Groot Jan. Koog. 5-3-1893. gefusilleerd 4-6943.  Hall Walraven van. Zaandam, 10-2-`06. gefusilleerd 12-2-`45.  Hartog Pieter. Wormerveer. 22-10-` 19.  overleden 13-9344,  Heidra J. J.. Wormerveer. 9-8-`18, overleden 23-2344.  Hellema Johan D. A.. Koog, 24-5-1896.  overleden 10-2-`45.  Hey Hendrikus. Krommenie, 16-4-`14, vermist.  Hinte Jan van. Wormer. 20-3-1890. vermist.  Hofland Dirk. Wormerveer. 17-12-1893. gefusilleerd 11-10-`44.      Her Twiske te Oostzaan. Landsmeer' en  Den IIp kreeg in  korte rijd een nog  steeds groeiende  toe/aap van recreamen.    Tweede Wereldoorlog 4.-de Typhoon  Honig Evert. Koog, 9-1 1314, gefusilleerd 46343.  Huisman Albert. Zaandam. 6-7318. gefusilleerd 24-7344.  Jambroes George L., Zaandam. 22-4305,  omgekomen concentratiekamp 6-9344.  Jong P. H. de, Koog, 6-1 1312, gefusilleerd  4-6343.  Kerkhoven Jacob, Wormer, 30-8315. vermist.  Kleiman Dirk, Zaandijk, 20-1-1886, omgekomen tuchthuis 15-3345.  Korte Dirk de, Zaandam, 31-3312, overleden 24-4342.  Kramer Paulus E., Wormer, 22-12-1896,  vermist.  Kuiper Jan, Wormer, 29-10307, overleden  29-1 1344.  Kuntz P. J. M., Zaandam, 1-2318, overleden 11-5342.  Kwadijk Simon, Zaandijk, 14-4302, vermist.  Lemmeren Joh. van, Krommenie, 15-11'02, gefusilleerd 2-5343.  Marle Machiel van, Zaandam, 8-4315, gefusilleerd 6-4-'45  Mastenbroek Gerke G., Krommenie, 21-101898, overleden 1-6345.  Neuteboom Jan, Koog, 29-4303, gefusilleerd 4-6343.  Oosthuizen Klaas, Krommenie. 15-10-1899.  omgekomen concentratiekamp 26-9343.  Op den Velde Jan H., Zaandam. 1-6301.  omgekomen concentratiekamp `45.  Pel-Groot Geertruida, Zaandam, 13-9-1889.  omgekomen concentratiekamp 2345.  Rijkhoff Theodorus, Assendelft, 1 1-6314,  gefusilleerd 2-5343.  Smit Pieter A., Zaandam, 25-9313, gefusilleerd 3-6344.  Stelling Dirk, Wormerveer, 18-4304, omgekomen concentratiekamp 16-7344.  Stolp Jan, Zaandam, 14-2309, vermist.  Swolfs Josephus, Zaandam, 8-5315, gefusilleerd 24-7344.  Thomas Jacobus C., Wormerveer, 21-8309.  gefusilleerd 4-6343.  Veen Klaas van, Krommenie, 13-2321, omgekomen concentratiekamp 13-7344.  Veer Willem van `t, Krommenie, 26-431 1.  omgekomen concentratiekamp 26-2345.  Verdonk Gerrit, Zaandijk, 11-8-1889, gefusilleerd 13-9344.  Versnel Klaas, Wormerveer, l7-2-'00, omgekomen concentratiekamp 20-2345.  Vries Dirk de, Koog, 10-6315, gefusilleerd  4-6343.  Vught Cornelis van, Zaandam, 27-7305, gefusilleerd 4-9344.  Wiersma Gerard, Krommenie, 12-2305, gefusilleerd 2-5343.  Willemszoon Jacob, Zaandam, 15-2-1894,  overleden 3-1345.  Wit Gerrit J. de, Krommenie, 17-4-1899,  omgekomen concentratiekamp 5- 1 345.  Zwart Cornelis, Zaandam, 12-2-1895, omgekomen concentratiekamp 12344.  Zwart Pieter J., Wormerveer, 1 1-3309,  overleden 5-4345.  W. Swart 
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/tweede_wereldoorlog.1444899058.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:52
  • (Externe bewerking)