Ambacht
Oorspronkelijk vooral een ondergeschikte openbare betrekking: men sprak onder andere van schout-ambacht, bode-ambacht enzovoort. De diensten die door de schouten als rechtsvorderaars voor de graaf werden verricht, werden ambacht genoemd, vandaar de aanduiding Ambachtsheerlijkheid voor het gebied waarin het gezag namens de graaf werd uitgeoefend.