Baardsnijderij
Tak van nijverheid, het snijden van walvisbaarden; ook: de werkplaats waar het beroep werd uitgeoefend. De baardsnijderij was verbonden met de Walvisvaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWalvisvaart
Vorm van scheepvaart, toegespitst op de vangst en verwerking van walvissen. De Nederlandse walvisvaart kende een bloeiperiode van 1614 tot 1770. Aanvankelijk was het monopolie in handen van de Noordse Compagnie. Na beëindiging van het aan hen verleende octrooi in 1642 konden andere reders, waaronder Zaanse, zich gaan ontwikkelen. Door toenemende concurrentie werden grotere gebieden geëxploiteerd en ontstonden mede daardoor nieuwe technieken, zoals ijsvisserij. In de Zaanstreek kwam …, en is nooit van grote omvang geweest; de nijverheid werd vooral in en buiten Oostzaan uitgeoefend. In de baardsnijderijen werden baarden of baleinen van walvissen verwerkt. De baarden bestaanuit dunne en dicht bij elkaar staande hoornplaten, in de plaats van tanden, in de bek van de baardwalvissen, die worden gebruikt om plankton uit het zeewater te zeven. Door hun hardheid waren walvisbaarden geschikt om verwerkt te worden tot bijvoorbeeld mesheften of in paraplu's. Ook werden de baleinen gebruikt om kleding te verstevigen; ouderwetse corsetten stonden stijf van de baleinen.