Bouwstijlen
Bij de bestudering van de bouwkunst door de eeuwen heen, worden diverse bouwstijlen onderscheiden. De term bouwstijl heeft zowel betrekking op het geheel (bijvoorbeeld indeling van een gebouw, proporties) als op details (bijvoorbeeld versieringen). Verschillende bouwstijlen, die achtereenvolgens in Europa ontwikkeld werden, hadden en hebben alle delen van dat werelddeel als verspreidingsgebied, sommige zijn ook daarbuiten te vinden. Maar in elk land, in elke streek, en zelfs in elke plaats, zijn grotere of kleinere lokale verschillen te vinden in de wijze waarop de verschillende stijlen werden uitgevoerd.
Het duidelijkst zijn de kenmerken van bouwstijlen terug te vinden in de 'grote' bouwwerken, bijvoorbeeld in kerkgebouwen, recht- en raadhuizen en woonhuizen van de rijken. In mindere mate zijn bouwstijlen te vinden in de meer ambachtelijk gebouwde gewone woonhuizen. boerderijen. pakhuizen. schuren en molens. Maar met name de versierende onderdelen van deze bouwwerken tonen dikwijls weer wel kenmerken van grote bouwstijlen.
Met uitzondering van de romaanse bouwstijl, die toegepast werd in een tijd dat er in de Zaanstreek nog nauwelijks of niet werd gebouwd, is in de Zaanstreek in alle bouwstijlen gebouwd. Hierachter volgt een kort overzicht van de belangrijkste in Nederland voorkomende bouwstijlen. Vanzelfsprekend werd niet de ene dag een bepaalde stijl voor het laatst toegepast, terwijl de volgende dag in een nieuwe stijl werd begonnen; er doen zich overlappingen voor.
BOUWSTIJLEN
- 1000-1250 romaans
- 1200-1550 gotiek
- 1530-1670 Hollandse renaissance
- 1630-1710 Hollands classicisme
- 1700-1750 Lodewijk XIV-stijl
- 1750-1775 Lodewijk XV-stijl
- 1775-1800 Lodewijk XVI-stijl
- 1800-1850 neoclassicisme (waaronder empirestijl en biedermeijer)
- 1830-1850 stucadoorsgotiek
- 1850-1870 eclecticisme
- 1870-1900 neostijlen (renaissance, barok, Lodewijk-stijlen, gotiek)
- 1900-1910 jugendstil, art nouveau, nieuwe kunst
- 1910 um 1800-stil
- 1915-1935 Amsterdamse school
- 1915-1940 het nieuwe bouwen ('nieuwe zakelijkheid')
- 1930-1950 Delftse school