Wervershoof 29 april 1835 - Arnhem 3 november 1893 Fotograaf Jan Breebaard heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het vastleggen van topografische beelden van de Zaanstreek. Hij deed dat nog juist voor onze omgeving tengevolge van de 19e-eeuwse industrialisatie ingrijpend veranderde. Zowel zijn foto's van het straatbeeld als zijn opnamen van Zaanerven zijn daarom van grote historisch-topografische betekenis.

Na een opleiding tot timmerman en huis- en rijtuigschilder trouwt Jan op 6 mei 1858 in Barsingerhorn met Trijntje Beers. Zij trekken naar Krommenie, dat uitblinkt vanwege de in grote getale aanwezige houten huizen. Uit het huwelijk worden drie zoons geboren, van wie de oudste na twee en een half jaar overlijdt.

De waardering die hij als fotograaf verkreeg is niet vanwege de vele kwalitatief zeer goede door hem gemaakte portretten, maar door zijn vele dorpsgezichten. In die tijd werd de fotografie met natte platen bedreven. In een atelier levert dat geen problemen op. Maar langs de weg?

Van fotografen is bekend dat zij vaak met een tent werkten. Jan Breebaard echter had een Zaanse oplossing; hij gebruikte een tentjachtje: een te roeien en te bomen rondbodem schuitje met een kajuit, met veel houtsnijwerk versierd, daterend uit de 18e-eeuw.

Deze jachtjes, vooral gebruikt voor het vervoer van vrouwvolk, beleefden in die tijd hun nadagen. In het kajuitje had Jan een donkere kamer ingericht. Op enkele dorpsgezichten staat het jachtje afgebeeld. Belangrijk is echter dat hij uit dit jachtje vanaf de Zaan vele soms vrijwel geheel aan elkaar sluitende opnames maakte. Daarbij gebruik makend van vroege zomerochtenden onder volmaakt windstil weer.

In 1869 biedt hij zijn fotografisch atelier te koop aan en vraagt hij in Zaandam een knap burgerwoonhuis met erf te huur om een fotografisch atelier te kunnen plaatsen, liefst in de nabijheid van de Dam aan de Westzijde. Zaandam beleeft in die jaren een opleving in de economische bedrijvigheid. Juli 1870 wordt het atelier verplaatst naar de Westzijde 218 in Zaandam. Op 16 juli meldt hij zijn begunstigers dat hij weer kan fotograferen. Vermelden zijn advertenties eerder alleen het opnemen van portretten, Jan beveelt zich minzaam aan tot het maken van fotografische afbeeldingen van gebouwen, fabrieken enz.

Een jaar later heeft hij een nieuw adres gevonden aan het Noorderkerkpad naast de Bullekerk. Zijn vorige atelier was toch te ver verwijderd van de Dam. Een slag treft hem als op 27 juni als zijn vrouw Trijntje komt te overlijden na een langdurig lijden, in de ouderdom van 41 jaren. Op 7 mei 1878 verhuist Jan naar Beverwijk en overlijdt op 3 november 1893 in Arnhem; bij zijn zoon Dirk.