Basiliek
Het woord basiliek heeft twee betekenissen:
De bouwkundige betekenis van een basiliek: een driebeukige kerk met een hoge middenbeuk, die hoog in de zijwanden ramen heeft zodat het licht over de daken van de zijbeuken invalt.
Bij de kerkelijke betekenis van een basiliek is er helemaal geen relatie tot de bouwstijl van de kerk. Men kan het eerder een eretitel noemen als blijk van erkenning en waardering. Het predicaat basiliek, eigenlijk Basilica Minor, wordt door de Paus gegeven. Op dit moment zijn er vijfentwintig kerken in Nederland die zich in de kerkelijke zin basiliek mogen noemen.
In de bouwkunst een zaalvormig gebouw op een rechthoekig grondplan, dat door rijen zuilen of pijlers in drie, vijf of zeven beuken wordt verdeeld. Daarbij is de middenbeuk, het middenschip, hoger dan de zijbeuken en meestal ook breder. Die hoge middenbeuk heeft eigen vensters in de zijmuren. Sinds de vroeg-christelijke tijd zijn er kerken in basiliekvorm neergezet, het eerst in het zuidelijke deel van Europa, later ook in noordelijker streken. Over het algemeen waren het de grote kerken die een basilicale opbouw kregen.
De oudste Noordhollandse voorbeelden stammen pas uit de late middeleeuwen, de tijd van de gotiek. Zij zijn te vinden in de grote steden, zoals de Grote- of St. Bavo kerk in Haarlem en de Oude- en Nieuwe Kerk in Amsterdam, allen ooit voor de Rooms-Katholieke eredienst bestemd. De Zaanstreek zou pas aan het eind van de 19e eeuw haar eerste basiliek zien verrijzen; de grote H. Bonifatiuskerk, bestemd voor de Rooms-Katholieke eredienst, gebouwd in 1899-1900 in neogotische stijl naar ontwerp van Albert Margry (1857-1911) en Jos Snickers (1851-1918) uit Rotterdam.
Een wat jonger voorbeeld is de Rooms-Katholieke kerk van Onze Lieve Vrouwe Geboorte in Wormerveer van Jan Stuyt (1868-1934) uit 1914-1916. Wanneer er bij een kerk wel sprake is van een hoge middenbeuk maar wanneer deze geen eigen vensters heeft in de zijmuren, dan wordt gesproken van een pseudo-basiliek. Ook deze bouwvorm is in vele plaatsen in Europa toegepast. Meermalen bijvoorbeeld voor Rooms-Katholieke kerken in de late middeleeuwen.
Zaanse voorbeelden uit die tijd zijn thans niet meer aanwezig maar zijn er wel geweest; de in 1852 afgebroken kerk in Assendelft, de in 1822 afgebroken kerk in Jisp en het in 1807 afgebroken Godshuis in Wormer. Het waren eenvoudige bakstenen bouwwerken.
De Oostzijderkerk te Zaandam verloor haar vorm van pseudo-basiliek bij de verbouwing in 1685. Pas in de 19e eeuw werd er in de Zaanstreek opnieuw een pseudo-basiliek gebouwd: de Maria Magdalenakerk op 't Kalf te Zaandam. Een neogotisch gebouw voor de Rooms-Katholieke eredienst en opgetrokken naar ontwerp van Evert Margry (1841-1891), Albert Margry (1857-1911) en Jos Snickers (1851-1918) uit Rotterdam.