Blikemba nv
Blikemballage-bedrijf te Zaandam. In 1948 ontstaan door een fusie tussen het Zaandamse bedrijf Snaas en Van Kalsbeek en het bedrijf van Van der Wal te IJsselmuiden. De Zaandamse fabriek met circa 80 werknemers werd in 1956 verplaatst naar Hoorn. In 1970 werd Blikemba overgenomen door Numans Blikfabrieken te Amsterdam.
Op 1 april 1931 werd te Zaandam de vennootschap onder firma van Bloemendaal en Snaas opgericht. Het bedrijf bezat een fabriek, De Tuin der Lusten aan de Oostzijde 192. Het vervaardigde voor bedrijven in de omgeving verschillende soorten blikemballage, voornamelijk general line bussen, daarnaast bijvoorbeeld kroonkurken en reclameplaten. Het productieproces was halfautomatisch. Er werkten tussen de 20 en 25 personen in het bedrijf.
Na meningsverschillen trad Bloemendaal in 1938 uit de vennootschap onder firma. Zijn plaats werd ingenomen door W. van Kalsbeek. In 1941 werd de naam veranderd in Firma Snaas en Van Kalsbeek.
In de oorlogsjaren werkte het bedrijf zoveel mogelijk door om de arbeiders aan het werk te houden. Daartoe werd overal oud blik opgekocht, dat in de fabriek aan de Oostzijde werd schoongemaakt. Na het wegvallen van de elektriciteit werden de machines aangedreven door fietsen. Op deze manier slaagde men erin werk voor twaalf personen te behouden.
Na de oorlog kwam de tegenslag dat de blikdrukkerij in Haarlem, waar men het blik liet bedrukken, door Thomassen & Drijver werd overgenomen. Snaas en Van Kalsbeek was nu aangewezen op Paauw in Leiden of op Belgische blikdrukkers, maar de uitvoering van orders verliep daar zeer traag. De firmanten wilden na de oorlog ook de productie van conservenbussen op zich nemen. Na besprekingen met het bedrijf van Van der Wal, beide bedrijven waren geen concurrenten, te IJsselmuiden kwam het tot een fusie. Op 8 maart 1948 werd Blikemba nv opgericht, met fabrieken te Zaandam (40 werknemers) en IJsselmuiden (30 werknemers). Het aandelenkapitaal bedroeg ƒ 300.000. waarvan ƒ 200.000 werd geplaatst.
Het bedrijf van Van der Wal bracht bij de fusie grote voorraden blik in. De conservenfabrieken mochten minder inblikken dan men aanvankelijk na de oorlog verwachtte, terwijl de bliktoewijzingen op de oude verwachtingen waren gebaseerd. Om zoveel mogelijk voordeel van de grote voorraden te hebben schakelde het bedrijf voornamelijk over op general line bussen, aangezien de productie daarvan arbeidsintensiever was dan die van conservenbussen.
Gaandeweg verliet Blikemba de sector van de conservenbussen volledig en maakten beide fabrieken uitsluitend nog general line bussen. De Zaandamse vestiging groeide snel. In het midden van de jaren '50 werkten er circa 80 personen. Daar er aan de Oostzijde geen verdere groeimogelijkheden waren en er in de Zaanstreek geen industrieterrein beschikbaar was, werd besloten het bedrijf naar Hoorn te verplaatsen. Deze verhuizing had plaats in maart 1956. De fabriek in IJsselmuiden bleef steeds van dezelfde grootte (circa 25 werknemers) en produceerde voornamelijk general line bussen.
De fabriek in Hoorn groeide rond 1965 uit tot een vestiging met circa 100 werknemers en produceerde verschillende soorten blikverpakking voor onder andere verf-, olie-, vet- en chemische industrie. Op 1 januari 1971 werd Blikemba overgenomen door Numans Blikfabrieken te Amsterdam. Het bedrijf ging verder als Numan-Blikemba nv.
1982: Numan-Blikemba neemt Lindner-industrie in Soest over van het Amerikaanse concern Anchor. Volgens de directies vullen beide partijen elkaar goed aan. Numan-Blikemba maakt in Amsterdam, Elburg en Hoorn met 300 man personeel metalen verpakkingen, voornamelijk voor de binnenlandse markt. Jaaromzet ongeveer ƒ 49 min.