Dioxine
Dioxine is een verzamelnaam voor giftige stoffen die kunnen ontstaan bij de verbranding van chloorhoudendende (kunst)stoffen. Dioxine ontstaat bijvoorbeeld in vuilverbrandings installaties. Omdat ze oplosbaar zijn in vet kunnen ze zich ophopen in het vet van mens en dier.
Op 1 maart 1990 bleek uit onderzoek dat zich rondom de vuilverbrandingsinstallatie AVI in de nabijheid van Westzaan, twee keer meer dioxine in melk bevond dan was toegestaan. Bij het afkoelen van de rook vormde zich dioxine, die neersloeg op het land. Koeien kregen deze dioxine via het grazen binnen en vervolgens kwam het in de melk terecht. Melk en vlees van 39 melkveehouderijen ten noorden van de afvalverbrandingsinstallatie mocht niet meer worden verhandeld.
Spoedige sluiting van de Afval Verwerkingsinstallatie AVI in Zaanstad was vrijwel onafwendbaar, zo verwachtte de meerderheid van het bestuur van het Afvalverwijderingsbedrijf IJmond Zaanstad (AIJZ). Dit bedrijf, een samenwerkingsverband van Beverwijk, Heemskerk, Velsen en Zaanstad, beheerde de AVI. Het bestuur besloot een onderzoek te starten naar onder meer de gevolgen van sluiting en de dioxine-uitstoot. Op basis van deze gegevens zou het bestuur beslissen of de AVI open blijft of dicht gaat.
Wethouder Tom Germeraadplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGermeraad, Tom
Holwerd, 22 september 1932 - Zaandam, 19 november 1996 Tom Germeraad in 1991 Thomas (Tom) Germeraad, CDA-wethouder van Zaanstad vanaf 1986, voor die tijd directeur van Scholengemeenschap Cor Kakes te Zaandam en secretaris van het Convent van directies van scholengemeenschappen. Tom Germeraad kwam, na in verschillende plaatsen in het onderwijs te hebben gewerkt, naar de Zaanstreek, toen hij werd benoemd tot directeur van de Christelijke LTS Cor Kakes, die in die periode nog in opr… van Zaanstad, voorzitter van AIJZ, twijfelde niet aan de uitkomst van het onderzoek. Voor hem stond vast dat de AVI niet open kon blijven, zelfs niet na het toepassen van verregaande technische verbeteringen. Onmiddellijke sluiting was echter niet aan de orde, vond hij. Burgemeester Ouwerkerk verwachtte wel dat dat snel ging gebeuren. Het RIVM constateerde dat uitstoot van zoutzuur bij de Zaanse AVI zesmaal hoger was dan toegestaan. Zeven weken later, op 20 april 1990, besloot minister Alders van milieuhygiëne tot sluiting van de AVI. De vuilverbrandingsinstallatie werd daarna niet meer in werking gesteld en speelde na een periode van leegstand een rol bij een bedrijf, gespecialiseerd in het breken van puin.
Gedupeerde boeren kondigden aan een schadevergoeding te claimen. De regeling die werd getroffen was eender aan die voor boeren in het Lickebaertgebied bij Maassluis, zij mochten hun melk in 1989 niet meer op de markt brengen. De melk werd apart door de melkfabrieken ingezameld, waarop de boeren een financiële tegemoetkoming van het Rijk ontvingen. Het melkvet uit de melk, waarin de dioxines zich concentreerden, werd afgeroomd en vernietigd. De ondermelk die overbleef kon gebruikt worden voor poedermelk.
Het droge huisafval ging na de sluiting van de Zaanse AVI naar een Amsterdams vuilverwerkingsbedrijf. Het natte afval werd in Halfweg tot compost verwerkt; het bedrijfsafval werd opgeslagen op het provinciale stortterrein van Nauerna.
Eerder, in 1985, werden dioxine en furanen aangetroffen in het Noordzeekanaalgebied. Het gif bevond zich in het slib van de Voorzaan en bij de Hembrug. Het verontreinigde slib werd opgeslagen in diepe putten. De concentraties waren te gering om het eten van vis af te raden.
Eind januari 2012 werd volkstuincomplex Polderlust aan de Noorder IJ en Zeedijk in Zaandam gesloten nadat Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier dioxine in de bodem aantrof. Al eerder ging het complex tijdelijk op slot na een brand waarbij roet en as op de volkstuinen terecht kwam. De vervuiling zou binnen de wettelijke normen vallen, Hoogheemraadschap koos het zekere voor het onzekere en wachtte het advies van gemeente Zaanstad af als verantwoordelijke voor de volksgezondheid.
Een woordvoerder van het hoogheemraadschap bevestigde op 3 maart 2014 dat de overeenkomst om schapen te weiden op een gedeelte van de Westkolkdijk in Zaandam vanwege een te hoog dioxinegehalte in één van de dieren werd beëindigd: ,,We willen ieder risico uitsluiten dat ze in de voedselketen terecht komen.'' De drachtige schapen verhuisden naar Joure om te lammeren, waarna zij als 'maaimachines' voor het veenweidegebied bij Heeg werden ingezet. Ze kunnen dat tot hun dood blijven doen, de dieren kwamen niet in aanmerking voor de slacht.
Lees ook Dioxines schaden baby's